ECLI:NL:RBMNE:2014:794
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van procesbelang in bijstandszaak met betrekking tot gehuwdennorm
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 27 februari 2014 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de bijstandsverlening aan eiseres en haar partner. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, dat haar en haar partner een bijstandsuitkering had toegekend op basis van de gehuwdennorm met een verlaging van 10%. De rechtbank heeft ambtshalve de vraag gesteld of eiseres procesbelang had bij het beroep, aangezien het beroep alleen door haar was ingesteld en niet mede door haar partner.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres geen procesbelang heeft, omdat het resultaat van het beroep, namelijk de beoordeling van de aanvraag om bijstand naar de norm van een alleenstaande, alleen feitelijke betekenis heeft voor haar partner en niet voor eiseres zelf. Eiseres heeft niet gesteld dat zij ook in aanmerking wil komen voor bijstand naar de norm van een alleenstaande. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep, waarin is bepaald dat alleen formeel of principieel belang onvoldoende is voor het aannemen van procesbelang.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat, ondanks de wens van partijen om een inhoudelijk oordeel te krijgen, de formele vereisten voor het kunnen krijgen van een inhoudelijk oordeel niet aan de kant kunnen worden gezet. De rechtbank heeft het beroep daarom niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiseres niet kon aantonen dat zij voldoende procesbelang had. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.