ECLI:NL:RBMNE:2016:1039

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
1 maart 2016
Publicatiedatum
1 maart 2016
Zaaknummer
16/705459-15, 16/659121-14, 16/659506-15 en 23/005327-12 (tul)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel, verkrachting en mishandeling door verdachte met meerdere slachtoffers

Op 1 maart 2016 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een man die beschuldigd werd van mensenhandel, verkrachting en mishandeling. De verdachte, geboren in 1989, werd beschuldigd van het uitbuiten van een minderjarige, [slachtoffer 1], door haar te dwingen tot prostitutie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zijn vriendin, die op dat moment 15 jaar oud was, onder druk zette om seks voor geld te hebben, waarbij hij geweld gebruikte en haar bedreigde met het verspreiden van naaktfoto's. Daarnaast werd hij beschuldigd van het mishandelen en verkrachten van zijn ex-partners, [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan mensenhandel, opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en het in bezit hebben van kinderporno. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 2 jaar en terbeschikkingstelling met dwangverpleging. De rechtbank legde ook contact- en gebiedsverboden op met betrekking tot de slachtoffers. De zaak benadrukt de ernst van mensenhandel en de impact op de slachtoffers, die nog steeds bang zijn voor de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummers: 16/705459-15, 16/659121-14, 16/659506-15 en 23/005327-12 (tul)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 1 maart 2016
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [1989 1] te [geboorteplaats] (voormalige Sovjetunie),
gedetineerd in Nieuwegein, PI Nieuwegein – HvB locatie Nieuwegein.

1. Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 7 juli 2015, 10 augustus 2015, 02 november 2015, 19 januari 2016, 2 februari 2016 en 16 februari 2016. De verdachte is, met uitzondering van de zittingen van 19 januari 2016 en 16 februari 2016, telkens in persoon verschenen en heeft zich laten bijstaan, dan wel vertegenwoordigen, door mevr. mr. C.P. Smit, advocaat te Utrecht .
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

2. Tenlastelegging

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd. De tenlastelegging is, met wijziging, als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Ten aanzien van de dagvaarding met parketnummer 16/705459-15
feit 1, primair en subsidiair:in de periode van 1 januari 2014 tot en met 09 april
2015 zich ten aanzien van [slachtoffer 1] schuldig heeft gemaakt aan
verschillende vormen van mensenhandel;
feit 2:in de periode van 24 november 2014 tot en met 21 april 2015 samen met een
ander heeft gehandeld in XTC pillen;
feit 3:in de periode van 01 januari 2014 tot en met 21 april 2015 kinderporno heeft
gemaakt dan wel voorhanden heeft gehad;
Ten aanzien van de dagvaarding met parketnummer 16/659121-14
feit 1:in de periode van 1 april 2006 tot en met 16 januari 2013 meermalen zijn
partner [slachtoffer 2] heeft mishandeld;
feit 2:in de periode van 1 april 2006 tot en met 16 januari 2013 meermalen die
[slachtoffer 2] heeft verkracht;
Ten aanzien van de dagvaarding met parketnummer 16/659506-15
in de periode van 28 februari 2012 tot en met 2 maart 2012 meermalen [slachtoffer 3] heeft verkracht.

3. Voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaardingen geldig zijn, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaken, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4. Waardering van het bewijs

4.1 Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat alle ten laste gelegde feiten van parketnummer 16/705459-15 en feit 1 van 16/659121-14 wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
Verdachte dient te worden vrijgesproken van feit 2 van 16/659121-14 en het feit van 659506-15, nu daarvoor onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is, aldus de
officier van justitie.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van het onder 16/705459-15 feit 1 primair ten laste gelegde feit. Verdachte heeft geen dwang(middelen) gebruikt ten opzichte van [slachtoffer 1] met als oogmerk haar uit te buiten. Daarnaast is geen sprake van werven, vervoeren, overbrengen, huisvesten of opnemen van [slachtoffer 1] . Het onder 16/705459-15 feit 1 subsidiair ten laste gelegde kan bewezen verklaard worden. Ten aanzien van feit 2 kan het tot een bewezenverklaring komen. Van feit 3, het vervaardigen dan wel bezit van kinderporno, dient verdachte te worden vrijgesproken. Verdachte had een langdurige relatie met aangeefster en het materiaal was exclusief bestemd voor het gebruik in de interne intieme relatie. Verdachte heeft geen beelden aan anderen getoond.
Verdachte dient eveneens te worden vrijgesproken van de feiten ten opzichte van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. De aangeefsters gaan veelvuldig met elkaar om en hebben elkaar in hun verklaringen beïnvloed, waardoor die verklaringen niet betrouwbaar zijn. Alles aldus de verdediging.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
4.3.1 Ten aanzien van dagvaarding 16/705459-15, feit 1
4.3.1.1 De eerste verklaring van de moeder van [slachtoffer 1]
Op 30 november 2014 kwam mevr. [moeder] op het bureau van politie te [woonplaats] en meldde dat zij zich ernstig zorgen maakte over haar zestienjarige dochter, [slachtoffer 1] . In april 2014 had [slachtoffer 1] aangegeven dat ze een vriend had die 10 jaar ouder was dan zijzelf. Ze kende hem van haar bijbaantje bij [naam] in [woonplaats] . [1] Op 23 november 2014 kreeg mevr. [moeder] via facebook een berichtje waarin ‘de bezorgde man’ een vriendschapsverzoek deed. Omdat ze de man niet kende, weigerde ze het verzoek. [2] Op 24 november 2014 werd mevr. [moeder] gebeld op haar werk en kreeg ze een onbekende man aan de lijn die haar vertelde dat hij degene was die haar de vorige dag een vriendschapsverzoek had gedaan. Hij vertelde dat [slachtoffer 1] zich op [naam] .nl als achttienjarige voordeed en seks wilde met mannen. Hij had daar op gereageerd en tweemaal een date met [slachtoffer 1] gehad. Later was hij achter de werkelijke leeftijd van [slachtoffer 1] gekomen. [slachtoffer 1] zou op meerdere sites foto’s van zichzelf geplaatst hebben. Ze zou het werk doen voor een vriend die 10 jaar ouder was en kinderen had die door Jeugdzorg zijn afgepakt. Hij kon zijn huur niet meer betalen en zij deed uit liefde voor die vriend dit werk, om hem geld te geven.
Naar aanleiding van deze informatie heeft mevr [moeder] contact opgenomen met jeugdzorg en is [slachtoffer 1] diezelfde dag nog uit huis geplaatst. [3]
Uit een akte van geboorte blijkt dat [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ) is geboren op [1998] . [4]
Verdachte wordt [verdachte] genoemd. [5]
4.3.1.2 De aangifte
Op 20 januari 2015 deed mevr. [moeder] aangifte en verklaarde, aanvullend op haar hiervoor vermelde verklaring van 30 november 2014, dat ze in de tablet van [slachtoffer 1] heeft gekeken en zag dat er vanaf 22 augustus 2014 mailtjes van mannen waren. [6] [7]
4.3.1.3 De verklaringen van [slachtoffer 1]
Op 13 januari 2015 werd [slachtoffer 1] gehoord door verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] . Ze was niet bereid een verklaring af te leggen. Hetgeen ze meedeelde is door de verbalisanten opgenomen in een proces-verbaal van bevindingen. Dit luidt, voor zover hier van belang, als volgt.
“Haar vriend heeft kinderen en die mogen niet bij hem blijven slapen. Hij heeft alleen een bed en een paar simpele dingetjes. Hij moest voor zijn kinderen bedden hebben en meubels en toen hadden ze het over hoe te doen, want hij verdient niet zo heel veel. (..) Zij is op die sites gaan kijken en heeft afspraken gemaakt. Ze had het allemaal zelf geregeld op internet. [8] (..) Ze heeft een paar maanden gewerkt en had dan seks. Ze heeft daarmee ongeveer
€ 2000,- verdiend en dat allemaal aan haar vriend gegeven. Ze wilde geen prostituee worden, maar had het gedaan om haar vriend te helpen.” [9]
Op 26 januari 2015 is [slachtoffer 1] opnieuw gehoord door voornoemde verbalisanten. Daarvan is eveneens een proces-verbaal van bevindingen opgesteld, dat, voor zover hier van belang als volgt luidt:
“Ze heeft de advertenties zelf op internet gezet. [verdachte] had de inhoud van de advertenties gemaakt. Ze maakte via de mail afspraken met klanten. [verdachte] had haar mails af en toe gelezen. Hij stuurde berichtjes als ze aan het werk was. Hij wilde dan weten waar ze was. Ze sprak geregeld met klanten af in [woonplaats] . Ze heeft ook een keer een klant in [woonplaats] gehad. Al het verdiende geld gaf ze aan [verdachte] . [verdachte] was erg dominant en jaloers. Hij keek geregeld in haar telefoon. [slachtoffer 1] heeft veel naaktfoto’s van zichzelf gemaakt, nadat [verdachte] daarom had gevraagd.” [10]
Van het verhoor van [slachtoffer 1] op 2 maart 2015 is wederom een proces-verbaal van bevindingen opgesteld. Dit proces-verbaal is in de vraag en antwoordvorm opgemaakt. Het luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
V: hoe is het zover gekomen?
A: als je van iemand houdt, dan doe je alles voor hem.
V: Leg mij eens uit, dat je dit deed omdat je zoveel van hem hield. Dat het zo belangrijk was.
A: Ja. Het was voor hem heel belangrijk.
V: Maar waarom was het voor hem zo belangrijk?
A: Zijn kinderen. [11]
V: Maar wat was voor hem zo belangrijk?
V: (..) Als je je kinderen heel graag wil zien en al heel lang niet hebt gezien, omdat je geen spullen hebt. [12]
V: Op 13 september schreef [verdachte] aan je: “En heb je geld geregeld?” Wat bedoelde hij daarmee?
A: Wat dacht je van geld. Met geregeld bedoelde hij verdiend. [13]
V: Jij stuurt hem een berichtje met: “moet nog 2600 woonkamer en dan slaapkamer 1000-2000”. Wat bedoelde je daarmee?
A: Ik had hem verteld dat ik het voor het huis deed. Met de getallen bedoel ik het geld dat ik nog moest verdienen.
A: Er is tweeduizend afgelost. Ik had inmiddels al tweeduizend verdiend. [14]
Van het verhoor op 28 april 2015 is een proces-verbaal van bevindingen opgesteld. Het luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
[slachtoffer 1] verklaarde: “ [verdachte] heeft de regels bedacht. Niet zoenen, niet anaal en met condoom.” [15]
En: “ [verdachte] heeft de eerste advertentie gemaakt. Op [naam] .” [16]
Ook van het verhoor van [slachtoffer 1] op 8 juni 2015 is een proces-verbaal van bevindingen in de vraag en antwoordvorm opgemaakt. Het luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
V: wanneer kregen [verdachte] en jij een verhouding?
A: op 20 januari 2014.
V: wat was toen je leeftijd?
A: ik was toen 15 jaar. [17]
V: Wat kun je ons vertellen over een klant met het mailadres [e-mailadres] ?
Wanneer heb je seks met hem gehad?
A: Een keer in het bos in Schothorst. Een keer in een hotel en een paar keer in een camper. [18]
O: Wij hebben onderzoek gedaan naar jouw mobiele telefoon. Hierover gaan wij jou wat vragen stellen.
Fragmenten uit gesprek 29 september 2014:
[verdachte] : Ben je er al? En maak foto waar je bent? Volgens mij moest je half uur geleden er zijn.
[slachtoffer 1] : Als goed is, is hij er zo. Doet tel uit kan ik foto sturen en appen als k klaar ben.
Verderop:
[verdachte] : Is tie er nog niet?
[slachtoffer 1] : Weet ik veel ik herken hem niet
[verdachte] : Kijk dan even goed maak ev foto waar je bent.
[slachtoffer 1] : Pff gaan we weer
[verdachte] : Is toch niet zo moeilijk sgatje. Normaal doe je het ook.
[slachtoffer 1] : Waaorm hebben wij een relatie als je mij niet vertrouwd?
[verdachte] : Pff waarom wil je geen foto maken doe je normaal ook.
[slachtoffer 1] : Omdat ik het zooo zat ben. Ik ben onderweg naar huis.
Fragment 20 september 2014:
[verdachte] : Stuur foto waar je nu staat
[verdachte] : Nu
Fragment 25 september 2014
[verdachte] : Al buiten?
[slachtoffer 1] : Jahaa
[verdachte] : Stuur foto dan?
[slachtoffer 1] : Pff serieus schat
[verdachte] : Ja do enie tmoeilijk maka gewoon.
Hierop is er in dit fragment een foto te zien van een straat met aan de linkerkant een aantal geparkeerde auto’s.
Fragment 11 oktober 2014:
[verdachte] : Foto waar je bent?
[verdachte] : Nu
Hierop valt er een foto te zien waarop het donker is, maar waarop lichtgevende lantaarnpalen te zien zijn en
wat lijkt op een weg.
[slachtoffer 1] : Zie niks
[verdachte] : Hij reaageer niet.. Weer een klus niet.
O: Je knikt ja.
V: Ja. Omdat ik lieg wil hij dat ik een foto stuur waar ik op dat moment was. Negen van de tien keer was ik er niet eens, waar hij dacht dat ik was. Waarschijnlijk was ik gewoon thuis.
V:Als je er negen van de tien keer niet was, leg eens uit, waarom niet?
A:lk had dan niets geregeld en dan ging ik een verhaal ophangen. Of dat degene niet op kwam dagen. [19]
V: Hoe zat het dan met foto’s van het geld?
A: Omdat ik zo vaak loog over het geld, daarom wilde hij bewijs zien.
V: Ik snap het niet. Jij verdient het geld en hij krijgt het geld.
A: Ik gaf het geld aan hem.
V: Wie heeft deze afspraken gemaakt over foto’s maken met betrekking tot geld?
A: Er was niet echt een afspraak, maar hij wilde bewijzen zien. [20]
V: heeft hij je mishandeld?
A: Ja.
V: hoe vaak was dat, één keer, twee keer of tien keer?
A: Geen tien keer.
V: Dus meer dan twee keer?
O: [slachtoffer 1] knikt ja.
Fragment 11 november 2014:
[verdachte] : waar zijn de bevestigingen?
[slachtoffer 1] : ik ben druk
[verdachte] : - met wat
- Begin je weer
[slachtoffer 1] : - Make up
- En nu moet ik haar borstelen
- Oke dat laat k maar zitten
- Ohja mocht er niet overpraten
- Tja
- Ben je fucking gek mn haar is rood en t drupt!
[verdachte] : - Eb nu??
- Gaat het sgat
- ????
- Me pauze is zo voorbij
[slachtoffer 1] : - Nee tuurlijk gaat t niet
- Weet kanker niet wat k moetdoem
[verdachte] : Bloed nog steeds
[slachtoffer 1] : Ja!
[verdachte] : Sorry lieverd
[slachtoffer 1] : Is oke
[verdachte] : Spijt me
[slachtoffer 1] : Het maakt me niet uit ik weet alleen niet wat k moet doen
[verdachte] : - Watje op doen
- Tot de wond droog is
[slachtoffer 1] : Heb niks. En durf niet iemand te zeggen
[verdachte] : - Toilet papieren
- En bevestigingen?
[slachtoffer 1] : - Fucking serieus!!
- Rot op
[verdachte] : Oké doei dan ben ik klaar
[slachtoffer 1] : -
Fuck off. Je geeft feen kanker op me
- Belde jij btw
[verdachte] : Nee ik blok je nu
[slachtoffer 1] : Oke je zegt dus nee op geef je om me
[verdachte] : Ik zeg je blijft niet luisteren dus doei
[slachtoffer 1] : Jij slaat mijn hoofd open en gaat ruzie maken
[verdachte] : -
Want je hebt blijkbaar geen klussen dus doei ga me tijd niet verdoen
- Oké doei je wou uit dan is nu uit
[slachtoffer 1] : wel klus. Maar moet zo dokter
[verdachte] : -
Van wie?
- Hoeveel klussen dan?
[slachtoffer 1] : Jawat denk je van mentor
[verdachte] : -
En nu
- En hoeveel klussen heb je 2 x !!!
[slachtoffer 1] : -
2
- Ja weetniet wat nu Mn haar is hard en mn hand onder bloed dus neem aan bloed wel he!!!!!
[verdachte] : -
Je zou meer regelen
- Maak foto van je hoofd en hand em stuur
- Ik zei minimaal 3 vandaag!
[slachtoffer 1] : -
Wat wil je
[slachtoffer 1] stuurt een foto van bebloede vingers
- Vanhoofd word.moeilijk he!
[slachtoffer 1] stuurt een 2e foto van bebloede vingers
(….)
[slachtoffer 1] : -
ik zal op schoolfucking elke stap doet pijn mn been en schouderbladen, ik kan niks met mn hoofd als
ik lach ga ik dood van depijn mensen keken me raar aan fucking bloed in mn haar, ik ben nu al fucking dt mn
stiefvader zometeen gaat klote met mn voor de grap duwen en door mijn haar en ik kan t
niet verbergen, laat
me alsjeblieft vandaag met rust
- Beloof dat ik t geld wel ophaal ook donderdag. Maar alsjeblieft laat me vandaag met rust ik kan het
echt niet.
[slachtoffer 1] stuurt een foto van (waarschijnlijk) haar hoofd waar een gat in lijkt te zitten welke bloed of heeft gebloed. [21]
V:Je bent mishandeld door hem.
A:Ja. [22]
V:Hoe kwam jij aan het bloed op je hoofd.
A:Dat komt door hem. [23]
O: De politie heeft ook de telefoon, laptop en tablet van [verdachte] in beslag genomen. Uit onderzoek is gebleken dat er veel pornografisch beeldmateriaal is aangetroffen, onder andere van jou.
V:Hoe komt het dat [verdachte] seksfoto’s en seksfilmpjes van jou in zijn bezit heeft?
A:lk heb het meeste zelf gestuurd en soms heeft hij het zelf gemaakt.
V:Door wie?
A:Door hem, door [verdachte]
V:Wat is de reden dat je dit deed?
A:Omdat hij dat wilde.
V:Wat gebeurde er als je het niet deed?
A:Dan werd hij weer boos en ging dreigen dat hij het weer uit ging maken. [24]
De pillen die bij jou aangetroffen zijn, blijken verdovende middelen te zijn. Wat wil jij hierover verklaren. Hoe ben je aan die pillen gekomen?
A: Ik heb ze van [verdachte] gekregen.
V: Maar waar verbleef jij toen, toen je die dingen kreeg?
A: Hier.
O :Met hier wordt de instelling in [vestigingsplaats] bedoeld.
V: Maar jij zit hier en hij woont in [woonplaats] . Hoe is het gedaan dan?
A: Hij vertelde via de whattsapp dat hij nu drugs dealde, sinds ik vast zat, voor geld. Toen vroeg hij aan mij of ik er twee mee kon nemen voor die meiden hier.
V: Maar dan staat hij in [woonplaats] met die pillen en jij zit hier?
A: Ik ging naar school, via [woonplaats] . Ik heb hem toen bij het centraal station van [woonplaats] ontmoet en kreeg twee pilletjes.
V: Wat moest [verdachte] voor deze twee pilletjes hebben?
A: [verdachte] wilde hiervoor tien euro hebben.
V: Jij krijgt dan die pillen. En wat heb je toen gedaan?
A: Ik heb ze toen meegenomen in mijn portemonnee. Deze pillen heb ik toen aan die meiden geven en kreeg daar geld voor. Dit geld heb ik aan [verdachte] moeten geven.
A: Ik heb een tientje aan [verdachte] gegeven.
V:Het is niet bij die twee pillen gebleven?
A:Nee.
V:Hoe ging het dan verder?
A:Nou hij vroeg of ik hem wilde helpen met pillen verkopen hier op de groep en mijn vriendenkring.
V:Maar hoe is dat dan gegaan?
A:lk heb deze pillen weer gekregen op het centraal station van [woonplaats] .
V:Hoeveel kreeg je er toen?
A:Twintig
V:En hoe zagen die pillen eruit de tweede keer?
A:Hetzelfde als de eerste keer.
V:Wat heb je met deze pillen gedaan?
A:Een paar weken in mijn tas gehouden.
V:Hoe kwamen zij er achter?
A:Er zou een kamercontrole gedaan worden. Ik heb toen een gat gemaakt in mijn BH. En daar heb ik ze toen in verstopt. Uiteindelijk werd ik ook gefouilleerd en werden de pillen in mijn bh ontdekt. [25]
De verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 2] hebben een proces-verbaal van bevindingen opgesteld, waarin aan [slachtoffer 1] een aantal foto’s werd getoond. De getoonde foto’s zijn afkomstig van digitale gegevensdragers die onder verdachte zijn beslag genomen. Hieronder volgt een weergave van de reactie van [slachtoffer 1] , voor zover van belang:
Foto 3: Ik herken die foto. Die heb ik zelf genomen. Hij heeft mij toen geknepen. Ik heb die foto gemaakt om hem te laten zien wat hij had aangericht.
Foto 5: Ik herken die foto. Het is hetzelfde verhaal. Hij zal me wel een geduwd hebben en die dus komt hard aan. [26]
4.3.1.4 De verklaringen van de klanten
[A] heeft, voor zover hier van belang, als volgt verklaard.
Ik heb in oktober (de rechtbank begrijpt: 2014) een escort besteld. Het was een Nederlands meisje uit [woonplaats] . Zij heet [slachtoffer 1] . Ik heb tweemaal seksueel contact met haar gehad. Ik heb haar leren kennen via de site Seksmarkt. Volgens mij stond in de advertentie gewoon [slachtoffer 1] . [27] (Aan de getuige wordt een foto van [slachtoffer 1] getoond.) U toont mij een foto. Ja, dat is d’r. [28] Ik denk dat ik tussen de 120 en 180 euro heb betaald. [29]
[B] heeft, voor zover hier van belang, als volgt verklaard.
De naam [slachtoffer 1] zegt me wel iets. Volgens mij heb ik haar via [naam] leren kennen. Ik kwam bij een advertentie uit. We hebben in oktober 2014 afspraken gemaakt. We spraken af bij de [naam] in [woonplaats] . Ik haalde haar op met mijn auto. Ze stuurde mij naar een parkeerplaats en daarna gingen we het bos in. Ze vroeg honderd euro en dat heb ik ook betaald. [30] De tweede keer hadden we afgesproken bij de [naam] . Ik ben daar naartoe gereden. Vervolgens kreeg ik een bericht van haar of ik bij de [naam] condooms kon halen. Dat heb ik gedaan en daarna ben ik teruggegaan naar het bos. Het is nog geen vijf minuten rijden naar die parkeerplaats/bos. In het bos was er toen seks. [31]
Bij de tweede afspraak heb ik ook honderd euro betaald.
[C] heeft, voor zover hier van belang, als volgt verklaard.
U toont mij een foto. Dat is de [slachtoffer 1] waarover ik het had. Ik ken haar sinds oktober 2014 via de site seksjobs. Ik heb driemaal een afspraak met haar gehad. Ik heb haar opgehaald in [woonplaats] . [32] Zij wist een plek waar we naartoe moesten gaat. Het was een parkeerplaats bij het bos. Daar zijn we uitgestapt en het bos ingelopen. Daar hebben we seks gehad. De prijs was € 100,-- voor een uur. Maar we waren maar een half uur bezig en ik heb haar € 50,- gegeven. [33] De tweede keer zijn we naar een parkeerplaats in [woonplaats] gereden en hebben we seks gehad in de auto. [34]
[D] heeft voor zover hier van belang, als volgt verklaard.
Ik heb op [naam] gezocht naar escort. Daar vond ik een fotootje. Later bleek dat die van [slachtoffer 1] was. Zij wilde tegen betaling seks hebben. Ik heb gereageerd via de email. [35]
Medio oktober/november 2014 is het contact begonnen. [36] Ik heb [slachtoffer 1] totaal vijf keer ontmoet. Bij een afspraak is er seks geweest. Ik heb haar toen € 100,-- betaald. [37]
4.3.1.5 Het onderzoek naar het WhatsAppverkeer tussen [slachtoffer 1] en verdachte
[slachtoffer 1] maakte gebruik van een Huawei met het nummer [nummer] . Van verdachte is tijdens het onderzoek bekend geworden dat hij gebruik maakt van het telefoonnummer [nummer] . In de Whatsapp contacten van [slachtoffer 1] staat een contact met dit telefoonnummer, met een profielfoto van een man, door verbalisant herkend als zijnde verdachte. [38]
Hieronder volgt de weergave van een aantal gesprekken tussen [slachtoffer 1] en verdachte.
d.d. 17-09-2014:
[slachtoffer 1] : ‘iedereen maakt fouten, Wat mij pijn doet is dat je dan zegt sorry en sec daarna bam
sta je weet dreigend voor me. En ik beloof bij deze dat ik aanpas dat ik altijd snel antwoord op je
vraag maat alsjeblieft geef dan aan van hou nu if je mond of wat je ook wilt. Maar raak me niet aan.
Dan zie ik alleen die kutkant nog van je terwijl je zo mooie kant hebt, Ik vergeet je lieve woorden ooit
hoor! of hoeveel lol we ook kunnen hebben. En ik geef toe als ik goede vriendin was dan was ik nu
al vaker geweest deze week om te zorgen dat je tot rust komt. En ja zeg eerlijk aan 1 kant wil ik uit
elkaar.” [39]
d.d. 18 -09-2014:
[verdachte] : “Ga je nog regelen dan want ik ben maar de mails gaan doen en … volgens mij heb je
genoeg op je ap.”
(..)
[verdachte] : “Ga weer bij [naam] ”
[verdachte] : ‘En upload je profiel opnieuw dus verander de titel maar zelfde foto en tekst” [40]
[slachtoffer 1] : “Al gedaan”
[slachtoffer 1] : “Oke”
[slachtoffer 1] : “Heb geen fotos”
[verdachte] : “Nog 1 x check overaal”
[verdachte] : “Je kan die van [naam] opslaan en gebruike”
[verdachte] : “Want we hebben nog o voor vandaah en weet niet voor morgen”
[verdachte] : “En anders kijk naar de vorige mails van de vorige dagen en opnieuw te reageren”
(..)
[verdachte] : ‘ik blokje nu”
[verdachte] : “nee”
[verdachte] : “Ga maar naar de politie”
[verdachte] : “Veel plezier”
[verdachte] : “Kanker lekker op ik kom zo naar je school”
[verdachte] : “kijk maar wat ik ga doen”
[verdachte] : “Doeg tot zo”
[verdachte] : “Zeg: sorry ik ben een domme kut en weet niet wanneer ik me mond moet houden en ik
ga luisteren. Dus ga vandaag meerdere klusjes doen en daarvan foto sturen... en je gaat nu je
moeder app met ik ben weekend bij vriendin.”
[verdachte] : “Ga je akkoord of niet” [41]
(..)
[slachtoffer 1] : “ik weet niet zo goed wat ik moet zeggen
[verdachte] : “Niks maat hoop dat je snapt waarom ikje push om me huis op orde te maken lieverd” [42]
(..)
[slachtoffer 1] : “Jij kanker liegt tegenmij hele tijd. Ik hou mijn mond.”
[verdachte] : “Ik lieg niet tegen je! Ik zei tegen je naar vriend en waarom zou ik op fb zetten dan ok
weet dat je me controleert”
[verdachte] : Maar oke het boeit je niet is klaar ik blok je nu”
[verdachte] : “Dankje voor alles dat je voor me gedaan hebt maar kan niet zo verder want je regelt niks
en houdt geen rekening met me wanneer me zoon zelfs morgen jarig is en ik zie hem niet zie niet
dat je van me houdt als je zo doet.”
[verdachte] : “En volgens mij voeg jij weer een jonge toe wanneer dat niet de afsrpaak dus doe niet
scheinheilig.” [43]
d.d. 19-09-2014:
[verdachte] : “Maat heb jij nog klusjes geregeld? En via app gisteren of vandaag?”
[slachtoffer 1] : “1 wil wel komende dagen maat reageerd niet. 1 stuur yoooo en niks meet. Weetniet
wie 1 is überhaupt”
[verdachte] : “Vraag hem dan sgatje”
[verdachte] : “Want we moet echt veel hebben lieverd”
[slachtoffer 1] : “Ja deed ik al he slimmerd”
[verdachte] : “Probeer dan ook bevestiging te krijgen” [44]
(..)
[verdachte] : “Zit je al in de trein dan naar zandaam”
[verdachte] : “Maak foto dan”
[verdachte] : “
[slachtoffer 1] : “Vanwat”
[verdachte] : “
Dat je trein zit”
[verdachte] : “Naar zandaam”
[verdachte] : “...‘
[slachtoffer 1] : “Koker je gaat werr ruziemaken en wanttrouwen”
[verdachte] : “Wat is moeilijk om foto makwn” [45]
[verdachte] : “Je moest nu klus doen en ik vraag je om foto”
[verdachte] : “Serieus !H! ik vraag je nu 10 x normaal en lief en is mij fout weer”
[verdachte] : “Ik bel je neem op”
[slachtoffer 1] : “Nee gaat niet”
[verdachte] : “Waarom neem op”
[verdachte] : “Je bent toch niet thuis”
[verdachte] : “
[verdachte] : “Je bent toch in zandaam 7”
[slachtoffer 1] : “Fucking val me niet lastig”
[verdachte] : “Ik vroeg wag”
[verdachte] : “Wat” [46]
[verdachte] : ‘Ben je er al ‘
[verdachte] : ‘En maak foto waar je bent ?“
[verdachte] : Volgens mij moest je half uur geleden er zijn”
[slachtoffer 1] : ‘Als goed is, is hij er zo. Doe tel uit kan ik foto sturen en appen als ik klaar ben”
[slachtoffer 1] : “Oke goed? Loveyou kussx”
[slachtoffer 1] : “Het is gewoon beter uit oke..?”
[slachtoffer 1] : “Hou mn geld. Wil t niet meer.. Hoop dat je gelukkig wordt. Het komt allrmaal goed.”
[verdachte] : “Ga je nu die 2 klussen doen”
[verdachte] : ‘Zometeen ja of nee.” [47]
d.d. 19-09-2014:
[verdachte] : “Kankerpubbertje
[verdachte] : “ik vroeg wat
[verdachte] : ‘Ga je niet antwoorden”
[verdachte] : “Je hebt niet eens iemand geregeld de grootste fake dat ben jij hier”
[verdachte] : “Kijk maar hoe vaak je ouders nog je zo gaan behandelen weet je God straft je omdat je
leugens en valse beloftes geeft aan mensen die van jr houden. En karma is een bitch je krijgt in 10
voud terug”
[verdachte] : “Het boeit jou zelfs niet dat om kinderen gaat blijft maar liegen. Snap niet eens dat ik van
je hou wanneer jij de gene bent die nu me kinderen pijn doet. Want anders kon ik al lang de
aanvraag doen”
[verdachte] : Ooh bedankt zo goeie vriendin van me die altijd liegt? Want ben ik je dankbaar!” [48]
d.d. 20-9-2014:
[verdachte] : “Stuur foto waar ie nu staat”
[verdachte] : ‘Nu”
[verdachte] : “
[slachtoffer 1] : “Want...”
[verdachte] : “Maak foto waar je staat”
[verdachte] : “Nu”
[verdachte] : “Je bent bij station zdg je dus maak foto”
[slachtoffer 1] : “Nee ben fiets zg is pas omver [?] ”
[verdachte] : “Ander ga ik niet mijn tijd verdoen aan jou met weer leugens van jou”
[verdachte] : “Maak foto dsn”
[verdachte] : “Maak nu foto en stuur” [49]
d.d. 21-09-2014:
[verdachte] : “Dus”
[verdachte] : “1. Geld voor huis
2. Jij uit huis
3. Jou school goed afmaken
4. Jij bij mij komt wonen
Mee eens?”
[verdachte] : “Fucking serieus we hebben vandaah er zelfs ruzie WEER over gehad”
[verdachte] : “Maar ik vroeg wta”
[slachtoffer 1] :”En ik zeg ook niet dat je vreemd gaat
[slachtoffer 1] : Wordt niet boos op mij om iets waar jij nog veel bozer om zoi worden”
[verdachte] : “Sgat nogmaals ik vroeg wat?”
[slachtoffer 1] : ‘Oke” [50]
d.d. 21-09-2014:
[verdachte] : “Dus gaan we zo die lijst af dat we geen ruzie hebben en onze pijlen op het zelfde doen
hebben”
[slachtoffer 1] : Weetniet of dat alles is”
[verdachte] : “Nou dat zijn de belangrijkste punten voor nu”
[verdachte] : Als deze klaar zijn kunnen we verder kijken”
[verdachte] : “Maar heb je de bevestigingen en nieuwe klanten?”
[slachtoffer 1] : ‘Mijn school mag eraf’
[verdachte] : Hoezo?
[slachtoffer 1] : “Ik ga niet halen wat ik wil dus haal eraf’
[verdachte] : ‘Hoezo niet?” [51]
d.d. 22-09-2014:
[slachtoffer 1] : “Ga zelf maar hun neuken”
[verdachte] : ‘Wag nog 1 x zo tegen me te praten 1”
[verdachte] : “Dat is geen kans maat ik ruk je kanker kop er af heb je begrepen?”
[verdachte] : “Ben je fucking stiefvader hier niet”
[verdachte] : “Ben ik duidelijk?”
[slachtoffer 1] : “Doe maar”
[verdachte] : “Doei ik blokje”
[slachtoffer 1] : “Haha”
[verdachte] : “Praat niet meerje regelt toch niets kanker leugenaar en verpest alles”
[verdachte] : “Doei veel plezier met je familie”
[verdachte] : “Ga maar op hun afreageren” [52]
d.d. 25-09-2014:
[verdachte] : “Al buiten?”
[slachtoffer 1] : “Jahaa”
[verdachte] : “Stuur foto dan”
[verdachte] : “?“
[slachtoffer 1] : “Pif serieis schat”
[verdachte] : “ja doe niet moelijk maar gewoon”
[slachtoffer 1] : (stuurt foto) [53]
d.d. 23-09-2014:
[slachtoffer 1] : “Ik krijg toch al
[verdachte] : “Je wilt kans dan dit discussie voeren ga mensen regelen”
[verdachte] : “Doei”
[slachtoffer 1] : “Maar dat veranderd niks aan je medeplichtigheid aan kinderprostitutie”
[verdachte] : “Ga doen”
[verdachte] : “Wil je dat je moeder bel en toegeef’
[verdachte] : “Wil ke foto stuur dat je snijdt”
[verdachte] : “En je profiel foto” [54]
d.d. 29 -09-2014:
[verdachte] : “Ja”
[verdachte] : “Voor de rest had je niet vandaag he?”
[slachtoffer 1] : “Nee”
[verdachte] : “Oh oke”
[slachtoffer 1] : Stuurt foto 2x 50 euro.
[verdachte] : “Dank je wel sgatje”
[verdachte] : “En je hebt mail” [55]
d.d. 4-10-2014:
[verdachte] : “1. Ik zei wacht tot ik thuis ben want mijn batterij is op!
2. Ik ben bij me kinderen hoef me niet te verantwoorden
3. Je heb geen geld gisteren gebracht dus hoef so i zo niet met je te praten
4. Je hebt vandaag niks van je 2 klussen laten zien van geld
5. Wees een goeie vriendin en wees blij dat ik na anderhalf jaar me kinderen mocht zien gewoon
[slachtoffer 1] : Wees een keer een goede vriend”
[verdachte] : “Ja ik ben zo slecht omdat ik bij me kinderen ben geweest”
[verdachte] : Fuck 0ff’
[slachtoffer 1] : “Nee”
[verdachte] : ‘En zie geen geld dus ik blokje”
[slachtoffer 1] : “Uhu geen mijn geld” [56]
d.d. 9-10-2014:
[slachtoffer 1] :”Wat. Ja watdan. Je appt en ineens is alles weer goed en vergeet alles”
[slachtoffer 1] : “Jij laatje relatie afhangen van geld en of ik mn lichaam misbruik. Niet alleen voor je
kids! riem, shirt, stofzuiger. Alsik toeb geen geld had was t ook uit. Als ik geen hoer speel, uit.
[verdachte] : “Zal wel doei”
[slachtoffer 1] : “Waarom negeerje mij Ikga slapen nu.Als t aan mij ligt is t uit datweetje. Alleen begin
jou zat te raken ik willeuke relatie Met jou en ook een mening hebbe”
[verdachte] : “Ik ga me geen energie niet in steken”
[slachtoffer 1] : “Oh”
[verdachte] : “Zoek iemand anders dan” [57]
d.d. 13-10-2014:
[verdachte] : “Dus van 4 klussen 1 gedaan?”
[slachtoffer 1] : “Jup” [58]
[verdachte] : “Nou laat dan die 200 zien totaal?”
[slachtoffer 1] : Jup als jij eindelijk je fucking rooster stuurt. Ik kan morge ook komen ochtend en
middag maar k weet niks van jou”
[verdachte] : “Morgen taakstraat 8 tot 16”
[slachtoffer 1] : stuurt foto 4x 50 euro” [59]
d.d. 16-10-2014:
[verdachte] : “Bij jou ouders is niks goed maat ja is ook je eigen schuld moest je toen niet vertellen en
na politie gaan”
[slachtoffer 1] : “Moest je me niet slaan”
[verdachte] : “Je weet dat je tot zondag hebt 1!!!!!’
[verdachte] : “Volgens mij wou jij de kans niet ik!”
[slachtoffer 1] : “Als je t niet wou waarom gaf je niet”
[verdachte] : “Maar het is vrijdag en je hebt weer niks geregeld... Wanneer je Tot zondag hebt”
[verdachte] : “Anders stop ik nu al met praten”
[slachtoffer 1] : “Jup. Komt goed” [60]
d.d. 19-10-2014:
[verdachte] : “Nog niet klaar?
[verdachte] : ….
[slachtoffer 1] stuurt foto 2 x 50 euro
[verdachte] : “Goed zo sgatje”
[verdachte] : Toch half uur?”
[slachtoffer 1] : “Ja” [61]
d.d. 7-11-2014:
[slachtoffer 1] : “Jup”
[slachtoffer 1] : “Ik hoef toch geen anaal te doen he”
[verdachte] : ‘Als meer verdien wel”
[verdachte] : “Jij moet aan minimaal 1000 euro komen vandaag hoor maakt niet uit”
[slachtoffer 1] : “Maark wil t niet”
[verdachte] : “Oké als je niet hebt wilikjou niet meer dus jou keus”
[verdachte] : “Dat is de afspraak want jr hebt deze week al verpest dus verpest je vandaag is dan
klaar” [62]
4.3.1.6 De verklaring van verdachte
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij zijn best deed om de relatie met [slachtoffer 1] te verbreken. Dat lukte echter niet. Zij nam telkens weer contact met hem op. Daarom stelde hij steeds meer eisen aan haar, in de hoop dat dit ertoe zou leiden dat zij ook een punt achter de relatie zou zetten.
De rechtbank is van oordeel dat deze stelling in het geheel niet aannemelijk is geworden. Uit de inhoud van een aantal van de berichten blijkt juist het tegenovergestelde. Verdachte dreigt de relatie te verbreken als aangeefster niet aan zijn eisen voldoet. De rechtbank verwerpt dit verweer dan ook.
4.3.1.7 Overwegingen ten aanzien van het onder 16/705459-15 feit 1 primair ten laste gelegde
Inleidende opmerkingen
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan - kort gezegd - mensenhandel zoals omschreven in artikel 273f, eerste lid, sub 1, 4, 6 en 9 Sr. Wezenlijk bestanddeel van diverse varianten van het delict mensenhandel is dat sprake is van uitbuiting en/of dat het oogmerk van verdachte daarop is gericht. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat instemming met de uitbuiting niet in de weg hoeft te staan aan bewezenverklaring van die uitbuiting, indien één van de in de wet omschreven dwangmiddelen is gebruikt. De beperking van de keuzevrijheid van het slachtoffer is voldoende om een gedwongen karakter aan te nemen. Er hoeft geen sprake te zijn geweest van een zodanige dwang of druk dat voor het slachtoffer geen andere keuze meer mogelijk was. Tot slot mag de rechter (mede) uit de omstandigheden afleiden dat er sprake is van misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of misbruik van een kwetsbare positie. Van een uitbuitingssituatie in de prostitutie kan worden gesproken wanneer de betrokkene in een situatie verkeert die niet gelijk is aan de omstandigheden waarin de "gemiddelde mondige prostituee in Nederland" pleegt te verkeren, die zelf bepaalt voor wie, maar ook waar, wanneer, met wie en onder welke omstandigheden zij werkt. Vereist is wel dat de verdachte zich bewust moet zijn geweest van de relevante feitelijke omstandigheden van de betrokkene, waaruit het overwicht voortvloeit.
Een bewezenverklaring van mensenhandel ingevolge artikel 273f lid 1 Sr kan volgen indien (i) verdachte een persoon met
het oogmerk van uitbuitingdoor gebruik van
dwangmiddelenheeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen (te weten:
handelingen) (artikel 273f lid 1 sub 1 Sr), (ii) verdachte door het hanteren van dergelijke middelen een persoon gedwongen heeft of bewogen heeft zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten (artikel 273f lid 1 sub 4 Sr), (iii) verdachte opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting van een ander persoon (artikel 273f lid 1 sub 6 jo. lid 2 Sr) of (iv) verdachte door het hanteren van voornoemde middelen een persoon heeft gedwongen dan wel heeft bewogen hem te bevoordelen uit de opbrengst van diens seksuele handelingen met en/of voor een derde (artikel 273f lid 1 sub 9 Sr).
In de hierna volgende bewijsoverweging zal op deze onderdelen worden ingegaan.
Dwangmiddelen (artikel 273f lid 1 sub 1, 4 en 9 Sr)
De rechtbank is van oordeel dat op grond van de bewijsmiddelen, in onderling verband en in nauwe samenhang bezien, bewezen kan worden dat sprake is geweest van geweld, meerdere andere feitelijkheden, dreiging met andere feitelijkheden en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht.
Geweld
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte aangeefster meermalen heeft mishandeld. Aangeefster heeft dit verklaard en deze verklaring wordt ondersteund door de inhoud van de whatsapp-berichten en de daarin opgenomen foto.
Meerdere andere feitelijkheden
Verdachte ging als 25-jarige een liefdesrelatie aan en onderhield die met aangeefster, die op dat moment 15 jaar oud was. Verdachte was dus meerderjarig en aangeefster minderjarig. Hierdoor had verdachte overwicht op aangeefster. Zij had problemen thuis en verdachte probeerde haar los te weken uit haar ouderlijk huis. Aangeefster was verliefd op verdachte en was hierdoor in zijn macht. Ze moest zich aan zijn afspraken houden. Hij bemoeide zich met de inhoud en de plaatsing van seksadvertenties op internet. Hij bemoeide zich met het internet- en mailverkeer naar aanleiding van deze advertenties. Hij gaf aangeefster instructie over het maken van seksafspraken en bepaalde de prijzen voor de diverse seksuele handelingen. Hij zette aangeefster aan opnieuw te adverteren op internet en haar profiel te vernieuwen. Hij controleerde haar door te zeggen dat ze foto’s moest maken van de locaties van haar afspraken en foto’s van het verdiende geld te maken en aan hem te sturen. Hij zei hoeveel geld zij op een dag moest verdienen en dreigde naaktfoto’s van aangeefster aan haar moeder te sturen, als ze ermee wilde stoppen.
Handelingen
Werven, vervoeren, overbrengen, huisvesten of opnemen (artikel 273 lid sub 1)
De rechtbank is van oordeel dat geen bewijsmiddelen voorhanden zijn waaruit volgt dat verdachte een van deze handelingen heeft verricht en zal hem vrijspreken van dit onderdeel.
Dwingen of bewegen zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van arbeid of diensten en hem te bevoordelen uit de opbrengst van die seksuele handelingen met en/of voor een derde (artikel 273f lid 1 sub 4 en sub 9)
In het geval dwangmiddelen zijn gebruikt, zoals de rechtbank bewezen acht, en iemand is daardoor bewogen zich beschikbaar te stellen voor het verrichten van arbeid of diensten (van seksuele aard), zoals in dit geval het hebben van betaalde seks, dan is het feit onder sub 4 voltooid. Dit geldt eveneens voor het feit onder sub 9, nu aangeefster al het in de prostitutie verdiende geld aan verdachte verstrekte.
Opzettelijk voordeel trekken uit uitbuiting (artikel 273f lid 1 sub 6)
Uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen volgt dat verdachte aangeefster aanzette tot het werken in de prostitutie. Het geld had hij nodig voor de inrichting van zijn woning. Hij ontving ook al het door aangeefster verdiende geld. Verdachte heeft dan ook opzettelijk financieel voordeel genoten van het door aangeefster in een uitbuitingssituatie verdiende geld.
4.3.1.8 Conclusie
De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen het ten laste gelegde onder parketnummer 16/705459-15 feit 1 primair, wettig en overtuigend bewezen.
4.3.2 Ten aanzien van dagvaarding 16/750549-15, feit 2
Op 9 april 2015 had verbalisant [verbalisant 4] bij Intermezzo te [vestigingsplaats] een gesprek met M. Breed, pedagogisch medewerker en begeleidster van [slachtoffer 1] . Uit dit gesprek bleek dat [slachtoffer 1] op 7 april 2015 was gefouilleerd. In haar BH werden 20 XTC pillen aangetroffen. Deze pillen zijn inbeslaggenomen en zijn positief getest op MDMA. [63] [64]
[slachtoffer 1] is op 2 maart 2015 gehoord. Hiervan is een proces-verbaal van bevindingen opgesteld. Dit proces-verbaal is in de vraag en antwoordvorm opgemaakt. Het luidt, voor zover hier van belang, als volgt:
De pillen die bij jou aangetroffen zijn, blijken verdovende middelen te zijn. Wat wil jij hierover verklaren. Hoe ben je aan die pillen gekomen?
A: Ik heb ze van [verdachte] gekregen.
V: Maar waar verbleef jij toen, toen je die dingen kreeg?
A: Hier.
O :Met hier wordt de instelling in [vestigingsplaats] bedoeld.
V: Maar jij zit hier en hij woont in [woonplaats] . Hoe is het gedaan dan?
A: Hij vertelde via de whatsapp dat hij nu drugs dealde, sinds ik vast zat, voor geld. Toen vroeg hij aan mij of ik er twee mee kon nemen voor die meiden hier.
V: Maar dan staat hij in [woonplaats] met die pillen en jij zit hier?
A: Ik ging naar school, via [woonplaats] . Ik heb hem toen bij het centraal station van [woonplaats] ontmoet en kreeg twee pilletjes.
V: Wat moest [verdachte] voor deze twee pilletjes hebben?
A: [verdachte] wilde hiervoor tien euro hebben.
V: Jij krijgt dan die pillen. En wat heb je toen gedaan?
A: Ik heb ze toen meegenomen in mijn portemonnee. Deze pillen heb ik toen aan die meiden geven en kreeg daar geld voor. Dit geld heb ik aan [verdachte] moeten geven.
A: Ik heb een tientje aan [verdachte] gegeven.
V:Het is niet bij die twee pillen gebleven?
A:Nee.
V:Hoe ging het dan verder?
A:Nou hij vroeg of ik hem wilde helpen met pillen verkopen hier op de groep en mijn vriendenkring.
V:Maar hoe is dat dan gegaan?
A:lk heb deze pillen weer gekregen op het centraal station van [woonplaats] .
V:Hoeveel kreeg je er toen?
A:Twintig
V:En hoe zagen die pillen eruit de tweede keer?
A:Hetzelfde als de eerste keer.
V:Wat heb je met deze pillen gedaan?
A:Een paar weken in mijn tas gehouden.
V:Hoe kwamen zij er achter?
A:Er zou een kamercontrole gedaan worden. Ik heb toen een gat gemaakt in mijn BH. En daar heb ik ze toen in verstopt. Uiteindelijk werd ik ook gefouilleerd en werden de pillen in mijn bh ontdekt. [65]
[slachtoffer 1] is op 24 november 2014 in de instelling in [vestigingsplaats] geplaatst. [66]
In de woning van verdachte te [woonplaats] zijn op 21 april 2015 pillen aangetroffen en inbeslaggenomen. [67] [68] In 4 van deze pillen zit MDMA. [69]
Verdachte heeft ter zitting bekend dat hij 20 pillen aan [slachtoffer 1] heeft gegeven, om te verkopen. [70] Ook de bij verdachte thuis aangetroffen pillen zijn van verdachte. [71]
De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen het ten laste gelegde onder parketnummer 16/705459-15 feit 2, wettig en overtuigend bewezen.
4.3.2 Ten aanzien van dagvaarding 16/750549-15, feit 3
Bij de aanhouding van verdachte op 21 april 2014 en de doorzoeking van zijn woning, zijn in beslag genomen zijn mobiele telefoon en tablet. [72] Op deze gegevensdragers zijn 1410 afbeeldingen aangetroffen die volgens de daarvoor geldende criteria zijn aan te merken als kinderporno. Het betreffen 1340 foto’s en 70 films. [73] Op de tablet bevonden deze bestanden zich in de map: foto’s/ [slachtoffer 1] . Verbalisant herkende [slachtoffer 1] op de aangetroffen bestanden. Zij verrichtte seksuele handelingen met een volwassen man die bestonden uit: het in de mond en in de vagina brengen van de penis, het vaginaal penetreren met een of meer vingers, het vaginaal penetreren met voorwerpen, waaronder een spuitbus deodorant en een handvat van een haarborstel. Daarnaast zijn bestanden aanwezig waarop de lippen van de vagina worden open gespreid en/of gehouden. [74] De bestanden zijn vervaardigd in de periode tussen 23 juli 2014 en 4 april 2015. [75]
Blijkens de akte van geboorte is [slachtoffer 1] geboren op [1998] en was ze derhalve in voornoemde periode 16 respectievelijk 17 jaar oud. [76]
[slachtoffer 1] heeft bij de politie verklaard dat ze, op het verzoek van verdachte, foto’s van zichzelf heeft gemaakt. Soms maakte verdachte de foto’s. [77]
Verdachte heeft ter zitting bekend dat hij deze bestanden in bezit had en dat het afbeeldingen van [slachtoffer 1] zijn
. [78]
De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen het ten laste gelegde onder parketnummer 16/705459-15 feit 3, wettig en overtuigend bewezen.
Het verweer van verdachte dat deze foto’s en beelden slechts bedoeld waren voor intiem gebruik in de relatie, verwerpt de rechtbank. Uit de wet dan wel wetsgeschiedenis volgt niet dat bij het bezit van dergelijke beelden in die context succesvol een beroep op een strafuitsluitingsgrond kan worden gedaan.
4.3.4 Ten aanzien van dagvaarding 16/659121-14, beide feiten [79]
4.3.4.1 De aangifte van [slachtoffer 2] met betrekking tot feit 1
[slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ) heeft op 16 januari 2013 aangifte gedaan. Ze verklaarde dat ze zeven jaar een relatie heeft gehad met verdachte en samen drie kinderen hebben. Kort voor de datum van aangifte was ze met haar kinderen naar een geheim adres verhuisd. Verdachte sloeg haar gedurende de gehele relatie. [80]
Op 10 april 2013 heeft ze aanvullend en gedetailleerder verklaard. Ze verklaarde toen dat ze verdachte in 2006 leerde kennen. Hij gebruikte voor het eerst geweld in mei/juni 2006, toen zij op een kamertrainingscentrum woonde in [woonplaats] . [81] Hij greep haar bij haar keel en zei: je bent nu van mij en jij doet wat ik wil”. Toen ze zwanger was, is ze bij de ouders van verdachte gaan wonen in [woonplaats] . Dat was begin juli 2007. Toen ze acht maanden zwanger was, kreeg ze ruzie met verdachte. Hij gaf haar een harde vuistslag tegen haar hoofd waardoor ze van de stoel werd geslagen en op de grond viel. Hij kneep hard in haar rechter bovenbeen. De blauwe plekken waren weken later bij de bevalling nog zichtbaar.
Het mishandelen werd steeds vaker en erger. Ze kreeg eerst klappen, dan moest ze gaan staan en haar kleren uittrekken. Dan kreeg ze klappen. [82]
Verdachte werd boos om de kleinste dingen. Hij smeet haar op het bed en sloeg haar met beide vuisten, voornamelijk op haar hoofd en ook in de ribben, bovenbenen en rug. Hij heeft haar een keer met zijn riem geslagen. Ze moest haar trui uit doen en hij sloeg haar op haar blote rug. Hij gebruikte haar benen als bokszak, bleef maar slaan, haar bovenbenen waren helemaal blauw. Ze kon amper lopen. Hij heeft haar vaker met een riem geslagen, toen woonde ze inmiddels in [woonplaats] . [83]
Tijdens de tweede zwangerschap is ze naar [woonplaats] verhuisd. Doordeweeks was verdachte bij zijn andere vriendin. Het geweld was daar een stuk minder. Na een jaar zijn ze naar [woonplaats] verhuisd en kwam hij weer bij aangeefster wonen. Ze hadden elke dag ruzie. Hij maakte haar wakker met slagen op haar hoofd en hij dwong haar tot seks, anaal omdat hij wist dat ze dat niet prettig vond. Als ze schreeuwde sloeg hij haar op haar hoofd en mond en trok aan haar haren. Toen ze op een dag moest solliciteren was hij kwaad. Hij heeft haar gestoken in haar hoofd met de ijzeren punt van een kam. Hij heeft haar heel hard gewurgd en hard met haar hoofd meermalen tegen de muur geslagen. Haar nek was blauw en zijn handafdruk stond er in, oren waren blauw. Bijna dagelijks stelde hij vragen en bij een fout antwoord kreeg ze slagen. Hij stopte niet met slaan totdat aangeefster zei dat ze het verdiend had. De ergste tijd was in [woonplaats] en in [woonplaats] . [84]
In 2011 is ze bevallen. Ze woonde toen in [woonplaats] . [getuige] (de rechtbank begrijpt: [getuige] ) heeft foto’s van de sporen van het geweld gemaakt.
Op haar 23e verjaardag in [woonplaats] (de rechtbank begrijpt: 31 juli 2012) trok hij haar onderuit aan haar voet, ging bovenop haar zitten en sloeg haar hard. Een paar weken later hadden ze weer ruzie. Hij trok zijn bokshandschoenen aan en sloeg haar. Hij duwde haar hard tegen de muur en schopte zo hard tegen haar benen dat ze bijna niet meer kon staan. [85]
In de laatste weken heeft verdachte haar geslagen met een leren riem en met de gesp van de riem. Hij sloeg op haar rug, voeten en billen. [86]
Hij heeft haar geslagen, aan haar haren getrokken, haar hoofd tegen de rand van het bed geslagen, hard in bovenbeen gebeten, geknepen in haar bovenbenen en kuiten. [87]
[slachtoffer 2] is op 6 oktober 2015 als getuige bij de rechter-commissaris gehoord. Zij heeft daar haar aangifte bevestigd en aanvullend verklaard dat zij door verdachte is vast getapet en dat hij ook eens een voorwerp in haar mond heeft gestopt. [88]
4.3.4.2 De aangifte van [slachtoffer 2] met betrekking tot feit 2
Op 25 april 2013 heeft [slachtoffer 2] aangifte van verkrachting gedaan. Zij heeft hierbij verklaard dat de verkrachtingen begonnen tijdens haar eerste zwangerschap in 2006 en voor het laatst plaats vond op 7 jan 2013. Ze woonde in [woonplaats] , [woonplaats] en [woonplaats] . [89]
Verdachte moest elke dag seks hebben en als zij niet wilde dan zette hij gewoon door. [90]
Hij drukte haar hoofd dan neer en had toch seks met haar. Ze durfde niks te zeggen omdat ze op dat moment bij zijn ouders woonden. Het was afwisselend anaal of vaginaal. Vanaf [woonplaats] was het anders. Als hij aangeefster wilde straffen dan was het anaal. Het was tijdens een ruzie of meteen na een ruzie. Eerst werd ze geslagen en daarna moest ze seks hebben. Ze kreeg strafpunten op voor huishoudelijke dingen en die moest ze op seksueel gebied goed maken. Na de seks zei hij dat ze koud moest douchen omdat dan de geslagen plekken niet zouden opzwellen. Tijdens het wonen bij zijn ouders is het vijf of zes keer voorgekomen, in anderhalf jaar. De puntentelling begon pas toen ze alleen woonde in 2009. [91]
In maart 2010 is aangeefster naar [woonplaats] verhuisd. Daar gebeurde het een keer dat verdachte heel boos was en zij zich moest uitkleden. Hij deed een washandje in haar mond en bond haar handen op haar rug. Met haar handen vastgebonden had hij anale gemeenschap met aangeefster. Dat was in het voorjaar van 2011. [92] De anale gemeenschap deed elke keer pijn en ze bloedde ook altijd daarna. Ze zei dat ook tegen verdachte, waarop hij zei: Dan moet je maar meewerken. [93]
Aangeefster is in juli 2012 naar [woonplaats] verhuisd. [94] Op 7 januari 2013 was verdachte boos omdat in een rapport van jeugdzorg stond dat ze weer contact met haar moeder had. Ze moest zich uitkleden en hij heeft haar met een riem geslagen op haar billen en vagina. Hij heeft toen een dildo in haar anus geduwd en probeerde zijn penis er ook in te duwen terwijl de dildo er nog in zat. Dit is niet gelukt want aangeefster verzette zich. Toen heeft hij haar hoofd tegen de rand van het bed geslagen. Ze heeft voor het eerst teruggevochten. Hij kneep hard in haar benen, heeft gebeten en trok aan haar haar. [95]
4.3.4.3 De processen-verbaal van bevindingen
Op 23 februari 2012 werd verbalisant [verbalisant 5] gebeld door [getuige] . Hij verklaarde tegenover haar dat een kennis van hem, genaamd [slachtoffer 2] , regelmatig wordt mishandeld door haar ex-vriend. Recent nog zou hij haar zwaar hebben mishandeld. Ze is erg bang voor hem en durft geen aangifte te doen. Verbalisant heeft [slachtoffer 2] diezelfde middag gesproken. Ze verklaarde dat haar achternaam [slachtoffer 2] is en dat ze met haar kinderen in [woonplaats] woont. De mishandelingen door haar ex-vriend vinden plaats in haar woning. [96]
Verbalisant [verbalisant 5] ontving op 29 februari 2012 op haar mobiele telefoon een tweetal kleurenfoto’s met de tekst: [slachtoffer 2] . De foto’s waren gestuurd door [getuige] . Op de foto’s zijn twee ontblote bovenarmen zichtbaar met daarop verkleuringen die, naar het oordeel van de verbalisant, hoogst waarschijnlijk het gevolg zijn van heftige trauma’s tegen de arm door een ongeluk of opzettelijke verwonding. In het midden van een van de plekken was een rode wond zichtbaar. [97]
[slachtoffer 3] heeft aan de politie een USB-stick overhandigd waarop foto’s staan van whats-app gesprekken tussen verdachte en [slachtoffer 2] . [98] Deze gesprekken vonden plaats in de plaats in september/oktober 2012. [99] Hierop is het volgende gesprek te zien:
[verdachte] ; Dan krijg je 200 direct he???
[slachtoffer 2] : wat 200 krijgen
[verdachte] : geen idee
[slachtoffer 2] : jij zegt toch zelf
[verdachte] : nou wat had je op voeten en bil
[verdachte] : …
[slachtoffer 2] : ja riem
[verdachte] : dus?
[slachtoffer 2] : ja ik snap he wel
[verdachte] : nou hoop ik [100]
4.3.4.4 De verklaring van [getuige]
heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat hijzelf ook blauwe plekken bij [slachtoffer 2] heeft gezien, op haar arm, benen, bij haar ogen en op haar buik. [101]
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij een hoog libido heeft en vaak seks wil. [102]
4.3.4.4 De betrouwbaarheid van de verklaringen van aangeefster
De verklaringen van [slachtoffer 2] worden ondersteund door de verklaring van [getuige] . Hij meldde bij de politie dat [slachtoffer 2] door verdachte wordt mishandeld en zag ook blauwe plekken bij haar. Ze zou op dat moment echter te bang zijn voor verdachte om aangifte te doen. Dit wordt door [slachtoffer 2] zelf in die periode ook verklaard tegenover een verbalisant. [slachtoffer 2] doet een jaar later aangifte, kort nadat ze met haar kinderen in een blijf-van-mijn- lijfhuis is terecht gekomen. Deze feiten en omstandigheden maken dat de rechtbank de verklaringen van [slachtoffer 2] geloofwaardig acht en derhalve kunnen worden gebruikt voor het bewijs. Ook de inhoud van het in de bewijsmiddelen opgenomen whatsapp-gesprek is naar het oordeel van de rechtbank een ondersteuning van het door verdachte gebruikte geweld. De verklaring van aangeefster dat hij haar niet alleen mishandelende, maar ook verkrachtte, acht de rechtbank eveneens geloofwaardig, mede gelet op de eigen verklaring van verdachte ter zitting dat hij een hoog libido heeft en vaak seks wil.
Daar komt nog bij dat [slachtoffer 2] ten overstaan van de rechter commissaris heeft verklaard dat er ook momenten waren waarop seksuele handelingen tussen verdachte en haar plaatshadden, welke met beider instemming gebeurde.
4.3.4.5 Conclusie ten aanzien van beide feiten
De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen het ten laste gelegde onder parketnummer 16/705459-15, wettig en overtuigend bewezen.
4.3.5 Ten aanzien van dagvaarding 16/659506-15 [103]
[slachtoffer 3] (hierna: [slachtoffer 3] ) deed op 5 maart 2012 aangifte en verklaarde dat verdachte iedere dag minimaal een keer seks met haar wil. In de dagen voor 5 maart 2012 is ze door verdachte verkracht. Hij heeft haar toen gedwongen tot seks waarbij hij geweld gebruikte. Zij had zich verzet. [104]
[slachtoffer 3] deed op 2 juni 2015 opnieuw aangifte. Ze verklaarde dat ze vanaf april 2011 een relatie had met aangever. [105] Op 28 februari 2012 kreeg ze in haar woning te [woonplaats] ruzie met verdachte. [106] Hij gaf haar klappen op haar schouders en borstbeen, en trapte met zijn voet tussen haar bovenbeen en heup. Hij duwde haar tegen een matras die tegen de muur stond, stak zijn hand in haar broek [107] en vingerde haar. Aangeefster zei dat ze het niet fijn vond. Het deed echt pijn. Ze vroeg of hij wilde stoppen. Vervolgens sloeg en schopte hij haar en dwong hij haar om hem oraal te bevredigen [108] en heeft hij haar vaginaal verkracht. Hij duwde haar tegen de bank en pakte haar bij haar haar. Ze stribbelde tegen.
Vervolgens werd zij later op de avond wakker gemaakt door verdachte. Hij sloeg haar tegen haar hoofd. Hij had het nummer van [getuige] in haar telefoon gezien. Toen heeft hij aangeefster bij haar haar gepakt en vastgehouden en gedwongen hem oraal te bevredigen [109] en daarna anaal verkracht. Hij duwde haar op het matras waardoor ze niet kon bewegen. Het verkrachten was hard, pijnlijk en diep. [110]
Op 2 maart 2012 was verdachte boos op haar. Hij sloeg en duwde op haar bovenbeen, dat nog blauw was van de vorige keer. Het deed ontzettend pijn. Ze gilde en hij hield haar mond dicht. Ze probeerde los te komen maar dat lukte niet. Hij trapte op haar been. Vervolgens moest ze zich uitkleden en naakt squaten. Toen moest ze mee naar de badkamer. Verdachte zette haar onder de douche en deed de koude kraan aan. Hij ging met de douche steeds hoger over haar benen, schaamstreek, buik, borsten en vervolgens gezicht. [111] Ze zei dat ze het zo koud had en hij deed de warme kraan vol open. Hij stopte bij haar schaamstreek. Toen heeft hij de douche uitgezet en is op een stoel gaan zitten. Ze moest een [naam] showergel bij zichzelf vaginaal inbrengen. Ze heeft er om heen gedraaid. Aangeefster zei dat het niet lukte en toen moest ze van verdachte een dildo halen en inbrengen. Ze moest weer op haar hurken gaan zitten en bracht de dildo vaginaal in. Ze moest hem oraal bevredigen en ondertussen met de dildo spelen. Vervolgens moest ze staan, trok hij aan haar haar en legde haar op de wasmachine. Hij bracht de dildo weer in en heeft haar anaal verkracht. [112]
Aangeefster bezocht op 8 maart 2012 en op 15 maart 2012 haar huisarts. Deze constateerde een groot hematoom op haar bovenbeen (>hand) en meerdere kleinere hematomen op de benen. Het herstel zou meerdere weken gaan duren. Tegen de huisarts heeft aangeefster ook verklaard dat ze anaal en vaginaal was verkracht. [113]
[slachtoffer 2] heeft op 7 juli 2015 tegen de politie verklaard dat [slachtoffer 3] haar heeft verteld dat hij haar de laatste drie dagen (de rechtbank begrijpt: voor 5 maart 2012) meerdere malen anaal verkracht heeft en ook geslagen heeft. Op 5 maart 2012 belde [slachtoffer 3] haar en vertelde dat. [slachtoffer 3] vertelde ook dat hij haar onder een koude en vervolgens hete douche had gezet en dat ze een [naam] fles bij zichzelf moest inbrengen en hem oraal moest bevredigen. Ze vertelde dat hij haar over de bank had gebogen en haar toen verkracht had. Ze heeft [slachtoffer 3] een paar dagen na 5 maart gezien. Ze had blauwe plekken op haar been en armen. [114]
Bewijsoverweging
De verdediging heeft betoogd dat de verklaring van aangeefster niet betrouwbaar is, omdat zij en [slachtoffer 2] veelvuldig met elkaar omgaan en hun ervaringen in de omgang met verdachte hebben gedeeld. Daardoor hebben ze elkaar beïnvloed. De verklaringen van de twee vrouwen lijken ook erg op elkaar. De rechtbank verwerpt dit verweer. [slachtoffer 3] heeft op het moment dat ze in maart 2012 aangifte deed van mishandeling direct verklaard dat ze ook door verdachte was verkracht. De aangifte daarvan zou op een later moment door zedenrechercheurs worden opgenomen. Dat zij pas in juni 2015 hiervan aangifte deed, leidt er niet automatisch toe dat deze verklaring niet betrouwbaar is. De rechtbank acht het niet meer dan begrijpelijk dat wanneer zich een situatie als de onderhavige voordoet – [slachtoffer 3] , [slachtoffer 2] en verdachte verblijven gedurende meerdere ogenblikken in elkaars nabijheid- al gauw sprake kan zijn van beïnvloeding van elkaars verklaringen over en weer. Op onderdelen is dan mogelijk sprake van enige overdrijving, maar daarmee is niet direct de hele verklaring ongeloofwaardig. De rechtbank zal dat deel van haar verklaring dat ze zelfstandig heeft afgelegd als bewijsmiddelen bezigen.
De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen het ten laste gelegde onder parketnummer 16/659506-15 wettig en overtuigend bewezen.

5. Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de onder 4. vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
16/705459-15:

1.primair

in de periode van 01 januari 2014 tot en met 09 april 2015
te [woonplaats] en/of [woonplaats] en/of [woonplaats] en/of [woonplaats] en/of [vestigingsplaats] ,
A) een ander, te weten [slachtoffer 1] ,
(telkens) door geweld en andere feitelijkheden
en door dreiging met andere feitelijkheden,
en door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht,
en door misbruik van een kwetsbare positie
- heeft gedwongen en bewogen zich beschikbaar te stellen tot het
verrichten van arbeid of diensten
en
- heeft gedwongen dan wel bewogen hem, verdachte, te bevoordelen uit de opbrengst
van haar, [slachtoffer 1] , seksuele handelingen met en/of voor een derde
en
B)
telkens opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting
van die ander, te weten van die [slachtoffer 1] ,
immers is en/of heeft hij, verdachte,
een (liefdes)relatie met die [slachtoffer 1] aangegaan en onderhouden en
die [slachtoffer 1] meermalen uitgescholden en mishandeld en
die [slachtoffer 1] aangezet om seks voor geld te hebben met mannen en
zich bemoeid met de inhoud en de plaatsing van diverse seksadvertenties op internet en zich bemoeid met het internet- en mailverkeer naar aanleiding van de seksadvertenties van die [slachtoffer 1] en
die [slachtoffer 1] gedreigd naaktfoto's van die [slachtoffer 1] door te sturen aan haar moeder en
die [slachtoffer 1] instructies gegeven hoe zij seksafspraken moest maken met mannen en wat de prijzen waren voor de diverse seksuele handelingen en wat zij op die seksafspraken moest doen
en/of die [slachtoffer 1] telkens gecontroleerd, door:
-haar te zeggen dat zij weer op de site [naam] moet gaan adverteren en
-haar te zeggen dat ze haar profiel op die sekssite moet gaan vernieuwen en
-haar te zeggen dat zij het wel anaal moet doen met klanten als dat meer
verdient en
-haar te zeggen dat zij foto's van de locaties van haar seksafspraken moet
maken en foto's van het door haar met die seksafspraken verdiende geld moet
maken en die foto’s aan hem, verdachte, moet sturen en
die [slachtoffer 1] gezegd hoeveel geld zij op een dag moest verdienen en
die [slachtoffer 1] gezegd dat hij geld nodig had voor meubels en vervolgens
het door haar met seksafspraken verdiende
geld aan hem, verdachte, laten afgeven en
aan die [slachtoffer 1] zogenaamde XTC-pillen verschaft die zij voor hem, verdachte, moest verkopen aan de overige bewoners van de in de instelling waar die [slachtoffer 1] geplaatst was en
meermalen gedreigd de relatie uit te maken als die [slachtoffer 1] niet doet wat hij
zegt;
2.
hij omstreeks de periode van 24 november 2014 tot en met 21 april 2015 te [woonplaats]
en/of [vestigingsplaats]
opzettelijk heeft afgeleverd en verstrekt ongeveer 25 zogenaamde XTC-pillen, bevattende MDMA,
zijnde MDMA een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
3.
hij in de periode 01 januari 2014 tot en met 21 april 2015 te
[woonplaats] en/of [woonplaats] ,
meermalen, telkens afbeeldingen,
te weten een aantal foto's (in totaal ongeveer 1340)
en een aantal video's/films (in totaal ongeveer 70)
en/of gegevensdragers (te weten een smartfone en een tablet -
beide met een foto- en/of filmfunctie) bevattende die voormelde
afbeeldingen
heeft vervaardigd en in bezit gehad
terwijl op die afbeeldingen (seksuele gedragingen zichtbaar
zijn, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien
jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken
(te weten telkens [slachtoffer 1] , geboren op [1998] )
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven -
bestonden uit (onder meer):
het oraal en/of vaginaal penetreren met de penis van het lichaam
van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het vaginaal penetreren met een of meer vingers en/of met een voorwerp
(te weten een handvat van een haarborstel en/of een spuitbus)
van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog
niet heeft bereikt
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van een persoon die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij door de
uitsnede van de afbeelding/film nadrukkelijk de ontblote geslachtsdelen in
beeld gebracht worden,
te weten het openhouden en/of het spreiden van de lippen van de vagina,
waarbij de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling;
16/659121-14:
1.
hij op tijdstippen in de periode van 1 april 2006
tot en met 16 januari 2013 te [woonplaats] en/te [woonplaats] en/of te [woonplaats] en/of
te [woonplaats] ,
opzettelijk mishandelend zijn levensgezel, te weten
[slachtoffer 2] , telkens
- heeft vastgebonden/vastgetapet en/of daarbij een voorwerp in haar mond
heeft gestopt en/of
- met gebalde vuisten en/of met een riem en/of met bokshandschoenen op tegen
haar hoofd en/of lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of
- bij de keel heeft gegrepen en/of
- in haar benen, heeft geknepen en/of
- aan haar haren heeft getrokken en/of
- met de ijzeren punt van een kam heeft gestoken en/of
- met haar hoofd tegen de muur en/of de rand van het bed heeft geslagen en/of
- op/tegen haar lichaam heeft geschopt,
waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
2.
hij op tijdstippen in de periode van 1 maart 2007
tot en met 16 januari 2013 te [woonplaats] en/of te [woonplaats] en/of
te [woonplaats]
door geweld en/of door een andere feitelijkheid [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot
het ondergaan van handelingen die hebben bestaan uit of mede hebben bestaan
uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij verdachte,
die [slachtoffer 2] (telkens)
vaginaal en/of anaal en/of oraal gepenetreerd met zijn penis en/of een dildo(
welke handelingen gepaard gingen met en/of werden voorafgegaan
door
- het vastbinden/vasttapen van die [slachtoffer 2] (waarbij een voorwerp in haar
mond werd gestopt) en/of
- het met gebalde vuisten en/of met een riem en/of met bokshandschoenen
slaan en/of stompen op/tegen het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer 2]
en/of
- het bij de keel grijpen van die [slachtoffer 2] en/of
- het knijpen in de benen en/of
- het trekken aan de haren van die [slachtoffer 2] en/of
- het steken van die [slachtoffer 2] met de (ijzeren) punt van een kam en/of
- het met het hoofd van die [slachtoffer 2] slaan tegen de muur en/of de rand van
het bed en/of
- het schoppen op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 2] ;
16/659506-15:
hij op tijdstip(pen) in de periode van 28 februari
2012 tot en met 2 maart 2012 te [woonplaats] , door geweld [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot
het ondergaan van handelingen die hebben bestaan uit of mede hebben bestaan
uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij verdachte,
die [slachtoffer 3] (telkens)
- vaginaal en/of anaal en/of oraal gepenetreerd met zijn penis en/of zijn
vinger(s) en/of
- een dildo en/of een fles doucheschuim bij zichzelf laten inbrengen en/of
- naakt squatbewegingen voor hem laten maken,
terwijl zij aangaf dat zij dit niet wilde en/of huilde en/of hem
(herhaaldelijk) vroeg hiermee op te houden,
welke handelingen gepaard gingen met en/of werden voorafgegaan en/of gevolgd
door
- het tegen een muur en/of een matras en/of een wasmachine duwen en/of gedrukt
houden van die [slachtoffer 3] en/of
- het (met gebalde vuisten) slaan en/of stompen op/tegen het hoofd en/of het
lichaam van die [slachtoffer 3] en/of
- het schoppen tegen de benen en/of
- het knijpen in hde benen en/of
- het trekken aan de haren van die [slachtoffer 3] en/of het vasthouden van het hoofd
van die [slachtoffer 3] en/of
- het richten van een heel koude en/of een heel hete douchestraal op het
gezicht en/of het lichaam van die [slachtoffer 3] ;
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6. De strafbaarheid van de feiten

Het bewezenverklaarde levert de navolgende strafbare feiten op.
16/705459-15:
feit 1 primair: mensenhandel;
feit 2:opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 3:een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben, meermalen gepleegd;
16/659121-14:
feit 1: mishandeling, terwijl het feit wordt begaan tegenover zijn levensgezel, meermalen gepleegd;
feit 2:verkrachting, meermalen gepleegd;
16/659506-15:
verkrachting, meermalen gepleegd.
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7. De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8. Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door de officier van justitie bewezen geachte zal worden veroordeeld tot
- een gevangenisstraf van 48 maanden, met aftrek van het voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft, zoals hiervoor weergegeven, voor het merendeel van de feiten vrijspraak bepleit. Bij de strafoplegging in de zaak van [slachtoffer 1] ten aanzien van het onderdeel van feit 1 waarin het tot een bewezenverklaring kan komen, dient rekening gehouden te worden met de mondigheid van het slachtoffer. Ten aanzien van het voorhanden hebben dan wel verstrekken van de XTC pillen moet worden aangesloten bij de LOVS richtlijn van 3 maanden.
Subsidiair heeft de raadsvrouw aangevoerd dat, in het geval de rechtbank tot dezelfde bewezenverklaring komt als de officier van justitie en ook de eis van de officier wordt gevolgd, er geen ruimte is voor voorwaardelijke invrijheidstelling. Om die reden heeft het de voorkeur een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.
Verdachte kan zich vinden in een contact- en gebiedsverbod ten aanzien van [slachtoffer 1] . Dit geldt voor wat betreft het contactverbod ook ten aanzien van [slachtoffer 2] , maar niet voor wat betreft een gebiedsverbod. Doordat verdachte lange tijd in [woonplaats] heeft gewoond, speelt een groot deel van zijn sociale leven zich daar af. Indien de rechtbank hem een gebiedsverbod oplegt zoals de officier van justitie vordert, kan hij gedurende lange tijd zijn vrienden en kennissen niet meer bezoeken. Alles aldus de raadsvrouw.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen straf- en maatregeloplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
8.3.1.
Opleggen straf
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mensenhandel ten aanzien van zijn 15-jarige vriendin. Zij moest zich prostitueren en zoveel mogelijk geld voor hem verdienen. Van dit geld werd de inrichting van de woning van verdachte bekostigd. Verdachte heeft advertentieteksten gemaakt, bepaald op welke internetsites de advertentie gezet moest worden, bij het slachtoffer aangedrongen nieuwe advertenties te plaatsen en te reageren op klanten.
Om te zorgen dat zijn vriendin geld voor hem bleef verdienen heeft hij geweld tegen haar gebruikt en gedreigd naaktfoto’s van haar naar haar moeder te sturen.
Daarnaast heeft verdachte de moeder van zijn drie kinderen gedurende hun relatie, meermalen mishandeld en verkracht. Een andere partner, met wie hij ook een kindje heeft, heeft hij eveneens verkracht.
Mensenhandel is een vergaande manier van uitbuiting waarbij een ernstige inbreuk wordt gemaakt op fundamentele rechten als menselijke waardigheid en persoonlijke vrijheid. Verdachte heeft de lichamelijke en geestelijke integriteit van zijn (minderjarige) vriendin volledig miskend en zijn eigen financiële gewin op de voorgrond gesteld.
Dit geldt eveneens voor zijn ex-partners. Ook hun lichamelijke en geestelijke integriteit heeft hij ernstig geschonden.
De impact die het gebeurde op de slachtoffers heeft gehad, blijkt niet alleen uit de verklaringen afgelegd bij de politie en de rechter-commissaris, maar ook uit de opgestelde verklaring die zijn gevoegd bij de vorderingen benadeelde partij en waarvan de rechtbank kennis heeft genomen.
In deze verklaringen is te lezen dat zij nog erg bang zijn voor verdachte en het gevoel hebben geen controle over hun leven te hebben. De moeder van het minderjarige slachtoffer geeft aan dat door het handelen van verdachte haar dochters onschuld weg is.
De rechtbank heeft verder kennis genomen van het de verdachte betreffende uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 7 december 2015. Hieruit blijkt dat verdachte in december 2013 onherroepelijk is veroordeeld ten aanzien van huiselijk geweld tot een deels voorwaardelijke straf.
De rechtbank houdt in strafverzwarende zin rekening met voornoemde veroordeling. Deze veroordeling heeft verdachte er niet van kunnen weerhouden opnieuw soortgelijke feiten te plegen. Verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten zelfs gepleegd in de proeftijd van het voorwaardelijk deel van de opgelegde straf. De rechtbank neemt ook in het nadeel van verdachte mee dat de uitbuitingssituatie plaatsvond ten aanzien van een minderjarige. De rechtbank acht het verder bijzonder kwalijk dat verdachte op geen enkele wijze inzicht heeft getoond in het laakbare van zijn handelen en dat hij dus ook op geen enkele wijze berouw heeft getoond. Integendeel, verdachte lijkt zich eerder te zien als het slachtoffer in deze zaak.
Gelet op de ernst van de bewezenverklaarde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte acht de rechtbank het passend een vrijheidsbenemende straf van 2 jaar op te leggen.
Daarmee kan evenwel niet worden volstaan. Gelet op hetgeen de rechtbank omtrent de persoon van verdachte is gebleken, moet de samenleving tegen verdachte worden beschermd. De rechtbank zie hierin redenen om als hierna te melden, naast de gevangenisstraf, de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging te gelasten.
8.3.2.
Opleggen maatregel
Artikel 37a van het Wetboek van Strafrecht vereist voor een last tot terbeschikkingstelling dat bij verdachte tijdens het begaan van het feit een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijk stoornis van de geestvermogens bestond. Voorts dient de veiligheid van anderen dan wel de algehele veiligheid van personen of goederen het opleggen van de maatregel te eisen.
De rechtbank overweegt hieromtrent als volgt.
Ten aanzien van verdachte is een pro justitia rapport opgemaakt door H.L. Keijer, psychiater (d.d. 5 juli 2015), en R. Bout, psycholoog (d.d. 3 juli 2015). Hoewel verdachte formeel meewerkte aan de onderzoeken, geven beide rapporteurs aan dat hij niet het achterste van zijn tong liet zien. Zij kregen daardoor onvoldoende zicht op de beweegredenen en omstandigheden waarbinnen de tenlastegelegde feiten zouden hebben plaatsgevonden. Door de psychiater werd de diagnostiek beperkt tot het stellen van de diagnose persoonlijkheidsstoornis niet anderszins omschreven, alhoewel vooral narcistische maar ook antisociale kenmerken in het oog sprongen. Onduidelijk bleef in hoeverre verslavingsproblematiek een rol heeft gespeeld.
Beide deskundigen adviseerden observatie in het Pieter Baan Centrum.
Verdachte was van 1 oktober 2015 tot 12 november 2015 in het Pieter Baan Centrum (hierna: PBC). Hierover is rapport uitgebracht op 30 december 2015. Verdachte heeft niet aan het onderzoek meegewerkt en geen gedetailleerde klachtenanamnese toegestaan. Gedurende de observatieperiode werden geen evidente psychiatrische symptomen waargenomen. Zijn algehele presentatie en activiteitenniveau zijn ook niet verdacht voor een psychiatrische stoornis in engere zin. Een stemmings-, angst-, dwang- en/of psychotische stoornis kon zodoende niet worden aangetoond.
verdachte heeft problemen op de gebieden van wonen, werk en relaties. Hij is
tot dusver niet in staat geweest een zelfstandig stabiel leven op te bouwen. Hij kiest, naar
het zich laat aanzien, steeds voor relaties met vrouwen waarin een zeer ongelijkwaardige
machtpositie centraal staat. Vrouwen die zich vooral richten naar zijn behoeften,
voorbijgaand aan die van hen.
Er zijn aanwijzingen, de bevindingen van de behandelaar van de Waag volgend, dat er
sprake zou zijn van een seksverslaving. Omdat daar niet met verdachte over gesproken
kon worden kan dit niet bevestigd worden maar ook niet worden uitgesloten.
Tijdens de observatie werd bij verdachte het volgende waargenomen: gebrek aan empathie, opgeblazen gevoel voor eigenwaarde en superieure arrogante houding, naast devalueren, externaliseren, ontkennen, splitten en loochenen. Dit beeld sluit aan bij de conclusies van de deskundigen Bout en Keijzer, uit de eerdere PJ-rapportages. Er bestaan sterke aanwijzingen voor disfunctioneren op verschillende levensgebieden: (intieme) relaties, contacten met justitie, werk en inkomen.
Door de weigerende houding van verdachte was het echter niet mogelijk volledig zicht te krijgen op de zwakke en sterke kanten van de persoonlijkheid van verdachte. Een persoonlijkheidsstoornis kan zodoende niet worden aangetoond, doch ook zeker niet worden uitgesloten
Door de weigerende houding van verdachte is evenmin volledig zicht gekregen op relevante aspecten van het sociale leven en functioneren van verdachte. Ook konden onderzoekers door de gebrekkig coöperatieve houding en het ontbreken van informatie, de mate van psychopathie niet volledig onderzoeken. Op basis van de items die wel kunnen worden bepaald voldoet verdachte aan voldoende criteria om te kunnen spreken van ‘trekken van psychopathie’.
Uit een rapport van Reclassering Nederland d.d. 19 januari 2016 blijkt dat verdachte zich goed hield aan de meldplichtcontacten die hem waren opgelegd in het kader van de voorwaardelijk opgelegde straf in december 2013. Bij de behandeling bij De Waag gaf hij echter beperkt openheid van zaken en liet hij niet het achterste van zijn tong zien. De behandelaar van De Waag rapporteerde dat er sprake was geweest van een schijnbehandeling. De reclassering komt tot de conclusie dat, door de opstelling van verdachte ten tijde van de onderzoeken, er geen indicatie kan worden afgegeven voor de intensiteit van een behandeling en vreest dat toekomstig toezicht de kans op recidive wederom niet zal verkleinen en de controleren functie slechts ‘schijnveiligheid’ met zich mee zal brengen.
De rechtbank neemt de hierboven weergegeven conclusies over en maakt die tot de hare.
Verdachte suggereerde mee te werken aan de rapportages van de ambulante deskundigen, maar deze medewerking was slechts oppervlakkig. Bij het PBC weigerde verdachte mee te werken. Desondanks concluderen de deskundigen dat er bij verdachte sprake is van een persoonlijkheidsstoornis dan wel dat verdachte aan voldoende criteria voldoet om te kunnen spreken van ‘trekken van psychopathie’.
Daarmee is naar het oordeel van de rechtbank voldaan aan de vaststelling van een psychische stoornis, een noodzakelijke voorwaarde voor oplegging van de maatregel terbeschikkingstelling. Een nadere vaststelling van de mate van toerekeningsvatbaarheid is niet mogelijk gebleken, vanwege de weigerachtige houding van verdachte. Aan een terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging hoeft dit niet in de weg te staan. Niet aannemelijk is dat bij verdachte sprake zou zijn van het volledig ontbreken van toerekeningsvatbaarheid.
Vervolgens is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen de oplegging van de maatregel noodzakelijk acht. Verdachte heeft de afgelopen 7 jaar zijn verschillende partners meermalen mishandeld en verkracht. Vervolgens is hij, als 25-jarige, een relatie aangegaan met een 15-jarig meisje en heeft hij haar in de prostitutie gebracht en haar daarbij ook mishandeld. De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de persoon van verdachte en zijn houding ten aanzien van deze feiten, er een serieuze kans op herhaling van dergelijke feiten ten aanzien van toekomstige partners bestaat. Gelet op de ernst van de feiten en hetgeen is gebleken omtrent de persoon van verdachte, acht de rechtbank het niet verantwoord verdachte, zonder dat dit gevaar is weggenomen of in belangrijke mate is gereduceerd (waartoe behandeling een bijdrage zou kunnen leveren), te laten terugkeren in de maatschappij.
Tenslotte, mensenhandel en verkrachting zijn misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van ten hoogste 12 jaar is gesteld, zodat is voldaan aan het vereiste van artikel 37a, eerste lid onder sub 1 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank acht, gelet op de ernst van de problematiek en het gevaar dat verdachte voor anderen oplevert, dwangverpleging noodzakelijk.
Deze maatregel van terbeschikkingstelling zal worden opgelegd ter zake misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meerdere personen. De totale duur van de maatregel kan daarom een periode van vier jaar te boven gaan.
Voor een tbs met voorwaarden ziet de rechtbank geen ruimte, omdat verdachte een deel van de bewezenverklaarde feiten heeft begaan terwijl hij reeds onder toezicht van de reclassering stond en werd behandeld bij De Waag.
9. Het beslag
Onder verdachte zijn meerdere voorwerpen in beslag genomen.
9.1
Teruggave aan verdachte
De op bijgevoegde beslaglijst genoemde goederen onder 1, 2 3, 5 en 6 behoren verdachte toe en zullen aan hem worden teruggegeven.
9.2
Teruggave aan een ander
De goederen genoemd onder 8, 10, 11, 12, 13 en 15 behoren toe aan [slachtoffer 1] . De rechtbank zal dan ook de teruggave van die goederen aan haar gelasten.
9.3
Onttrekking aan het verkeer
Nu met behulp van de voorwerpen genoemd onder 4, 7, 9 en 14 het onder feit 3 van 16/706459-15 bewezen geachte is begaan en de voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, worden deze voorwerpen onttrokken aan het verkeer.
10. De benadeelde partijen
10.1
De vorderingen benadeelde partijen
10.1.1
De vordering namens [slachtoffer 1]
Namens benadeelde partij [slachtoffer 1] is een schadebedrag gevorderd van in totaal
€ 8.882,64, vermeerderd met kosten en wettelijke rente. Dit bedrag is opgebouwd uit de kostenposten: verplaatste schade, zijnde reiskosten naar en van de gesloten inrichting
(€ 192,64), gederfde inkomsten [slachtoffer 1] (€ 2000,-), in beslag genomen laptop (€ 329,-), in beslag genomen telefoon (€ 361,-) en immateriële schade (€ 6.000,-).
10.1.2
De vordering van [slachtoffer 2]
De benadeelde partij [slachtoffer 2] heeft een schadebedrag gevorderd van in totaal € 13.064.40, vermeerderd met kosten en wettelijke rente. Dit bedrag is opgebouwd uit de kostenposten: reiskosten (€ 64,40) en immateriële schade (€ 13.000,-).
10.1.3
De vordering van [slachtoffer 3]
De benadeelde partij [slachtoffer 3] heeft een schadebedrag gevorderd van in totaal € 10.559,92. vermeerderd met kosten en wettelijke rente. Dit bedrag is opgebouwd uit de kostenposten: reiskosten (€ 59.92) en immateriële schade (€ 10.500,-).
10.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op de volgende standpunten gesteld.
  • De vordering namens [slachtoffer 1] kan geheel worden toegewezen, met wettelijke rente en toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.
  • De vordering van [slachtoffer 2] dient voor wat betreft het immateriële deel te worden gematigd, nu er vrijspraak is gevorderd ten aanzien van feit 2. Ten aanzien van de hoogte van de immateriële schadevergoeding refereert de officier van justitie zich aan het standpunt van de rechtbank.
  • De vordering van [slachtoffer 3] dient niet ontvankelijk te worden verklaard, nu de officier van justitie komt tot een vrijspraak in deze zaak.
10. 3 Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft het standpunt ingenomen dat de vordering namens [slachtoffer 1] kan worden toegewezen ten aanzien van de inbeslaggenomen laptop en telefoon. De gederfde inkomsten komen niet voor vergoeding in aanmerking omdat het illegale inkomsten uit prostitutie betreft. Eveneens komt de materiële schade van de reiskosten van de moeder van [slachtoffer 1] niet voor vergoeding in aanmerking. De thuissituatie van [slachtoffer 1] was zodanig dat het, ook als ze niet in contact was gekomen met verdachte, tot een uithuisplaatsing zou hebben geleid.
De immateriële schade van [slachtoffer 1] is ingewikkeld vast te stellen en dient te worden afgewezen. Zij heeft haar eigen rol gehad in de feiten en heeft zelf meermalen verklaard dat ze verdachte niet schuldig acht aan mensenhandel.
[slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] dienen niet ontvankelijk te worden verklaard in hun vorderingen, gelet op het verzoek van de raadsvrouw tot integrale vrijspraak van deze feiten
10.4
Het oordeel van de rechtbank
10.4.1
Ten aanzien van de vordering namens [slachtoffer 1] .
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat slechts de behandeling van een deel van de vordering namens [slachtoffer 1] niet een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van de in 16/705459-15 bewezen geachte feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert dit deel op € 6.329,- (zegge zesduizend driehonderd negenentwintig euro), zijnde de kosten van de inbeslaggenomen en niet teruggegeven telefoon van benadeelde (€ 329,-) en immateriële schade. De rechtbank begroot deze schade op € 6000,-. De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente, vanaf 30 november 2014 tot de dag van de volledige betaling.
Met betrekking tot de inbeslaggenomen laptop overweegt de rechtbank dat deze laptop, zoals hiervoor onder 9. weergegeven aan benadeelde zal worden teruggegeven. De vordering zal voor dit deel dan ook worden afgewezen. Dit geldt eveneens voor de reiskosten van de ouders van benadeelde, gemaakt om benadeelde in de instelling te bezoeken. Dit betreft materiële kosten van de ouders en niet van benadeelde zelf, zodat ook dit deel van de vordering niet voor vergoeding in aanmerking komt.
De rechtbank is van oordeel dat verdediging de gederfde inkomsten van € 2000,- voldoende gemotiveerd heeft betwist. De behandeling van dit deel van de vordering levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. Benadeelde zal niet ontvankelijk worden verklaard voor dit deel van de vordering. De benadeelde partij kan dit deel bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van [slachtoffer 1] wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) opgelegd.
10.4.2
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 2]
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat slechts de behandeling van een deel van de vordering van [slachtoffer 2] niet een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van de in 16/659121-14 bewezen geachte feiten rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert dit deel op € 7564,40 (zegge zevenduizend vijfhonderd vierenzestig euro en veertig eurocent), zijnde de gevorderde reiskosten van € 64,40 en immateriële schade tot een bedrag van € 7500,--. De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente, vanaf 16 januari 2013 tot de dag van volledige betaling.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
Het restant van de vordering levert wel een onevenredige belasting van het strafgeding op. Daarom is de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk. De benadeelde partij kan dit deel bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
In het belang van [slachtoffer 2] wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) opgelegd.
10.4.3
Ten aanzien van de vordering van [slachtoffer 3]
Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat slechts de behandeling van een deel van de vordering van [slachtoffer 3] niet een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het in 16/659506-15 bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert dit deel op € 1559,92 (zegge duizend vijfhonderd negenenvijftig euro en tweeënnegentig eurocent), zijnde de gevorderde reiskosten van € 59,92 en immateriële schade tot een bedrag van € 1500,--. De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente, vanaf 7 juli 2015 tot de dag van volledige betaling.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
Het restant van de vordering levert wel een onevenredige belasting van het strafgeding op. Daarom is de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk. De benadeelde partij kan dit deel bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
In het belang van [slachtoffer 3] wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) opgelegd.
11. De vordering tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling
Bij de stukken bevindt zich de op 8 juli 2015 ter griffie van deze rechtbank ontvangen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Midden-Nederland, in de zaak met parketnummer 23/005327-12, betreffende het onherroepelijk geworden arrest d.d. 5 december 2013 van het gerechtshof te Amsterdam, waarbij verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van drie maanden, met bevel dat deze straf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich voor het einde van een op twee jaren bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
11.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de voorwaardelijk opgelegde straf ten uitvoer te leggen.
11.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsvouw heeft verzocht de vordering van de officier van justitie af te wijzen in het geval aan verdachte in de onderhavige strafzaak een deels voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden zal worden opgelegd. Subsidiair heeft ze verzocht de proeftijd van de voorwaardelijk opgelegde straf te verlengen met dezelfde termijn als de termijn die zal gelden voor de proeftijd in de onderhavige strafzaak.
11.3
Het oordeel van de rechtbank
Gebleken is dat verdachte zich voor het einde van voornoemde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, zoals naar voren komt uit de verdere inhoud van dit vonnis. De rechtbank ziet, gelet op de aard en ernst van de feiten van de onderhavige strafzaak, geen aanleiding de vordering tenuitvoerlegging af te wijzen dan wel de proeftijd te verlengen en zal de tenuitvoerlegging van die voorwaardelijke straf te gelasten.
12. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 24c, 36b, 36c, 36f, 37a, 38v, 57, 240b, 242, 273f, 300 en 304 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2 aanhef en onder B en 10 van de Opiumwet.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
13. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 16/705459-15 feit 1 primair, feit 2 en feit 3, het onder 16/659121-14 feit 1 en 2 en het onder 16/659506-15 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
16/705459-15:
feit 1 primair: mensenhandel;
feit 2:opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod;
feit 3:een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben, meermalen gepleegd;
16/659121-14:
feit 1: mishandeling, terwijl het feit wordt begaan tegenover zijn levensgezel, meermalen gepleegd;
feit 2:verkrachting, meermalen gepleegd;
16/659506-15:
verkrachting, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
Strafoplegging
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
2 jaren.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Maatregel
Gelast dat verdachte
ter beschikkingwordt
gestelden beveelt dat hij van overheidswege wordt
verpleegd.
Overige vrijheidsbeperkende maatregel
Legt op de maatregel dat de verdachte:
  • Voor de duur van
  • Voor de duur van
  • Voor de duur van
  • Voor de duur van
Beveelt dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor het geval door verdachte niet aan de maatregel wordt voldaan. De duur van deze vervangende hechtenis bedraagt 5 dagen voor
iedere keerdat niet aan de maatregel wordt voldaan, met een maximum van 6 maanden (180 dagen). Toepassing van de vervangende hechtenis heft de verplichtingen ingevolge de opgelegde maatregel niet op.
Dadelijke uitvoerbaarheid van de maatregelOmdat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte opnieuw een strafbaar feit zal plegen en/of zich belastend zal gedragen jegens een bepaalde persoon beveelt de rechter, gelet op artikel 38v, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, dat de opgelegde maatregel,
dadelijk uitvoerbaaris.
Beslag
Gelast de teruggave aan verdachte van de onder 1, 2 3, 5 en 6 van de bijgaande beslaglijst genoemde goederen.
Gelast de teruggave aan [slachtoffer 1] van de onder 8, 10, 11, 12 13 en 15 van de bijgaande beslaglijst genoemde goederen.
Verklaart onttrokken aan het verkeer van de onder 4, 7, 9, en 14 van de bijgaande beslaglijst genoemde goederen.
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
Wijst de vordering namens [slachtoffer 1] toe tot een bedrag van € 6.329,-, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 30 november 2014 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 1] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Wijst de vordering af voor wat betreft de schadevergoeding van de laptop en de reiskosten.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering is en bepaalt dat dit gedeelte kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 1] € 6.329,- (zegge zesduizend driehonderd negenentwintig euro) aan de Staat te betalen. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt deze betalingsverplichting vervangen door hechtenis van 66 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Benadeelde partij [slachtoffer 2]
Wijst de vordering van [slachtoffer 2] toe tot een bedrag van € 7.564,40 te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 16 januari 2013 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 2] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering is en bepaalt dat dit gedeelte kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 2] € 7.564,40 (zegge zevenduizend vijfhonderd vierenzestig euro en veertig eurocent) aan de Staat te betalen. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt deze betalingsverplichting vervangen door hechtenis van 72 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Benadeelde partij [slachtoffer 3]
Wijst de vordering van [slachtoffer 3] toe tot een bedrag van € 1.559,92 te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 7 juli 2015 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer 3] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering is en bepaalt dat dit gedeelte kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer 3] € 1.559,92 (zegge duizend vijfhonderd negenenvijftig euro en tweeënnegentig eurocent) aan de Staat te betalen. Bij gebreke van betaling en verhaal wordt deze betalingsverplichting vervangen door hechtenis van 25 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Vordering tenuitvoerlegging
Gelast de tenuitvoerlegging van de bij genoemd arrest van 5 december 2013 opgelegde voorwaardelijke straf, namelijk een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Bender, voorzitter, mr. A.J.P. Schotman en mr. S.B. Smit-Colenbrander, rechters, in tegenwoordigheid van D.G.W. van de Haar-Kleijer, griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 1 maart 2016.
BIJLAGE : De tenlastelegging
16/705459-15:

1.primair

hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2014 tot en met 09 april 2015
te [woonplaats] en/of [woonplaats] en/of [woonplaats] en/of [woonplaats] en/of [vestigingsplaats] en/of elders in Nederland,
A) een ander, te weten [slachtoffer 1] ,
(telkens) door dwang, geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en)
of door dreiging met geweld of (een) andere feitlijkhe(i)d(en),
door afpersing, fraude, misleiding
dan wel door misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht,
door misbruik van een kwetsbare positie
(sub1)
- heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen, met het
oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1]
en/of
(sub 4)
- heeft gedwongen en/of bewogen zich beschikbaar te stellen tot het
verrichten van arbeid of diensten
dan wel onder die omstandighe(i)d(en) enige handeling(en) heeft ondernomen
waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden
dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van arbeid of diensten
en/of
(sub 9)
- heeft gedwongen dan wel bewogen hem, verdachte, te bevoordelen uit de opbrengst
van haar, [slachtoffer 1] , seksuele handelingen met en/of voor een derde
en/of
B) (sub 6)
(telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit de uitbuiting
van die ander, te weten van die [slachtoffer 1] ,
immers is en/of heeft hij, verdachte,
een (exclusieve) (liefdes)relatie met die [slachtoffer 1] aangegaan en/of onderhouden
en/of
die [slachtoffer 1] meermalen uitgescholden en/of mishandeld en/of verkracht en/of
die [slachtoffer 1] aangezet om seks voor geld te hebben met mannen en/of
zich bemoeid met de inhoud en/of de plaatsing van diverse seksadvertenties op internet en/of zich bemoeid met het internet- en mailverkeer naar aanleiding van de seksadvertenties van die [slachtoffer 1] en/of
die [slachtoffer 1] gedreigd naaktfoto's van die [slachtoffer 1] door te sturen aan haar moeder
(en/of aan andere derden) en/of
die [slachtoffer 1] instructies gegeven hoe zij seksafspraken moest maken met mannen en/of wat de prijzen waren voor de diverse seksuele handelingen en/of wat zij op die seksafspraken moest doen
en/of die [slachtoffer 1] telkens gecontroleerd, door:
-haar te zeggen dat zij weer op de site [naam] moet gaan adverteren en/of
-haar te zeggen dat ze haar profiel op die (seks)site(s) moet gaan vernieuwen
en/of
-haar te zeggen dat zij het wel anaal moet doen met klanten als dat meer
verdient en/of
-haar te zeggen dat zij foto's van de locaties van haar seksafspraken moet
maken en/of foto's van het door haar met die seksafspraken verdiende geld moet
maken en/of die foto’s aan hem, verdachte, moet sturen en/of
die [slachtoffer 1] gezegd hoeveel geld zij op een dag moest verdienen en/of
die [slachtoffer 1] gezegd dat hij geld nodig had voor meubels en/of vervolgens
(alle, althans een groot deel van) (het) door haar met seksafspraken verdiende
geld aan hem, verdachte, laten afgeven en/of van die [slachtoffer 1] afgepakt en/of
aan die [slachtoffer 1] zogenaamde XTC-pillen verschaft die zij voor hem, verdachte, moest verkopen (aan de overige bewoners van de in de instelling waar die [slachtoffer 1] geplaatst was) en/of
(meermalen) gedreigd (de relatie) uit te maken als die [slachtoffer 1] niet doet wat hij
zegt;
(art 273f lid 1 aanhef en sub(s) 1, 4, 6, 9 Wetboek van Strafrecht)

1.subsidiair

hij in of omstreeks de periode van 01 januari 2014 tot en met 20 januari 2015
te [woonplaats] en/of [woonplaats] en/of [woonplaats] en/of [woonplaats] en/of elders in Nederland,
A) een ander, te weten [slachtoffer 1] (geboren op [1998] ), telkens
(sub 2)
- heeft geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen,
met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1] ,
terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en/of
(sub 5)
- ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van
seksuele handelingen met en/of voor een derde tegen betaling
dan wel ten aanzien van die [slachtoffer 1] (telkens) enige handeling(en) heeft
ondernomen
waarvan verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich
daardoor beschikbaar zou(den) stellen tot het verrichten van die seksuele
handelingen,
terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en/of
(sub 8)
B) (telkens) opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen
van die ander, te weten die [slachtoffer 1] , met en/of voor een derde tegen betaling,
terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
immers is en/of heeft hij, verdachte,
een (exclusieve) (liefdes)relatie met die [slachtoffer 1] aangegaan en/of onderhouden
en/of
die [slachtoffer 1] meermalen uitgescholden en/of mishandeld en/of verkracht en/of
die [slachtoffer 1] aangezet om seks voor geld te hebben met mannen en/of
zich bemoeid met de inhoud en/of de plaatsing van diverse seksadvertenties op internet en/of zich bemoeid met het internet- en mailverkeer naar aanleiding van de seksadvertenties van die [slachtoffer 1] en/of
die [slachtoffer 1] gedreigd naaktfoto's van die [slachtoffer 1] door te sturen aan haar moeder
(en/of aan andere derden) en/of
die [slachtoffer 1] instructies gegeven hoe zij seksafspraken moest maken met mannen en/of wat de prijzen waren voor de diverse seksuele handelingen en/of wat zij op die seksafspraken moest doen
en/of die [slachtoffer 1] telkens gecontroleerd, door:
-haar te zeggen dat zij weer op de site [naam] moet gaan adverteren en/of
-haar te zeggen dat ze haar profiel op die (seks)site(s) moet gaan vernieuwen
en/of
-haar te zeggen dat zij het wel anaal moet doen met klanten als dat meer
verdient en/of
-haar te zeggen dat zij foto's van de locaties van haar seksafspraken moet
maken en/of foto's van het door haar met die seksafspraken verdiende geld moet
maken en/of die foto’s aan hem, verdachte, moet sturen en/of
die [slachtoffer 1] gezegd hoeveel geld zij op een dag moest verdienen en/of
die [slachtoffer 1] gezegd dat hij geld nodig had voor meubels en/of vervolgens
(alle, althans een groot deel van) (het) door haar met seksafspraken verdiende
geld aan hem, verdachte, laten afgeven en/of van die [slachtoffer 1] afgepakt en/of
(meermalen) gedreigd (de relatie) uit te maken als die [slachtoffer 1] niet doet wat hij
zegt;
(art 273f lid 1 aanhef en sub(s) 2, 5, 8 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij omstreeks de periode van 24 november 2014 tot en met 21 april 2015 te [woonplaats]
en/of [vestigingsplaats] en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in
elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad,
ongeveer 25, althans een of meer zogenaamde XTC-pil(len), bevattende MDMA,
in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA,
zijnde MDMA een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;
(art 2 aanhef en onder B, C Opiumwet jo. art 10 lid 4 Opiumwet)
art 2 ahf/ond B Opiumwet
3.
Hij in of omstreeks de periode 01 januari 2014 tot en met 21 april 2015 te
[woonplaats] en/of [woonplaats] en/of elders in Nederland,
meermalen, althans eenmaal (telkens)
ongeveer 1410 (in elk geval een groot aantal) afbeelding(en),
te weten ongeveer 1340 (althans een groot) aantal foto('s)
en/of ongeveer 70 (althans een groot aantal) video('s)/film(s) -
en/of (een) gegevensdrager(s) (te weten een smartfoon en/of een tablet -
beide met een foto- en/of filmfunctie) (bevattende die voormelde
afbeelding(en))
heeft verspreid
openlijk tentoongesteld en/of
vervaardigd en/of
ingevoerd en/of
doorgevoerd en/of
uitgevoerd en/of
verworven en/of
in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met
gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar
is/zijn,
waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien
jaar nog niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken
(te weten telkens [slachtoffer 1] , geboren op [1998] )
welke voornoemde seksuele gedragingen - zakelijk weergegeven -
bestonden uit (onder meer):
het oraal en/of vaginaal penetreren met de penis van het lichaam
van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het vaginaal penetreren met een of meer vinger(s) en/of met (een) voorwerp(en)
(te weten een handvat van een haarborstel en/of een spuitbus)
van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de
leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die
kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt,
waarbij door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de
uitsnede van de afbeelding(en)/film(s)
nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen in beeld gebracht worden
(te weten het openhouden en/of het spreiden van de lippen van de vagina)
(waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft
en/of strekt tot seksuele prikkeling;
(art. 240b Wetboek van Strafrecht)
16/659121-14:
1.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2006
tot en met 16 januari 2013 te [woonplaats] en/of te [woonplaats] en/of te [woonplaats] en/of
te [woonplaats] en/of te [woonplaats] , althans in Nederland,
opzettelijk mishandelend zijn levensgezel, althans een persoon, te weten
[slachtoffer 2] , (telkens)
- heeft vastgebonden/vastgetaped en/of (daarbij) een voorwerp in haar mond
heeft gestopt en/of
- ( met gebalde vuisten en/of met een riem en/of met bokshandschoenen) op tegen
haar hoofd en/of lichaam heeft geslagen en/of gestompt en/of
- bij de keel heeft gegrepen en/of
- in haar be(e)n(en), althans elders in haar lichaam heeft geknepen en/of
- aan haar haren heeft getrokken en/of
- met de (ijzeren) punt van een kam heeft gestoken/geprikt en/of
- met haar hoofd tegen de muur en/of de rand van het bed heeft geslagen en/of
- op/tegen haar lichaam heeft geschopt,
waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 304 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 april 2006
tot en met 16 januari 2013 te [woonplaats] en/of te [woonplaats] en/of te [woonplaats] en/of
te [woonplaats] en/of te [woonplaats] , althans in Nederland
door geweld en / of een andere feitelijkheid en / of door bedreiging met
geweld en / of een andere feitelijkheid [slachtoffer 2] heeft gedwongen tot
het ondergaan van handelingen die hebben bestaan uit of mede hebben bestaan
uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij verdachte,
die [slachtoffer 2] (telkens)
vaginaal en/of anaal en/of oraal gepenetreerd met zijn penis en/of één of
meerdere dildo('s)
welke handelingen gepaard gingen met en/of werden voorafgegaan en/of gevolgd
door
- het vastbinden/vasttapen van die [slachtoffer 2] (waarbij een voorwerp in haar
mond werd gestopt) en/of
- het (met gebalde vuisten en/of met een riem en/of met bokshandschoenen)
slaan en/of stompen op/tegen het hoofd en/of het lichaam van die [slachtoffer 2]
en/of
- het bij de keel grijpen van die [slachtoffer 2] en/of
- het knijpen in het/de be(e)n(en), althans het lichaam van die [slachtoffer 2] en/of
- het trekken aan de haren van die [slachtoffer 2] en/of
- het steken/prikken van die [slachtoffer 2] met de (ijzeren) punt van een kam en/of
- het met het hoofd van die [slachtoffer 2] slaan tegen de muur en/of de rand van
het bed en/of
- het schoppen op/tegen het lichaam van die [slachtoffer 2] ;
art 242 Wetboek van Strafrecht
16/659506-15:
hij op één of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 28 februari
2012 tot en met 2 maart 2012 te [woonplaats] , althans in Nederland
door geweld en / of een andere feitelijkheid en / of door bedreiging met
geweld en / of een andere feitelijkheid [slachtoffer 3] heeft gedwongen tot
het ondergaan van handelingen die hebben bestaan uit of mede hebben bestaan
uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij verdachte,
die [slachtoffer 3] (telkens)
- vaginaal en/of anaal en/of oraal gepenetreerd met zijn penis en/of zijn
vinger(s) en/of
- een dildo en/of een fles doucheschuim bij zichzelf laten inbrengen en/of
- naakt squatbewegingen / diepe kniebuigingen voor hem laten maken,
terwijl zij aangaf dat zij dit niet wilde en/of huilde en/of hem
(herhaaldelijk) vroeg hiermee op te houden,
welke handelingen gepaard gingen met en/of werden voorafgegaan en/of gevolgd
door
- het tegen een muur en/of een matras en/of een wasmachine duwen en/of gedrukt
houden van die [slachtoffer 3] en/of
- het (met gebalde vuisten) slaan en/of stompen op/tegen het hoofd en/of het
lichaam van die [slachtoffer 3] en/of
- het schoppen tegen het/de be(e)n(en), althans het lichaam van die [slachtoffer 3]
en/of
- het knijpen in het/de be(e)n(en), althans het lichaam van die [slachtoffer 3] en/of
- het trekken aan de haren van die [slachtoffer 3] en/of het vasthouden van het hoofd
van die [slachtoffer 3] en/of
- het richten van een heel koude en/of een heel hete douchestraal op het
gezicht en/of het lichaam van die [slachtoffer 3] ;
art 242 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Proces-verbaal van voorgeleiding, 2014338454 d.d. 23 april2015, proces-verbaal van bevindingen verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 7] , pagina 133.
2.Voornoemd proces-verbaal, pagina 135
3.Voornoemd proces-verbaal, pagina 136
4.Schriftelijk bescheid: akte van geboorte, dossiernummer 2014338454D, pagina 1291
5.Proces-verbaal terechtzitting 2 februari 2016
6.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier, dossiernummer 2014338454B, onderzoek Ringmus, bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
7.Voornoemd proces-verbaal, pagina 337 en 338
8.Voornoemd proces-verbaal, pagina 341
9.Voornoemd proces-verbaal, pagina 342
10.Proces-verbaal van bevindingen verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , pagina 344
11.Voornoemd proces-verbaal, p. 351
12.Voornoemd proces-verbaal, p. 352
13.Voornoemd proces-verbaal, p. 354
14.Voornoemd proces-verbaal, p. 358
15.Voornoemd proces-verbaal, pagina 379
16.Voornoemd proces-verbaal, pagina 380
17.Proces-verbaal van bevindingen verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , pagina 384
18.Voornoemd proces-verbaal, pagina 387
19.Voornoemd proces-verbaal, pagina 387
20.Voornoemd proces-verbaal, pagina 388
21.Voornoemd proces-verbaal, pagina 389 en 390
22.Voornoemd proces-verbaal, pagina 391
23.Voornoemd proces-verbaal, pagina 397
24.Voornoemd proces-verbaal, pagina 391 en 392
25.Voornoemd proces-verbaal, pagina 395 en 396
26.Proces-verbaal van bevindingen verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 2] , pagina 398 en 399
27.Proces-verbaal verhoor [A] , pagina 188
28.Voornoemd proces-verbaal, pagina 189
29.Voornoemd proces-verbaal, pagina 192
30.Proces-verbaal verhoor [B] , pagina 249
31.Voornoemd proces-verbaal, pagina 250
32.Proces-verbaal verhoor [C] , pagina 287
33.Voornoemd proces-verbaal, pagina 288
34.Voornoemd proces-verbaal, pagina 291
35.Proces-verbaal verhoor [D] , pagina 321
36.Voornoemd proces-verbaal, pagina 322
37.Voornoemd proces-verbaal, pagina 324
38.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 6] , pagina 578
39.Voornoemd proces-verbaal, pagina 590
40.Voornoemd proces-verbaal, pagina 605
41.Voornoemd proces-verbaal, pagina 599
42.Voornoemd proces-verbaal, pagina 600
43.Voornoemd proces-verbaal, pagina 601
44.Voornoemd proces-verbaal, pagina 606
45.Voornoemd proces-verbaal, pagina 580
46.Voornoemd proces-verbaal, pagina 581
47.Voornoemd proces-verbaal, pagina 582
48.Voornoemd proces-verbaal, pagina 602
49.Voornoemd proces-verbaal, pagina 583
50.Voornoemd proces-verbaal, pagina 587
51.Voornoemd proces-verbaal, pagina 588
52.Voornoemd proces-verbaal, pagina 591
53.Voornoemd proces-verbaal, pagina 583
54.Voornoemd proces-verbaal, pagina 595
55.Voornoemd proces-verbaal, pagina 584
56.Voornoemd proces-verbaal, pagina 589
57.Voornoemd-proces-verbaal, pagina 607
58.Voornoemd proces-verbaal, pagina 584
59.Voornoemd proces-verbaal, pagina 585
60.Voornoemd proces-verbaal, pagina 594
61.Voornoemd proces-verbaal, pagina 585
62.Voornoemd proces-verbaal, pagina 612
63.Proces-verbaal bevindingen verbalisant [verbalisant 4] , pagina 435 en 436
64.NFI rapport d.d. 15 juli 2015, pagina 1249 en 1250 van dossiernummer 2014338454C
65.Voornoemd proces-verbaal, pagina 395 en 396
66.Proces-verbaal van voorgeleiding, 2014338454 d.d. 23 april2015, proces-verbaal van bevindingen verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 7] , pagina 136
67.Proces-verbaal van doorzoeking vn verbalisant [verbalisant 8] , pagina 154
68.Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1270, 1271 en 1272
69.NFI rapport d.d. 11 juni 2015, pagina 1251 en 1252
70.Proces-verbaal terechtzitting 2 februari 2016
71.3e Verklaring verdachte, pagina 108
72.Kennisgevingen inbeslagneming, pagina 1258 en 1282
73.Proces-verbaal verbalisant [verbalisant 9] , pagina 995
74.Voornoemd proces-verbaal, pagina 996
75.Voornoemd proces-verbaal, pagina 997
76.akte van geboorte, dossiernummer 2014338454D, pagina 1291
77.Proces-verbaal, pagina 392
78.Proces-verbaal terechtzitting 2 februari 2016
79.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier, met dossiernummer PL14OF-2013007817, bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren. Voor zover het gaat om geschriften als bedoeld in artikel 344.1.5 Wetboek van Strafvordering, worden deze alleen gebruikt in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen.
80.Aangifte [slachtoffer 2] , pagina 7
81.Aangifte [slachtoffer 2] , pagina 14
82.Voornoemde aangifte, pagina 15
83.Voornoemde aangifte, pagina 16
84.Voornoemde aangifte, pagina 17
85.Voornoemde aangifte, pagina 18
86.Voornoemde aangifte, pagina 19
87.Voornoemde aangifte, pagina 20
88.Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 2] door de rechter-commissaris d.d. 6 oktober 2015
89.Aangifte van [slachtoffer 2] , pagina 36 en 37
90.Aangifte van [slachtoffer 2] , pagina 40
91.Voornoemde aangifte, pagina 41
92.Voornoemde aangifte, pagina 42
93.Voornoemde aangifte, pagina 43
94.Voornoemde aangifte, pagina 44
95.Voornoemde aangifte, pagina 45
96.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 5] , pagina 50 en 51
97.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 5] , pagina 52, 53 en 54
98.Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 10] , pagina 73
99.Proces-verbaal verhoor getuige [slachtoffer 3] , pagina 68
100.Bijlage bij proces-verbaal van bevindingen, pagina 77
101.Proces-verbaal van verhoor van [getuige] door de rechter-commissaris d.d. 7 oktober 2015
102.Proces-verbaal terechtzitting 2 februari 2016
103.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering, te weten proces-verbaal PL0900-2015155641. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
104.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3] , pagina 27
105.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 3] , pagina 13
106.Voornoemd proces-verbaal, pagina 14
107.Voornoemd proces-verbaal, pagina 15
108.Voornoemd proces-verbaal, pagina 16
109.Voornoemd proces-verbaal, pagina 17
110.Voornoemd proces-verbaal, pagina 18
111.Voornoemd proces-verbaal, pagina 19
112.Voornoemd proces-verbaal, pagina 20
113.Medische informatie van huisarts [huisarts] , d.d. 15 maart 2012, ongenummerde bijlage bij PV PL0900-2015155641-9
114.Proces-verbaal PL0900-2014144641, proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 2] , pagina 52 en 53