Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
Waardering van de bewijsmiddelen
- de bekennende verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 11 december 2014;
- een proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 8 november 2011, zaak 313, bijlage 7, p. 69 en p. 70.
- de bekennende verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 11 december 2014;
- een ongedateerde kennisgeving van inbeslagneming, documentcode 201201231618.4582, zaaksdossier 314, bijlage 28, p. 628;
- een ongedateerde kennisgeving van inbeslagneming, documentcode 201201240840.4582, zaaksdossier 314, bijlage 28, p. 629;
- een ongedateerde kennisgeving van inbeslagneming, documentcode 201201240833.4582, zaaksdossier 314, bijlage 28, p. 630;
- een proces-verbaal Opiumwet, zaaksdossier 314, bijlage 30, p. 648.
5.Bewezenverklaring
terwijl hij verdachte en zijn mededaders wisten, dat dat geldbedrag - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf;
hij in de periode van 1 september 2006 tot en met 1 juni 2010 in de gemeente Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen telkens geschriften bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, te weten facturen valselijk heeft opgemaakt met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen doen te gebruiken bestaande die valsheid uit het vermelden op die facturen dat kosten in rekening zijn gebracht voor een renovatie en/of waar die kosten voor zijn gemaakt en/of dat die facturen zijn voldaan terwijl die renovatie en/of betaling niet heeft plaatsgevonden en/of dat gebruiken of doen gebruiken uit het overleggen van die valse facturen aan banken ter verkrijging van een uitbetaling van het bouwdepot met betrekking tot de onroerende zaken/woningen gelegen aan de [adres] te [plaats] en [adres] te [plaats];
6.Strafbaarheid van de feiten
7.Strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregelen
9.Benadeelde partijen
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
- 47, 57, 63, 91, 140, 225 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht,
- 55 van de Wet wapens en munitie en
- 11 van de Opiumwet;
11.Beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van 9 maanden;