ECLI:NL:RBMNE:2016:4213

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
26 juli 2016
Publicatiedatum
25 juli 2016
Zaaknummer
16/707957-15 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een jongeman voor aanranding en verkrachting van meerdere slachtoffers in Utrecht

Op 26 juli 2016 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een man uit Utrecht, die werd beschuldigd van aanranding en verkrachting van drie verschillende slachtoffers in de jaren 2010 en 2011. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot 15 maanden jeugddetentie, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, en hem verplicht om zich na zijn detentie aan verschillende voorwaarden te houden. De man, die op het moment van de feiten 16, 17 en net 18 jaar oud was, heeft de feiten bekend en verklaarde dat hij nooit meer dergelijke daden wil plegen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man, die momenteel in detentie zit, een behandeltraject voor zijn stoornis is gestart en gemotiveerd is om aan zijn gedrag te werken. De rechtbank heeft de strafeis van de officier van justitie, die 24 maanden jeugddetentie had geëist, verlaagd omdat niet alle feiten bewezen konden worden. De man moet ook een schadevergoeding van €2.000 betalen aan een van de slachtoffers. De rechtbank heeft de bijzondere voorwaarden voor de voorwaardelijke straf vastgesteld, waaronder intensieve begeleiding na zijn vrijlating.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/707957-15 (P)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 26 juli 2016
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [1993] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans gedetineerd in de JJI Den Hey-Acker te Breda.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 12 juli 2016. De verdachte is in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door mr. H.S.K. Jap-A-Joe, advocaat te Utrecht.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte, zijn raadsvrouw en de slachtoffers naar voren hebben gebracht.
Sinds 1 april 2014, met de inwerkingtreding van de Wet adolescentenstrafrecht (Stb. 2013, 485), voorziet artikel 495 lid 4 e.v. van het Wetboek van Strafvordering (Sv) in de mogelijkheid voor de kinderrechter om strafbare feiten gepleegd tijdens minderjarigheid en tijdens meerderjarigheid van de verdachte gevoegd te behandelen en in één vonnis af te doen. Volgens het bijzonder overgangsrecht van de Wet adolescentenstrafrecht vindt deze mogelijkheid uitsluitend toepassing met betrekking tot strafbare feiten die zijn begaan ná de inwerkingtreding van die wet.
In de onderhavige zaak heeft de officier van justitie dergelijke feiten op één dagvaarding aangebracht voor de meervoudige kamer van deze rechtbank. Volgens de tenlastelegging zijn alle feiten begaan vóór 1 april 2014.
Gezien het belang van verdachte bij gelijktijdige berechting van alle ten laste gelegde feiten en de omstandigheid dat deze feiten deels met elkaar samenhangen en zij naar het oordeel van de rechtbank bij voorkeur niet worden gesplitst in een gedeelte voor en een gedeelte na het bereiken van de leeftijd van 18 jaren, brengt een doelmatige rechtspleging met zich dat de rechtbank alle voormelde feiten - ook al zijn zij begaan voor de inwerkingtreding van de Wet adolescentenstrafrecht - gelijktijdig behandelt en in één vonnis opneemt, alsmede in dit vonnis uitspraak doet en een beslissing neemt omtrent de strafoplegging ter zake al deze voormelde feiten. De raadsvrouw en de officier van justitie hebben ter terechtzitting met deze wijze van afdoening ingestemd.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is op de zitting van 12 juli 2016 nader omschreven.
De tenlastelegging is, zoals nader omschreven, als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
1. op 10 augustus 2010 te Utrecht [slachtoffer 1] heeft verkracht;
2. op 6 april 2010 te Utrecht heeft geprobeerd [slachtoffer 2] te verkrachten dan wel [slachtoffer 2] heeft aangerand;
3. op 20 mei 2011 te Utrecht [benadeelde 1] heeft aangerand;
4. op 7 juni 2011 te Utrecht [benadeelde 2] heeft aangerand;
5. op 8 juni 2010 te Utrecht [benadeelde 3] heeft aangerand.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht de onder 1, 2, subsidiair, 3 en 4 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen. Voor de onder 2, primair, en 5 ten laste gelegde feiten heeft de officier van justitie vrijspraak gevorderd.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder 1, 2, subsidiair, en 4 ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. Met betrekking tot het onder 2, primair, 3 en 5 ten laste gelegde heeft de verdediging om vrijspraak verzocht.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit. [1]
feit 1
Aangezien de verdachte het ten laste gelegde feit heeft bekend en de raadsvrouw geen vrijspraak heeft bepleit, volstaat de rechtbank, met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering, met een opsomming van de bewijsmiddelen.
De rechtbank acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen op grond van de navolgende bewijsmiddelen.
1. Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] van 11 augustus 2010. [2]
2. Het proces-verbaal van verhoor van aangeefster van 24 augustus 2010. [3]
3. Het proces-verbaal sporenonderzoek van 11 augustus 2010. [4]
4. Het Forensisch DNA-rapport van 18 oktober 2010. [5]
5. Het Forensisch DNA-rapport van 19 november 2015. [6]
6. De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 12 juli 2016. [7]
Feit 2, primair
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het primair ten laste gelegde feit, poging tot verkrachting, omdat uit de aangifte en de bekennende verklaring van verdachte niet kan worden opgemaakt dat verdachte bij aangeefster naar binnen wilde dringen.
Feit 2, subsidiair
Aangezien de verdachte het ten laste gelegde feit heeft bekend en de raadsvrouw geen vrijspraak heeft bepleit, volstaat de rechtbank, met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering, met een opsomming van de bewijsmiddelen.
De rechtbank acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen op grond van de navolgende bewijsmiddelen.
1. Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] van 9 april 2010. [8]
2. Het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 2] van 18 februari 2016. [9]
3. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] van 7 april 2010. [10]
4. De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 12 juli 2016. [11]
Feit 3
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het ten laste gelegde feit.
Daarbij overweegt de rechtbank dat de door aangeefster genoemde plek van aanranding, te weten op 10 meter van de woning aan de [adres] , niet overeenkomt met de door verdachte aangewezen plek van aanranding, namelijk bij een hoekwoning aan de [adres] . Zonder te kort te willen doen aan de aangifte, bevat het dossier naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende (steun)bewijs voor een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.
Feit 4
Aangezien de verdachte het ten laste gelegde feit heeft bekend en de raadsvrouw geen vrijspraak heeft bepleit, volstaat de rechtbank, met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering, met een opsomming van de bewijsmiddelen.
De rechtbank acht het ten laste gelegde feit wettig en overtuigend bewezen op grond van de navolgende bewijsmiddelen.
1. Het proces-verbaal van onderzoek politiesystemen Jaagpad van 18 februari 2016. [12]
2. Het proces-verbaal van verhoor van aangifte door [benadeelde 2] van 15 februari 2016. [13]
3. De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 12 juli 2016. [14]
Feit 5
De rechtbank is met de officier van justitie en de verdediging van oordeel dat het dossier onvoldoende bewijs bevat voor een bewezenverklaring van het ten laste gelegde. De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken van het onder 5 ten laste gelegde.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
hijop
of omstreeks10 augustus 2010 in de gemeente Utrecht door geweld of
(een) andere feitelijkhe(i)d(en) en
/ofbedreiging met geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 1] meermalen,
althans eenmaal,heeft gedwongen
tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede
bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] ,
hebbende verdachte
- onverhoeds het shirt, althans de kleding, van die [slachtoffer 1] omhoog getrokken
en
/ofde blote borst van die [slachtoffer 1] betast door met zijn hand(en) onder haar
BH te gaan en
/of
- onverhoeds het shirt en
/ofde BH,
althans de kledingvan die [slachtoffer 1] omhoog
getrokken en
/ofde blote borst en
/ofde tepel van die [slachtoffer 1] gelikt en
/of
- zijn tong in de mond van die [slachtoffer 1] geduwd en
/ofdie [slachtoffer 1] op haar
lippen gekust en
/of
- ( meermalen) zijn vinger in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd en
/ofgehouden,
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte,
- onverhoeds die [slachtoffer 1] heeft vastgepakt bij haar lichaam terwijl zij aan
het skaten was en
/of
- ( daarbij) zijn hand over de mond van die [slachtoffer 1] heeft gedaan en
/of
-(meermalen) tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd: "Houd je mond, wees stil want ik
steek je, ik steek je" en
/of
- ( daarbij) aan die [slachtoffer 1] een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp
heeft laten zien en
/of
- ( vervolgens) (meermalen) een mes, althans een scherp
en/of puntig voorwerp
tegen haar keel en/of haar rug, in elk geval haar lichaam heeft gedrukt en
/of
gehouden en
/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd: "Ga liggen" en/of "Ik heb een mes, als je
doet wat ik zeg, gebeurt er niets" en
/of
- onverhoeds het shirt van die [slachtoffer 1] omhoog heeft getrokken en/of
- de blote borst van die [slachtoffer 1] heeft betast door met zijn hand onder haar

BH te gaan en/of

- onverhoeds het shirt en/of de BH van die [slachtoffer 1] omhoog heeft getrokken

en/of de blote borst en/of de tepel van die [slachtoffer 1] heeft gelikt en/of

- die [slachtoffer 1] op de grond heeft gegooid en/of geduwd en/of getrokken en
/of
- ( nadat die [slachtoffer 1] het mes van hem, verdachte had afgepakt en weer was
opgestaan) die [slachtoffer 1] aan haar benen (met aan haar voeten skates) heeft
weggetrokken waardoor zij viel en
/ofdie [slachtoffer 1] meermalen in haar buik heeft
gestompt en
/of
- zijn tong in de mond van die [slachtoffer 1] heeft geduwd en
/ofdie [slachtoffer 1] op
haar lippen heeft gekust en
/of
- zijn arm om de nek/hals van die [slachtoffer 1] heeft gedaan en
/ofheeft gehouden
en
/of
- ( daarbij) tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd: "Je loopt nu mee" en
/of
- ( daarbij) het mes aan die [slachtoffer 1] heeft getoond en
/of(tegelijkertijd) zijn
andere hand in haar broek heeft gedaan en
/ofzijn vinger meerdere malen in
haar vagina heeft geduwd en
/ofgehouden en
/of
- ( aldus) een voor die [slachtoffer 1] bedreigende situatie heeft doen ontstaan;

2. subsidiair

hijop
of omstreeks6 april 2010 in de gemeente Utrecht,
althans in het
arrondissement Midden-Nederland,door geweld en/of een andere feitelijkheid
en
/ofdoor bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid [slachtoffer 2]
heeft gedwongen tot het
plegen en/ofdulden van een of meer ontuchtige
handelingen bestaande het uit het betasten en
/ofvasthouden van en
/ofhet
knijpen in haar blote borst, immers heeft/is hij, verdachte,
- naar die [slachtoffer 2] toe gerend terwijl die [slachtoffer 2] aan het skaten was en
/of
- die [slachtoffer 2] van achteren bij haar schouders vastgepakt en
/ofdie [slachtoffer 2]
naar de grond geduwd en/of getrokken en
/of
- boven die [slachtoffer 2] gaan staan met zijn benen aan weerszijden van haar
lichaam, terwijl zij op haar rug op de grond lag en
/of
- ( vervolgens) op de heupen, althans het lichaam van die [slachtoffer 2] gaan zitten
met zijn knieën aan weerszijden van haar lichaam en
/of
- ( meermalen) tegen die [slachtoffer 2] gezegd " Ik heb een mes" en/of "Handen weg"
en
/of
- ( meermalen) een mes,
althans een scherp en/of puntig voorwerpgetoond aan
die [slachtoffer 2] en
/of
- de handen van die [slachtoffer 2] die zij voor haar borst gekruist had weggehaald
en/of weggeduwd en
/of
- onverhoeds het shirt en
/ofde BH van die [slachtoffer 2] naar beneden en/of opzij
getrokken en
/of
- ( vervolgens) de blote (rechter)borst van die [slachtoffer 2] vastgepakt en
/of
vastgehouden en
/of
- ( meermalen) in de blote (rechter)borst van die [slachtoffer 2] geknepen;
4.
hijop
of omstreeks7 juni 2011 in de gemeente Utrecht,
althans in het
arrondissement Midden-Nederland,door geweld en/of een andere feitelijkheid
en
/ofdoor bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid [benadeelde 2]
heeft gedwongen tot het
plegen en/ofdulden van een of meer ontuchtige
handelingen bestaande uit het betasten van haar borst(en), immers heeft/is
hij, verdachte,
- onverhoeds voor die [benadeelde 2] (die uit een tunnel kwam hardlopen)
gesprongen
en/ofgaan staan en
/of
- ( vervolgens) die [benadeelde 2] (van achteren) met kracht vastgepakt door zijn
armen om haar lichaam te
slaan/doen en
/ofte houden en
/of
- ( daarbij) een hand op haar borst
(en)gelegd en
/ofhaar borst
(en)
vastgegrepen en
/ofvastgehouden;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar als:
1: verkrachting;
2, subsidiair, en 4: telkens: feitelijke aanranding van de eerbaarheid
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

De rechtbank heeft kennis genomen van het Pro Justitia Rapport van 13 april 2016, opgemaakt door R.B.J. Metze, GZ-psycholoog.
Het rapport vermeldt - samengevat - dat bij verdachte sprake is van een verstandelijke ontwikkelingsstoornis/beperking en van ADD (gedeeltelijk in remissie). Hiervan was sprake ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde.
Er lijkt bij verdachte sprake te zijn van een emotiegerichte copingstijl, waarop de verstandelijke ontwikkelingsstoornis een versterkende invloed heeft. Er is daardoor in grotere mate sprake van een tekort in probleemoplossend vermogen, verminderd vermogen tot het aangaan van adequate (intieme) contacten en regulatie van emoties (zelfregulatieprobleem).
De rechtbank heeft voorts kennis genomen van het Pro Justitia Rapport van 18 april 2016, opgemaakt door drs. H.A. Gerritse, forensisch psychiater.
Dat rapport vermeldt - samengevat - dat bij verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de zin van een aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit van het overwegend onoplettend type en misbruik van cannabis en een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens in de zin van zwakbegaafdheid en een onrijpe persoonlijkheid (sociaal-economische ontwikkelingsachterstand). Hiervan was sprake ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde.
De rapporteur vermoedt dat verdachte zich boos voelde voorafgaand aan het plegen van de ten laste gelegde feiten in 2010 (over het zich gekleineerd voelen door de toenmalige vriend van moeder en het zich niet door moeder gesteund voelen) en zijn boosheid niet adequaat kon reguleren. Het is aannemelijk dat verdachte destijds zijn boosheid vervolgens heeft omgezet in verkrachting en aanranding van vrouwen, die hij op zijn beurt probeerde te overheersen/vernederen middels verkrachting en aanranding met geweld (met onder andere dreiging met een mes). Het niet goed kunnen hanteren van boosheid kan teruggevoerd worden op zowel de onrijpe persoonlijkheid met een sociaal-economische ontwikkelingsachterstand (in het bijzonder niet/onvoldoende herkennen en adequaat uiten van boosheid) als de zwakbegaafdheid (met onvoldoende copingmogelijkheden om stressvolle situaties zoals de toenmalige thuissituatie te overzien), maar waarschijnlijk ook op de impulsiviteit als onderdeel van de ADHD.
De rapporteur adviseert de rechtbank om verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar te beschouwen.
De rechtbank maakt de conclusies van voornoemde deskundigen tot de hare.
Aangezien er geen omstandigheid aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit, is verdachte strafbaar voor het bewezenverklaarde.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot jeugddetentie voor de duur van 24 maanden, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, met een proeftijd van 2 jaren en met als bijzondere voorwaarden: een meldplicht bij Samen Veilig Midden-Nederland, toezicht en begeleiding door Samen Veilig Midden Nederland waarvan de eerste zes maanden ITB Plus.
De officier van justitie heeft bij haar strafeis rekening gehouden met het ad informandum gevoegde feit, te weten het op 12 januari 2016 te Utrecht voorhanden hebben van een op een wapen gelijkend voorwerp (parketnummer 16/707957-15).
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak gevraagd voor het onder 2, primair, 3 en 5 ten laste gelegde.
De verdediging is van mening dat de strafeis erg zwaar is. De verdediging heeft verzocht om 360 dagen jeugddetentie op te leggen, waarvan 178 dagen voorwaardelijk, met aftrek van de dagen die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, met een proeftijd, en met de bijzondere voorwaarden zoals genoemd door de Raad voor de Kinderbescherming in het rapport van 8 juli 2016.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Op de dagvaarding is aan verdachte medegedeeld dat het ad informandum gevoegde strafbare feit ter bepaling van de strafmaat ter kennis van de rechtbank wordt gebracht en dat verdachte daarvoor niet afzonderlijk zal worden vervolgd indien de rechtbank met dit feit rekening houdt. Nu de verdachte dit feit heeft bekend, zal de rechtbank rekening houden met het ad informandum gevoegde feit, zoals vermeld in de bijlage. Kort gezegd gaat het om het voorhanden hebben van een op een wapen gelijkend voorwerp.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
De verdachte heeft zich in 2010 en 2011 schuldig gemaakt aan verkrachting en feitelijke aanranding van de eerbaarheid. De verdachte heeft door zijn handelen een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke en psychische integriteit van zijn slachtoffers. De rechtbank vindt dat sprake is van zeer kwalijke feiten.
Uit het de verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie van 4 mei 2016 blijkt dat verdachte eerder is veroordeeld voor aanranding, en wel in 2009 en 2010.
Deskundige R.B.J. Metze, voornoemd, heeft geadviseerd om verdachte te laten behandelen, waarbij aandacht is voor het leren van een adequate probleemoplossing, met daarbij specifiek aandacht voor zijn emotiegerichte coping. Voor de uitvoering van de genoemde behandeling heeft de deskundige verwezen naar De Waag te Utrecht. De Waag biedt een behandeling aan voor seksueel overschrijdend gedrag voor volwassenen, die is opgebouwd uit de onderdelen: zelfregulatie, intimiteitsproblemen, zelfbeeld en leefstijltraining.
De deskundige acht het naast de behandeling wenselijk dat de reclassering er op toeziet dat de behandeling wordt gevolgd en dat de begeleiding door de reclassering zich richt op het vinden van werk en of dagbesteding.
Deskundige H.A. Gerritse, voornoemd, heeft de voorkeur voor intensieve klinische behandeling in een SGLVG voorziening met een behandelprogramma voor jeugdige zedendelinquenten met een intellectuele beperking gevolgd door ambulante/dagklinische behandeling bij De Waag boven uitsluitend dagklinische/ambulante deelname aan een zedenprogramma bij De Waag in Utrecht, gecombineerd met een verplicht jeugdreclasseringscontact.
De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 8 juli 2016 gerapporteerd dat verdachte inmiddels in Den Hey-Acker is begonnen met een klinisch behandeltraject, en dat verdachte, in de drie maanden dat hij wordt behandeld, vorderingen maakt. Ter terechtzitting heeft mevrouw [X] het standpunt van de Raad nader toegelicht. Zij heeft daarbij meegedeeld dat er een adequate overdracht zal plaatsvinden tussen de behandelaars in Den Hey-Acker en de behandelaars van De Waag rond het moment dat verdachte zal vrijkomen.
Het monitoren en controleren met duidelijke regels en structuur kan, aldus het advies van de Raad, vorm krijgen door middel van ITB Plus begeleiding door de jeugdreclassering, waarbij primair dagbesteding en overdracht van de behandeling geregeld moeten zijn en daarna invulling van vrije tijd, versterken van vaardigheden en toewerken naar meer zelfstandigheid, versterkte identiteit.
Alle genoemde deskundigen hebben geadviseerd het jeugdstrafrecht toe te passen. Gelet op het bepaalde in artikel 495, vijfde lid, Sv zal de rechtbank ook op het tijdens de meerderjarigheid van verdachte begane feit (feit 4) het jeugdstrafrecht toepassen.
Mevrouw [Y] heeft namens Samen Veilig Midden-Nederland ter terechtzitting meegedeeld dat de JJI Den Hey-Acker thans een gedeelte van de behandeling van verdachte doet, dat de behandeling daarna zal worden voortgezet door De Waag, en dat een en ander is afgestemd.
Gelet op de ernst van de feiten kan niet worden volstaan met een straf die geen vrijheidsbeneming met zich meebrengt. De rechtbank acht een jeugddetentie van na te melden duur passend en geboden. Met een deels voorwaardelijke straf wordt beoogd de verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. Tevens maakt dit begeleiding voor Samen Veilig Midden-Nederland mogelijk, inclusief de hierna te noemen bijzondere voorwaarden.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden en mede gelet op de omstandigheid dat verdachte zijn verantwoordelijkheid heeft genomen, goed heeft meegewerkt aan het onderzoek en daaraan (samen met zijn familie) nog steeds meewerkt, in Den Hey-Acker het delictscenario heeft besproken en gemotiveerd is om aan zichzelf te werken omdat hij wil dat de bewezenverklaarde feiten nooit meer zullen voorkomen, aanleiding bestaat bij de straftoemeting af te wijken van wat de officier van justitie heeft gevorderd, ook omdat de rechtbank tot een andere bewezenverklaring komt dan de officier van justitie.
Omdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een misdrijf zal begaan dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen, zal de rechtbank gelet op artikel 77za van het Wetboek van Strafrecht, de gestelde bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar verklaren.
Het risico op recidive van een misdrijf dat kort gezegd de lichamelijk integriteit aantast, is gelegen in de conclusies uit de persoonlijkheidsonderzoeken.
Om het recidive risico te verminderen is het noodzakelijk dat de al bij de JJI in gang gezette behandeling wordt voortgezet door De Waag, en dat na de vrijlating van verdachte zo spoedig mogelijk wordt gestart met het vinden en houden van dagbesteding alsmede het houden van toezicht op verdachte.

9.Ten aanzien van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel

Feit 2, benadeelde partij [slachtoffer 2]
De benadeelde partij [slachtoffer 2] vordert een schadevergoeding van € 2,000,00 aan immateriële schade.
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat de vordering voldoende is onderbouwd en acht de gevorderde schadevergoeding geheel toewijsbaar, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft de vordering niet bestreden en heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van het bewezen verklaarde feit en acht verdachte aansprakelijk voor die schade. De rechtbank acht het gevorderde voldoende aannemelijk gemaakt. De hoogte van de door de benadeelde partij geleden schade kan worden vastgesteld op een bedrag van € 2.000,00 aan immateriële schade. De rechtbank zal daarom de vordering in zijn geheel toewijzen, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van [slachtoffer 2] voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd.
Feit 3, benadeelde partij [benadeelde 1]
Nu aan verdachte - zonder toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht - geen straf of maatregel zal worden opgelegd, is de benadeelde partij, [benadeelde 1] , niet-ontvankelijk in haar vordering.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36f, 77a, 77b, 77g, 77h, 77i, 77l, 77x, 77y, 77z, 77gg, 77za, 242 en 246 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde en op de reeds aangehaalde artikelen
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

11.Beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij van hetgeen hem onder 2, primair, 3 en 5 ten laste is gelegd;
Bewezenverklaring
- verklaart bewezen het ten laste gelegde onder 1, 2, subsidiair, en 4, zodanig als hiervoor onder 5 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
1: verkrachting;
2, subsidiair, en 4: telkens: feitelijke aanranding van de eerbaarheid;
- verklaart verdachte daarvoor strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
jeugddetentie voor de duur van 15 (vijftien) maanden, waarvan 6 (zes) maanden voorwaardelijk, met een
proeftijd van 2 (twee) jaren;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
- Algemene voorwaarden
* stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van 2 (twee) jaren niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit;
* stelt als algemene voorwaarde dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* stelt als algemene voorwaarde dat verdachte medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- Bijzondere voorwaarden
* stelt als bijzondere voorwaarde dat verdachte zich in het kader van de maatregel van Toezicht en Begeleiding, waarvan de eerste 6 maanden zullen bestaan uit de maatregel van ITB Plus, binnen vijf dagen na zijn invrijheidstelling meldt bij Samen Veilig Midden-Nederland, locatie Utrecht (Tiberdreef 8), en zich daarna gedurende een door de jeugdreclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen dient te blijven melden bij deze instelling, zo frequent en zo lang die instelling dat noodzakelijk acht;
* stelt als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich tijdens de proeftijd onder behandeling zal stellen van De Waag of een soortgelijke instelling, op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling aan te geven, teneinde deel te nemen aan een zedenprogramma;
- waarbij Samen Veilig Midden-Nederland, locatie Utrecht, opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
- beveelt dat de gestelde voorwaarden en het uit te oefenen toezicht,
dadelijk uitvoerbaarzijn;
Benadeelde partij [slachtoffer 2] (feit 2)
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van € 2.000,00, ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente berekend van 6 april 2010 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2] , € 2.000,00 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 6 april 2010, bij niet betaling te vervangen door 5 dagen jeugddetentie, met dien verstande dat toepassing van de vervangende jeugddetentie de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Benadeelde partij [benadeelde 1] (feit 3)
- verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Dit vonnis is gewezen door
mr. E.M. de Stigter, voorzitter,
mr. P. Bender, rechter, en mr. M.P. Glerum, rechter en ook kinderrechter,
in tegenwoordigheid van A. Heijboer, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 26 juli 2016.
De voorzitter en de jongste rechter zijn verhinderd dit vonnis mee te ondertekenen.
BIJLAGE : De tenlastelegging
Aan [verdachte] wordt, zoals nader omschreven, ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 10 augustus 2010 in de gemeente Utrecht door geweld of
(een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere
feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer 1] meermalen, althans eenmaal, heeft gedwongen
tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede
bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] ,
hebbende verdachte
- onverhoeds het shirt, althans de kleding, van die [slachtoffer 1] omhoog getrokken
en/of de blote borst van die [slachtoffer 1] betast door met zijn hand(en) onder haar
BH te gaan en/of
- onverhoeds het shirt en/of de BH, althans de kleding van die [slachtoffer 1] omhoog
getrokken en/of de blote borst en/of de tepel van die [slachtoffer 1] gelikt en/of
- zijn tong in de mond van die [slachtoffer 1] geduwd en/of die [slachtoffer 1] op haar
lippen gekust en/of
- ( meermalen) zijn vinger in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd en/of gehouden,
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte,
- onverhoeds die [slachtoffer 1] heeft vastgepakt bij haar lichaam terwijl zij aan
het skaten was en/of
- ( daarbij) zijn hand over de mond van die [slachtoffer 1] heeft gedaan en/of
-(meermalen) tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd: "Houd je mond, wees stil want ik
steek je, ik steek je" en/of
- ( daarbij) aan die [slachtoffer 1] een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp
heeft laten zien en/of
- ( vervolgens) (meermalen) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp
tegen haar keel en/of haar rug, in elk geval haar lichaam heeft gedrukt en/of
gehouden en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd: "Ga liggen" en/of "Ik heb een mes, als je
doet wat ik zeg, gebeurt er niets" en/of
- onverhoeds het shirt van die [slachtoffer 1] omhoog heeft getrokken en/of
- de blote borst van die [slachtoffer 1] heeft betast door met zijn hand onder haar
BH te gaan en/of
- onverhoeds het shirt en/of de BH van die [slachtoffer 1] omhoog heeft getrokken
en/of de blote borst en/of de tepel van die [slachtoffer 1] heeft gelikt en/of
- die [slachtoffer 1] op de grond heeft gegooid en/of geduwd en/of getrokken en/of
- ( nadat die [slachtoffer 1] het mes van hem, verdachte had afgepakt en weer was
opgestaan) die [slachtoffer 1] aan haar benen (met aan haar voeten skates) heeft
weggetrokken waardoor zij viel en/of die [slachtoffer 1] meermalen in haar buik heeft
gestompt en/of
- zijn tong in de mond van die [slachtoffer 1] heeft geduwd en/of die [slachtoffer 1] op
haar lippen heeft gekust en/of
- zijn arm om de nek/hals van die [slachtoffer 1] heeft gedaan en/of heeft gehouden
en/of
- ( daarbij) tegen die [slachtoffer 1] heeft gezegd: "Je loopt nu mee" en/of
- ( daarbij) het mes aan die [slachtoffer 1] heeft getoond en/of (tegelijkertijd) zijn
andere hand in haar broek heeft gedaan en/of zijn vinger meerdere malen in
haar vagina heeft geduwd en/of gehouden en/of
- ( aldus) een voor die [slachtoffer 1] bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
art 242 Wetboek van Strafrecht
2.
Primair
hij op of omstreeks 6 april 2010 in de gemeente Utrecht, althans in het
arrondissement Midden-Nederland, ter uitvoering van het door hem voorgenomen
misdrijf om door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of door bedreiging
met geweld en/of een andere feitelijkheid [slachtoffer 2] te dwingen tot het
ondergaan van handelingen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel
binnendringen van het lichaam, opzettelijk
- naar die [slachtoffer 2] is toe gerend terwijl die [slachtoffer 2] aan het skaten was en/of
- die [slachtoffer 2] van achteren bij haar schouders heeft vastgepakt en/of die [slachtoffer 2]
naar de grond heeft geduwd en/of getrokken en/of
- boven die [slachtoffer 2] is gaan staan met zijn, verdachtes, benen aan weerszijden
van haar lichaam, terwijl zij op haar rug op de grond lag en/of
- ( vervolgens) op de heupen, althans het lichaam van die [slachtoffer 2] is gaan
zitten met zijn, verdachtes, knieën aan weerszijden van haar lichaam en/of
- ( meermalen) tegen die [slachtoffer 2] heeft gezegd " Ik heb een mes" en/of "Handen
weg" en/of
- ( meermalen) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp heeft getoond
aan die [slachtoffer 2] en/of
- de handen van die [slachtoffer 2] die zij voor haar borst gekruist had, heeft
weggehaald en/of weggeduwd en/of
- onverhoeds het shirt en/of de BH van die [slachtoffer 2] naar beneden en/of opzij
heeft getrokken en/of
- ( vervolgens) de blote (rechter)borst van die [slachtoffer 2] heeft vastgepakt en/of
vastgehouden en/of
- ( meermalen) in de blote (rechter)borst van die [slachtoffer 2] heeft geknepen,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
art 242 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
hij op of omstreeks 6 april 2010 in de gemeente Utrecht, althans in het
arrondissement Midden-Nederland, door geweld en/of een andere feitelijkheid
en/of door bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid [slachtoffer 2]
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige
handelingen bestaande het uit het betasten en/of vasthouden van en/of het
knijpen in haar blote borst, immers heeft/is hij, verdachte,
- naar die [slachtoffer 2] toe gerend terwijl die [slachtoffer 2] aan het skaten was en/of
- die [slachtoffer 2] van achteren bij haar schouders vastgepakt en/of die [slachtoffer 2]
naar de grond geduwd en/of getrokken en/of
- boven die [slachtoffer 2] gaan staan met zijn benen aan weerszijden van haar
lichaam, terwijl zij op haar rug op de grond lag en/of
- ( vervolgens) op de heupen, althans het lichaam van die [slachtoffer 2] gaan zitten
met zijn knieën aan weerszijden van haar lichaam en/of
- ( meermalen) tegen die [slachtoffer 2] gezegd " Ik heb een mes" en/of "Handen weg"
en/of
- ( meermalen) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp getoond aan
die [slachtoffer 2] en/of
- de handen van die [slachtoffer 2] die zij voor haar borst gekruist had weggehaald
en/of weggeduwd en/of
- onverhoeds het shirt en/of de BH van die [slachtoffer 2] naar beneden en/of opzij
getrokken en/of
- ( vervolgens) de blote (rechter)borst van die [slachtoffer 2] vastgepakt en/of
vastgehouden en/of
- ( meermalen) in de blote (rechter)borst van die [slachtoffer 2] geknepen;
art 246 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 20 mei 2011 in de gemeente Utrecht, althans het
arrondissement Midden-Nederland, door geweld en/of een andere feitelijkheid
en/of door bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid [benadeelde 1]
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige
handelingen bestaande uit het betasten van de borst(en) (over de kleding)
en/of het kruis (over de kleding), immers heeft/is hij, verdachte,
- die [benadeelde 1] van achteren benaderd en/of
- onverhoeds van achteren zijn armen en/of handen om de armen en/of het
lichaam van die [benadeelde 1] geslagen/gedaan en/of
- ( daarbij) de (met kleding bedekte) (beide) borst(en) van die [benadeelde 1]
vastgegrepen en/of vastgepakt en/of vastgehouden en/of
- het lichaam en/of de armen van die [benadeelde 1] met kracht vastgehouden en/of
- ( vervolgens) het (met kleding bedekte) kruis van die [benadeelde 1] betast en/of
aangeraakt;
art 246 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op of omstreeks 7 juni 2011 in de gemeente Utrecht, althans in het
arrondissement Midden-Nederland, door geweld en/of een andere feitelijkheid
en/of door bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid [benadeelde 2]
heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige
handelingen bestaande uit het betasten van haar borst(en), immers heeft/is
hij, verdachte,
- onverhoeds voor die [benadeelde 2] (die uit een tunnel kwam hardlopen) gesprongen
en/of gaan staan en/of
- ( vervolgens) die [benadeelde 2] (van achteren) met kracht vastgepakt door zijn
armen om haar lichaam te slaan/doen en/of te houden en/of
- ( daarbij) een hand op haar borst(en) gelegd en/of haar borst(en)
vastgegrepen en/of vastgehouden;
art 246 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op of omstreeks 08 juni 2010 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, door geweld en/of een andere feitelijkheid en/of door
bedreiging met geweld en/of een andere feitelijkheid [benadeelde 3] heeft
gedwongen tot het plegen en / of dulden van een of meer ontuchtige
handelingen, bestaande uit het betasten van de met kleding bedekte borst(en)
van die [benadeelde 3] , immers heeft/is hij, verdachte,
-achter die [benadeelde 3] aan gerend en/of
-(onverhoeds) een touw en/of zijn arm(en) om de nek/hals van die [benadeelde 3]
geslagen/gedaan en/of met dat touw en/of zijn arm(en) de keel van die [benadeelde 3]
dichtgeknepen (gehouden) en/of
-tegen die [benadeelde 3] geschreeuwd en/of gezegd: "Niet schreeuwen" en/of "Ik heb
een mes" en/of "Als je wilt blijven leven" en/of "Ik laat je met rust als ik
aan je tieten mag zitten" en/of "Ik geef je 5 euro als ik aan je tieten mag
zitten", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
-de met kleding bedekte borst van die [benadeelde 3] betast en/of aangeraakt en/of
-die [benadeelde 3] in/op/tegen haar buik geslagen en/of gestompt en/of
-die [benadeelde 3] op/tegen haar bovenbeen geschopt en/of getrapt;
art 246 Wetboek van Strafrecht
AF INFORMANDUM GEVOEGDE STRAFBARE FEIT
707957-15
12 januari 2016, Utrecht, Gem. Utrecht
Voorhanden hebben van een op een wapen gelijkend voorwerp, categorie I onder 7.

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier PL0981-2010193720 bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering van pagina 1 tot en met 966. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , pagina 342-348.
3.Het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 1] , pagina 349-361.
4.Het proces-verbaal sporenonderzoek, pagina 411-421.
5.Het Forensisch DNA-rapport van 18 november 2010, pagina 434-445.
6.Het Forensisch DNA-rapport van 19 november 2015 met bijlage, pagina 446-453.
7.Het proces-verbaal van de zitting van 12 juli 2016.
8.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] met bijlage, pagina 495-506.
9.Het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 2] , pagina 507-510.
10.Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige] , pagina 560-561.
11.Het proces-verbaal van de zitting van 12 juli 2016.
12.Het proces-verbaal onderzoek politiesystemen Jaagpad, pagina 649-650.
13.Het proces-verbaal van verhoor van [benadeelde 2] , pagina 652-656.
14.Het proces-verbaal van de zitting van 12 juli 2016.