In deze strafzaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 30 juli 2015 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die op 15 mei 2015 betrokken was bij het vervoeren van ongeveer 5,245 kilogram amfetamine. De verdachte, geboren in de Sovjetunie en thans gedetineerd in PI Nieuwegein, werd bijgestaan door mr. C.J. Nierop. Tijdens de zitting op 16 juli 2015 werd de tenlastelegging gewijzigd en de rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en de verdediging.
De verdediging voerde aan dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moest worden verklaard omdat hij had geweigerd stukken van een ander strafrechtelijk onderzoek toe te voegen. De rechtbank verwierp dit verweer, oordelend dat de gevraagde stukken geen processtukken waren in de zin van de wet en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. Ook het verweer tot bewijsuitsluiting wegens onrechtmatige doorzoeking van de auto werd verworpen. De rechtbank oordeelde dat de politie bevoegd was om de auto te doorzoeken op basis van de Wegenverkeerswet.
De rechtbank achtte het feit wettig en overtuigend bewezen, met uitzondering van het medeplegen, waar de verdachte van werd vrijgesproken. De rechtbank oordeelde dat de verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans had aanvaard dat hij drugs vervoerde, gezien zijn kennis van de criminele activiteiten van de persoon die hem had gevraagd het pakketje op te halen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, met aftrek van het voorarrest, en de rechtbank gelastte de teruggave van twee in beslag genomen telefoons aan de verdachte.