ECLI:NL:RBMNE:2015:9429

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 december 2015
Publicatiedatum
15 januari 2016
Zaaknummer
16/661481-15 en 16/652662-14 (TUL)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal met geweld en wederrechtelijke vrijheidsberoving in Utrecht

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 17 december 2015, wordt verdachte beschuldigd van diefstal met geweld en wederrechtelijke vrijheidsberoving. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 28 juni 2015 in Utrecht, waarbij de aangever, [slachtoffer], werd vastgebonden en mishandeld door meerdere personen. Verdachte wordt ervan verdacht de deur te hebben opengedaan voor deze personen en aanwezig te zijn geweest tijdens de mishandeling. De tenlastelegging omvat onder andere diefstal van een mobiele telefoon van de aangever en medeplichtigheid aan de vrijheidsberoving van de aangever.

Tijdens de zitting op 3 december 2015 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De rechtbank oordeelt dat de dagvaarding geldig is en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging. De rechtbank heeft de bewijsvoering beoordeeld en komt tot de conclusie dat verdachte de mobiele telefoon van de aangever heeft gestolen, maar niet kan worden bewezen dat hij opzet had op geweld of bedreiging met geweld. De rechtbank spreekt verdachte vrij van de onderdelen van de tenlastelegging die betrekking hebben op de vrijheidsberoving en medeplichtigheid.

De rechtbank legt een gevangenisstraf van 3 maanden op voor de diefstal van de mobiele telefoon. De rechtbank houdt rekening met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is gepleegd en de eerdere veroordelingen van verdachte. De vordering van de officier van justitie met betrekking tot een voorwaardelijke veroordeling wordt afgewezen, omdat de rechtbank geen termen aanwezig acht voor toewijzing.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummers: 16/661481-15 en 16/652662-14 (TUL)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 17 december 2015
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [1970] te [geboorteplaats] ,
adres [adres] te [woonplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 3 december 2015. Verdachte is in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door mr. J.G.M. Dassen, advocaat te Utrecht.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is op de zitting gewijzigd.
De tenlastelegging is, met wijziging, als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
onder 1: samen met anderen een diefstal met geweld dan wel bedreiging met geweld heeft gepleegd;
onder 2 primair: samen met anderen [slachtoffer] wederrechtelijk van zijn vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden;
onder 2 subsidiair: medeplichtig is geweest aan het onder 2 primair tenlastegelegde door opzettelijk behulpzaam te zijn.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 primair tenlastegelegde heeft gepleegd.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat verdachte van de gehele tenlastelegging moet worden vrijgesproken, aangezien geen sprake is opzet op het wegnemen van goederen en op wederrechtelijke vrijheidsberoving en aangezien evenmin sprake is van opzet op medeplegen of medeplichtigheid.
4.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde
Aangever [slachtoffer] heeft verklaard dat hij op 28 juni 2015 in zijn woning in Utrecht werd vastgebonden door meerdere personen en vervolgens werd geschopt en geslagen. [2] Aangever heeft ook verklaard dat verdachte de deur had opengedaan voor deze personen en dat verdachte er de hele tijd bij aanwezig is geweest. [3] Verder heeft aangever verklaard dat zijn mobiele telefoon van het merk Nokia is weggenomen. [4]
Bij de fouillering van verdachte werd een mobiele telefoon van het merk Nokia aangetroffen. [5] De verbalisant [verbalisant 1] zag een afbeelding van de aangever als schermachtergrond. De aangever heeft verklaard dat hij op zijn mobiele telefoon een afbeelding van zichzelf had als schermachtergrond. [6]
Verdachte heeft verklaard dat hij de mobiele telefoon van de aangever bij zich had. [7]
De eerst ter terechtzitting door verdachte afgelegde verklaring dat hij de telefoon in bewaring had gekregen van de aangever acht de rechtbank niet aannemelijk, aangezien deze verklaring geen steun vindt in het dossier en verdachte in eerste instantie heeft verklaard dat hij de telefoon had meegenomen omdat hij bang was dat zijn medeverdachten de telefoon anders zouden meenemen. De rechtbank stelt op basis van de genoemde bewijsmiddelen vast dat verdachte de Nokia telefoon van aangever wederrechtelijk heeft weggenomen.
Wel acht de rechtbank het zeer wel mogelijk dat verdachte methadon heeft gekocht van aangever, mede gelet op de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] dat aangever methadon verkocht en dat zijn koelkast vol methadon lag. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van de diefstal van methadon. Voor de overige in de tenlastelegging opgenomen objecten van diefstal is geen bewijs van wegnemen in het dossier voorhanden.
Niet is komen vast te staan dat het opzet van verdachte was gericht op geweld of bedreiging met geweld tegen het slachtoffer. Ook is naar het oordeel van de rechtbank niet komen vast te staan dat sprake is van de voor medeplegen vereiste bewuste en nauwe samenwerking. Verdachte heeft zich weliswaar niet gedistantieerd van het gebeuren, maar dit is onvoldoende om te oordelen dat sprake is van bewuste en nauwe samenwerking.
Verdachte wordt dan ook van deze onderdelen van het onder 1 tenlastegelegde vrijgesproken.
Conclusie
De rechtbank komt op grond van het hiervoor overwogene tot de conclusie dat verdachte de mobiele telefoon van [slachtoffer] heeft gestolen.
4.4
Vrijspraak
Niet is komen vast te staan dat verdachte het opzet had om [slachtoffer] van zijn vrijheid te beroven en beroofd te houden. Ook is naar het oordeel van de rechtbank niet komen vast te staan dat sprake is van de voor medeplegen vereiste bewuste en nauwe samenwerking of het opzet daarop. Verdachte heeft zich weliswaar niet gedistantieerd van het gebeuren, maar dit enkele gegeven is onvoldoende om te oordelen dat sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking. Het dossier bevat voor het overige geen aanknopingspunten voor het oordeel dat het aandeel van verdachte van voldoende gewicht is geweest om hem als medepleger te kunnen aanmerken. Daarbij merkt de rechtbank op dat voor haar niet is komen vast te staan dat verdachte bewust informatie over de verblijfplaats van aangever aan anderen heeft verschaft om de wederrechtelijke vrijheidsberoving mogelijk te maken. Ook is voor de rechtbank niet komen vast te staan dat verdachte tijdens de wederrechtelijke vrijheidsberoving de rol van bewaker heeft gehad. Evenmin is komen vast te staan dat verdachte het voor medeplichtigheid vereiste opzet heeft gehad. Niet is gebleken dat verdachte het opzet had om behulpzaam te zijn bij het wederrechtelijk van zijn vrijheid beroven van het slachtoffer.
Verdachte wordt dan ook van het onder 2 primair en 2 subsidiair tenlastegelegde vrijgesproken.
Ter terechtzitting is de medeverdachte J.F. [medeverdachte 1] als getuige gehoord. De raadsman van verdachte heeft het verweer gevoerd dat deze verklaring niet als bewijs gebruikt mag worden in de zaak tegen verdachte, aangezien dit in strijd is met het Nederlandse stelsel van strafvordering.
Gelet op de beslissing ten aanzien van het onder 2 tenlastegelegde, behoeft dit verweer geen bespreking.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4.3 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
op of omstreeks 28 juni 2015 te Utrecht, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een mobiele telefoon
toebehorende aan [slachtoffer] .
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als:
diefstal.
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 40 maanden, met aftrek van voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat, als de rechtbank toch medeplichtigheid aanneemt en tot strafoplegging komt, volstaan kan worden met een straf gelijk aan het voorarrest.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft, nadat het slachtoffer door anderen was vastgebonden en mishandeld, de mobiele telefoon van het slachtoffer weggenomen.
In het algemeen geldt dat diefstallen nare feiten zijn die naast financiële schade ook onrust in de maatschappij met zich brengen. In de onderhavige zaak heeft verdachte misbruik gemaakt van een situatie die was ontstaan door geweldshandelingen door anderen gepleegd. Dat rekent de rechtbank verdachte aan.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met een uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 30 juli 2015, waaruit blijkt dat verdachte vele malen eerder veroordeeld is voor het plegen van strafbare feiten, ook voor soortgelijke strafbare feiten, hetgeen hem er kennelijk niet van heeft weerhouden het onderhavige feit te plegen.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden gepast is.

9.Tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling

Bij de stukken bevindt zich de vordering van de officier van justitie in het arrondissement Utrecht van 10 juli 2015 in de zaak met parketnummer 16/652662-14, betreffende het onherroepelijk geworden vonnis d.d. 12 november 2014 van de politierechter in de rechtbank Midden-Nederland, locatie Utrecht, waarbij verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 weken, met bevel dat van deze straf een gedeelte, groot 4 weken niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat veroordeelde zich voor het einde van een op 2 jaar bepaalde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Gebleken is dat verdachte zich voor het einde van voornoemde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, zoals naar voren komt uit de verdere inhoud van dit vonnis.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn er echter, gelet op de strafoplegging in de onderhavige strafzaak afgezet tegen de tijd die verdachte in voorarrest heeft gezeten, geen termen aanwezig voor toewijzing van die vordering.
De vordering zal dan ook worden afgewezen.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht, zoals dit artikel luidde ten tijde van het bewezen verklaarde.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

11.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart het onder 2 primair en 2 subsidiair tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
diefstal.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
3 maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Wijst af de vordering na voorwaardelijke veroordeling van de officier van justitie in de zaak met parketnummer 16/652662-14.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.M. de Stigter, voorzitter, mrs. K.J. Veenstra en J.G. van Ommeren, rechters, in tegenwoordigheid van mr. S. Prinsen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 17 december 2015.
Mr. Veenstra is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE: de tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
1.
hij op of omstreeks 28 juni 2015 en/of 29 juni 2015 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
twee mobiele telefoons en/of een hoeveelheid methadon en/of levensmiddelen en/of sleutel(s), een hoeveelheid cocaïne en/of heroïne, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd
voorafgegaan en / of vergezeld en / of gevolgd van geweld en / of bedreiging
met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor
te bereiden en / of gemakkelijk te maken en / of om bij betrapping op
heterdaad aan zichzelf en / of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld
misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren, welk geweld en / of welke bedreiging met geweld
hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn medeverdachte(n) die [slachtoffer]
(in diens woning) hebben/heeft getrapt en/of geschopt en/of geslagen
en/of gestompt en/of een (thee)glas met kracht tegen het lichaam van die [slachtoffer]
hebben/heeft gegooid en/of die [slachtoffer] met kracht bij diens hoofd
vastgepakt en/of vastgehouden en/of die [slachtoffer] op een stoel hebben/heeft
vastgebonden en/of (vervolgens) die [slachtoffer] in die vastgebonden toestand in
een (inbouw/opslag)kast van diens woning hebben/heeft opgesloten en/of onderling (hoorbaar voor die [slachtoffer] ) besproken dat zij de hele avond bij hem zouden blijven zitten en/of dat ook feitelijk hebben gedaan en/of dat zij hem drie dagen vastgebonden zouden houden en/of dat zij hem met stoel en al op zouden tillen en/of in de gracht gooien en/of de deur van die kast op slot gedraaid;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
2.
Primair
hij op of omstreeks 28 juni 2015 en/of 29 juni 2015 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans
alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd
en / of beroofd gehouden, immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
opzettelijk wederrechtelijk
- zich de toegang tot de woning van die [slachtoffer] verschaft en/of
- die [slachtoffer] (in diens woning) getrapt en/of geschopt en/of geslagen en/of gestompt en/of een (thee)glas met kracht tegen, althans in de richting van het lichaam van die [slachtoffer] gegooid en/of die [slachtoffer] met kracht bij diens hoofd vastgepakt en/of vastgehouden en/of
- die [slachtoffer] (met natgemaakte repen textiel) op een stoel vastgebonden
en/of een jas, althans een voorwerp, over het hoofd van die [slachtoffer] gelegd
en/of gedurende langere tijd over het hoofd van die [slachtoffer] laten liggen
en/of
- die [slachtoffer] terwijl hij op die stoel vastgebonden zat in een
(inbouw/opberg)kast geplaatst en/of onderling (hoorbaar voor die [slachtoffer] )
besproken dat zij de hele avond bij hem zouden blijven zitten en/of dat eten
en/of "rokerij" zouden halen en/of dat zij hem drie dagen vastgebonden zouden
houden en/of dat zij hem met stoel en al op zouden tillen en/of in de gracht
gooien en/of
- ( op een later moment toen die [slachtoffer] reeds enige tijd vastgebonden op die
stoel in die kast verbleef) de deur van die kast op slot gedraaid;
art 282 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
een of meer nog onbekende personen op of omstreeks 28 juni 2015 en/of 29 juni 2015 te Utrecht,
althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met
elkaar, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de
vrijheid hebben/heeft beroofd en / of beroofd gehouden, immers hebben/heeft
die een of meer nog onbekend personen opzettelijk wederrechtelijk
- zich de toegang tot de woning van die [slachtoffer] verschaft en/of
- die [slachtoffer] (in diens woning) getrapt en/of geschopt en/of geslagen en/of gestompt en/of een (thee)glas met kracht tegen, althans in de richting van het lichaam van die [slachtoffer] gegooid en/of die [slachtoffer] met kracht bij diens hoofd vastgepakt en/of vastgehouden en/of
- die [slachtoffer] (met natgemaakte repen textiel) op een stoel vastgebonden
en/of een jas, althans een voorwerp, over het hoofd van die [slachtoffer] gelegd
en/of gedurende langere tijd over het hoofd van die [slachtoffer] laten liggen
en/of
- die [slachtoffer] terwijl hij op die stoel vastgebonden zat in een
(inbouw/opberg)kast geplaatst en/of
- onderling (hoorbaar voor die [slachtoffer] ) besproken dat zij de hele avond bij
hem zouden blijven zitten en/of dat eten en/of "rokerij" zouden gaan halen
en/of dat zij hem drie dagen vastgebonden zouden houden en/of dat zij hem met
stoel en al op zouden tillen en/of in de gracht gooien en/of
- ( op een later moment toen die [slachtoffer] reeds enige tijd vastgebonden op die
stoel in die kast verbleef) de deur van die kast op slot gedraaid
tot en/of bij welk feit hij, verdachte op 29 juni 2015 te Utrecht, althans in
het arrondissement Midden-Nederland, verdachte opzettelijk behulpzaam is
geweest door die een of meer nog onbekende personen in die woning van die [slachtoffer]
binnen te laten, althans de deur van die woning ten behoeve van die nog
onbekende personen te openen en/of
door gedurende bovenomschreven uitvoeringshandelingen in die woning te
verblijven waardoor hij die een of meer nog onbekende personen getalsmatig
versterkte en die [slachtoffer] door het getalsmatig overwicht van die in die
woning verblijvende personen zichzelf niet durfde te bevrijden;
art 47 Wetboek van Strafrecht
art 282 lid 1 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Indien hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt hierbij telkens verwezen naar de bijlagen bij de in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal van de politie Midden-Nederland, met nummer 1507231000.AD, onderzoek 09Ippon15, van 3 augustus 2015, doorgenummerde pagina's 1 tot en met 270.
2.Proces-verbaal van verhoor aangever, doorgenummerde pagina 141.
3.Proces-verbaal aangifte, doorgenummerde pagina 136.
4.Proces-verbaal van verhoor aangever, doorgenummerde pagina 141.
5.Proces-verbaal van bevindingen, doorgenummerde pagina 159.
6.Proces-verbaal van bevindingen, doorgenummerde pagina 160.
7.Proces-verbaal van verhoor verdachte, doorgenummerde pagina 50.