Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten;
- verklaart het beroep ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 oktober 2013 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam om aan betrokkene extra hulp te bieden voor het doen van boodschappen. Betrokkene, die beperkingen ondervindt door pijnklachten en vermoeidheid, ontving eerder een individuele voorziening voor huishoudelijke verzorging. Na een onderzoek door de Wmo-adviseur werd geconcludeerd dat betrokkene in staat was om een deel van de huishoudelijke taken zelf uit te voeren en gebruik kon maken van een boodschappenservice. Het college heeft vervolgens besloten om de hulp voor boodschappen niet te indiceren, omdat deze service als een algemeen gebruikelijke voorziening wordt beschouwd.
De rechtbank heeft het beroep van betrokkene tegen dit besluit gegrond verklaard en het college opgedragen om de hulp voor boodschappen alsnog toe te kennen. Het college ging in hoger beroep tegen deze uitspraak, stellende dat de boodschappenservice een adequate en financieel haalbare oplossing biedt voor betrokkene. De Centrale Raad van Beroep heeft de argumenten van het college gevolgd en geoordeeld dat de boodschappenservice inderdaad als een voorliggende voorziening kan worden beschouwd. Betrokkene heeft niet aannemelijk gemaakt dat zij deze service financieel niet kan dragen.
De Raad heeft geconcludeerd dat er geen noodzaak bestaat voor het indiceren van hulp voor het doen van boodschappen, omdat de boodschappenservice algemeen gebruikelijk is en adequaat kan voorzien in de behoeften van betrokkene. De uitspraak van de rechtbank is vernietigd en het beroep van betrokkene is ongegrond verklaard. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.