Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 juli 2014 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
Eiseres heeft diverse medische stoornissen en klachten, zoals reumatologische aandoeningen, verminderde longcapaciteit, allergie, chronische pijnklachten van het bewegingsapparaat en incontinentie voor urine.
Aan eiseres is bij besluit van 29 april 2008 hulp bij het huishouden toegekend in klasse 3 (4 tot en met 6,9 uur per week) over een periode tot en met 9 maart 2013.
Omdat deze indicatie verliep heeft eiseres op 26 februari 2013 een aanvraag ingediend om verlenging van de indicatie. Op dezelfde dag heeft een intakegesprek plaatsgevonden waarvan op 28 februari 2013 een gespreksverslag is opgesteld. Verweerder heeft op 1 maart 2013 het primaire besluit genomen en aan eiseres zes uur per week hulp in het huishouden toegekend voor licht huishoudelijk werk, zwaar huishoudelijk werk en wasverzorging.
Uit dit aangevuld medisch advies van 1 juli 2013 blijkt voor zover van belang, dat de noodzaak bestaat om eiseres te compenseren voor hulp in het huishouden zoals omschreven in de tabel, opgenomen in het medisch advies. Concluderend komt de arts tot een totaal aantal te indiceren uren voor hulp bij het huishouden van 5 uur en 45 minuten en eventueel 1 uur voor het doen van boodschappen. De arts licht in het medisch advies toe dat de ervaren toename van beperkingen geen noodzaak geeft tot uitbreiding van de indicatie, aangezien eiseres reeds adequaat wordt gecompenseerd. Overname van meer dan genoemde taken is gecontraïndiceerd wegens anti-revaliderende werking. Bij reumatologische en longaandoeningen is het van groot belang om voldoende lichaamsbeweging te houden. De arts stelt verder vast dat eiseres medisch fitness heeft voor behoud van conditie en mobiliteit. Het verrichten van minieme huishoudelijk taken kunnen dit bewegingsschema ondersteunen.
Aan eiseres is op grond van de gehanteerde normtijden één uur hulp toegekend voor lichte werkzaamheden, anderhalf uur voor zware werkzaamheden en één uur voor wasverzorging.
Daarbij is op grond van specifiek op eiseres betrekking hebbende individuele omstandigheden extra tijd toegekend, te weten één uur extra voor lichte werkzaamheden vanwege longproblemen en beperkte arm/hand functie, één uur extra voor zwaar huishoudelijk werk vanwege longproblemen/huisstofmijtallergie en een half uur extra voor de wasverzorging vanwege incontinentie.
Verweerder heeft zich verder op het standpunt gesteld dat geen noodzaak bestaat om hulp voor het doen van boodschappen te indiceren.
‘Het schoonhouden van de woning blijft beperkt tot de ruimtes die in gebruik zijn en horen tot het niveau van de sociale woningbouw. Dit betekent ondermeer dat de grootte van de woning niet per definitie van invloed is op de hoeveelheid te verstrekken hulp. Het onderhoud van een tuin hoort niet bij dit resultaat en hoeft dus niet te worden gecompenseerd. Op grond van persoonlijke omstandigheden kan hiervan worden afgeweken.
Afwegingskader
De rechtbank is van oordeel dat dit beleid blijft binnen de grenzen van een redelijke beleidsbepaling. Dit beleid is ook anderszins niet onjuist of kennelijk onredelijk te achten. De rechtbank acht het daarbij, anders dan eiseres heeft gesteld, niet onredelijk dat met het in de beleidsregels gemaakte onderscheid tussen een eengezinswoning en een appartement is bedoeld onderscheid te maken tussen een gelijkvloerse woning en een ongelijkvloerse woning. Naar het oordeel van de rechtbank sluit verweerder hiermee aan bij wat in het algemeen spraakgebruik over het algemeen wordt opgevat als appartement of eengezinswoning.
Op grond van specifiek op eiseres betrekking hebbende individuele omstandigheden als blijkt uit het medisch advies heeft verweerder bovenop de normtijden één uur extra voor hulp bij zwaar huishoudelijk werk geïndiceerd.
Beslissing
mr. N.R. Hoogenberk, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
22 juli 2014.