ECLI:NL:RBMNE:2015:9472

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
8 december 2015
Publicatiedatum
27 januari 2016
Zaaknummer
16/700175-15
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oplichting en valsheid in geschrift met betrekking tot babyvoeding

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 8 december 2015, stond de verdachte terecht voor oplichting en valsheid in geschrift. De zaak betreft meerdere incidenten waarbij de verdachte, samen met anderen, probeerde medewerkers van verschillende apotheken te misleiden om babyvoeding te verkrijgen door middel van vervalste machtigingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 6 augustus 2015 te Utrecht een medewerker van apotheek 1 heeft geprobeerd op te lichten en in de periode van 13 juli tot 6 augustus 2015 meerdere apotheken heeft opgelicht. De verdachte heeft een valse machtiging opgemaakt en deze gebruikt om babyvoeding te verkrijgen. Tijdens de zitting op 24 november 2015 heeft de verdachte zijn betrokkenheid bij de feiten bekend, maar de verdediging heeft betoogd dat niet alle feiten bewezen konden worden, met uitzondering van de oplichting bij apotheek 1. De rechtbank heeft de aangiften van de apotheken en de bekennende verklaring van de verdachte als bewijs gebruikt en heeft geoordeeld dat de feiten wettig en overtuigend bewezen zijn. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 120 dagen, waarvan 77 dagen voorwaardelijk, en een werkstraf van 60 uren. Daarnaast zijn er schadevergoedingen toegewezen aan de benadeelde apotheken, die als gevolg van de oplichtingen schade hebben geleden. De rechtbank heeft de verdachte ook onder toezicht van de reclassering gesteld, met bijzondere voorwaarden voor zijn gedrag tijdens de proeftijd.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/700175-15 (P)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 8 december 2015.
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [1989] ,
wonende te ( [postcode] ) [woonplaats] , [adres] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 24 november 2015. De verdachte is in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door mr . P.J.M. van Galen, advocaat te Utrecht.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1: op 6 augustus 2015 te Utrecht samen met (een) ander(en) heeft geprobeerd om een medewerker van [apotheek 1] op te lichten;
feit 2: in de periode van 13 juli 2015 tot en met 6 augustus 2015 samen met (een) ander(en) te Zeist en/of Utrecht en/of Driebergen-Rijsenburg en/of Hilversum meerdere medewerkers van meerdere apotheken heeft opgelicht;
feit 3: in de periode van 13 juli 2015 tot en met 6 augustus 2015 te Zeist en/of Utrecht en/of Driebergen-Rijsenburg en/of Hilversum samen met (een) ander(en) een valse machtiging heeft opgemaakt en die valse machtiging heeft gebruikt bij een apotheek om babyvoeding te verkrijgen.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat voor zover het onder 2 en 3 ten laste gelegde ziet op [apotheek 8] te [vestigingsplaats] er geen bewezenverklaring kan volgen. Uit het dossier is ten aanzien van deze apotheek niet vast komen te staan dat met een vals opgemaakte machtiging blikken babyvoeding afhandig zijn gemaakt.
Volgens de officier van justitie kunnen de feiten, gelet op onder meer de geheel bekennende verklaring van verdachte, voor het overige wettig en overtuigend bewezen worden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich evenals de officier van justitie op het standpunt gesteld dat de feiten, met uitzondering van [apotheek 8] te [vestigingsplaats] , wettig en overtuigend bewezen kunnen worden.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem onder feit 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, zoals deze hieronder bewezen zijn verklaard. Verdachte heeft deze feiten bekend en er is door de verdediging geen vrijspraak bepleit. Onder deze omstandigheden zal de rechtbank met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen. [1]
T.a.v. feit 1:
- de aangifte van [aangever 1] , namens [apotheek 1] te [vestigingsplaats] ; [2]
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 24 november 2015.
T.a.v. feit 2 en 3:
- de aangifte van [aangever 2] , namens [apotheek 2] te [vestigingsplaats] , gemeente [gemeente] ; [3]
- de aangifte van [aangever 1] , namens [apotheek 1] te [vestigingsplaats] ; [4]
- de aangifte van [aangever 3] , namens [apotheek 3] te [vestigingsplaats] ; [5]
- de aangifte van [aangever 4] , namens [apotheek 4] te [vestigingsplaats] ; [6]
- de aangifte van [aangever 5] , namens [apotheek 1] te [vestigingsplaats] [7] en een aanvullende verklaring van [aangever 5] ; [8]
- de aangifte van [aangever 6] , namens [apotheek 5] te [vestigingsplaats] ; [9]
- de aangifte van [aangever 7] , namens Diëtistenpraktijk [naam diëtistenpraktijk] te [vestigingsplaats] ; [10]
- de aangifte van [aangever 8] , namens [apotheek 6] te [vestigingsplaats] ; [11]
- de aangifte van [aangever 9] , namens [apotheek 7] te [vestigingsplaats] ; [12]
- de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 24 november 2015.
De hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden worden slechts gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop deze blijkens de inhoud kennelijk betrekking hebben.
De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte met een valse machtiging [apotheek 8] te [vestigingsplaats] blikken babyvoeding afhandig heeft gemaakt. Verdachte heeft verklaard dat hij de 79 blikken genoemd in de aangifte van deze apotheek middels een machtiging van zijn huisarts en op naam van zijn dochter heeft afgehaald. Met de officier van justitie en de raadsman is de rechtbank van oordeel dat de politie onvoldoende onderzoek heeft verricht naar de juistheid van deze verklaring en het derhalve op dit moment niet vast te stellen is of sprake is geweest van oplichting en/of een vals opgemaakte machtiging.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
op 6 augustus 2015 te [vestigingsplaats] , ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse hoedanigheid en door listige kunstgrepen, een medewerker van [apotheek 1] te bewegen tot de afgifte van blikken babyvoeding (Nutrilon Pepti), met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid als volgt heeft gehandeld: hebbende hij, verdachte, zich voorgedaan als een bonafide afnemer van babyvoeding (Nutrilon Pepti) met een daarvoor vervalste machtiging, zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid.
2.
op tijdstippen in de periode van 13 juli 2015 tot met 6 augustus 2015 in het arrondissement Midden-Nederland, telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen telkens door het aannemen van een valse hoedanigheid en door een listige kunstgrepen, medewerkers van meerdere apotheken heeft bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid blikken babyvoeding (Nutrilon Pepti),
hebbende verdachte toen aldaar telkens met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en listiglijk en bedrieglijk en in strijd met de waarheid zich voorgedaan als een bonafide afnemer van babyvoeding (Nutrilon Pepti), met een
daarvoor bestemde vervalste machtiging, waardoor die medewerkers telkens werden bewogen tot bovenomschreven afgifte.
3.
op tijdstippen in de periode van 13 juli 2015 tot en met 6 augustus 2015 in het arrondissement Midden-Nederland, een machtiging (voor Nutrilon pepti babyvoeding) - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte valselijk een machtiging gemaakt als ware deze afkomstig van diëtistenpraktijk [naam diëtistenpraktijk] , zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken
en
op tijdstippen in de periode van 13 juli 2015 tot en met 6 augustus 2015 in het arrondissement Midden-Nederland, opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een vervalste machtiging (voor Nutrilon pepti babyvoeding), - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat geschrift telkens echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat hij die valse machtiging heeft getoond bij een apotheek teneinde babyvoeding te verkrijgen en bestaande die vervalsing hierin dat hij verdachte deze machtiging hebben opgesteld, als ware deze afkomstig van/opgesteld door de diëtistenpraktijk [naam diëtistenpraktijk] .
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als
feit 1: poging tot oplichting;
feit 2: oplichting, meermalen gepleegd;
feit 3: valsheid in geschrift, meermalen gepleegd en opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, meermalen gepleegd.
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot:
  • een gevangenisstraf van 120 dagen, met aftrek van voorarrest, waarvan 77 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en de bijzondere voorwaarden -kort gezegd-: een meldplicht bij de reclassering en indien de reclassering dat nodig acht het meewerken aan een intake en een mogelijke behandeling bij een forensisch psychiatrische instelling;
  • een werkstraf van 100 uren, met bevel, voor het geval dat verdachte de werkstraf niet naar behoren (heeft) verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 50 dagen.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht de strafoplegging te beperken tot de door officier van justitie gevorderde deels voorwaardelijke gevangenisstraf met bijzondere voorwaarden. Een eventuele werkstraf zou verdachte namelijk kunnen belemmeren in zijn zoektocht naar werk, aldus de raadsman.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft een groot aantal apotheken opgelicht en éénmaal gepoogd een apotheek op te lichten. Deze oplichtingen, met als doel babyvoeding te verkrijgen, kwamen tot stand door gebruikmaking van door verdachte vervalste machtigingen. Met deze machtigingen kan babyvoeding worden verkregen zonder daarvoor aan de apotheek te betalen, aangezien deze kosten direct bij de ziektekostenverzekeraar in rekening worden gebracht. De door verdachte gepleegde oplichtingen, het vervalsen van machtigingen en het gebruik maken daarvan, leveren op de eerste plaatst directe schade op voor de apotheken. Zij hebben namelijk babyvoeding aan verdachte afgegeven die een flinke waarde vertegenwoordigt en zijn daarbij - achteraf ten onrechte - in goed vertrouwen afgegaan op de machtigingen die door verdachte zijn overgelegd. De apotheken konden vervolgens geen aanspraak maken op enige vergoeding van de verzekeraar. Daarnaast is in het handelsverkeer vertrouwen een belangrijk uitgangspunt, misbruik daarvan levert economische en maatschappelijke schade op.
De door verdachte gepleegde feiten zijn ergerlijk, niet alleen omdat aan de direct betrokken apotheken schade is toegebracht, maar ook omdat daarbij de reputatie van anderen is geschonden. Zo heeft verdachte, om de vervalste machtiging als echt en onvervalst te doen overkomen, de naam en gegevens gebruikt van een bestaande diëtistenpraktijk in zijn woonplaats. Verdachte heeft zich bij dit alles kennelijk alleen laten leiden door zijn zucht naar financieel gewin. Verdachte heeft niet stilgestaan bij de gevolgen voor zijn slachtoffers en is pas met zijn gedragingen gestopt, nadat zijn bedrog werd ontdekt. De rechtbank rekent verdachte de door hem gepleegde feiten zwaar aan.
De rechtbank heeft rekening gehouden met een de verdachte betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 2 oktober 2015. Hieruit blijkt dat verdachte weliswaar in het verleden ter zake vermogensdelicten is veroordeeld, maar dat deze veroordelingen te lang geleden hebben plaatsgevonden om hiermee rekening te houden in verband met de zogenaamde recidiveregeling.
Omtrent verdachte heeft Reclassering Nederland een rapport d.d. 17 november 2015 opgemaakt. In dit rapport wordt weergegeven dat verdachte voorafgaand aan de delicten geen werk had en hij zijn financiële verplichtingen niet meer kon voldoen. Het plegen van de delicten leek voor verdachte een goede oplossing. Verdachte is zich thans meer dan voorheen bewust van zijn lakse, afwachtende houding die onder meer debet is geweest aan zijn werkloosheid. Hoewel hij over zelfinzicht beschikt en zijn leven een positieve wending wil geven, is deze veranderde houding volgens de reclassering nog erg fragiel. Een reclasseringstoezicht om hierop toe te zien en hem te ondersteunen in te maken stappen is geïndiceerd. De verdachte heeft ter terechtzitting ook verklaard dat hij hiertoe gemotiveerd is.
In het voordeel van verdachte weegt de rechtbank uitdrukkelijk mee dat verdachte openheid van zaken heeft gegeven en van meet af aan heeft meegewerkt aan het strafrechtelijk onderzoek.
De rechtbank acht alles afwegende een gevangenisstraf van 120 dagen, met aftrek van het voorarrest, waarvan 77 dagen voorwaardelijk, alsmede een werkstraf van 60 uren passend en geboden. De rechtbank zal aan de voorwaardelijke gevangenisstraf de bijzondere voorwaarden verbinden dat verdachte zich dient te houden aan de aanwijzingen van de reclassering en dat verdachte zich aldaar dient te melden, zo frequent als de reclassering dat nodig acht.

9.Ten aanzien van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde partij [apotheek 9] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrag van € 152,58 aan materiële schade gevoegd in het strafproces.
De benadeelde partij [apotheek 5] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 287,86 aan materiële schade gevoegd in het strafproces.
De benadeelde partij [apotheek 1] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 761,22 aan materiële schade gevoegd in het strafproces.
De benadeelde partij [apotheek 2] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 177,15 aan materiële schade gevoegd in het strafproces.
De benadeelde partij [apotheek 3] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 332,15 aan materiële schade gevoegd in het strafproces.
De benadeelde partij [apotheek 4] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 314,41 aan materiële schade gevoegd in het strafproces.
De benadeelde partij [apotheek 6] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 642,15 aan materiële schade gevoegd in het strafproces.
9.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vorderingen tot schadevergoeding, met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel en de wettelijke rente. In het geval van de vordering van [apotheek 5] dient de verstrekking van babyvoeding op 2 juli 2015, ten bedrag van € 88,57, niet voor vergoeding in aanmerking te komen, daar deze datum van verstrekking buiten de bewezenverklaarde periode valt, aldus de officier van justitie.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich met betrekking tot de vorderingen van de benadeelde partijen gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De vordering van [apotheek 9]
De rechtbank heeft geen aangifte van [apotheek 9] in het dossier aangetroffen en zodoende is de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering. De benadeelde partij kan de vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
De vordering van [apotheek 5]
De behandeling van de vordering van [apotheek 5]
,levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op. Het is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op € 199,29. De rechtbank heeft bij de hoogte van het bedrag rekening gehouden met het feit dat op 2 juli 2015 ook babyvoeding, ten bedrage van € 88,57, aan verdachte is verstrekt, maar dat deze datum buiten de bewezenverklaarde periode valt.
De rechtbank acht, gelet op het vorenstaande, een bedrag van € 199,29,- toewijsbaar. De vordering zal dan ook tot dat bedrag worden toegewezen, met dien verstande dat dit bedrag vermeerderd dient te worden met de wettelijke rente berekend vanaf 31 juli 2015 tot de dag der algehele voldoening. De vordering zal voor het overige deel niet-ontvankelijk verklaard worden. De benadeelde partij kan dat deel bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van de benadeelde partij voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd.
De vordering van [apotheek 1]
De behandeling van de vordering van [apotheek 1]
,levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op. Het is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op € 761,22.
De rechtbank acht dan ook een bedrag van € 761,22,- toewijsbaar. De vordering zal dan ook tot dat bedrag worden toegewezen, met dien verstande dat dit bedrag vermeerderd dient te worden met de wettelijke rente berekend vanaf 6 augustus 2015 tot de dag der algehele voldoening.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van de benadeelde partij voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd.
De vordering van [apotheek 2]
De behandeling van de vordering van [apotheek 2]
,levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op. Het is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op € 177,15.
De rechtbank acht dan ook een bedrag van € 177,15,- toewijsbaar. De vordering zal dan ook tot dat bedrag worden toegewezen, met dien verstande dat dit bedrag vermeerderd dient te worden met de wettelijke rente berekend vanaf 28 juli 2015 tot de dag der algehele voldoening.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van de benadeelde partij voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd.
De vordering van [apotheek 3]
De behandeling van de vordering van [apotheek 3]
,levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op. Het is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op € 332,15.
De rechtbank acht dan ook een bedrag van € 332,15 toewijsbaar. De vordering zal dan ook tot dat bedrag worden toegewezen, met dien verstande dat dit bedrag vermeerderd dient te worden met de wettelijke rente berekend vanaf 31 juli 2015 tot de dag der algehele voldoening.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van de benadeelde partij voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd.
De vordering van [apotheek 4]
De behandeling van de vordering van [apotheek 4]
,levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op. Het is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op € 61,61. De rechtbank heeft bij de hoogte van het bedrag rekening gehouden met het feit dat op 9 juli en 10 juli 2015 ook babyvoeding, ten bedrage van respectievelijk € 61,61 en € 191,19, aan verdachte is verstrekt, maar dat deze data buiten de bewezenverklaarde periode vallen.
De rechtbank acht, gelet op het vorenstaande, een bedrag van € 61,61 toewijsbaar. De vordering zal dan ook tot dat bedrag worden toegewezen, met dien verstande dat dit bedrag vermeerderd dient te worden met de wettelijke rente berekend vanaf 31 juli 2015 tot de dag der algehele voldoening. De vordering zal voor het overige deel niet-ontvankelijk verklaard worden. De benadeelde partij kan dat deel bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van de benadeelde partij voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd.
De vordering van [apotheek 6]
De behandeling van de vordering van [apotheek 6]
,levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op. Het is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op € 442,86. De rechtbank heeft bij de hoogte van het bedrag rekening gehouden met het feit dat op 23 juni en 2 juli 2015 ook babyvoeding, ten bedrage van respectievelijk € 110,72 en € 88,57, aan verdachte is verstrekt, maar dat deze data buiten de bewezenverklaarde periode vallen.
De rechtbank acht, gelet op het vorenstaande, een bedrag van € 442,86 toewijsbaar. De vordering zal dan ook tot dat bedrag worden toegewezen, met dien verstande dat dit bedrag vermeerderd dient te worden met de wettelijke rente berekend vanaf 31 juli 2015 tot de dag der algehele voldoening. De vordering zal voor het overige deel niet-ontvankelijk verklaard worden. De benadeelde partij kan dat deel bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van de benadeelde partij voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 36f, 45, 57, 225, 326 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

11.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1: poging tot oplichting;
feit 2: oplichting, meermalen gepleegd;
feit 3: valsheid in geschrift, meermalen gepleegd en opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
Strafoplegging
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
120 dagen.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Bepaalt dat een gedeelte, te weten 77 dagen, van deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende voorwaarden houdt.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
4. Veroordeelde moet zich persoonlijk binnen een werkdag volgend op de datum van het onherroepelijk worden van het onderhavige vonnis melden bij Reclassering Nederland op het adres: Vivaldiplantsoen 200 te Utrecht. Hierna moet veroordeelde zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.
5. Veroordeelde moet zich onmiddellijk onder toezicht en leiding van Reclassering Nederland stellen. Vervolgens moet hij gedurende de proeftijd onder toezicht en leiding Reclassering Nederland blijven en zich naar de door of namens die instelling te geven aanwijzingen gedragen, zolang deze instelling dat nodig vindt.
Geeft aan genoemde instelling opdracht veroordeelde toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Veroordeelt verdachte tot een taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid, van 60 uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 30 dagen.
Benadeelde partij [apotheek 9]
Verklaart de benadeelde partij [apotheek 9] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat deze vordering kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de
vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Benadeelde partij [apotheek 5]
Wijst de vordering van [apotheek 5] toe tot een bedrag van € 199,29, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2015 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [apotheek 5] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering is en bepaalt dat dit gedeelte kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [apotheek 5] , € 199,29,- aan de Staat te betalen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 3 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op. Laatstgenoemd bedrag dient vermeerderd te worden met de wettelijke rente daarover, zoals hiervoor vermeld.
Benadeelde partij [apotheek 1]
Wijst de vordering van [apotheek 1] toe tot een bedrag van € 761,22, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 augustus 2015 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [apotheek 1] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [apotheek 1] , € 761,22 aan de Staat te betalen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 15 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op. Laatstgenoemd bedrag dient vermeerderd te worden met de wettelijke rente daarover, zoals hiervoor vermeld.
Benadeelde partij [apotheek 2]
Wijst de vordering van [apotheek 2] toe tot een bedrag van € 177,15, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 juli 2015 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [apotheek 2] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [apotheek 2] , € 177,15 aan de Staat te betalen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 3 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op. Laatstgenoemd bedrag dient vermeerderd te worden met de wettelijke rente daarover, zoals hiervoor vermeld.
Benadeelde partij [apotheek 3]
Wijst de vordering van [apotheek 3] toe tot een bedrag van € 332,15, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2015 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [apotheek 3] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [apotheek 3] , € 332,15 aan de Staat te betalen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 6 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op. Laatstgenoemd bedrag dient vermeerderd te worden met de wettelijke rente daarover, zoals hiervoor vermeld.
Benadeelde partij [apotheek 4]
Wijst de vordering van [apotheek 4] toe tot een bedrag van € 61,61, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2015 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [apotheek 4] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering is en bepaalt dat dit gedeelte kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [apotheek 4] , € 61,61 aan de Staat te betalen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 1 dag. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op. Laatstgenoemd bedrag dient vermeerderd te worden met de wettelijke rente daarover, zoals hiervoor vermeld.
Benadeelde partij [apotheek 6]
Wijst de vordering van [apotheek 6] toe tot een bedrag van € 442,86, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 31 juli 2015 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [apotheek 6] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering is en bepaalt dat dit gedeelte kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [apotheek 6] , € 442,86 aan de Staat te betalen, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 8 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op. Laatstgenoemd bedrag dient vermeerderd te worden met de wettelijke rente daarover, zoals hiervoor vermeld.
Voorlopige hechtenis
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.P. Schotman, voorzitter, mrs. G. Veldhoen en S.B. Smit-Colenbrander, rechters, in tegenwoordigheid van J.J. Veldhuizen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 8 december 2015.
BIJLAGE : De tenlastelegging
1.
hij op of omstreeks 6 augustus 2015 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het
oogmerk om zich en / of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door
het aannemen van een valse naam en / of van een valse hoedanigheid en / of
door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en / of door een samenweefsel van
verdichtsels, een medewerker van [apotheek 1] te bewegen tot de
afgifte van een of meer blikken babyvoeding (Nutrilon Pepti), in elk geval van
enig goed, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en
/ of listiglijk en / of bedrieglijk en / of in strijd met de waarheid als
volgt heeft gehandeld: zijnde en / of hebbende hij, verdachte, en / of (één of
meer van) zijn mededader(s) zich voorgedaan als een bonafide afnemer van
babyvoeding (Nutrilon Pepti) (met een daarvoor machtiging),
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
art 47 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 13 juli 2015 tot
en met 6 augustus 2015 te Zeist en/of Utrecht en/of Driebergen-Rijsenburg
en/of Hilversum,
althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk om zich en /of (een) ander (en) wederrechtelijk te
bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en / of van een
valse hoedanigheid en / of door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en / of
door een samenweefsel van verdichtsels, meerdere medewerkers van meerdere
apotheken heeft / hebben bewogen tot de afgifte van een hoeveelheid blikken
babyvoeding (Nutrilon Pepti), in elk geval van enig goed,
hebbende verdachte en / of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met
vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - opzettelijk valselijk en / of
listiglijk en / of bedrieglijk en / of in strijd met de waarheid zich
voorgedaan als een bonafide afnemer van babyvoeding (Nutrilon Pepti) (met een
daarvoor bestemde machtiging),
waardoor die medewerkers (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven
afgifte;
art 47 Wetboek van Strafrecht
art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 13 juli 2015 tot
en met 6 augustus 2015 te Zeist en/of Utrecht en/of Hilversum, althans in het
arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of
anderen, althans alleen,
een machtiging (voor Nutrilon pepti babyvoeding) - zijnde een
geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - valselijk
heeft opgemaakt of vervalst, immers heeft verdachte en/of zijn mededaders
valselijk een machtiging gemaakt als ware deze afkomstig van diëtistenpraktijk
[naam diëtistenpraktijk] , zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken
en/of
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 13 juli 2015 tot
en met 6 augustus 2015 te Zeist en/of Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen,
opzettelijk gebruik heeft gemaakt van een valse of vervalste machtiging (voor
Nutrilon pepti babyvoeding), - zijnde (een) geschrift(en) dat bestemd was om
tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat geschrift (telkens) echt en
onvervalst, bestaande dat
gebruikmaken hierin dat hij en/of zijn mededader(s) (telkens)
die (valse) machtiging heeft/hebben getoond bij een apotheek teneinde
babyvoeding te verkrijgen
en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat hij verdachte en/of zijn
mededader(s)
deze machtiging hebben opgesteld, als ware deze afkomstig van/opgesteld door
de diëtistenpraktijk [naam diëtistenpraktijk] ;
art 47 Wetboek van Strafrecht
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van verhoor [aangever 1] , inclusief machtigingen, pag. 158 t/m 161.
3.Proces-verbaal van verhoor [aangever 2] , inclusief machtigingen, pag. 276 t/m 283.
4.Idem voetnoot 2.
5.Proces-verbaal van verhoor [aangever 3] , inclusief machtigingen, pag. 209 t/m 217.
6.Proces-verbaal van verhoor [aangever 4] , inclusief machtigingen, pag. 224 t/m 228.
7.Proces-verbaal van verhoor [aangever 5] , inclusief machtigingen, pag. 230 t/m 242.
8.Idem, pag. 243 en 244.
9.Proces-verbaal van verhoor [aangever 6] , inclusief machtigingen, pag. 246 t/m 254.
10.Proces-verbaal van verhoor [aangever 7] , pag. 258 t/m 260.
11.Proces-verbaal van verhoor [aangever 8] , pag. 264 t/m 266.
12.Proces-verbaal van verhoor [aangever 9] , inclusief machtiging, pag. 284 t/m 287.