In deze strafzaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 20 maart 2015 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, geboren in 1973 in Marokko, die op 28 september 2014 in Lelystad opzettelijk zwaar lichamelijk letsel heeft toegebracht aan het slachtoffer. De rechtbank oordeelt dat de verdachte opzet heeft gehad op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, wat wettig en overtuigend kan worden bewezen. Het slachtoffer heeft door het handelen van de verdachte een gebroken neus en meerdere bloeduitstortingen opgelopen. De rechtbank heeft kennisgenomen van de aangifte van het slachtoffer en de getuigenverklaring van een getuige die heeft verklaard dat de verdachte het slachtoffer meerdere keren met kracht heeft geslagen. De verdediging heeft betoogd dat er onvoldoende bewijs is voor de primair ten laste gelegde poging tot zware mishandeling, maar de rechtbank heeft dit verwerpt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is en dat zij bevoegd is om de zaak te behandelen. De verdachte is bijgestaan door zijn advocaat, mr. O. Bolluyt, en de officier van justitie, mr. H.J. Starrenburg, heeft de vordering ingediend. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de psychische toestand van de verdachte, die lijdt aan schizofrenie en verslavingsproblematiek. Gezien deze omstandigheden heeft de rechtbank besloten de verdachte volledig ontoerekeningsvatbaar te verklaren en hem te ontslaan van alle rechtsvervolging. De rechtbank heeft daarnaast de maatregel van plaatsing in een psychiatrisch ziekenhuis voor de duur van één jaar gelast, om de veiligheid van de verdachte en anderen te waarborgen. De benadeelde partij heeft een schadevergoeding gevorderd, die door de rechtbank is toegewezen tot een bedrag van € 706,28, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde straf afgewezen, in verband met de beslissing om de verdachte in een psychiatrisch ziekenhuis te plaatsen.