ECLI:NL:RBMNE:2015:5215

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
13 juli 2015
Publicatiedatum
14 juli 2015
Zaaknummer
UTR 15/2461
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing omgevingsvergunning voor woon-winkelgebouw in Hilversum

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 13 juli 2015 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot een omgevingsvergunning voor het realiseren van een woon-winkelgebouw op de percelen Langestraat 77-81 te Hilversum. De verzoekers, bestaande uit meerdere bewoners en vertegenwoordigd door mr. B. Vermeirssen, hebben beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum, dat op 10 januari 2014 een omgevingsvergunning had verleend aan Nedgoed B.V. voor de bouw van het gebouw. De verzoekers stelden dat er evidente privaatrechtelijke belemmeringen waren, maar de rechtbank oordeelde dat deze niet opgingen voor de blinde muur van het naastgelegen appartementengebouw. De rechtbank constateerde echter dat de tussenruimte tussen de gebouwen in strijd was met de Bouwverordening en dat de parkeernorm niet correct was toegepast, aangezien de vergunninghouder uitging van een norm voor kamerverhuur terwijl het om zelfstandige appartementen ging. De rechtbank heeft de verweerder de gelegenheid gegeven om de gebreken in het besluit te herstellen en heeft de omgevingsvergunning geschorst tot de einduitspraak in de hoofdzaak. De proceskosten van de verzoekers zijn door de rechtbank vastgesteld op € 735,- en het griffierecht van € 331,- dient door de verweerder te worden vergoed. De uitspraak is openbaar gemaakt op 17 juli 2015 en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 15/2461
uitspraak van de voorzieningenrechter van 13 juli 2015 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen
[verzoeker 1], .[verzoeker 2], [verzoeker 3], [verzoeker 4], [verzoeker 5], [verzoeker 6] en de Vereniging van Eigenaren [adres] te [woonplaats], allen te [woonplaats], verzoekers
(gemachtigde: mr. B. Vermeirssen),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hilversum, verweerder
(gemachtigden: mr. K.J.L. van Welzen en mr. E. Kovacsek).
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen:
Nedgoed B.V., gevestigd te Ouderkerk aan de Amstel
(gemachtigde: mr. S.A.B. Boer).

Procesverloop

Bij besluit van 10 januari 2014 heeft verweerder aan Nedgoed B.V. (vergunninghoudster) een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van een winkel-woongebouw op de percelen [adres] [nummer] te [woonplaats] (de percelen), met een parkeervoorziening op het perceel [adres] te [woonplaats]. Bij besluit van 19 augustus 2014 (het bestreden besluit) heeft verweerder het door verzoekers daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Verzoekers hebben tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Dit beroep wordt behandeld onder zaaknummer UTR 14/5988. Verzoekers hebben de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Het onderzoek ter zitting heeft, gelijktijdig met de behandeling van het beroep van verzoekers, plaatsgevonden op 3 juli 2015. [verzoeker 1] en [verzoeker 2] zijn in persoon verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden. Vergunninghoudster is vertegenwoordigd door [X], directeur, bijgestaan door [A], architect, en de gemachtigde.

Overwegingen

Bij tussenuitspraak van heden in het beroep met zaaknummer UTR 14/5988 heeft de meervoudige kamer van deze rechtbank verweerder in de gelegenheid gesteld om de geconstateerde gebreken in het bestreden besluit te herstellen. In de tussenuitspraak is overwogen dat verweerder deze gebreken in beginsel kan herstellen door het nemen van een nieuw besluit op de voet van artikel 6:19 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Ten behoeve van een dergelijk nieuw besluit moet vergunninghoudster eerst een wijzigingstekening indienen.
De voorzieningenrechter stelt vast, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, dat de bouwtitel waar vergunninghoudster op dit moment over beschikt, gebreken vertoont. Deze gebreken zijn slechts herstelbaar door middel van een nieuw te nemen besluit. Op dit moment staat dus vast dat de thans aan vergunninghoudster verleende bouwtitel niet ongewijzigd in stand zal blijven. Daarmee is op dit moment nog onzeker of vergunninghoudster in de toekomst zal beschikken over een bouwtitel die in rechte stand houdt.
Gelet op deze situatie ziet de voorzieningenrechter ziet aanleiding om een voorlopige voorziening te treffen en de met het besluit van 10 januari 2014 verstrekte omgevingsvergunning te schorsen tot het moment dat de meervoudige kamer van de rechtbank in de zaak UTR 14/5988 einduitspraak heeft gedaan op het beroep.
De voorzieningenrechter ziet aanleiding om verweerder te veroordelen in de door verzoekers gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 735,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift, 0,5 punt voor het verschijnen ter zitting, vanwege de gelijktijdige behandeling van de beroepszaak, waarde per punt € 490,- en een wegingsfactor 1). Op grond van artikel 8:82, vijfde lid, van de Awb dient verweerder het door verzoekers betaalde griffierecht te vergoeden.

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- schorst de met het besluit van 10 januari 2014 verleende omgevingsvergunning
tot het moment dat de meervoudige kamer van de rechtbank uitspraak heeft
gedaan in de zaak UTR 14/5988;
  • veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van € 735,-;
  • draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 331,- aan verzoekers te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. V.M.M. van Amstel, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J.K. van de Poel, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 juli 2015.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.