Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
2.De verdere beoordeling
in conventie
4.470,00(5,0 punten × tarief € 894,00)
452,00(1,0 punt × tarief € 452,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak, die voor de Rechtbank Midden-Nederland is behandeld, heeft eiseres, een besloten vennootschap, een vordering ingesteld tegen gedaagde, een Zwitserse vennootschap, met betrekking tot de betaling van een licentievergoeding en inzage in de boekhouding. De rechtbank heeft op 18 mei 2016 uitspraak gedaan in deze civiele zaak, die betrekking heeft op intellectueel eigendomsrecht. De vordering van eiseres omvatte onder andere een licentievergoeding van € 187.155,80 voor de periode van 1 januari 1996 tot 1 januari 2001, en een percentage van 5% van de netto-omzet van gedaagde voor de periode daarna. Daarnaast vorderde eiseres vergoeding van gemaakte octrooikosten en inzage in de boekhouding van gedaagde door een onafhankelijke derde.
De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen het eens zijn geworden over de netto-omzet en dat de deskundige heeft geconcludeerd dat een licentievergoeding van 4% redelijk is. De rechtbank heeft echter besloten om dit percentage te halveren tot 2% vanwege het gezamenlijk houderschap van de octrooien. De rechtbank heeft de vordering tot openlegging van de boeken toegewezen, maar met de voorwaarde dat dit niet aan eiseres zelf, maar aan een door eiseres voorgestelde onafhankelijke derde zal gebeuren. De rechtbank heeft ook de octrooikosten en aanvullende kosten toegewezen, en de wettelijke rente over deze bedragen vastgesteld. Gedaagde is veroordeeld in de proceskosten van eiseres. In reconventie is gedaagde niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering.