In deze strafzaak heeft de rechtbank Midden-Nederland op 1 mei 2015 uitspraak gedaan in een zaak tegen een verdachte die wordt beschuldigd van diefstal en verduistering. De verdachte heeft in de periode van 9 februari 2012 tot en met 26 oktober 2013 geldbedragen van de bankrekening van de aangeefster, een bejaarde vrouw, opgenomen met haar pinpas en bijbehorende pincode. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in deze periode wederrechtelijk geld heeft weggenomen, met een totaalbedrag van € 43.450,00. De verdachte had de pinpas en pincode rechtmatig onder zich, maar heeft deze gebruikt om geld op te nemen zonder toestemming van de aangeefster voor een deel van de transacties. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de aangeefster beoordeeld en kwam tot de conclusie dat de verdachte niet geloofwaardig was in zijn verklaring dat hij toestemming had voor alle opnames. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan zowel diefstal als verduistering, waarbij de diefstal werd gepleegd met een valse sleutel. De rechtbank heeft een werkstraf van 240 uur opgelegd en een schadevergoeding van € 22.800,00 aan de aangeefster toegewezen, gebaseerd op de wederrechtelijke toe-eigening van geldbedragen. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het feit dat de verdachte niet eerder in aanraking is gekomen met justitie en dat hij heeft meegewerkt aan het onderzoek.