ECLI:NL:RBMNE:2015:4866

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 juli 2015
Publicatiedatum
2 juli 2015
Zaaknummer
16/706391-14(P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot afpersing en bedreiging met geweld door een 71-jarige verdachte met frontotemporale dementie

Op 2 juli 2015 heeft de rechtbank Midden-Nederland een 71-jarige man uit Zeist veroordeeld voor poging tot afpersing en bedreiging. De verdachte werd beschuldigd van het sturen van meerdere anonieme brieven aan zijn slachtoffers, waarin hij hen bedreigde en een aanzienlijk geldbedrag eiste. De rechtbank legde een celstraf van 141 dagen op, gelijk aan de tijd die de verdachte al in voorlopige hechtenis had doorgebracht, en een voorwaardelijke celstraf van 10 maanden met een proeftijd van drie jaar. De rechtbank oordeelde dat de verdachte lijdt aan frontotemporale dementie, wat zijn moreel besef en inzicht in de gevolgen van zijn daden ernstig beïnvloedde. Deskundigen concludeerden dat hij niet volledig ontoerekeningsvatbaar was, maar sterk verminderd toerekeningsvatbaar. De rechtbank hield rekening met de impact van de bedreigingen op de slachtoffers, die zich genoodzaakt voelden extra beveiliging te treffen. De verdachte moet ook een schadevergoeding van € 50.000 aan het slachtoffer betalen. De rechtbank legde bijzondere voorwaarden op, waaronder reclasseringstoezicht en een behandelverplichting.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/706391-14(P)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 2 juli 2015.
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1944] te [geboorteplaats],
wonende aan de [adres], [woonplaats].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 3 maart 2015, 19 mei 2015 en op 18 juni 2015. De inhoudelijke behandeling heeft plaatsgevonden op 18 juni 2015, waar verdachte in persoon is verschenen en zich heeft laten bijstaan door mr. P.F. Emmelot, advocaat te Nieuwegein.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie en van wat verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
Primair:in de periode van 1 oktober 2013 tot en met 3 december 2014 heeft geprobeerd door bedreiging met geweld [benadeelde 1] en/ of [benadeelde 2] te dwingen tot afgifte van 5 miljoen euro,
Subsidiair: in de periode van 1 oktober 2013 tot en met 3 december 2014 [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] heeft bedreigd.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het openbaar ministerie
De officieren van justitie achten gelet op de in het dossier aanwezige bewijsmiddelen het primair ten laste gelegde, zowel ten aanzien van [benadeelde 1] als [benadeelde 2], wettig en overtuigend bewezen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft ten aanzien van het standpunt van het openbaar ministerie over de bewezenverklaring van het ten laste gelegde geen verweer gevoerd.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Het bewijs [1]
Verdachte heeft het ten laste gelegde bekend en de verdediging heeft geen vrijspraak bepleit. Onder deze omstandigheden zal de rechtbank met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering volstaan met een opsomming van de bewijsmiddelen.
De rechtbank heeft daarbij gelet op:
- De aangifte van [aandever] namens [benadeelde 1] en [benadeelde 2]; [2]
- De brief aan [benadeelde 1] en [benadeelde 2] [3] , ontvangen door [benadeelde 1] respectievelijk [benadeelde 2] op 31 oktober 2013; [4]
- De brief aan [benadeelde 1] met kopie aan [benadeelde 2] [5] , ontvangen door [benadeelde 1] respectievelijk [benadeelde 2] op 16 november 2013; [6]
- De brief aan [benadeelde 1] gedateerd 26 november 2014 [7] ;
- De brief aan [benadeelde 1] [8] , ontvangen op 29 april 2014; [9]
- De brief aan [benadeelde 2] [10] , ontvangen op 29 april 2014; [11]
- De brief aan [benadeelde 1] [12] , ontvangen op 10 mei 2014; [13]
- De brief aan [benadeelde 1] [14] , ontvangen op 20 mei 2014; [15]
- De brief aan [benadeelde 1] [16] , ontvangen op 26 augustus 2014; [17]
- De brief aan [benadeelde 1] [18] , ontvangen op 11 september 2014; [19]
- De brief aan [benadeelde 2] [20] , ontvangen op 11 september 2014; [21]
- De brief aan [benadeelde 1] [22] , ontvangen op 3 oktober 2014; [23]
- De brief aan [benadeelde 1] [24] , ontvangen op 23 oktober 2014; [25]
- De brief aan [benadeelde 1] [26] , ontvangen op 25 november 2014; [27]
- De brief aan [benadeelde 2] [28] , ontvangen op 25 november 2014; [29]
- Het NFI rapport, waaruit volgt dat het DNA dat is aangetroffen op drie postzegels op enveloppen waarin brieven zaten gericht aan [benadeelde 1] en op drie postzegels op enveloppen waarin brieven zaten gericht aan [benadeelde 2], matcht met van verdachte (matchkans kleiner dan één op één miljard); [30]
- De bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting. [31]
Uit deze bewijsmiddelen volgt onder meer - kort gezegd - dat verdachte gedurende een periode van ruim een jaar een groot aantal anonieme brieven aan [benadeelde 1] en [benadeelde 2] heeft geschreven en bij hen heeft laten bezorgen. Deze brieven waren merendeels gericht aan [benadeelde 1] en werden soms ook in kopie aan [benadeelde 2] gestuurd. Sommige van de door verdachte geschreven brieven waren juist weer alleen aan [benadeelde 2] gericht. De brieven waren er op gericht [benadeelde 1] een aanzienlijk geldbedrag te laten betalen, waarbij hij deel moest nemen aan een zogenaamd kat en muis spel. In de brieven werd vermeld dat verdachte niet alleen werkte. Door in de brieven ermee te dreigen dat [benadeelde 2], haar kinderen en anderen (zoals bijvoorbeeld andere familieleden, [A], [X] of vriendinnen van [benadeelde 2]) iets zou worden aangedaan en dat er slachtoffers zouden vallen, beoogde verdachte een bedrag van 5 miljoen euro van [benadeelde 1] los te krijgen. Dit bedrag werd later nog verhoogd naar tien miljoen euro. Verdachte meende dat [benadeelde 1] dit geld makkelijk kon missen en hij heeft verklaard dat hij het voornemen had het geld te gebruiken voor het verlichten van het leed van kinderen in ontwikkelingslanden.
Bewijsoverwegingen
Uitleg van de tenlastelegging
In de tenlastelegging is onder “primair” de poging tot afpersing van [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] opgenomen en onder “subsidiair” de bedreiging [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2]. De rechtbank leest de tenlastelegging aldus dat verdachte in feite twee verwijten naast elkaar worden gemaakt, namelijk: 1) de poging afpersing dan wel bedreiging van [benadeelde 1] en 2) de poging afpersing dan wel bedreiging van [benadeelde 2]. De rechtbank heeft de vrijheid de tenlastelegging aldus te lezen (zie Hoge Raad 26 juni 2012, ECLI:NL:HR:2012: BW9182) en zal aan de hand van deze lezing de verweten gedragingen beoordelen.
De primair ten laste gelegde poging afpersing van [benadeelde 1]
Verdachte heeft bekend dat hij de brieven aan [benadeelde 1] zoals die zijn vermeld op de tenlastelegging -en die zich ook in het dossier bevinden- heeft gestuurd.
Ter terechtzitting heeft verdachte expliciet verklaard dat hij geld eiste van [benadeelde 1]. Deze ter terechtzitting afgelegde verklaring komt ook overeen met zijn eerder bij de politie afgelegde verklaringen en de inhoud van de door verdachte opgestelde brieven. Dit brengt mee dat een bewezenverklaring zal volgen voor de primair ten laste gelegde poging afpersing van [benadeelde 1].
De primair tenlastegelegde poging afpersing van [benadeelde 2]
Uit de door verdachte ter terechtzitting afgelegde verklaring blijkt dat hij niet uit was op het geld van [benadeelde 2]. De brieven die verdachte (in kopie) aan haar stuurde waren er volgens zijn verklaring op gericht dat zij ervan op de hoogte zou zijn dat hij geld eiste van [benadeelde 1] en ook op het verhogen van de druk op [benadeelde 1]. Deze ter terechtzitting afgelegde verklaring komt ook overeen met zijn eerder bij de politie afgelegde verklaringen. Uit de door verdachte gestuurde brieven volgt dat hij [benadeelde 2] en onder andere ook haar partner en haar kinderen gebruikte als “inzet” bij de poging afpersing van [benadeelde 1]. Op die manier probeerde verdachte [benadeelde 1] zo ver te krijgen dat hij het geëiste geldbedrag zou voldoen. In geen van de brieven eist verdachte geld van [benadeelde 2] zelf. Verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van de poging afpersing van [benadeelde 2].
De subsidiair ten laste gelegde bedreiging van [benadeelde 2]
Gelet op de aard en de strekking van de door verdachte aan [benadeelde 2] en [benadeelde 1]. gestuurde brieven -die hiervoor onder het bewijs zijn vermeld -, is de rechtbank van oordeel dat ten aanzien van [benadeelde 2] wel sprake is van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, terwijl deze bedreiging schriftelijk en onder bepaalde voorwaarden is geschied, zoals subsidiair ten laste gelegd, zodat deze bedreiging bewezen zal worden verklaard.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
Primair
op tijdstippen in de periode van 01 oktober 2013 tot met 03 december 2014 te Blaricum en Huizen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om telkens met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [benadeelde 1] telkens te dwingen tot de afgifte van een aanzienlijk geldbedrag , toebehorende aan [benadeelde 1], anonieme brieven heeft geschreven en gepost en laten bezorgen bij voornoemde [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] waarbij de bedreiging met geweld hierin heeft bestaan dat die brieven onder meer het volgende inhielden:
- " Het plan is niet goedkoop. De kosten hiervoor bedragen euro 5 miljoen in contanten te voldoen... Voor u is dit bedrag een futiliteit, mede daarom zijn wij ook bij u terecht gekomen. Inzet is uw zuster [benadeelde 2] cq. haar kinderen." en "Wij hebben nagedacht of wij misschien op voorhand een daad moesten stellen maar hebben daarvan afgezien om niemand te beschadigen of een trauma te bezorgen. Wij achten u een verstandig mens en zult zeker geen risico willen lopen met [benadeelde 2] of haar kinderen." (brief aan voornoemde [benadeelde 1] en aan voornoemde [benadeelde 2] ontvangen 31-10-2013) en
- " Wilt u alsnog met ons in zee gaan en gezellig kerst vieren met uw moeder, [benadeelde 2] en haar kinderen dan gelieve u alsnog de eerder genoemde advertentie te plaatsen in de Telegraaf van 23 nov a.s." (brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 16-11-2013 en aan voornoemde [benadeelde 2] ontvangen 16-11-2013)
- " Wij komen eind februari/begin maart 2014 op de zaak terug."(brief aan voornoemde [benadeelde 1] gedateerd 26-11-2013) en
- " Loopt een en ander niet volgens plan dan vallen er zonder twijfel slachtoffers met alle gevolgen van dien. Dan zal de hele wereld weten dat u bezeten bent van geld en geen geld over had voor uw zuster en haar kinderen. We hebben al 2 maanden [benadeelde 2]'s huis geobserveerd en tevens diverse personen gevolgd." en "We kunnen het uw leven erg zuurmaken. Familie, vrienden en [A] en [X] om maar iets te noemen." (brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 29-4-2014) en
- “ Voor als nog hebben we jouw nimmer bedreigd alleen als broef [benadeelde 1] niet meewerkt heeft hij een probleem en jij uiteraard ook..”(brief aan voornoemde [benadeelde 2] ontvangen op 29 april 2014) en
- " Na uitvoerig overleg hebben wij derhalve besloten je een tweede kans te geven door alsnog de gevraagde advertentie te plaatsen (....)." (brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 10-5-2014) en
- " PS zorg ervoor dat het geld op tijd wordt geleverd. Wij geven geen uitstel meer." (brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 20-5-2014) en
- " Ik zal je een week van te voren inlichten wanneer wij het spel gaan spelen."(brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 26-8-2014) en
- " Alle regels zijn uitvoerig medegedeeld en zolang jij je aan de spelregels houdt overkomt jouw man niets alsmede de vriendinnen van je zusje en haar kinderen."(brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 11-9-2014) en
- “ Mocht hij echter ons wederom in de kou laten staan dan gaat plan B in werking en dan niet alleen voor genoemde vriendinnen maar ook voor anderen, b.v. je manager of je uitgever. Indien onze mensen iets overkomt op 18 september dan wordt ogenblikkelijk ook een van je vele vriendinnen aangepakt”(brief aan voornoemde [benadeelde 2], ontvangen op 11-9-2014) en
- " We hadden gehoopt dat je wat verstandiger was geweest en nagedacht had over de consequenties van je gedrag. Nu hebben jullie een probleem en in het bijzonder t.o.v. de kinderen. Als je direct op onze eisen was ingegaan was alles achter de rug geweest en kon het leven weer zijn normale gang gaan." en "We willen nog steeds geld. Maar onze kosten worden hoger en wij vragen daarom een verdubbeling van het bedrag. Dit is geen probleem voor je om daarmee de "rust" terug te krijgen."(brief aan voornoemde [benadeelde 1]
ontvangen 3-10-2014) en
- " We geven je een laatste kans." en "Indien de advertentie er niet komt adviseren we je de bewaking te verdubbelen. Pas goed op de familie, vriendinnen en je personeel."(brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 23-10-2014) en
- " Daarom is besloten aktie te ondernemen. We hoopten dat je verstandiger zou zijn geweest en geld over had voor rust en veiligheid, maar dat is blijkbaar niet het geval. We hebben daarom besloten over te gaan op de volgende akties. We gaan infiltreren bij de uitgeverij van het blad van je zus alsmede [A]."(brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 25-11-2014), zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid;
- “ Het geduld van onze baas begint nu werkelijk op te raken en daarom is besloten tot aktie over te gaan. We zullen broertje hierover inlichten. Pas goed op jezelf en de kinderen (brief aan voornoemde [benadeelde 2] ontvangen op 25-11-2014),
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid.;
Subsidiair
op tijdstippen in de periode van 01 oktober 2013 tot met 03 december 2014 te Blaricum en Huizen een persoon, genaamd [benadeelde 2], telkens schriftelijk en telkens onder een bepaalde voorwaarde heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, immers heeft hij telkens opzettelijk dreigend anonieme brieven geschreven aan en gepost en laten bezorgen bij [benadeelde 1] en voornoemde [benadeelde 2] onder meer inhoudende:
-“ Het plan is niet goedkoop. De kosten hiervoor bedragen euro 5 miljoen in contanten te voldoen... Voor u is dit bedrag een futiliteit, mede daarom zijn wij ook bij u terecht gekomen. Inzet is uw zuster [benadeelde 2] cq haar kinderen." en "Wij hebben nagedacht of wij misschien op voorhand een daad moesten stellen maar hebben daarvan afgezien om niemand te beschadigen of een trauma te bezorgen. Wij achten u een verstandig mens en zult zeker geen risico willen lopen met [benadeelde 2] of haar kinderen." (brief aan voornoemde [benadeelde 1].de Mol en voornoemde [benadeelde 2] ontvangen 31-10-2013) en
- " Wilt u alsnog met ons in zee gaan en gezellig kerst vieren met uw moeder, [benadeelde 2] en haar kinderen dan gelieve u alsnog de eerder genoemde advertentie te plaatsen in de Telegraaf van 23 nov a.s." (brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 16-11-2013 en aan voornoemde [benadeelde 2] ontvangen 16-11-2013) en
- " Wij komen eind februari/begin maart 2014 op de zaak terug."(brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 29-11-2013) en
- " Loopt een en ander niet volgens plan dan vallen er zonder twijfel slachtoffers met alle gevolgen van dien. Dan zal de hele wereld weten dat u bezeten bent van geld en geen geld over had voor uw zuster en haar kinderen. We hebben al 2 maanden [benadeelde 2]'s huis geobserveerd en tevens diverse personen gevolgd." en "We kunnen het uw leven erg zuurmaken. Familie, vrienden en [A] en [X] om maar iets te noemen." (brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 29-4-2014) en
- " Vooralsnog hebben we jou nimmer bedreigd alleen als broef [benadeelde 1] niet meewerkt heeft hij een probleem en jij uiteraard ook.."(brief aan voornoemde [benadeelde 2] ontvangen 29-4-2014) en
- " Na uitvoerig overleg hebben wij derhalve besloten je een tweede kans te geven door alsnog de gevraagde advertentie te plaatsen (....)." (brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 10-5-2014) en
- " PS zorg ervoor dat het geld op tijd wordt geleverd. Wij geven geen uitstel meer." (brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 20-5-2014) en
- " Ik zal je een week van te voren inlichten wanneer wij het spel gaan spelen."(brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 26-8-2014) en
- " Alle regels zijn uitvoerig medegedeeld en zolang jij je aan de spelregels houdt overkomt jouw man niets alsmede de vriendinnen van je zusje en haar kinderen."(brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 11-9-2014) en
- " Mocht hij echter ons wederom in de kou laten staan dan gaat plan B in werking en dan niet alleen voor genoemde vriendinnen maar ook voor anderen b.v. je manager of je uitgever. Indien onze mensen iets overkomt op 18september dan wordt ogenblikkelijk ook een van je vele vriendinnen aangepakt."(brief aan voornoemde [benadeelde 2] ontvangen 11-9-2014) en
- " We hadden gehoopt dat je wat verstandiger was geweest en nagedacht had over de consequenties van je gedrag. Nu hebben jullie een probleem en in het bijzonder t.o.v. de kinderen. Als je direct op onze eisen was ingegaan was alles achter de rug geweest en kon het leven weer zijn normale gang gaan." en "We willen nog steeds geld. Maar onze kosten worden hoger en wij vragen daarom een verdubbeling van het bedrag. Dit is geen probleem voor je om daarmee de "rust" terug te krijgen."(brief aan voornoemde [benadeelde 1]
ontvangen 3-10-2014) en
- " We geven je een laatste kans." en "Indien de advertentie er niet komt adviseren we je de bewaking te verdubbelen. Pas goed op de familie, vriendinnen en je personeel."(brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 23-10-2014) en
- " Daarom is besloten aktie te ondernemen. We hoopten dat je verstandiger zou zijn geweest en geld over had voor rust en veiligheid, maar dat is blijkbaar niet het geval. We hebben daarom besloten over te gaan op de volgende akties. We gaan infiltreren bij de uitgeverij van het blad van je zus alsmede [A]."(brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 25-11-2014) en
- " Het geduld van onze baas begint nu werkelijk op te raken en daarom is besloten tot actie over te gaan. We zullen broertje hierover inlichten, Pas goed op jezelf en de kinderen."(brief aan voornoemde [benadeelde 2] ontvangen 25-11-2014).
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
6.
De strafbaarheid van het feit
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar als
Primair, met betrekking tot slachtoffer [benadeelde 1]: poging tot afpersing, meermalen gepleegd
en
Subsidiair, met betrekking tot slachtoffer [benadeelde 2]: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht terwijl deze bedreiging schriftelijk en onder een bepaalde voorwaarde is geschied, meermalen gepleegd
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Toerekeningsvatbaarheid van verdachte
In opdracht van de rechter-commissaris is een zogenaamd tripelonderzoek verricht. In dat kader hebben gedragsneuroloog C. Jonker, psychiater N.A.J. van de Laar, klinisch psycholoog B. van Giessen en milieu-onderzoeker W. van Kreel onderzoek verricht naar de persoon van verdachte. Gedragsneuroloog Jonker heeft daarnaast beeldvormend onderzoek verricht door middel van scans van de hersenen van verdachte. De deskundigen Van de Laar, Van Kreel en Van Giessen hebben hun bevindingen neergelegd in een rapportage van 21 april 2015. Deskundige Jonker heeft zijn bevindingen neergelegd in een rapportage van eveneens 21 april 2015. Verder hebben de deskundigen Jonker, Van de Laar en Van Giessen naar aanleiding van vragen van de officieren van justitie aanvullend gerapporteerd op 12 juni 2015 en zijn zij als getuigen-deskundigen ter terechtzitting van 18 juni 2015 gehoord.
Uit de rapporten en de toelichting van de deskundigen ter terechtzitting volgt dat er bij verdachte sprake is van obsessief dwangmatig gedrag met extreem vasthouden aan vaste tijdstippen voor eten, koffie en andere activiteiten en een sterke tendens om in herhaling te vallen. Verder heeft verdachte een verminderd vermogen tot het onderkennen van zijn gevoelens, het benoemen daarvan en het reflecteren daarover. Ook wordt geconstateerd dat bij verdachte sprake is van overzichtsverlies, een tekortschieten van inzicht in zijn eigen functioneren, een gebrek aan zelfreflectie en een beperkt vermogen om zich in te leven in het denken en de gevoelens van anderen. Uit de milieurapportage komt aanvullend nog naar voren dat verdachte sinds een aantal jaren in toenemende mate desinteresse en een zekere onverschilligheid vertoont voor wat er om hem heen gebeurt, zoals gebeurtenissen met zijn kinderen en familie.
Van de hersenen van verdachte is een tweetal MRI-scans en een PET-scan gemaakt. Deze scans zijn, zoals blijkt uit de rapportage van deskundige Jonker, door twee afzonderlijke hoogleraren (neuroradioloog prof. dr. J. Valk en nucleair geneeskundige prof. dr. J. Booij) beoordeeld. Beide hoogleraren zien afwijkingen in de frontale kwab van de hersenen van verdachte. De beide MRI-scans wijzen op een dementieel beeld, waarbij met name frontaal sprake is van ontbrekende verbindingsvezels. Dit beeld, in samenhang met de diagnostische beschouwingen, leidt volgens de deskundigen tot de conclusie dat verdachte lijdt aan frontotemporale dementie, type gedragsvariant. Volgens de deskundigen brengt deze ziekte met zich dat verdachte zich ten aanzien van het tenlastegelegde liet leiden door
-kinderlijk aandoende- sentimentaliteit, in zijn geval met betrekking tot de behoeftige
kinderen in derde wereldlanden. Hij overzag daarbij de consequenties van zijn handelen niet
en het ontbrak hem aan empathie voor de slachtoffers door zijn afgevlakte gevoelsleven.
Ook hoort bij de ziekte dat het voor verdachte onmogelijk was om te stoppen, hij moest
doorgaan op de ingeslagen weg. Gaandeweg werd het besef van de risico’s van zijn
handelen steeds minder, wat ook past in het frontotemporaal beeld. Verdachte had, aldus de
deskundigen, nauwelijks moreel besef ten aanzien van het wederrechtelijke karakter van zijn
handelen. Uit het aanvullend rapport en de verklaring van de deskundigen ter terechtzitting
volgt verder nog dat het onwaarschijnlijk is dat verdachte de frontotemporale dementie
fingeert of veinst. Dit volgt uit de bevindingen met betrekking tot de - ook ter terechtzitting
getoonde - MRI- en PET-scans, waarvan de beelden niet zijn te faken, in combinatie met
een bij verdachte afgenomen symptoom-validiteitstest en het onderzoek van verdachte door
twee gedragsdeskundigen. Door deskundige Jonker is ter terechtzitting nog verklaard dat
ook professor Scheltens, nadat hij de zaak met Jonker had besproken, te kennen heeft
gegeven zich volledig in de conclusies van Jonker te kunnen vinden.
De psychiater en de psycholoog schatten het herhalingsgevaar zeer laag in, ook op de langere termijn.
In welk stadium de frontotemporale dementie, type gedragsvariant, zich in oktober 2013 (het moment dat verdachte met de poging tot afpersing en de bedreigingen begon) bevond en welke invloed deze ziekte op dat moment had op (het gedrag van) verdachte, hebben de deskundigen niet precies kunnen achterhalen. Wel heeft prof. Jonker naar aanleiding van vragen van het openbaar ministerie aanvullend gerapporteerd dat de nucleair deskundigen van het Vumc en het AMC het erover eens zijn dat er 1,5 jaar geleden al duidelijke afwijkingen op de Pet-scan moeten hebben bestaan. Het gaat om een progressieve ziekte die op een gegeven moment begint en zich uitbreidt. Het is een onomkeerbaar proces. De deskundigen zijn dan ook van oordeel dat verdachte gedurende de gehele tenlastegelegde periode heeft geleden aan de frontotemporale dementie, type gedragsvariant.
Omdat er bij verdachte nog wel sprake was van enig cognitief besef ten aanzien van het wederrechtelijke van zijn handelen, adviseren de deskundigen om verdachte niet te beschouwen als volledig ontoerekeningsvatbaar, maar als ten minste sterk verminderd toerekeningsvatbaar. Ter terechtzitting hebben de psychiater en de psycholoog daarbij nog overwogen dat verdachte mogelijk volledig ontoerekeningsvatbaar was ten tijde van de bewezenverklaarde feiten, maar dat zij toch niet tot deze conclusie kunnen komen omdat zij niet met zekerheid kunnen vaststellen in welke mate de ziekte zich aan het begin van de tenlastegelegde periode al had ontwikkeld. Gelet op het hiervoor genoemde cognitieve besef handhaven zij daarom hun conclusie dat verdachte als ten minste sterk verminderd toerekeningsvatbaar moet worden aangemerkt.
De rechtbank maakt de conclusies van de deskundigen tot de hare en acht verdachte sterk verminderd toerekeningsvatbaar. Dit betekent dat verdachte weliswaar strafbaar is, maar slechts in zeer beperkte mate verantwoordelijk kan worden gehouden voor het bewezenverklaarde.
Het verweer van de verdediging dat verdachte als geheel ontoerekeningsvatbaar dient te worden beschouwd, wordt, gelet op het voorgaande, verworpen.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officieren van justitie hebben gevorderd verdachte voor het door hen bewezen geachte te veroordelen tot:
-een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan de tijd die verdachte in voorarrest heeft gezeten, te weten 141 dagen;
- een voorwaardelijke gevangenisstraf van 10 maanden met een proeftijd van 3 jaar en met bijzondere voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd;
- een contactverbod met [benadeelde 1] en [benadeelde 2], hun partners en kinderen;
- een locatieverbod, in die zin dat het verdachte wordt verboden zich in de buurt van de woning van [benadeelde 2] en de woning van [benadeelde 1] te begeven.
De officieren van justitie hebben bij hun strafeis rekening gehouden met de sterk verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte, zoals die uit de rapporten van de deskundigen naar voren komt.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft ontslag van alle rechtsvervolging bepleit en er daarbij op gewezen dat uit de rapporten van de deskundigen in feite volgt dat het handelen van verdachte volledig past in zijn ziektebeeld en dat het cognitieve besef van het wederrechtelijke karakter van zijn handelen pas later is gekomen. Dit betekent dat verdachte geheel ontoerekeningsvatbaar was gedurende de gehele ten laste gelegde periode. Mocht de rechtbank oordelen dat sprake is van sterk verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte, dan kan de verdediging zich vinden in de strafeis van het openbaar ministerie met uitzondering van het gevraagde locatieverbod. De verdediging heeft er daarbij op gewezen dat verdachte door dit locatieverbod erg in zijn belangen wordt geschaad omdat zijn kinderen daar in de buurt wonen.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft geprobeerd een groot geldbedrag -van in eerste instantie 5 miljoen euro, later van 10 miljoen euro- van [benadeelde 1] af te persen. Verdachte heeft daartoe gedurende een periode van ruim dertien maanden via het sturen van dreigbrieven [benadeelde 1], [benadeelde 2] en hun familie op ernstige wijze bedreigd. De bedreigingen in deze brieven breidden zich later uit naar de vriendenkring van [benadeelde 2], de uitgeverij van haar tijdschrift en het personeel dat daar werkte. Door de aanhoudende bedreigingen, hield verdachte constant druk op [benadeelde 1] en [benadeelde 2]. De druk die begon met de dreigbrief van 31 oktober 2013 was zodanig, dat [benadeelde 2] zich genoodzaakt voelde haar woning extra te beveiligen. Zij durfde haar kinderen, in de puberleeftijd, niet meer zonder beveiliging naar school, feestjes of andere activiteiten die in het openbaar plaatsvonden te laten gaan. Over de impact op de [benadeelden] heeft [benadeelde 2] verklaard: “
Je vrijheid wordt van je afgenomen. En wat erger is, van de kinderen ook. En niet een week of een maand, maar ruim dertien maanden lang.” Verder heeft zij verklaard dat zij met name een zware klap heeft gekregen, toen de bedreigingen doorgingen nadat de poging tot afpersing via het televisieprogramma “Opsporing verzocht” in de publiciteit was geweest.
Verdachte heeft zich daarmee gedurende een langere periode schuldig gemaakt aan een ernstige vorm van poging tot afpersing en ernstige bedreigingen, die ook langdurig van grote invloed zijn geweest op de slachtoffers en hun directe omgeving.
De omstandigheid dat de rechtbank de handelwijze van verdachte ten aanzien van [benadeelde 2] niet als pogingen tot afpersing, maar als bedreigingen heeft gekwalificeerd, is niet in het voordeel van verdachte van invloed op de strafmaat, gelet op de ernst van de bedreigingen en de gevolgen daarvan voor (het gezin van) [benadeelde 2].
Wat betreft de persoon van de verdachte heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op:
- een de verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie van 11 mei 2015, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder strafrechtelijk is veroordeeld;
- de hiervoor genoemde pro justitiarapporten waarin wordt geadviseerd verdachte sterk verminderd toerekeningsvatbaar te achten. In deze rapporten is verder vermeld dat de kans op recidive zeer laag wordt ingeschat. Daarbij is erop gewezen dat frontotemporale dementie een progressieve ziekte is en dat het algehele functioneren van verdachte alleen maar verder achteruit zal gaan. Daarnaast is vermeld dat de familie van verdachte een belangrijke beschermende factor is ten aanzien van de kans op herhaling. Omdat echter ook is gebleken dat de preoccupatie van verdachte met het leed in de wereld niet is verdwenen, wordt, ondanks de klein geachte kans op herhaling, een behandeling bij Altrecht of een soortgelijke instelling geadviseerd. Tevens wordt reclasseringstoezicht geadviseerd omdat, bij het eventuele wegvallen van (een deel van) zijn sociale omgeving het recidiverisico kan wijzigen. Verder hebben de deskundigen aangegeven dat verdachte detentieongeschikt is. Zijn gezondheidstoestand zal bij een verblijf in detentie snel verslechteren;
- het rapport van Reclassering Nederland van 17 juni 2015, opgesteld door mevrouw C.S. Pruis, reclasseringswerker. Hierin wordt geadviseerd om aan verdachte een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht en een behandelverplichting bij Altrecht of een soortgelijke instantie, waarbij verdachte wordt verplicht zich te laten begeleiden door een GGZ instelling die is gespecialiseerd in het ziektebeeld van verdachte.
Alhoewel gelet op de ernst van het bewezenverklaarde het opleggen van onvoorwaardelijke gevangenisstraf, bovenop de tijd die verdachte al in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in de rede zou liggen, zal de rechtbank hiertoe gelet op de sterk verminderde toerekeningsvatbaarheid van verdachte niet overgaan. Verdachte kan immers slechts zeer beperkt verantwoordelijk worden gehouden voor zijn daden. Daarbij komt dat verdachte detentieongeschikt is, in die zin dat detentie meebrengt dat zijn gezondheid versneld achteruitgaat en blijvend kan worden beschadigd.
Gelet op al het voorgaande acht de rechtbank een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 141 dagen, gelijk aan het voorarrest, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 10 maanden met reclasseringstoezicht, een behandelverplichting en een contact- en locatieverbod met een proeftijd van 3 jaar, zoals geëist door de officieren van justitie, passend. Daarbij merkt de rechtbank nog op dat hoewel uit de deskundigenrapportages volgt dat verdachte op dit moment detentieongeschikt is, zij toch overgaat tot het opleggen van voorwaardelijke gevangenisstraf. Hierbij is gelet op de ernst van het bewezenverklaarde en op de omstandigheid dat uit rapportages volgt dat gevangenisstraf een zeer afschrikwekkend middel is voor verdachte omdat hij zijn detentie als verschrikkelijk heeft ervaren. Een voorwaardelijke gevangenisstraf is daarom een geschikt middel om verdachte te weerhouden van het plegen van strafbare feiten.
Als bijzondere voorwaarden legt de rechtbank ten eerste op toezicht door de reclassering en daarbij een meldplicht en een behandelverplichting bij GGZ Altrecht of een soortgelijke instantie die is gespecialiseerd in het ziektebeeld van verdachte. De rechtbank kiest er niet voor om, zoals de deskundigen hebben geadviseerd, deze begeleiding vanuit het Alzheimercentrum VUmc te laten plaatsvinden, omdat verdachte daar – mede gelet op de in de media gedane uitlatingen door de directeur van dat centrum – bezwaar tegen had, de deskundigen ter zitting te kennen hebben gegeven dat het voor verdachte geen meerwaarde heeft om de behandeling via dat centrum te laten verlopen en zijn huidige behandeling via Altrecht goed verloopt.
Het opleggen van een contactverbod met de slachtoffers en een locatieverbod ten aanzien van hun woningen acht de rechtbank eveneens geboden. De rechtbank gaat voorbij aan het hiertegen door de verdediging gevoerde verweer, nu ter terechtzitting is gebleken dat verdachte niet via het buurtschap [naam] in de gemeente Huizen en de in het verbod opgenomen wegen in de gemeente Blaricum hoeft te rijden om bij zijn kinderen te komen.

9.De vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]

9.1
De standpunten van de officier van justitie en de verdediging
De benadeelde partij [benadeelde 2] vordert ter zake het ten laste gelegde een bedrag van
€ 50.000,00 aan materiële schade vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag. Het gevorderde bedrag ziet op door de benadeelde partij gemaakte extra kosten voor de beveiliging van de woning, waarin zij met haar kinderen en partner woont. Het daarmee gemoeide bedrag is veel hoger, maar de benadeelde matigt haar vordering tot € 50.000,00.
De officieren van justitie zijn van mening dat deze vordering geheel kan worden toegewezen. De verdediging heeft de vordering niet betwist.
9.2
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht de vordering van € 50.000,00, die ziet op kosten gemaakt in verband met extra beveiliging van de woning van de benadeelde, voldoende onderbouwd en oordeelt dat deze schade een rechtstreeks gevolg is van de bewezen verklaarde bedreigingen. De vordering is niet betwist en zal derhalve worden toegewezen.
De benadeelde partij heeft wettelijke rente gevorderd. Nu de door [benadeelde 2] overgelegde rekeningen voor de beveiliging van haar woning van verschillende data zijn en niet duidelijk is wanneer deze zijn betaald, zal de wettelijke rente worden toegewezen vanaf het einde van de ten laste gelegde periode, 3 december 2014.
De verdachte zal worden verwezen in de tot op heden door de benadeelde partij gemaakte kosten, die worden vastgesteld op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken.
In het belang van de benadeelde partij wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte opgelegd.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 36f, 45, 57, 285 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

11.Beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt verdachte vrij t.a.v. de primair tenlastegelegde poging tot afpersing van [benadeelde 2];
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Kwalificatie
verklaart dat het bewezenverklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
Primair, met betrekking tot slachtoffer [benadeelde 1]: poging tot afpersing, meermalen gepleegd
en
Subsidiair, met betrekking tot slachtoffer [benadeelde 2]: bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht terwijl deze bedreiging schriftelijk en onder een bepaalde voorwaarde is geschied, meermalen gepleegd
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte ter zake het bewezenverklaarde tot een
gevangenisstraf voor de duur van 441 dagen, waarvan 300 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar;
De tenuitvoerlegging van het voorwaardelijke deel van de straf kan worden gelast, indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende voorwaarden houdt.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde:
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
de tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden dat veroordeelde:
4. zich gedurende de proeftijd moet houden aan de aanwijzingen die de reclassering hem geeft;
5. wordt verplicht om deel te nemen aan een begeleidingstraject bij GGZ Altrecht of een soortgelijke instantie, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/ behandelaar zullen worden gegeven;
6. gedurende de proeftijd op geen enkele wijze contact zal hebben met [benadeelde 1], [benadeelde 2], hun partners en hun kinderen;
7. zich niet in de buurt mag begeven van de woning van [benadeelde 2] en van de woning van [benadeelde 1]. Ten aanzien van de woning van [benadeelde 2] mag verdachte zich niet bevinden in de buurtschap [naam] van de gemeente [woonplaats] en ten aanzien van de woning van [benadeelde 1] mag verdachte zich niet bevinden op de [adres], de [adres] en de [adres] in de gemeente [woonplaats];
draagt deze reclasseringsinstelling op om aan verdachte hulp en steun te verlenen bij de naleving van deze voorwaarden.
Aftrek voorarrest
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf.
Opheffing voorlopige hechtenis
- heft het reeds geschorste bevel voorlopige hechtenis op.
Benadeelde partij
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[benadeelde 2]ter zake van materiële schade van € 50.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 3 december 2014 tot aan de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Schadevergoedingsmaatregel
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer
[benadeelde 2]€ 50.000,00 te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 3 december 2014 tot aan de dag van de algehele voldoening, bij niet betaling te vervangen door 285 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.P. Schotman ,voorzitter, mrs. J.F. Haeck en E.M. de Stigter, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.J.C.J. Evers, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 2 juli 2015.
BIJLAGE : De tenlastelegging
Primair
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 oktober 2013 tot met 03 december 2014 te Zeist en/of Blaricum en/of Huizen, althans in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om (telkens) met het oogmerk om zich en / of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en / of bedreiging met geweld [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2] (telkens) te dwingen tot de afgifte van een aanzienlijk geldbedrag (van (ongeveer) 5 miljoen Euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde [benadeelde 1] en/of voornoemde [benadeelde 2], althans een derde, een of meer anonieme brief/brieven heeft geschreven aan en/of gepost en/of bezorgd en/of laten bezorgen bij (respectievelijk) voornoemde [benadeelde 1] en/of voornoemde [benadeelde 2], waarbij het geweld en/of de bedreiging met geweld hierin heeft bestaan dat die brief/brieven onder meer het volgende inhield(en):
- " Het plan is niet goedkoop. De kosten hiervoor bedragen euro 5 miljoen in contanten te voldoen... Voor u is dit bedrag een futiliteit, mede daarom zijn wij ook bij u terecht gekomen. Inzet is uw zuster [benadeelde 2] cq haar kinderen." en/of "Wij hebben nagedacht of wij misschien op voorhand een daad moesten stellen maar hebben daarvan afgezien om niemand te beschadigen of een trauma te bezorgen. Wij achten u een verstandig mens en zult zeker geen risico willen lopen met [benadeelde 2] of haar kinderen." (brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 31-10-2013 en/of aan voornoemde [benadeelde 2] ontvangen 31-10-2013) en/of
- " Wilt u alsnog met ons in zee gaan en gezellig kerst vieren met uw moeder, [benadeelde 2] en haar kinderen dan gelieve u alsnog de eerder genoemde advertentie te plaatsen in de Telegraaf van 23 nov a.s." (brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 16-11-2013 en/of aan voornoemde [benadeelde 2] ontvangen 16-11-2013)
- " Wij komen eind februari/begin maart 2014 op de zaak terug."(brief aan voornoemde [benadeelde 1] gedateerd 26-11-2013) en/of
- " Loopt een en ander niet volgens plan dan vallen er zonder twijfel slachtoffers met alle gevolgen van dien. Dan zal de hele wereld weten dat u bezeten bent van geld en geen geld over had voor uw zuster en haar kinderen. We hebben al 2 maanden [benadeelde 2]'s huis geobserveerd en tevens diverse personen gevolgd." en/of "We kunnen het uw leven erg zuurmaken. Familie, vrienden en [A] en [X] om maar iets te noemen." (brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 29-4-2014) en/of
- " Voor als nog hebben we jouw nimmer bedreigd alleen als broer [benadeelde 1] niet meewerkt heeft hij een probleem en jij uiteraard ook.."(brief aan voornoemde [benadeelde 2] ontvangen 29-4-2014) en/of
- " Na uitvoerig overleg hebben wij derhalve besloten je een tweede kans te geven door alsnog de gevraagde advertentie te plaatsen (....)." (brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 10-5-2014) en/of
- " PS zorg ervoor dat het geld op tijd wordt geleverd. Wij geven geen uitstel meer." (brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 20-5-2014) en/of
- " Ik zal je een week van te voren inlichten wanneer wij het spel gaan spelen."(brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 26-8-2014) en/of
- " Alle regels zijn uitvoerig medegedeeld en zolang jij je aan de spelregels houdt overkomt jouw man niets alsmede de vriendinnen van je zusje en haar kinderen."(brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 11-9-2014) en/of
- " Mocht hij echter ons wederom in de kou laten staan dan gaat plan B in werking en dan niet alleen voor genoemde vriendinnen maar ook voor anderen b.v. je manager of je uitgever. Indien onze mensen iets overkomt op 18 september dan wordt ogenblikkelijk ook een van je vele vriendinnen aangepakt."(brief aan voornoemde [benadeelde 2] ontvangen 11-9-2014) en/of
- " We hadden gehoopt dat je wat verstandiger was geweest en nagedacht had over de consequenties van je gedrag. Nu hebben jullie een probleem en in het bijzonder t.o.v. de kinderen. Als je direct op onze eisen was ingegaan was alles achter de rug geweest en kon het leven weer zijn normale gang gaan." en/of "We willen nog steeds geld. Maar onze kosten worden hoger en wij vragen daarom een verdubbeling van het bedrag. Dit is geen probleem voor je om daarmee de "rust" terug te krijgen."(brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 3-10-2014) en/of
- " We geven je een laatste kans." en/of "Indien de advertentie er niet komt adviseren we je de bewaking te verdubbelen. Pas goed op de familie, vriendinnen en je personeel."(brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 23-10-2014) en/of
- " Daarom is besloten aktie te ondernemen. We hoopten dat je verstandiger zou zijn geweest en geld over had voor rust en veiligheid, maar dat is blijkbaar niet het geval. We hebben daarom besloten over te gaan op de volgende akties. We gaan infiltreren bij de uitgeverij van het blad van je zus alsmede [A]."(brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 25-11-2014) en/of
- " Het geduld van onze baas begint nu werkelijk op te raken en daarom is besloten tot aktie over te gaan. We zullen broertje hierover inlichten, Pas goed op jezelf en de kinderen."(brief aan voornoemde [benadeelde 2] ontvangen
25-11-2014),althans woorden van een (dergelijke) dreigende aard en/of strekking,
zijnde de uitvoering van dat/die voorgenomen misdrijf/misdrijven niet voltooid;
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 oktober 2013 tot met 03 december 2014 te Zeist en/of Blaricum en/of Huizen, althans in Nederland, twee, althans een perso(o)n(en), genaamd [benadeelde 1] en/of [benadeelde 2], (telkens) schriftelijk en (telkens) onder een bepaalde voorwaarde heeft bedreigd met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen ontstaat en/of met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met gijzeling, immers heeft hij (telkens) opzettelijk dreigend een of meer anonieme brief/brieven geschreven aan en/of gepost en/of bezorgd en/of laten bezorgen bij (respectievelijk) voornoemde [benadeelde 1] en/of voornoemde [benadeelde 2] onder meer inhoudende:
-“Het plan is niet goedkoop. De kosten hiervoor bedragen euro 5 miljoen in contanten te voldoen... Voor u is dit bedrag een futiliteit, mede daarom zijn wij ook bij u terecht gekomen. Inzet is uw zuster [benadeelde 2] cq haar kinderen." en/of "Wij hebben nagedacht of wij misschien op voorhand een daad moesten stellen maar hebben daarvan afgezien om niemand te beschadigen of een trauma te bezorgen. Wij achten u een verstandig mens en zult zeker geen risico willen lopen met [benadeelde 2] of haar kinderen." (brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 31-10-2013 en/of aan voornoemde [benadeelde 2] ontvangen 31-10-2013) en/of
- " Wilt u alsnog met ons in zee gaan en gezellig kerst vieren met uw moeder, [benadeelde 2] en haar kinderen dan gelieve u alsnog de eerder genoemde advertentie te plaatsen in de Telegraaf van 23 nov a.s." (brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 16-11-2013 en/of aan voornoemde [benadeelde 2] ontvangen 16-11-2013)
- " Wij komen eind februari/begin maart 2014 op de zaak terug."(brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 29-11-2013) en/of
- " Loopt een en ander niet volgens plan dan vallen er zonder twijfel slachtoffers met alle gevolgen van dien. Dan zal de hele wereld weten dat u bezeten bent van geld en geen geld over had voor uw zuster en haar kinderen. We hebben al 2 maanden [benadeelde 2]'s huis geobserveerd en tevens diverse personen gevolgd." en/of "We kunnen het uw leven erg zuurmaken. Familie, vrienden en [A] en [X] om maar iets te noemen." (brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 29-4-2014) en/of
- " Voor als nog hebben we jouw nimmer bedreigd alleen als broer [benadeelde 1] niet meewerkt heeft hij een probleem en jij uiteraard ook.."(brief aan voornoemde [benadeelde 2] ontvangen 29-4-2014) en/of
- " Na uitvoerig overleg hebben wij derhalve besloten je een tweede kans te geven door alsnog de gevraagde advertentie te plaatsen (....)." (brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 10-5-2014) en/of
- " PS zorg ervoor dat het geld op tijd wordt geleverd. Wij geven geen uitstel meer." (brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 20-5-2014) en/of
- " Ik zal je een week van te voren inlichten wanneer wij het spel gaan spelen."(brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 26-8-2014) en/of
- " Alle regels zijn uitvoerig medegedeeld en zolang jij je aan de spelregels houdt overkomt jouw man niets alsmede de vriendinnen van je zusje en haar kinderen."(brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 11-9-2014) en/of
- " Mocht hij echter ons wederom in de kou laten staan dan gaat plan B in werking en dan niet alleen voor genoemde vriendinnen maar ook voor anderen b.v. je manager of je uitgever. Indien onze mensen iets overkomt op 18september dan wordt ogenblikkelijk ook een van je vele vriendinnen aangepakt."(brief aan voornoemde [benadeelde 2] ontvangen 11-9-2014) en/of
- " We hadden gehoopt dat je wat verstandiger was geweest en nagedacht had over de consequenties van je gedrag. Nu hebben jullie een probleem en in het bijzonder t.o.v. de kinderen. Als je direct op onze eisen was ingegaan was alles achter de rug geweest en kon het leven weer zijn normale gang gaan." en/of "We willen nog steeds geld. Maar onze kosten worden hoger en wij vragen daarom een verdubbeling van het bedrag. Dit is geen probleem voor je om daarmee de "rust" terug te krijgen."(brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 3-10-2014) en/of
- " We geven je een laatste kans." en/of "Indien de advertentie er niet komt adviseren we je de bewaking te verdubbelen. Pas goed op de familie, vriendinnen en je personeel."(brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 23-10-2014) en/of
- " Daarom is besloten aktie te ondernemen. We hoopten dat je verstandiger zou zijn geweest en geld over had voor rust en veiligheid, maar dat is blijkbaar niet het geval. We hebben daarom besloten over te gaan op de volgende akties. We gaan infiltreren bij de uitgeverij van het blad van je zus alsmede [A]."(brief aan voornoemde [benadeelde 1] ontvangen 25-11-2014) en/of
-"Het geduld van onze baas begint nu werkelijk op te raken en daarom is besloten tot aktie over te gaan. We zullen broertje hierover inlichten, Pas goed op jezelf en de kinderen."(brief aan voornoemde [benadeelde 2] ontvangen 25-11-2014),
althans woorden van een (dergelijke) dreigende aard en/of strekking;
art 285 lid 2 Wetboek van Strafrecht
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Voor zover niet ander vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier, dossiernummer 2013046288 onderzoek 14RAU bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld gaat het daarbij om processen-verbaal opgenomen in het Procesdossier verdachte in de wettelijke vorm opgemaakt, door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Het proces-verbaal van aangifte, pag. 26 tot en met 28.
3.Het geschrift, te weten een brief met bijbehorende envelop, opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina’s 29 tot en met 31.
4.Het proces-verbaal van verdenking, pagina 204.
5.Het geschrift, te weten een brief, opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 46.
6.Het proces-verbaal van verdenking, pagina 204.
7.Het geschrift, te weten een brief, opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 48.
8.Het geschrift, te weten een brief, opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 49.
9.Het proces-verbaal van verdenking, pagina 205.
10.Het geschrift, te weten een brief, opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 50.
11.Het proces-verbaal van verdenking, pagina 205
12.Het geschrift, te weten een brief, opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 51.
13.Het proces-verbaal van verdenking, pagina 205.
14.Het geschrift, te weten een brief, opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 53.
15.Het proces-verbaal van verdenking, pagina 205.
16.Het geschrift, te weten een brief, opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 57.
17.Het proces-verbaal van verdenking, pagina 206.
18.Het geschrift, te weten een brief, opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 58.
19.Het proces-verbaal van verdenking, pagina 206.
20.Het geschrift, te weten een brief, opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 59.
21.Het proces-verbaal van verdenking, pagina 206.
22.Het geschrift, te weten een brief, opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 65.
23.Het proces-verbaal van verdenking, pagina 207.
24.Het geschrift, te weten een brief, opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 66.
25.Het proces-verbaal van verdenking, pagina 208.
26.Het geschrift, te weten een brief, opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 67.
27.Het proces-verbaal bevindingen, pagina 325.
28.Het geschrift, te weten een brief, opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemde proces-verbaal, pagina 68.
29.Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 325.
30.Het geschrift, te weten het NFI rapport van 5 december 2014, pagina’s 251 en 252 van het Forensisch dossier van onderzoek 14RAU.
31.De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 18 juni 2015.