ECLI:NL:RBMNE:2015:2846

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
24 april 2015
Publicatiedatum
24 april 2015
Zaaknummer
16.702790-13 (P
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Mensenhandel en kinderporno: uitbuiting van een minderjarig slachtoffer

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 24 april 2015 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensenhandel en het vervaardigen en in bezit hebben van kinderporno. De verdachte heeft samen met anderen een minderjarig en kwetsbaar meisje, geboren in 1995, in de prostitutie gebracht en hiervan geprofiteerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte het slachtoffer heeft geworven, vervoerd en gehuisvest met het oogmerk van uitbuiting, terwijl het slachtoffer de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt. De verdachte heeft het slachtoffer ertoe gebracht zich beschikbaar te stellen voor seksuele handelingen met derden tegen betaling. Daarnaast heeft hij opzettelijk voordeel getrokken uit de seksuele handelingen van het slachtoffer, door foto’s van haar te maken en deze te verspreiden, wat als kinderporno is gekwalificeerd. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarbij de ernst van de feiten en de kwetsbaarheid van het slachtoffer zwaar zijn meegewogen. De rechtbank heeft ook de vordering van de benadeelde partij, het slachtoffer, toegewezen, waarbij een schadevergoeding van € 13.300,00 is vastgesteld.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Lelystad
Parketnummer: 16.702790-13 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 24 april 2015
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1992] te [geboorteplaats] (Suriname),
wonende te [woonplaats],
thans verblijvende in de PI Midden Holland, HvB De Geniepoort, Alphen ad Rijn.

1.HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzittingen, laatstelijk plaatsgevonden op 1, 2 en 13 april 2015. De verdachte is ter terechtzitting van
1 en 2 april 2015 verschenen, telkens bijgestaan door mr. C. Grijsen, advocaat te Almere.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. C.P.D. van Kleef en van de standpunten door de raadsvrouw van verdachte naar voren gebracht.

2.DE TENLASTELEGGING

De verdachte is, na een nadere omschrijving tenlastelegging d.d. 7 oktober 2014 en 8 december 2014, ten laste gelegd dat:
1.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 mei 2013 tot en met 07 juli 2013 te Almere en/of Lelystad en/of Winterswijk en/of Hengelo en/of Almelo en/of Zwolle en/of elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal (telkens),
een ander, te weten [slachtoffer 1] (geboren op [1995])
(sub 2)
heeft/hebben geworven, vervoerd, overgebracht, gehuisvest of opgenomen met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1], terwijl deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en/of
(sub 5)
die [slachtoffer 1] ertoe heeft/hebben gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling
dan wel ten aanzien van die [slachtoffer 1] enige handeling(en) heeft/hebben ondernomen waarvan verdachte en/of verdachtes mededader(s) wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 1] zich daardoor beschikbaar zou stellen tot het verrichten van die handelingen, terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en/of
(sub 8)
opzettelijk voordeel heeft/hebben getrokken uit seksuele handelingen van die ander, te weten die [slachtoffer 1], met of voor een derde tegen betaling, terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens)
  • tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat zij geld kon verdienen door dates met mannen te hebben en/of
  • die [slachtoffer 1] opgehaald bij haar verblijfadres en/of haar per auto en/of trein en/of taxi verder door Nederland vervoerd en/of
  • die [slachtoffer 1] enige tijd laten verblijven in een of meer woning(en) en/of een of meer hotel(s)) en/of
  • aan die [slachtoffer 1] de gelegenheid geboden in een of meer woning(en) en/of hotel(s) prostitutie te bedrijven en/of
  • aan die [slachtoffer 1] (een) werktelefoon(s) en/of instructies gegeven hoe prostitutie te bedrijven en/of
  • advertenties betrekking hebbende op die [slachtoffer 1] op de site kinky.nl geplaatst en/of
  • die [slachtoffer 1] drugs gegeven en/of
  • die [slachtoffer 1] bedreigd en/of mishandeld en/of zich agressief tegen die [slachtoffer 1] gedragen en/of tegen haar geschreeuwd en/of
  • alle, althans een (groot) deel van die prostitutieverdiensten van die [slachtoffer 1] afgepakt en/of aan hem/hun, verdachte en/of zijn mededader(s), laten afgeven door die [slachtoffer 1];

2.

hij op een (of meer) tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 mei 2013 tot en met 3 april 2014 te Almere en/of Lelystad en/of elders in Nederland,

tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen
één of meermalen (telkens)
een of meer, althans een (groot) (aantal) afbeelding(en), te weten een of meer foto’s
en/of (een) gegevensdrager(s) bevattende een of meer (een) afbeelding(en) (één of meer smartphone(s) en/of mobiele telefoon(s) met onder andere ook een film- en/of fotofunctie)
heeft verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of in bezit gehad,
en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt (te weten [slachtoffer 1] geboren op [1995]), was betrokken of schijnbaar was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 aren nog niet heeft/hebben bereikt,
waarbij deze perso(o)n(en) gekleed is/zijn en/of opgemaakt is/zijn en/of poseert/poseren in een omgeving en/of in (een) (erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) (die niet bij haar/hun leeftijd past/passen) en/of door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de afbeelding(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling;

3.DE VOORVRAGEN

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.DE BEWIJSMIDDELEN EN DE BEOORDELING DAARVAN

Het standpunt van de officier van justitie
Feit 1.
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen in alle ten laste gelegde varianten, te weten sub 2, 5 en 8. Daarbij is er sprake van medeplegen.
De officier van justitie acht de verklaring van aangeefster geloofwaardig en betrouwbaar, aangezien deze wordt ondersteund door verklaringen van medeverdachten en objectieve en verifieerbare gegevens.
Verdachte heeft bewust met anderen samengewerkt om aangeefster [slachtoffer 1] te werven, te vervoeren en onder te brengen in woningen en hotels waar prostitutie werd bedreven met het oogmerk van uitbuiting. Ook heeft hij [slachtoffer 1] ertoe gebracht zich beschikbaar te stellen voor het verrichten van seksuele handelingen met derden tegen betaling en heeft hij daaruit voordeel getrokken.
Feit 2.
De officier van justitie acht het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen in de varianten van vervaardigen en verspreiden van kinderpornografische foto’s van de toen minderjarige aangeefster. Daarbij is er sprake van medeplegen met de medeverdachte [medeverdachte 1].
Het standpunt van de verdediging
Feit 1.
De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank omtrent de bewezenverklaring van het ten laste gelegde voor wat betreft de variant van sub 5.
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van de onder sub 2 en 8 ten laste gelegde varianten, aangezien verdachte geen oogmerk had op de uitbuiting van aangeefster en ook geen voordeel heeft getrokken uit haar seksuele handelingen. De verklaringen van aangeefster bevatten inconsistenties, tegenstrijdigheden en onwaarheden waardoor met deze verklaringen behoedzaam dient te worden omgegaan.
Feit 2.
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit van het ten laste gelegde, aangezien niet blijkt dat verdachte, alleen dan wel als medepleger, zich schuldig heeft gemaakt aan het vervaardigen dan wel het verspreiden van kinderpornografie.
Het oordeel van de rechtbank [1]
Algemeen
Het ten laste gelegde artikel 273f, eerste lid, sub 2, 5 en 8 van het Wetboek van Strafrecht ziet op de bescherming van minderjarigen tegen seksuele uitbuiting door anderen en op het profiteren daarvan. Een minderjarige op enigerlei faciliteren tot een rol in de prostitutie is strafbaar, onafhankelijk van de wil van de minderjarige. Hierbij is niet van belang of een verdachte bekend is met de minderjarigheid van het slachtoffer, aangezien de minderjarigheid een geobjectiveerd bestanddeel is. Door het tewerkstellen van minderjarigen in de prostitutie is er in het algemeen sprake van een grote inbreuk op de lichamelijke en geestelijke integriteit van de minderjarige.
Betrouwbaarheid van [slachtoffer 1]
In mensenhandel zaken waarin de verdachte ontkent, is met name de verklaring van aangeefster een belangrijk bewijsmiddel. De rechtbank ziet zich allereerst voor de vraag geplaatst of de verklaringen van [slachtoffer 1] (hierna ook: [slachtoffer 1]) voor het bewijs gebezigd kunnen worden.
[slachtoffer 1] heeft in het informatief gesprek zeden van 7 november 2013 het volgende verklaard.
[slachtoffer 1] geeft aan dat zij toen zij 17 jaar oud was, werd gevraagd om te daten met mannen voor veel geld. Het zou niet gaan om seks. Tijdens de eerste date werd de man boos op [slachtoffer 1], omdat zij geen seks wilde. [verdachte] en [medeverdachte 1] praatten op [slachtoffer 1] in, zodat zij dates met mannen zou hebben en daarbij seks had. Als [slachtoffer 1] dat niet deed zouden [verdachte] en [medeverdachte 1] foto’s van [slachtoffer 1] in lingerie, die [verdachte] had gemaakt, verspreiden.
In een hotel in Hengelo had ze voor het eerst dates met seks. Er waren drie BlackBerry mobiele telefoons. [slachtoffer 1] nam zelf de telefoon aan om afspraken te maken met klanten onder verschillende namen. Volgens de eerste afspraak zou [slachtoffer 1] de helft van het verdiende geld krijgen. [slachtoffer 1] vroeg € 100,00 voor een half uur en € 150,00 euro voor één uur. [2] [slachtoffer 1] weet niet meer hoeveel dates zij heeft gehad, omdat het was niet meer te tellen was. [3]
Op 4 maart 2014 heeft [slachtoffer 1] aangifte gedaan [4] en heeft zij het volgende verklaard.
Via Facebook is contact ontstaan tussen [slachtoffer 1] en [verdachte]. [verdachte] begon over het daten met mannen, maar geen seks. Ook op navraag van [slachtoffer 1] schrijft [verdachte] dat het enkel ging om daten. [verdachte] haalde [slachtoffer 1] op en [medeverdachte 1] was er ook bij. Een onbekende was de chauffeur van de auto. [5] [slachtoffer 1] kreeg een BlackBerry telefoon en werd gewezen waar zij moest zijn. Bij de eerste man bleek dat [slachtoffer 1] seks moest hebben met de man. Dit heeft zij niet gedaan. [6]
Ongeveer een week later werd [slachtoffer 1] opgehaald door [verdachte], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] en gingen zij naar het [naam] hotel in Hengelo. [verdachte] had een kamer gereserveerd op zijn naam. De eerste avond op de hotelkamer gebruikte [slachtoffer 1] drank en drugs. [7] De dag erna ging [medeverdachte 1] met [medeverdachte 2] naar Almere. [verdachte] maakte met de Blackberry van [medeverdachte 1] [8] foto’s van [slachtoffer 1] in de badkamer van de hotelkamer. Op de foto’s was het hoofd van [slachtoffer 1] niet zichtbaar en op een aantal foto’s droeg [slachtoffer 1] ondergoed, maar sommigen waren zonder ondergoed. [9] Op aanwijzing van [verdachte] droeg [slachtoffer 1] verschillend ondergoed en [verdachte] droeg [slachtoffer 1] op hoe zij moest poseren. De foto’s stonden op kinky.nl. [slachtoffer 1] had geen inlogcode, want die had [medeverdachte 1]. [10] [slachtoffer 1] zag [medeverdachte 1] wel eens inloggen op de computer. Er waren twee telefoons waarop [slachtoffer 1] werd gebeld, waarschijnlijk gekoppeld aan twee advertenties. De ene telefoon was voor de naam [bijnaam] en de andere was [bijnaam]. De prijzen bedroegen € 70,00 voor een kwartier, € 100,00 voor een half uur en € 150,00 voor één uur. [11] Beide Blackberry mobiele telefoons waren van [medeverdachte 1] en die kreeg [slachtoffer 1] toen [medeverdachte 1] alleen weer in het hotel terug kwam. In het hotel heeft [medeverdachte 1] de foto’s erop gezet. [12] Die avond had [slachtoffer 1] haar eerste klant. [13] [verdachte] en [medeverdachte 1] gaven [slachtoffer 1] condooms. [14] In Hengelo ontving [slachtoffer 1] minimaal zes à zeven klanten per dag. De baliemedewerkster sprak [slachtoffer 1] aan en vanwege de wietlucht mochten zij niet meer in het hotel blijven. [15] Na een week in het hotel in Hengelo ging [slachtoffer 1] naar haar moeder. Binnen een week vertrok [slachtoffer 1] bij haar moeder en ging met [verdachte] en [medeverdachte 1] naar een hotel in Zwolle, waar [slachtoffer 1] moest werken. Het verdiende geld moest [slachtoffer 1] aan [medeverdachte 1] geven. [16] [slachtoffer 1] was ongeveer vijf dagen in Zwolle. [17] Vanuit Zwolle ging [slachtoffer 1] met [verdachte] en [medeverdachte 1] naar Almelo. In Almelo verbleef [slachtoffer 1] ongeveer een week in een [naam] hotel. Daarna ging [slachtoffer 1] met [verdachte] en [medeverdachte 1] naar Lelystad. In Lelystad werkte [slachtoffer 1] een tijdje in de woning [medeverdachte 3]. [verdachte] en [medeverdachte 1] kwamen iedere dag even langs om te chillen en geld op te halen. [18] Er zijn ook foto’s gemaakt in de woning [medeverdachte 3]. Deze foto’s zijn ook op kinky.nl geplaatst. [19] Vervolgens vertrok [slachtoffer 1] naar een door [medeverdachte 1] geregeld huurhuis in Winterswijk. In Winterwijk werkte [slachtoffer 1] ongeveer drieënhalve week ook als prostituee en gaf haar geld af aan [verdachte]. [20]
Op 22 mei 2014 is [slachtoffer 1] nogmaals gehoord. Deze verklaring bevat het navolgende.
[medeverdachte 1] maakte afspraken met [medeverdachte 3] over het verblijf van [slachtoffer 1] bij [medeverdachte 3]. [medeverdachte 1] betaalde [medeverdachte 3], omdat [slachtoffer 1] bij [medeverdachte 3] verbleef. [21] Bij [medeverdachte 3] had [slachtoffer 1] ongeveer 3 klanten per dag. Klanten betaalden € 100,00 per half uur en € 150,00 per uur. [22] [medeverdachte 1] en [verdachte] kregen de helft van de opbrengsten van [slachtoffer 1]. [slachtoffer 1] werkte ook af en toe als escort. [23]
De eerste twee foto’s op de advertentie met de naam “[bijnaam]” op kinky.nl zijn foto’s van [slachtoffer 1], gemaakt in de woning [medeverdachte 3]. De foto’s 4 tot en met 9 en 11 tot en met 15 betreffen telkens [slachtoffer 1]. Deze foto’s zijn gemaakt in juni 2013 en betreffen de eerste gemaakte foto’s. De foto’s 12 tot en met 14 zijn gemaakt door [slachtoffer 1] zelf en gestuurd naar [verdachte]. De overige foto’s zijn gemaakt in het hotel [naam] in Hengelo door [verdachte] met een BlackBerry telefoon. [slachtoffer 1] werkte onder de naam [bijnaam]. Die naam was verzonnen door [medeverdachte 1]. [24] De werknaam “[bijnaam]” is ook verzonnen door [medeverdachte 1]. [25] [slachtoffer 1] heeft wederom verklaard dat zij prostitutiewerkzaamheden verrichtte in Akersloot, Zwolle en Winterswijk. [26]
[slachtoffer 1] heeft op 3 juli 2014 een derde verklaring [27] afgelegd tegenover de politie. Deze verklaring houdt het navolgende in.
Toen [slachtoffer 1] bij [medeverdachte 4] in huis werkte, werkte zij onder de naam [bijnaam]. Klanten betaalden € 100,00 voor een half uur en € 150,00 voor één uur. Het geld van de klanten gaf [slachtoffer 1] aan [medeverdachte 1]. [medeverdachte 4] kreeg geld van [medeverdachte 1], omdat [slachtoffer 1] daar werkte. [medeverdachte 1] en [verdachte] upgraden de seksadvertentie via de telefoon. [medeverdachte 4], [medeverdachte 1] en [verdachte] waren aanwezig toen de foto’s in de woning van [medeverdachte 4] zijn gemaakt. [slachtoffer 1] verbleef in juni 2013 gedurende drie periodes bij [medeverdachte 4]. In juni 2013 verbleef [slachtoffer 1] ook bij [medeverdachte 3] in de woning. [slachtoffer 1] acht de schatting van ongeveer 195 klanten in de gehele periode juist.
[slachtoffer 1] heeft tegenover de rechter-commissaris d.d. 30 oktober 2014 het volgende verklaard. [28]
[slachtoffer 1] werkte in de plaatsen Winterwijk, Hengelo en Almere. [medeverdachte 1] bepaalde voornamelijk waar [slachtoffer 1] werkte en hij had haar geld. [slachtoffer 1] gaf het verdiende geld aan [medeverdachte 1] en soms aan [verdachte]. Per plaats had [slachtoffer 1] vijf of zes klanten per dag. In Hengelo ontving [slachtoffer 1] de meeste klanten. In de woning van [medeverdachte 4] ontving [slachtoffer 1] veel klanten en in de woning [medeverdachte 3] was het rustiger. [verdachte] maakte de eerste keer in het hotel in Hengelo foto’s van [slachtoffer 1]. In de woning van [medeverdachte 4] zijn door [medeverdachte 4] ook foto’s van [slachtoffer 1] gemaakt. [medeverdachte 1] hield zich bezig met het profiel op de sekssites bijhouden en de foto’s uploaden.
Ondersteunende bewijsmiddelen
Op 7 juni 2013 deed [de moeder] melding van vermissing van haar dochter [slachtoffer 1] geboren op [1995] [29] . [30] Op 17 juni 2013 deed [de moeder] aangifte van vermissing. [31]
Op 12 juni 2013 is de morgen is [slachtoffer 1] aangetroffen en gebracht naar LSG-Rentray. Diezelfde middag is [slachtoffer 1] weer weggelopen. In die avond is [slachtoffer 1] in de woning [medeverdachte 3] aan het [adres] aangetroffen en weer bij LSG-Rentray afgezet. Daar is zij kort voor middernacht weer weggelopen. [32] Op 14 juli 2013 is [slachtoffer 1] gevonden en gesloten geplaatst. [33]
Uit het proces-verbaal van bevindingen blijkt dat [de moeder] bij de melding van vermissing op 7 juni 2013 screenshots ter beschikking heeft gesteld. Uit het gesprek tussen [slachtoffer 1] en [verdachte] blijkt dat [verdachte] aan [slachtoffer 1] vraagt of ze geld wil verdienen. [slachtoffer 1] laat blijken dat ze voor veel in is, maar niet voor seks. Volgens [verdachte] gaat het om daten met rijke mannen en dat zij dit weekend tussen de € 400,00 en € 900,00 kunnen verdienen. Nadat [slachtoffer 1] akkoord gaat schrijft [verdachte] dat hij onherkenbare sexy foto’s nodig heeft van [slachtoffer 1], waarvan een paar in lingerie. [34]
Uit de verklaring van [de moeder] op 4 maart 2014 blijkt dat [slachtoffer 1] de beschikking had over de telefoonnummers [telefoonnummer], [telefoonnummer] en [telefoonnummer]. In de periode dat [slachtoffer 1] weg was heeft [slachtoffer 1] gebeld met het telefoonnummer [telefoonnummer]. [35]
Op 31 mei 2013 mailde [A], hoofd receptioniste van het Hotel [naam] te Hengelo, dat er een vermoeden was van prostitutie. Op een kamer, op naam van [verdachte], verbleven drie personen, te weten twee mannen en een vrouw. De boeking van de kamer was een aantal keren met een dag verlengd en de schoonmaakster zag het meisje bloot of half ontbloot. [36] Uit de gegevens van het hotel van het verblijf van [verdachte] in Hengelo blijkt een aankomst op 23 mei en een vertrek op 25 mei 2013 en een aankomst op 26 mei en een vertrek op 1 juni 2013. [37] In de boekingsgegevens is als bijzonderheid vastgelegd dat de hele gang stinkt naar wietlucht en dat er iemand geld gaf aan de deur. [38]
Uit de verklaring van [A], hoofd receptie bij hotel [naam] te Hengelo, blijkt dat in mei 2013 een computer met internet in de lounge van het hotel stond. [39]
Er zijn foto’s gemaakt van het hotel [naam] te Hengelo. [40]
Uit de gegevens van hotel [naam] te Akersloot blijkt dat op naam van [verdachte] een kamer is geboekt van 4 juni tot 6 juni 2013. [41]
Uit de gegevens van hotel [naam] te Zwolle blijkt dat op naam van [verdachte] een kamer is geboekt van 18 tot 22 juni 2013. [42]
Uit de gegevens van hotel [naam] te Almelo blijkt dat op naam van [verdachte] een kamer is geboekt van 22 juni tot 23 juni 2013. [43]
Op 23 juni 2013 omstreeks 2.13 uur zijn [verdachte] en [medeverdachte 1] gecontroleerd in Almelo. [44]
Uit het proces-verbaal van bevindingen blijkt dat op de Facebookpagina [medeverdachte 3] post stond vermeld met een zestal foto’s. [45] Uit nader onderzoek blijkt dat de zes afbeeldingen zijn gemaakt op of omstreeks juni of juli 2013. [46] De zesde foto betreft een foto van een jonge vrouw. De vrouw kijkt in de richting van de camera en is gekleed in een roodkleurig pakje, afgezet met witkleurig pluche langs de buste. De vrouw zit met haar benen uit elkaar. Door de positie van de camera en de houding van de vrouw, wordt de nadruk gelegd op de bedekte geslachtsdelen van de vrouw. [47]
[medeverdachte 3] heeft bekend dat zij de hierboven omschreven foto van [slachtoffer 1] van [medeverdachte 4] ontving via WhatsApp. Vervolgens heeft [medeverdachte 3] de foto op haar Facebook geplaatst. [48]
Uit onderzoek blijkt dat de foto’s met het kerstpakje op kinky.nl zijn geplaatst in juni 2013. [49]
Uit gegevens van Midhold B.V. blijkt dat de advertentie op kinky.nl met nummer [nummer] (nickname: [bijnaam]) is aangemaakt op 3 mei 2013. Van een aantal foto’s die bij deze advertentie zijn geplaatst, bestond het vermoeden dat daarop [slachtoffer 1] was te zien. Deze foto’s zijn vergeleken met foto’s van de badkamer van de kamer in het hotel [naam] in Hengelo die door [verdachte] was geboekt. De achtergrond van de foto’s waarop [slachtoffer 1] zou zijn te zien vertoont gelijkenissen met de inrichting van de badkamer. [50] [slachtoffer 1] is geconfronteerd met de foto’s van de advertentie [bijnaam] en heeft verklaard dat zich hieronder foto’s bevinden die [verdachte] (de rechtbank begrijpt: [verdachte]) van haar in de badkamer in het [naam] Hotel in Hengelo heeft gemaakt [51] . Het gaat hier om de foto’s 4, 5, 6, 7, 8, 9, 11 en 15. [52] Uit het proces-verbaal van bevindingen kinderporno-onderzoek blijkt dat de foto’s 1, 2, 4 tot en met 9, 11 en 15 zijn geüpload naar kinky.nl toen [slachtoffer 1] nog minderjarig was. [53]
Uit onderzoek blijkt dat op 3 juni 2013 twee foto’s van [slachtoffer 1] zijn geüpload op kinky.nl bij de seksadvertentie met de naam “[bijnaam]”. Deze foto’s zijn vermoedelijk gemaakt in de woning van [medeverdachte 4], gelet op overeenkomsten van details op de foto’s die overeenkomen met details in de woning van [medeverdachte 4]. [54]
Op de website Sexjobs.nl zijn drie advertenties aangemaakt onder de naam “[bijnaam]”. Op al deze advertenties staan foto’s waarvan is vastgesteld dat [slachtoffer 1] te zien is in lingerie en in uitdagende poses. Al deze advertenties zijn aangemaakt op 17 juni 2013. [55] Deze foto’s zijn ook geclassificeerd als kinderpornografisch, aangezien deze dezelfde zijn als de foto’s op kinky.nl. [56]
Uit onderzoek naar de telefoon van [slachtoffer 1] blijkt dat haar telefoon zich op 23 mei tot en met 25 mei 2013 te Hengelo bevond. [57] De telefoon van [slachtoffer 1] bevindt zich van 26 mei tot en met 1 juni 2013 te Hengelo. Van 4 juni tot en met 6 juni bevindt de telefoon van [slachtoffer 1] zich in Akersloot. [58] Uit de historische verkeersgegevens blijkt voorts dat de telefoon van [slachtoffer 1] van 8 juni tot en met 12 juni 2013 te Lelystad is. [59] Op 12 juni 2013 werd [slachtoffer 1] bij [medeverdachte 3] aangetroffen. Verder blijkt dat de telefoon van [slachtoffer 1] van 18 juni tot en met 22 juni 2013 in Zwolle aanstraalt. Van 22 juni tot en met 23 juni 2013 was [slachtoffer 1] in Almelo en van 26 juni tot en met 5 juli 2013 in Winterswijk. [60]
De advertenties onder de naam [bijnaam] met de nummers [nummer], [nummer] en [nummer] zijn aangemaakt op 17 juni 2013 en de laatste actie met betrekking tot die advertenties was op 16 juli 2013. Drie foto’s van [slachtoffer 1] bij deze advertenties zijn ook als kinderpornografisch geclassificeerd, aangezien [slachtoffer 1] toen nog minderjarig was. Het aanmaken en latere inloggen op de advertenties is gedaan vanaf het IP adres [IP-adres] Dit IP adres blijkt te zijn afgegeven aan [B 1], te weten de moeder van [medeverdachte 1]. [61]
Uit nader onderzoek blijkt dat er bij de seksadvertentie met nummer [nummer] “[bijnaam]” nog een drietal foto’s zijn van [slachtoffer 1] die allen in juni 2013 zijn geüpload. [62]
[medeverdachte 1] [63] heeft verklaard dat hij [slachtoffer 1] naar een man bracht om te werken. Een aantal dagen later bracht hij [slachtoffer 1] naar Hengelo en gaf haar een oud profiel van kinky.nl en een oude mobiele telefoon. Daarna bracht [medeverdachte 1] [slachtoffer 1] naar [medeverdachte 3]. [slachtoffer 1] ging daarna naar [medeverdachte 4]. [slachtoffer 1] prostitueerde zich in Zwolle en Almelo. Vervolgens ging [slachtoffer 1] met [verdachte] naar Winterswijk en daar ging [medeverdachte 1] af en toe langs.
[verdachte] [64] heeft verklaard dat hij aanwezig was in de tijd dat [slachtoffer 1] zich prostitueerde. [slachtoffer 1] maakte de afspraken met mannen zelf. [verdachte] heeft wel eens een smsje gestuurd naar de sekssite. [verdachte] was met [slachtoffer 1] in hotels in de plaatsen Hengelo, Akersloot en Zwolle. [verdachte] sprak met [slachtoffer 1] over het daten met mannen voor geld op aanraden van [medeverdachte 1]. [medeverdachte 1] regelde de woning in Winterswijk zodat [slachtoffer 1] daar kon werken.
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat [slachtoffer 1] drie dagen bij haar in de woning verbleef in de periode van april/mei 2013. [65]
Conclusie
De rechtbank merkt de verklaringen van [slachtoffer 1] als geloofwaardig en betrouwbaar aan. Haar verklaringen zijn op belangrijke onderdelen consistent en worden op een groot aantal wezenlijke onderdelen ondersteund door de verklaringen van [verdachte] en [medeverdachte 1], de verklaring [medeverdachte 3] betreffende het verblijf van [slachtoffer 1] in haar woning, alsmede door objectief bepaalde en verifieerbare gegevens, zoals onder meer de historische verkeersgegevens, de foto’s die in de badkamer van de hotelkamer in Hengelo zijn gemaakt en vervolgens zijn gebruikt bij de seksadvertentie onder het nummer [nummer] ([bijnaam]). De stelling dat [slachtoffer 1] zich bij het doen van aangifte (mede) heeft laten leiden door de mogelijkheid van het indienen van een vordering tot schadevergoeding –wat daarvan op zichzelf ook zij-, doet in het onderhavige geval geen afbreuk aan de betrouwbaarheid van haar verklaring nu haar aangifte wordt gestaafd door andere hierboven vermelde bewijsmiddelen. Dat [slachtoffer 1] niet vanaf het begin op alle punten volledige openheid van zaken heeft gegeven, geeft de rechtbank evenmin aanleiding om haar verklaringen als onbetrouwbaar dan wel niet geloofwaardig af te doen. Daarbij merkt de rechtbank op dat [slachtoffer 1] in haar laatste tegenover de politie afgelegde verklaring een afdoende uitleg heeft gegeven over de redenen waarom zij dit niet heeft gedaan. De rechtbank constateert tevens dat [slachtoffer 1] niet zozeer wisselend heeft verklaard, maar veeleer aanvullend. De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer 1] als uitgangspunt genomen kunnen worden nu deze worden ondersteund door de hierboven vermelde bewijsmiddelen en de rechtbank ook overigens geen reden heeft om te twijfelen aan de juistheid van haar verklaringen.
Feit 1, sub 2 en 5
Zoals uit de bewijsmiddelen blijkt heeft verdachte [slachtoffer 1] geworven voor het verrichten van prostitutiewerkzaamheden. Uit het Facebook gesprek tussen verdachte en [slachtoffer 1] blijkt immers dat hij initiatief neemt in het gesprek om [slachtoffer 1] te vragen of zij geld wil verdienen en hoe ver zij daar in wil gaan. Bovendien vraagt verdachte aan [slachtoffer 1] om lingerie foto’s waarbij haar hoofd niet zichtbaar is. Vervolgens heeft verdachte samen met [medeverdachte 1] [slachtoffer 1] naar woningen en hotels gebracht waar [slachtoffer 1] prostitutiewerkzaamheden kon verrichten en ook heeft verricht, waarvan verdachte en [medeverdachte 1] ook beiden op de hoogte waren. Daarbij komt ook dat verdachte en [medeverdachte 1] [slachtoffer 1] voorzagen van een werktelefoon en condooms. Tevens maakte verdachte foto’s van [slachtoffer 1] om te plaatsen bij seksadvertenties en heeft hij de advertentie geüpgraded.
Oogmerk veronderstelt tenminste een noodzakelijkheidsbewustzijn ten aanzien van het gevolg. Het oogmerk van uitbuiting is in casu gelegen in het verkrijgen van financieel gewin. De rechtbank is van oordeel dat het handelen van verdachte gericht was op het prostitueren van [slachtoffer 1] en haar aldus ertoe te brengen dat zij zich beschikbaar zou stellen voor het verrichten van seksuele handelingen met derden tegen betaling, zodat verdachte [slachtoffer 1] kon uitbuiten door haar inkomsten te incasseren.
Feit 1, sub 8
Uit de verklaring van [slachtoffer 1] blijkt dat zij het door haar verdiende geld gaf aan verdachte en [medeverdachte 1]. De verklaringen van [slachtoffer 1] zijn consistent indien het gaat om het afstaan van geld en zoals reeds is overwogen heeft de rechtbank geen redenen om te twijfelen aan de verklaring van [slachtoffer 1]. Daarnaast blijkt dat de hotelkamers zijn geboekt op naam van verdachte en hij en [medeverdachte 1] ook in die hotelkamers sliepen, hetgeen de rechtbank ook ziet als het (financieel) voordeel trekken.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het geven van drugs, aangezien niet blijkt dat dit in rechtstreeks verband staat met het laten verrichten van prostitutiewerkzaamheden door [slachtoffer 1].
De rechtbank zal verdachte tevens vrijspreken van het gedachtestreepje betreffende het bedreigen en/of mishandelen van [slachtoffer 1]. Dit is een wezenlijk onderdeel van de verdenking en kan ook afzonderlijk ten laste worden gelegd . In dat geval zijn minimaal twee bewijsmiddelen nodig. De wijze van ten laste leggen dient niet in het nadeel van verdachte te werken, waardoor de rechtbank in dit specifieke geval van oordeel is dat dit gedachtestreepje twee bewijsmiddelen vereist voor een bewezenverklaring. Het enige bewijsmiddel betreft de verklaring van [slachtoffer 1], waardoor er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om te komen tot een bewezenverklaring. De rechtbank merkt wellicht ten overvloede op dat dit sub-oordeel niets afdoet aan de betrouwbaarheid van de verklaringen van [slachtoffer 1].
De rechtbank verwerpt derhalve de verweren van de raadsvrouw, aangezien deze worden weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen. De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde in alle ten laste gelegde varianten wettig en overtuigend bewezen.
Feit 2
Uit voornoemde bewijsmiddelen blijkt dat verdachte met [medeverdachte 1] foto’s van [slachtoffer 1] heeft gemaakt en deze in bezit heeft gehad. De rechtbank verwerpt derhalve de verweren van de raadsvrouw, aangezien deze worden weerlegd door de gebezigde bewijsmiddelen. De rechtbank acht het onder 1 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat:
1.
hij op tijdstippen in de periode van 01 mei 2013 tot en met 07 juli 2013 te Almere en Lelystad en Winterswijk en Hengelo en Almelo en Zwolle en elders in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
een ander, te weten [slachtoffer 1] (geboren op [1995])
(sub 2)
heeft geworven, vervoerd, overgebracht en gehuisvest met het oogmerk van uitbuiting van die [slachtoffer 1], terwijl deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en
(sub 5)
die [slachtoffer 1] ertoe heeft gebracht zich beschikbaar te stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met of voor een derde tegen betaling, terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
en
(sub 8)
opzettelijk voordeel heeft getrokken uit seksuele handelingen van die ander, te weten die [slachtoffer 1], met of voor een derde tegen betaling, terwijl die [slachtoffer 1] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt,
immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens)
  • tegen die [slachtoffer 1] gezegd dat zij geld kon verdienen door dates met mannen te hebben en
  • die [slachtoffer 1] opgehaald bij haar verblijfadres en/of haar per auto en/of trein en/of taxi verder door Nederland vervoerd en
  • die [slachtoffer 1] enige tijd laten verblijven in woningen en hotel(s) en
  • aan die [slachtoffer 1] de gelegenheid geboden in woning(en) en hotel(s) prostitutie te bedrijven en
  • aan die [slachtoffer 1] (een) werktelefoon(s) en instructies gegeven hoe prostitutie te bedrijven en
  • advertenties betrekking hebbende op die [slachtoffer 1] op de site kinky.nl geplaatst en
  • een (groot) deel van die prostitutieverdiensten van die [slachtoffer 1] aan hem/hun, verdachte en/of zijn mededader, laten afgeven door die [slachtoffer 1];

2.

hij op tijdstippen in de periode van 01 mei 2013 tot en met 3 april 2014 te Almere en/of Lelystad en/of elders in Nederland,

tezamen en in vereniging met een ander
een of meer afbeelding(en), te weten een of meer foto(’s)
heeft vervaardigd en/of in bezit gehad,
terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn, waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt (te weten [slachtoffer 1], geboren op [1995]), was betrokken,
welke voornoemde seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt,
waarbij deze persoon gekleed is en/of poseert in een omgeving en/of in (een) (erotisch getinte) houding(en) (op een wijze) (die niet bij haar leeftijd past) en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de afbeelding(en) nadrukkelijk de (ontblote) geslachtsdelen en/of borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en strekt tot seksuele prikkeling.
Van het onder 1 en 2 meer of anders ten laste gelegde zal verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.
De rechtbank heeft in de bewezenverklaring een aantal kennelijke schrijffouten verbeterd. De verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.

6.KWALIFICATIE

Het bewezene levert op:
Feit 1.
Mensenhandel, gepleegd door twee of meer verenigde personen ten aanzien van een persoon die de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, meermalen gepleegd.
Feit 2.
Medeplegen van een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt is betrokken, vervaardigen en in bezit hebben, meermalen gepleegd.

7.STRAFBAARHEID

De feiten en verdachte zijn strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden zijn gebleken die die strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten.

8.STRAFOPLEGGING

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 31 maanden met aftrek overeenkomstig artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht, waarvan een gedeelte van 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit een gevangenisstraf op te leggen, waarvan het onvoorwaardelijke deel de duur van het reeds door verdachte ondergane voorarrest niet te boven gaat. De raadsvrouw heeft daartoe gewezen op enigszins vergelijkbare strafzaken. Voorts heeft de raadsvrouw bepleit rekening te houden met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht en met het feit dat verdachte niet eerder wegens een soortgelijk delict is veroordeeld.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend.
Verdachte heeft samen met anderen een minderjarig en kwetsbaar meisje in de prostitutie gebracht en hij heeft daarvan geprofiteerd. Dit meisjes heeft bovendien in een korte periode zeer veel klanten ontvangen. Dit handelen van verdachte moet worden beschouwd als een volstrekte minachting en volledig gebrek aan respect voor het minderjarige en kwetsbare slachtoffer. Mensenhandel waarbij iemand in de prostitutie wordt gebracht is een vergaande en ontluisterende manier van uitbuiting, waarbij de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer ondergeschikt wordt gemaakt aan de zucht naar geldelijk gewin van de uitbuiters. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van dergelijke feiten doorgaans nog lange tijd de psychische gevolgen hiervan ondervinden. Verdachte heeft daarnaast ten behoeve van klantenwerving foto’s van het minderjarige slachtoffer op een website geplaatst. Deze foto’s zijn gelet op de aard van de afbeeldingen en de minderjarigheid van het slachtoffer gekwalificeerd als kinderporno.
Bij de beoordeling van de ernst heeft de rechtbank ook rekening gehouden met de verdere omstandigheden waaronder het feit is begaan, waaronder de duur van het feit, de mate van uitbuiting, de hoeveelheid klanten en de leeftijd en de houding van het slachtoffer.
Op grond van in het bijzonder de ernst van het feit acht de rechtbank in beginsel oplegging van een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van langere duur gerechtvaardigd.
Voorts heeft de rechtbank rekening gehouden met het uittreksel justitiële documentatie
d.d. 11 februari 2015 en met hetgeen verdachte ter zitting heeft verklaard omtrent zijn persoonlijke omstandigheden.
Gelet op het bepaalde in artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht houdt de rechtbank bij het opleggen van de hierna te melden straf, rekening met de straf die aan verdachte is opgelegd bij vonnis van de politierechter Amsterdam d.d. 8 mei 2014.
Gelet op het feit dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan (het medeplegen van) mensenhandel is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf passend en geboden is uit het oogpunt van vergelding alsmede van preventie. De rechtbank gaat bij de oplegging van een vrijheidsstraf uit van het grote aantal klanten dat het slachtoffer heeft ontvangen.. Als strafverzwarende factoren weegt de rechtbank zwaar mee dat het een minderjarig en kwetsbaar slachtoffer was van wie verdachte misbruik gemaakt heeft. Verdachte heeft een actieve bijdrage geleverd aan de bewezenverklaarde handelingen. De rechtbank houdt ook rekening met het gegeven dat het gebruik van geweld en het uiten van bedreigingen niet bewezen is verklaard. Ten slotte weegt de rechtbank als strafverzwarende factor mee dat de mensenhandel in vereniging is gepleegd.
De rechtbank heeft acht geslagen op een rapport van de Reclassering Nederland d.d. 10 juli 2014, opgesteld door [B 2], reclasseringswerker, waaruit blijkt dat verdachte op een berekenende wijs heeft gehandeld waarbij alleen zijn eigenbelang werd nagestreefd, zonder oog te hebben voor de gevolgen van het slachtoffer. Verdachte schetst een beeld van zichzelf waaruit blijkt dat hij zijn leven een positieve wending heeft gegeven, mede door de geboorte van zijn zoon. Geadviseerd is om een onvoorwaardelijke straf op te leggen. De oplegging van bijzondere voorwaarden acht de reclassering niet geïndiceerd.
De rechtbank ziet geen aanleiding om een deel van de vrijheidsstraf voorwaardelijk op te leggen, gelet op de ernst van het feit en de rol van de verdachte in het geheel. Alles afwegend acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden passend en geboden.

9.DE BENADEELDE PARTIJ

Voor aanvang van de terechtzitting heeft [slachtoffer 1] – daartoe vertegenwoordigd door mr. A. Koopsen, advocaat te Alkmaar – zich als benadeelde partij in dit geding gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van schade ten gevolge van het aan verdachte onder 1 ten laste gelegde feit. De hoogte van die schade wordt door de benadeelde partij begroot op een bedrag van € 13.300,00.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd tot toewijzing van de gevorderde materiële schade van € 5.800,00. De officier van justitie heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank omtrent de hoogte van de gevorderde immateriële schade. De officier van justitie heeft voorts gevorderd de vordering hoofdelijk toe te wijzen, met de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging
Ten aanzien van de materiële schade heeft de raadsvrouw de afwijzing van de vordering van de benadeelde partij bepleit, gelet op de bepleite vrijspraak van het ten laste gelegde in de variant van sub 8. Subsidiair dient aansluiting gezocht te worden bij het aantal van 26 werkdagen.
Ten aanzien van de immateriële schade heeft de raadsvrouw bepleit deze te matigen, aangezien de benadeelde partij reeds voor het ten laste gelegde psychische klachten had.
Het oordeel van de rechtbank
Bij het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat de benadeelde partij [slachtoffer 1] rechtstreeks schade heeft geleden ten gevolge van het onder 1 bewezen verklaarde feit. De hoogte van die schade is genoegzaam komen vast te staan tot een bedrag van € 13.300,00, vermeerderd met de wettelijke rente en met de kosten die – tot op heden – worden begroot op nihil.
De rechtbank verwerpt de verweren van de raadsvrouw.
De rechtbank acht blijkens de bewijsoverweging minder dan 58 werkdagen wettig en overtuigend bewezen. Uit de verklaringen van de benadeelde partij blijkt dat zij tussen de
€ 70,00 en € 150,00 per klant verdiende en dat zij in Hengelo zes à zeven klanten per dag had, in Lelystad ongeveer drie klanten per dag en in Winterswijk heel veel klanten per dag. De rechtbank schat de materiële schade derhalve zoals gevorderd op € 5.800,00.
De rechtbank stelt voorts vast dat het handelen van verdachte enorme impact moet hebben gehad en nog heeft op het leven van de benadeelde partij. Dit rechtbank is dan ook van oordeel dat het immateriële gedeelte van de vordering eveneens integraal kan worden toegewezen.
De vordering van de benadeelde partij, die in die vordering ontvankelijk is, is in dier voege toewijsbaar.
De verdachte is voor de schade, voor zover toegewezen, naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk.
Als extra waarborg voor betaling aan de benadeelde partij zal de rechtbank overeenkomstig artikel 36 f van het Wetboek van Strafrecht de verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van bovengenoemde geldsom ten behoeve van de benadeelde partij.

10.TOEPASSELIJKHEID WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 10, 27, 36f, 47, 57, 63, 240b en 273f van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

11.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het onder 1 en 2 ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat onder 1 en 2 meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart de bewezen verklaarde feiten strafbaar en kwalificeert deze zoals hierboven onder 6 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;

Strafoplegging

- veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
24 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Benadeelde partij
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1], domicilie kiezende te Alkmaar, van een bedrag van € 13.300,00 (zegge: dertienduizend en driehonderd euro), hoofdelijk met dien verstande dat indien en voor zover verdachtes mededader betaalt, verdachte in zoverre van deze verplichting zal zijn bevrijd, vermeerderd met de wettelijke rente sinds de dag waarop het thans bewezen verklaarde feit jegens de benadeelde partij werd gepleegd, te weten 7 juli 2013, tot die van de voldoening;
- veroordeelt de verdachte voorts in de kosten, door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
- legt op aan de verdachte de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 13.300,00 vermeerderd met de wettelijke rente sinds de dag waarop het thans bewezen verklaarde feit jegens de benadeelde partij werd gepleegd, te weten 7 juli 2013, tot die van de voldoening, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] voornoemd, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 101 dagen hechtenis;
- bepaalt dat, indien de verdachte en/of zijn mededader (gedeeltelijk) heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] (in zoverre) komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte en/of zijn mededader (gedeeltelijk) heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1], daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de Staat (in zoverre) komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.A.C. Koster, voorzitter, mr. A. van Holten en mr. B. Fijnheer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. R.G. Dees, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 april 2015.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s betreft dit delen van ambtsedige processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij het procesdossier 25Adrano met nummer 2013079370, bestaande uit diverse doorgenummerde ordners.
2.Pagina 1356.
3.Pagina 1357.
4.Pagina’s 1423 e.v..
5.Pagina 1428.
6.Pagina 1429.
7.Pagina 1431.
8.Pagina 1434.
9.Pagina 1433.
10.Pagina 1434.
11.Pagina 1435
12.Pagina 1436.
13.Pagina 1438.
14.Pagina 1439.
15.Pagina 1440.
16.Pagina 1441.
17.Pagina 1442.
18.Pagina 1443.
19.Pagina 1445.
20.Pagina 1446.
21.Pagina 1726.
22.Pagina 1727.
23.Pagina 1728.
24.Pagina 1733 e.v..
25.Pagina 1737.
26.Pagina’s 1742 e.v..
27.Pagina 1875 e.v..
28.Een proces-verbaal van verhoor getuige [slachtoffer 1], op 30 oktober 2014 opgemaakt en ondertekend door de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank en de griffier.
29.Pagina 1354.
30.Pagina’s 1314, 1315 en 1324.
31.Pagina’s 1334 e.v..
32.Pagina 1320.
33.Pagina 1323.
34.Pagina’s 1343 e.v..
35.Pagina’s 1369 en 1370.
36.Pagina 1462.
37.Pagina 1463.
38.Pagina 1467.
39.Pagina 1479.
40.Pagina’s 1481 e.v..
41.Pagina 1553.
42.Pagina 1527.
43.Pagina 1538.
44.Pagina 1549.
45.Pagina’s 1593 en 1594.
46.Pagina’s 1595 en 1597.
47.Pagina 1596.
48.Pagina 730.
49.Pagina’s 1866 e.v..
50.Pagina’s 1676 e.v..
51.Pagina’s 1733 en 1734.
52.Pagina’s 1676 e.v..
53.Pagina’s 1710 e.v..
54.Pagina’s 1860 e.v..
55.Pagina 1708.
56.Pagina’s 1713 e.v..
57.Pagina’s 1646 en 1647.
58.Pagina 1649.
59.Pagina 1650.
60.Pagina’s 1651 en 1652.
61.Pagina’s 1908 e.v..
62.Pagina’s 1947 en 1948.
63.Een proces-verbaal van verhoor getuige [medeverdachte 1], op 5 december 2014 opgemaakt en ondertekend door de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank en de griffier.
64.Een proces-verbaal van verhoor getuige [verdachte] d.d. 4 november 2014 opgemaakt en ondertekend door de rechter-commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank en de griffier.
65.Pagina’s 704 e.v..