ECLI:NL:RBMNE:2015:6409

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
27 augustus 2015
Publicatiedatum
1 september 2015
Zaaknummer
3661041 MT 14-6500
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van de vereffening van de nalatenschap en vaststelling van vereffeningskosten

In deze zaak hebben verzoekers Caroline Marjolein van Gaalen en Jolanda Geraldine van Gaalen, erfgenamen van Willem van Gaalen, een verzoek ingediend tot opheffing van de vereffening van de nalatenschap. Tevens vroegen zij om vaststelling van de vereffeningskosten en dat de griffierechten ten laste van de Staat komen. De nalatenschap is beneficiair aanvaard, maar er resteert geen geld om verdere betalingen aan schuldeisers te doen. De kantonrechter heeft op 27 augustus 2015 de opheffing van de vereffening bevolen en de vereffeningskosten vastgesteld op € 1.222,96, inclusief btw. Dit bedrag kan ten laste van de boedel worden gebracht. De griffierechten die aan dit verzoek zijn verbonden, komen ten laste van de Staat. De kantonrechter heeft ook bepaald dat de opheffing van de vereffening bekendgemaakt moet worden via internet. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad en er kan binnen drie maanden hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Bewindsbureau – locatie Lelystad
zaaknummer: 3661041 MT 14-6500
datum: 27 augustus 2015
Beschikking op een verzoek tot opheffing van de vereffening en vaststelling vereffeningskosten ex artikel 4:209 lid 1 en 2 BW en mededeling negatieve nalatenschap ex artikel 4:199 lid 2 BW
inzake het verzoek van

Caroline Marjolein van Gaalen,

geboren te Delft op 30 oktober 1960,
wonende te 3435 HD Nieuwegein, Bosuil 13 en
Jolanda Geraldine van Gaalen,
geboren te Delft op 13 december 1958
wonende te 1056 VH Amsterdam, Pieter van der Doesstraat 44,
verzoekers.
inzake
de nalatenschap van
Willem van Gaalen, geboren te ’s-Gravenhage op 29 januari 1933 en overleden op 28 september 2014 te Hilversum, laatstelijk wonende te 1217 SH Hilversum, Paulus van Loolaan 21.

De procedure

De kantonrechter heeft kennis genomen van:
  • het op 8 december 2014 ter griffie ingediende verzoekschrift met bijlagen;
  • de boedelbeschrijving en het overzicht vereffeningskosten, ter griffie ingediend per e-mailbericht van 25 februari 2015.

De beoordeling

Verzoekers vragen de kantonrechter om opheffing van de vereffening. Daarbij verzoeken zij de vereffeningskosten vast te stellen en de griffierechten ten laste van de Staat te doen komen. Daarnaast doen verzoekers ingevolge artikel 4:199 lid 2 BW mededeling van een negatieve nalatenschap.
De nalatenschap van erflater is door verzoekers beneficiair aanvaard.
Uit de ingediende voorlopige boedelbeschrijving blijkt dat de baten van de nalatenschap
€ 8.321,09 bedragen en de schulden € 17.126,08. Met het saldo van de baten is inmiddels, met inachtneming van de rangorde van schuldeisers, een deel van de schulden voldaan. Er resteert geen geld om verdere betalingen te doen.
De kantonrechter is van oordeel dat een en ander voldoende aanleiding geeft om op grond van artikel 4:209 lid 1 BW opheffing van de vereffening te bevelen.
De kantonrechter ziet in de onderhavige zaak aanleiding om, gelet op de overeenkomsten tussen de in artikel 16 Faillissementswet geregelde kosteloze behandeling van een faillissement en de regeling van de kosteloze vereffening van een nalatenschap van artikel 4:209 BW, naar analogie van de bepaling van artikel 17 Faillissementswet, het aan de indiening van dit verzoekschrift verbonden griffierecht ten laste van de Staat te doen komen.
De kantonrechter dient, ingevolge artikel 4:209 lid 2 BW het bedrag van de reeds gemaakte vereffeningskosten vast te stellen. Verzoekers vragen de kantonrechter om de reeds gemaakte vereffeningskosten vast te stellen op € 1.334,84 (inclusief btw). De kantonrechter zal dit verzoek toewijzen voor een bedrag van € 1.222,96 (inclusief btw) en voor het overige afwijzen. De reden hiervoor is dat het resterende bedrag van € 111,88 geen kosten betreft die tot de vereffeningskosten horen. Het betreft de tijdsbesteding van 38 minuten voor de eerste opzet van de brieven en het maken van volmachten in verband met de beneficiaire aanvaarding en de 8 minuten voor het toezenden van de volmachten aan de rechtbank met het verzoek om de akte beneficiaire aanvaarding op te maken, zoals gespecificeerd in de declaratie van Rijks Bredius Notarissen te Bussum d.d. 7 november 2014.
De in artikel 4:209 lid 4 voorgeschreven publicatie van de opheffing van de vereffening kan beperkt blijven tot bekendmaking via internet (www.rechtspraak.nl). De daarmee gepaard gaande kosten kunnen niet ten laste van de Staat worden gebracht. De griffier zal zorgdragen voor inschrijving van deze beslissing in het boedelregister.

De beslissing

De kantonrechter:
- beveelt de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van
Willem van Gaalen, geboren te ’s-Gravenhage op 29 januari 1933 en overleden op 28 september 2014 te Hilversum, laatstelijk wonende te 1217 SH Hilversum, Paulus van Loolaan 21;
- stelt het bedrag van de reeds gemaakte vereffeningskosten vast op € 1.222,96 (inclusief btw);
- bepaalt dat het bedrag van € 1.222,96 (inclusief btw) ten laste van de boedel kan worden gebracht;
- bepaalt dat de aan dit verzoek verbonden griffierechten ten laste van de Staat komen;
- verstaat dat de opheffing van de vereffening wordt bekend gemaakt via internet (www.rechtspraak.nl) en dat de kosten daarvan niet ten laste van de Staat kunnen worden gebracht;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.T.M. Schoevaars en in het openbaar uitgesproken op 27 augustus 2015.
Tegen deze beslissing kan binnen drie maanden na de dag van de uitspraak hoger beroep worden ingesteld bij het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, Postbus 9030, 6800 EM Arnhem. Het beroepschrift kan uitsluitend door een advocaat worden ingediend.