Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het verzoekschrift van 3 december 2014
- het verweerschrift van 14 januari 2015
- de brief van YFU van 16 januari 2015
- de pleitnota van [verzoeker]
- de pleitnota van YFU
- de mondelinge behandeling.
2.De feiten
- het verzoekschrift wordt niet ingetrokken
- de arbeidsovereenkomst eindigt per 1 december 2014
- YFU betaalt aan [verzoeker] een bedrag van € 75.000,-- bruto in verband met de ontbinding
- YFU biedt [verzoeker] een arbeidsovereenkomst aan voor 2 jaar, per 1 december 2014 en eindigend 1 december 2016
- tijdens het dienstverband wordt hij gedetacheerd bij het International Secretariat
- [verzoeker] ontvangt gedurende die 2 jaar een all-insalaris van € 60.000,-- (inclusief benefits en belastingen)
- verlenging van de arbeidsovereenkomst is mogelijk indien alle betrokkenen daar overeenstemming over bereiken.
- naast de betaling van € 75.000,-- dient YFU een bedrag van € 25.000,-- te betalen ter finale afrekening van alle resterende arbeidsrechtelijke aanspraken alsmede van de door de kantonrechter toegekende proceskosten (€ 4.000,-- indien YFU het verzoek intrekt)
- [verzoeker] behoudt tenminste zijn huidige salaris en overige arbeidsvoorwaarden
- de arbeidsovereenkomst wordt zonder meer verlengd zolang International Secretariat gebruik van de diensten van [verzoeker] wenst te blijven maken.
"Bericht aan de vrijwilligers"doen uitgaan, waarin samengevat het volgende is meegedeeld.
"kooltjes uit het vuur te halen". Zelfs de op non‑actiefstelling weerhield het bestuur er niet eens van om [verzoeker] voortdurend onder druk te zetten om met [C] in gesprek te gaan, zonder te weten welke instructies [C] van het bestuur had meegekregen. De verwijten dat [verzoeker] zich daar niet aan wilde wagen zijn niet alleen onterecht, maar ook volstrekt ongepast. Op 26 november 2014 geeft het bestuur nog steeds geen enkele garantie dat [verzoeker] zijn werkzaamheden als directeur normaal kan hervatten met de bijbehorende bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Hiervoor is op zijn minst nodig dat hij weet door wie hij op kantoor zal worden ontvangen en dat hij erop kan rekenen dat alle reguliere kantoorfuncties adequaat zijn ingevuld, zowel kwantitatief als kwalitatief. Onder deze omstandigheden en zonder voorafgaande correctie van alle verkeerde beeldvorming door het bestuur kan van [verzoeker] niet worden verwacht dat hij zich op 1 december 2014 op kantoor meldt.
"ontbinding"van de arbeidsovereenkomst geweest. De berichtgeving aan de vrijwilligers en de internationale partners is neutraal geweest. De op non‑actiefstelling tot 1 december had geen andere reden dan [verzoeker] en YFU de tijd te geven om de relatie te herstellen en [verzoeker] terug te begeleiden naar het werk. De stelling dat het bestuur niet bereid zou zijn tot afwikkeling van resterende arbeidsrechtelijke aanspraken is nergens op gebaseerd. De financiële verplichtingen zijn altijd nagekomen.
"zomaar te confronteren met, en te laten instrueren door de interim directeur die volstrekt ten onrechte op zijn stoel is geplaatst". Dit getuigt van weinig respect voor de positie van [verzoeker] en dit leidt onvermijdelijk tot nieuwe misverstanden. Hij maakt bovendien uit de brief op dat er sprake is van aanpassing op kantoor waar hij als directeur slechts over mee zal kunnen praten. Ook dat is op zijn zachtst gezegd niet in overeenstemming met zijn verantwoordelijkheden als directeur. De rol van [C] in het hele gebeuren blijft voor hem ook nog steeds volstrekt onduidelijk.
3.Het verzoek en het verweer
4.De beoordeling
"in de samenwerking beperkingen had". Het bestuur van YFU heeft in de berichtgeving echter op geen enkele wijze kenbaar gemaakt dat de kantonrechter van oordeel was dat het bestuur een verwijt treft met betrekking tot de verstoring van de arbeidsverhouding. In de berichtgeving heeft het bestuur (echter) de interim-directeur, het overig personeel en vrijwilligers complimenten gemaakt dat zij het werk zo goed mogelijk hebben laten doorgaan
"in deze lastige periode". Verder gaf het bestuur aan dat de automatisering
"nu beter op orde (is)", dat de archieven zijn bijgewerkt enz. Daarmee gaf het bestuur impliciet aan dat deze zaken onder het directeurschap van [verzoeker] níet op orde waren. Dergelijke berichtgeving is bepaald niet bevorderlijk voor een succesvolle terugkeer van [verzoeker] naar de werkvloer.
"op zijn stoel (was) geplaatst"acht de kantonrechter geen valide reden. Tijdens de afwezigheid van [verzoeker] heeft deze interim-directeur immers zijn functie waargenomen, en een gesprek zou evengoed over de wijze en tempo van overdracht hebben kunnen gaan. [verzoeker] verlangde naar het oordeel van de kantonrechter ten onrechte dat er reeds van tevoren schriftelijk aan zijn gemachtigde alle garanties werden gegeven.
"arbeidsvoorwaardelijke aanspraken"die [verzoeker] overigens nog van YFU tegoed zegt te hebben, heeft de kantonrechter bij het bepalen van ontbindingsvergoeding buiten beschouwing gelaten.