ECLI:NL:RBMNE:2015:3825
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering op basis van medische en arbeidskundige beoordeling
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 21 mei 2015 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de weigering van een WIA-uitkering. Eiseres, die eerder als apotheekmedewerker werkte, had op 16 december 2013 een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering, maar het Uwv concludeerde dat zij geen recht had op deze uitkering. Dit besluit werd in een later stadium door het Uwv bevestigd, waarna eiseres in beroep ging. Tijdens de zitting op 22 januari 2015 werd eiseres bijgestaan door haar gemachtigde en echtgenoot, terwijl het Uwv niet aanwezig was. De rechtbank heeft het onderzoek geschorst om het Uwv de gelegenheid te geven te reageren op aanvullende stukken van eiseres. Na schriftelijke uitwisselingen tussen partijen werd het onderzoek op 29 april 2015 gesloten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres van mening is dat het Uwv onvoldoende rekening heeft gehouden met haar klachten en beperkingen. Eiseres heeft diverse medische rapportages overgelegd ter ondersteuning van haar standpunt, waaronder een ergotherapeutisch advies en een verslag van een multidisciplinair overleg. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de verzekeringsartsen van het Uwv zorgvuldig en volledig onderzoek hebben gedaan. De rechtbank heeft de rapportages van de verzekeringsartsen als waardevol beschouwd, mits deze op zorgvuldige wijze tot stand zijn gekomen en niet tegenstrijdig zijn.
De rechtbank concludeert dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar beperkingen op de datum van de beslissing ernstiger waren dan door het Uwv aangenomen. De rechtbank heeft de FML van 29 januari 2014 als juist beoordeeld en heeft geoordeeld dat eiseres in staat is om de aan haar voorgehouden functies te vervullen. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.