zij op of omstreeks 29 juni 2014 te Eemnes, althans in het arrondissement
Midden-Nederland en/of in de gemeente Haarlemmermeer, althans in het
arrondisssement Noord-Holland, in elk geval in Nederland, tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het
grondgebied van Nederland heeft gebracht, als bedoeld in artikel 1 lid 4 van
de Opiumwet, een of meer een hoeveelheden/hoeveelheid van een materiaal
bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel vermeld op de bij die wet
behorende lijst I, immers heeft zij, verdachte, een onbekende hoeveelheid
cocaïne [in de vorm van (zogenaamde) bolletje(s)] ingeslikt en/of is zij,
verdachte, (vervolgens) met die ingeslikte cocaïne/bolletjes in haar lichaam
via luchthaven Schiphol het grondgebied van Nederland binnen gereisd;
art 2 ahf/ond A Opiumwet
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 10 lid 5 Opiumwet