Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 4
- het verweer van Magsoft met eis in reconventie
- de mondelinge behandeling
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
600,00(1 punten x tarief € 600,00)
Rechtbank Midden-Nederland
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Midden-Nederland op 13 mei 2015 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser] en de besloten vennootschap Magsoft Benelux B.V. [eiser] had vanaf 17 februari 2015 werkzaamheden verricht voor Magsoft als Technical Support Specialist. Op 26 februari 2015 werd een arbeidsovereenkomst voor de duur van zes maanden gesloten, waarin een proeftijdbeding was opgenomen. Magsoft heeft de arbeidsovereenkomst binnen de proeftijd opgezegd, maar [eiser] betwist de rechtsgeldigheid van deze opzegging, stellende dat het proeftijdbeding niet rechtsgeldig was overeengekomen. De kantonrechter oordeelde dat, volgens artikel 7:652 lid 4 BW, er geen proeftijd kan worden overeengekomen bij een arbeidsovereenkomst van ten hoogste zes maanden. Hierdoor was de opzegging door Magsoft niet rechtsgeldig, en had [eiser] recht op doorbetaling van zijn loon en emolumenten. De kantonrechter heeft Magsoft veroordeeld om [eiser] zijn loon te betalen, hem toe te laten tot zijn werkplek en de proceskosten te vergoeden. De reconventionele vordering van Magsoft tot teruggave van de lease-auto werd afgewezen, omdat de arbeidsovereenkomst voortduurde. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.