Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 13 mei 2015 in de zaak tussen
Taxon Groep 2 B.V., te Ede, gemachtigde: mr. W. Sleijfer.
Procesverloop
Overwegingen
28 januari 2015, ECLI:NL:RVS:2015:183, is degene wiens concurrentiebelang rechtstreeks is betrokken bij een besluit belanghebbende. Dat is bij het onderhavige besluit tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor het oprichten van een bioscoop slechts het geval indien eiseres in hetzelfde verzorgingsgebied en marktsegment werkzaam is als waarbinnen de op te richten bioscoop is voorzien.
Zij opereert niet in de leisure-markt. Meer in het bijzonder exploiteert zij geen bioscoop, noch in The Wall noch elders. Weliswaar heeft eiseres een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor het oprichten van een bioscoop in The Wall, maar die aanvraag is door verweerder bij besluit van 13 augustus 2013 geweigerd. Deze weigering is, nadat eiseres daartegen bezwaar heeft gemaakt, door verweerder gehandhaafd bij besluit van 2 februari 2014. Tegen dit laatste besluit heeft eiseres beroep ingesteld bij de rechtbank welk beroep bij uitspraak van 9 maart 2015 ongegrond is verklaard. Gelet hierop moet worden geoordeeld dat niet is gebleken van (een begin van) exploitatie door eiseres van een bioscoop die met de bij het primaire besluit vergunde bioscoop op de locatie Oostzijde Berlijnplein concurreert. Er is dan ook geen sprake van activiteiten van eiseres waarmee zij in hetzelfde marktsegment en verzorgingsgebied opereert als waarbinnen de op te richten bioscoop is voorzien.
28 januari 2015, ter ondersteuning van haar standpunt dat de verhuurbaarheid van het pand in The Wall nadelig zal worden beïnvloed door het primaire besluit, kan de rechtbank niet tot een ander oordeel leiden. Anders dan het geval was in de genoemde uitspraak is hier geen sprake van een uit The Wall vertrekkende bioscoopexploitant die de exploitant wordt van de met het primaire besluit vergunde bioscoop. The Wall is op dit moment niet bouwkundig ingericht ten behoeve van de vestiging van een bioscoop. Daartoe zijn bouwactiviteiten noodzakelijk waarvoor een omgevingsvergunning is aangevraagd, die – als gezegd – bij besluit van 13 augustus 2013 is geweigerd. Dat sprake is van de door eiseres gestelde verminderde verhuurbaarheid van het gebouw ten gevolge van de vergunning van de bioscoop aan het Berlijnplein is dan ook niet aannemelijk geworden.