ECLI:NL:RBMNE:2014:2228

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
3 juni 2014
Publicatiedatum
3 juni 2014
Zaaknummer
16/701581-12 (P)
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van acht mannen voor grootschalige hennepteelt en deelname aan een criminele organisatie

Op 3 juni 2014 heeft de rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen acht mannen die betrokken waren bij grootschalige hennepteelt en deelname aan een criminele organisatie. De rechtbank heeft gevangenisstraffen opgelegd variërend van 8 tot 33 maanden, deels voorwaardelijk. De zaak kwam aan het licht na meerdere doorzoekingen waarbij hennepkwekerijen werden aangetroffen in verschillende gemeenten, waaronder Veenendaal, Amerongen, Nijmegen en Ede. De verdachten werden beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie die zich bezighield met bedrijfsmatige hennepdelicten, diefstal van elektriciteit en witwassen. Tijdens de zittingen werd uitgebreid ingegaan op de bewijsvoering, waaronder getuigenverklaringen en DNA-analyses. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was voor de deelname aan de criminele organisatie en de hennepteelt, maar sprak enkele verdachten vrij van specifieke tenlastegelegde feiten wegens gebrek aan bewijs. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de georganiseerde aanpak van de verdachten, wat leidde tot de opgelegde straffen. De uitspraak is een belangrijke stap in de bestrijding van georganiseerde criminaliteit in Nederland.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/701581-12 (P)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 3 juni 2014
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1984],
wonende te [woonplaats] aan de [adres].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 27 januari 2014, 12 mei 2014,
14 mei 2014 en 20 mei 2014 (uitsluitend de sluiting van het onderzoek). De verdachte is in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door mr. H.J. Veen, advocaat te Utrecht.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en zijn raadsman naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1: samen met anderen heeft deelgenomen aan een criminele organisatie, gericht op
bedrijfsmatige hennepdelicten, diefstal van elektriciteit en witwassen;
feit 2: samen met anderen bedrijfsmatig in panden in Veenendaal, Amerongen, Nijmegen en Ede een hennepplantage heeft gehad;
feit 3: zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan het wegnemen van elektriciteit in panden in Veenendaal, Amerongen, Nijmegen en Ede.

3.Voorvragen

3.1
De ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie
3.1.1
Het standpunt van de verdediging
Onjuistheden in het dossier
De verdediging stelt dat sprake is van ernstige schending van beginselen van een goede procesorde op grond van het volgende.
Het proces-verbaal dat betrekking heeft op de verdenking ter zake artikel 140 Wetboek van Strafrecht (hierna: het proces-verbaal 140) is op ambtseed opgemaakt, maar bevat meerdere onjuistheden. [1] Dit opmaken in strijd met de waarheid is kennelijk doelbewust en met grove veronachtzaming van de belangen van verdachte geschied.
De verbalisanten hebben bovendien bij de verhoren onjuiste informatie verstrekt aan een medeverdachte/getuige (in welk verband de raadsman naar het verhoor van de getuige [getuige 1] verwijst).
Dit moet leiden tot niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie, of subsidiair tot uitsluiting van het bewijs van genoemd proces-verbaal, dan wel tot strafvermindering.
CIE-informatie
De verdediging stelt dat sprake is van “dubbeltelling” als een getuige informatie verschaft die “dubbel” in het politieproces-verbaal terechtkomt, zonder dat de verdediging en de onderzoeksrechter of de oordelende rechter daarvan op de hoogte zijn. Ook CIE-informatie kan tot bewijs gebruikt worden.
Deze “dubbel”-presentatie levert schending op van de procesgang en van de verdedigingsrechten; de stelling dat CIE-informatie niet gebruikt kan of mag worden doet daar niet aan af. Dubbeltelling beïnvloedt namelijk wel de “overtuiging”, die een beslissende factor is. Het Openbaar Ministerie blokkeert toetsing wat betreft de dubbeltelling. Ook een gebrekkig onderzoek naar een eventuele onrechtmatigheid levert een schending op van artikel 6 EVRM.
De raadsman heeft ter zitting van 12 mei 2014 zijn verzoek om de CIE-runners te horen herhaald en de rechtbank verzocht zich hierover uit te laten.
3.1.2
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
Onjuistheden in het dossier
De officier van justitie heeft betoogd dat het proces-verbaal 140 verwijst naar de rest van het dossier en dat hetgeen wordt weergegeven in het proces-verbaal 140 in grote lijnen juist is. [2]
De vraag aan [getuige 1] is inderdaad onjuist, maar er was wel een link naar de sms-alert en de vraag is niet beantwoord.
Er is geen onherstelbaar nadeel voor de verdediging, zodat niet-ontvankelijk verklaring niet aan de orde is.
CIE-informatie
De officier van justitie stelt dat het geen zin heeft de verzochte getuigen te horen: de runners zullen niet antwoorden, dat doen ze ook niet aan de officier van justitie zelf
.De officier van justitie stelt voorts dat het helemaal niet zeker is dat een informant in deze zaak ook getuige is. De CIE-informatie mag niet voor het bewijs gebruikt worden.
3.1.3
Het oordeel van de rechtbank
Onjuistheden in het dossier
De rechtbank verwerpt het verweer van de verdediging.
Het proces-verbaal van bevindingen dat betrekking heeft op de criminele organisatie (pagina’s 3854 tot 3898) heeft het karakter van een samenvatting van hetgeen in de voorafgaande pagina’s is gerelateerd aan waarnemingen, verklaringen, opnames, bevindingen en andere onderzoeksresultaten.
Voor zover de samenvatting op detailpunten niet (helemaal) overeenkomt met die voorafgaande pagina’s [3] merkt de rechtbank dit niet aan als “doelbewuste en grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte”. Aan de hand van de processen-verbaal met de eigenlijke onderzoekresultaten is immers vast te stellen wat het feitelijke resultaat van het onderzoek was.
De meerwaarde van het proces-verbaal in deze vorm is overigens van ondergeschikte betekenis, nu de rechtbank de in de voorafgaande pagina’s gerelateerde feiten en omstandigheden zelf beoordeelt en waardeert.
De verbalisanten houden de getuige [getuige 1] inderdaad voor “dat een sms-alert bij [verdachte] op zijn mobiel binnenkwam”, terwijl de juiste weergave zou zijn: “dat een sms-alert binnenkwam op een prepaid nummer eindigend op *[telefoonnummer], dat contacten gehad heeft met het getapte nummer van [verdachte] en eindigend op *[telefoonnummer]”. De getuige [getuige 1] beroept zich naar aanleiding van dit voorhouden op zijn zwijgrecht. [4]
Er is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een gering verzuim en niet blijkt dat enig belang van de verdachte is geschaad. Daaraan behoeft geen ander rechtsgevolg te worden verbonden, dan de vaststelling van dit verzuim.
CIE-informatie
De rechtbank oordeelt dat ter zitting reeds is overwogen en beslist dat er geen verdedigingsbelang is bij het alsnog horen van de genoemde personen nu de leider van het onderzoek en de RCIE-teamleider al gehoord zijn door de rechter-commissaris in het bijzijn van de advocaten.
Tegenover het belang dat informanten gegevens verstrekken aan opsporingsinstanties, ook over ernstige misdrijven, en tegenover het belang van de informant dat zijn identiteit niet bekend wordt, kan het verdedigingsbelang van de verdachte staan bij het horen van een informant.
Dat verdedigingsbelang is in deze zaak niet (meer) aanwezig. De gestelde “dubbeltelling” doet zich niet voor, nu de rechtbank geen van de CIE-verbalen voor het bewijs zal gebruiken.
Al zou, zoals de verdediging suggereert -maar dit staat geenszins vast- [A] CIE-informant zijn geweest, dan valt niet in te zien dat dit afbreuk doet aan de rechtmatigheid van de aanvang van het onderzoek. Er is niets concreets gesteld dat tot het oordeel zou kunnen leiden dat dit toch schade toe kan brengen aan de verdediging.
De “overtuiging” van de rechtbank wordt niet bepaald door alles wat ter zitting besproken wordt: artikel 338 van het Wetboek van Strafvordering legt de rechter de beperking op dat deze overtuiging dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan slechts gegrond kan zijn op wettige bewijsmiddelen. Dat in de loop van het onderzoek meer gegevens besproken worden doet daar niet aan af.
ConclusieDe rechtbank is van oordeel dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging.
3.2.
Overige voorvragenDe rechtbank heeft voorts vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak en dat er geen reden is voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten heeft begaan.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft betoogd dat er onvoldoende bewijs is voor betrokkenheid van verdachte bij de individueel tenlastegelegde zaken (feit 2) of de stroomdiefstal in verband met die zaken (feit 3).
Er is onvoldoende bewijs voor deelname aan een criminele organisatie. Contacten komen slechts voort uit de familiebanden.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
Opmerking vooraf
Waar in het vervolg wordt gesproken over [medeverdachte 1] en [verdachte] worden daarmee bedoeld respectievelijk de verdachten [verdachte], geboren op [1981] te [geboorteplaats] en [verdachte], geboren op [1984] te [geboorteplaats].
4.3.2
Vrijspraak ten aanzien van feit 3
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 3 ten laste gelegde heeft begaan en zal verdachte van dit feit vrijspreken.
4.3.3
Betrouwbaarheid en bruikbaarheid van getuigenverklaringen
De rechtbank overweegt het volgende met betrekking tot de betrouwbaarheid van de verklaringen. Voor zover de verdediging verweer heeft gevoerd met betrekking tot betrouwbaarheid en bruikbaarheid van de verklaringen, verwerpt de rechtbank deze verweren. De rechtbank acht de verklaringen betrouwbaar en zal ze dus bezigen voor het bewijs.
4.3.3.1
De getuige [getuige 2] (hierna: [getuige 2])
De rechtbank overweegt dat [getuige 2] vanaf zijn eerste verklaring steeds consistent heeft verklaard. Met zijn verklaringen, zowel bij de politie als bij de rechter-commissaris, belast hij in hoge mate zichzelf.
Zijn verklaring is zeer gedetailleerd en vindt op belangrijke onderdelen ondersteuning in het dossier: de verklaring over een eerdere hennepkwekerij in [woonplaats] wordt bevestigd door bevindingen over in het betreffende pand aangetroffen gaten in het dakbeschot en daar aangetroffen potgrond. [getuige 2] heeft verklaard over door [medeverdachte 1] betaalde rekeningen; dit wordt bevestigd door bij deze laatste aangetroffen betaalbewijzen. Zijn verklaring over de gebruikers van telefoonnummers wordt bevestigd door de tenaamstelling van die nummers, en zijn verklaringen over de huur van een pand vinden bevestiging in een huurcontract.
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de verklaring van [getuige 2] betrouwbaar en zal zij deze bezigen voor het bewijs.
4.3.3.2
De getuige [getuige 3] (hierna te noemen: [getuige 3])
De getuige [getuige 3] heeft zich bij de rechter-commissaris beroepen op zijn verschoningsrecht.
De rechtbank acht zijn eerder bij de politie afgelegde verklaringen die voor het bewijs zijn gebruikt betrouwbaar en bruikbaar op grond van het volgende.
Wat [getuige 3] verklaart in zaak 9 komt overeen met wat de getuige [getuige 4] heeft verklaard en diens verklaring acht de rechtbank, zoals hierna wordt overwogen, betrouwbaar.
[getuige 3] verklaart over jongens die hij kent via [A], die had volgens [getuige 3] geen rol bij het tekenen van de contracten, maar zat er wel bij toen [getuige 3] deze tekende. Deze tussenpersoon komt ook terug in de verklaringen van [getuige 5] (zaak 8) en [getuige 6] (zaak 7). Dat de exacte beschrijving van zijn rol op onderdelen verschilt (volgens [getuige 5] betaalt [getuige 3] een deel van de huur giraal en [A] de rest contant) is niet noodzakelijk tegenstrijdig omdat verschillende getuigen soms een verschillend deel van de werkelijkheid waarnemen en maakt de verklaring niet onbetrouwbaar.
4.3.3.3
De getuige [getuige 5] (hierna: [getuige 5])
De getuige [getuige 5] heeft verschillende verklaringen afgelegd. De verklaringen zijn niet (geheel) consistent, in ieder geval verklaart hij verschillend wat betreft het begin van de huurperiode (maart 2012, juni/juli 2011) en wat betreft de vraag of er anderen dan [A] bij de door [getuige 5] verhuurde loods kwamen en wat de rol van “[A]” was.
De rechtbank acht de hierna in zaaksdossier 8 als bewijs gebruikte verklaringen van [getuige 5] betrouwbaar op grond van het volgende.
Dat [getuige 5] in zijn eerste verklaring verklaart over een veel kortere periode en geen betrokkenheid van anderen verklaart de rechtbank uit het feit dat hij zo min mogelijk openheid wil geven aan de politie.
Geleidelijk aan verklaart hij meer over andere betrokkenen én over een periode vanaf medio 2011.
De rechtbank acht deze verklaringen betrouwbaar nu deze in grote lijnen overeenkomen met wat hij, aan de tand gevoeld door de raadslieden, verklaart ten overstaan van de rechter-commissaris: dat de huur is ingegaan in juni/juli 2011, dat [A] (een groot deel van) de huur betaalde en dat [medeverdachte 1] frequent kwam en de open loods heeft dichtgetimmerd, (deels) in gezelschap van [verdachte].
Er blijft in de verklaringen weliswaar enige onduidelijkheid omdat soms wordt gesproken over “[A]” zonder dat duidelijk is of het verklaarde betrekking heeft op [A] of op [medeverdachte 1], maar in de onderdelen die tot bewijs gebezigd zijn doet die verwarring zich niet voor.
4.3.3.4
De getuige [getuige 4] (hierna te noemen: [getuige 4])
[getuige 4] heeft een verklaring afgelegd bij de politie over een in de woning [adres] in [woonplaats] aangetroffen hennepkwekerij (zaaksdossier 9).
De rechtbank acht [getuige 4] verklaring bij de politie, betrouwbaar op grond van het volgende. De verklaring is specifiek. [getuige 4] verklaart concreet over zijn eigen situatie, de onderhuur van [getuige 3], de opbouw van de kwekerij en de rolverdeling.
Op onderdelen komt zijn verklaring overeen met andere, betrouwbare bewijsmiddelen:
[getuige 4] verklaring over de onderhuur komt overeen met een contract ter zake. [5] Wat [getuige 4] verklaart over de bezoekfrequentie van de door hem van foto’s herkende [verdachte] en [medeverdachte 1] komt overeen met wat uit historische telefoongegevens volgt.
[getuige 4] verklaart ook consistent. Zijn verklaring op de terechtzitting wijkt slechts wat betreft de bezoekfrequentie af van zijn eerdere verklaring. Dat is, gelet op de druk die uitgaat van het verklaren in aanwezigheid van degenen over wie belastend wordt verklaard, begrijpelijk, maar meer waarde komt gelet op de telefoongegevens toe aan wat hij bij de politie verklaard heeft over die frequentie.
4.3.3.5
De getuige [getuige 7] (hierna te noemen: [getuige 7])
De rechtbank acht de verklaring van [getuige 7], afgelegd bij de politie, betrouwbaar op grond van het volgende. Deze verklaring wordt deels ondersteund door de verklaring van [getuige 8] bij de politie, die verklaart dat [getuige 7] haar rond Kerst 2012 vertelde dat de huurders het souterrain gebruikten voor illegale praktijken, dat ze in januari 2013 wist van de hennepkwekerij en dat ze voor 90% zeker [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] herkent als de mannen die naar het souterrain gingen en dat deze huurders daar al sinds oktober 2011 zaten. De rechtbank stelt vast dat zij hier in haar verhoor bij de rechter-commissaris niet op terugkomt. De verklaring wordt deels ook ondersteund door objectieve gegevens zoals telefoontaps.
4.3.4
Gebezigde bewijsmiddelen [6]
Gelet op de omvang van de zaak en van de bewijsmiddelen en voor de leesbaarheid van dit vonnis heeft de rechtbank ervoor gekozen om de bewijsmiddelen op te nemen in een aan dit vonnis gehechte bijlage II.
4.3.5
Bewijsoverwegingen
4.3.5.1
Bewijsoverwegingen ten aanzien van de DNA-sporen
Bij verschillende kwekerijen zijn biologische sporen aangetroffen die matchen met het DNA-profiel van een van de verdachten. Het enkele aantreffen van zo’n spoor op een verplaatsbaar object is in het algemeen onvoldoende om te kunnen spreken van het - hier tenlastegelegde - medeplegen van hennepteelt. Dit kan bijvoorbeeld anders zijn wanneer het DNA is aangetroffen op een specifiek voorwerp en/of op een specifieke plaats, waaruit duidelijk volgt dat er daadwerkelijk werkzaamheden in de kwekerij zijn verricht.
Voor die zaken waarbij geen sprake is van zo’n specifiek voorwerp en/of specifieke plaats zal de rechtbank de verdachte vrijspreken van het medeplegen van hennepteelt.
De rechtbank betrekt wel bij haar beoordeling dat uit de aanwezigheid van zo’n spoor enige vorm van betrokkenheid bij de kwekerij volgt, zodat dit kan bijdragen aan haar oordeel over de betrokkenheid van deze verdachte bij de criminele organisatie. Daarbij overweegt zij het volgende. Dat een spoor verplaatst zou zijn naar de plek waar het is aangetroffen, kan bij een enkel spoor in één geïsoleerde kwekerij wel aangenomen worden, maar wanneer het gaat om meerdere sporen van een of meer verdachte(n) die op meerdere locaties worden aangetroffen, acht de rechtbank dit te toevallig om aannemelijk te zijn.
4.3.5.2
Bewijsoverwegingen ten aanzien van de afzonderlijk ten laste gelegde hennepkwekerij en de diefstal elektriciteit
Om redenen van efficiency en omdat de beoordeling van de rol van de medeverdachten bijdraagt aan het oordeel over de criminele organisatie, vermeldt de rechtbank in het navolgende ook de beslissingen die zijn genomen in niet gevoegde zaken van medeverdachten.
Zaaksdossier 1: [adres] te [woonplaats]
Hennepkwekerij
Gelet op de bewijsmiddelen concludeert de rechtbank dat [medeverdachte 4], [medeverdachte 5], [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] zich schuldig hebben gemaakt aan het ten laste gelegde medeplegen van hennepteelt aan het [adres] te [woonplaats] in de periode van 1 juni 2012 tot en met 11 december 2012.
Gelet op de hoge mate van professionaliteit, onder meer blijkend uit het grote aantal aangetroffen planten, de constatering dat er meerdere oogsten zijn geweest en de wijze van opbouw van de plantage, is de rechtbank van oordeel dat is gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
Diefstal elektriciteit
Gelet op de bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat zowel [medeverdachte 1] als [medeverdachte 4] zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde diefstal van elektriciteit in vereniging door middel van verbreking.
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor de ten laste gelegde diefstal van elektriciteit (in vereniging) gepleegd door [medeverdachte 2] en [medeverdachte 5] en zal hen derhalve van dit feit vrijspreken.
Zaaksdossier 2: [adres] te [woonplaats]
Hennepkwekerij
Gelet op de bewijsmiddelen concludeert de rechtbank dat [medeverdachte 5] en [medeverdachte 2] zich schuldig hebben gemaakt aan het ten laste gelegde medeplegen van hennepteelt in de woning met de daarbij behorende schuur aan [adres] te [woonplaats]in de periode van 7 februari 2011 tot en met 9 januari 2012.
Gelet op de hoge mate van professionaliteit, onder meer blijkend uit het grote aantal aangetroffen planten, de constatering dat er meerdere oogsten zijn geweest en de wijze van opbouw van de plantage, is de rechtbank van oordeel dat is gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
In de keuken van de woning zijn DNA-sporen van [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] aangetroffen. De rechtbank acht dit onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om de betrokkenheid van deze verdachten als (mede)pleger ten aanzien van deze hennepkwekerij vast te stellen, zodat de rechtbank hen voor (mede)plegen wat betreft deze hennepkwekerij zal vrijspreken.
Diefstal elektriciteit
Gelet op de bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat [medeverdachte 5] zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde diefstal van elektriciteit door middel van verbreking. Er zijn onvoldoende aanwijzingen dat hij dit samen met (een) ander(en) heeft gedaan, zodat de rechtbank [medeverdachte 5] partieel zal vrijspreken voor het plegen in vereniging.
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor de ten laste gelegde diefstal van elektriciteit (in vereniging) gepleegd door [medeverdachte 2], [medeverdachte 3] en [medeverdachte 6] en zal hen derhalve van dit feit vrijspreken.
Zaaksdossier 3: [adres] te [woonplaats]
Hennepkwekerij
Gelet op de bewijsmiddelen concludeert de rechtbank dat [medeverdachte 5] zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde hennepteelt in de woning aan de [adres] te [woonplaats] in de periode van september 2012 tot en met 3 januari 2013. Er zijn onvoldoende aanwijzingen dat hij dit samen met (een) ander(en) heeft gedaan, zodat de rechtbank [medeverdachte 5] partieel zal vrijspreken van het ten laste gelegde medeplegen.
Gelet op de hoge mate van professionaliteit, onder meer blijkend uit het grote aantal aangetroffen planten, de constatering dat er een eerdere oogst is geweest en de wijze van opbouw van de plantage, is de rechtbank van oordeel dat verdachte heeft gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is om de betrokkenheid van [medeverdachte 4] als (mede)pleger bij de hennepkwekerij vast te stellen en zal hem derhalve van dit feit vrijspreken.
Diefstal elektriciteit
De rechtbank acht tevens bewezen dat [medeverdachte 5] zich schuldig heeft gemaakt aan de hem ten laste gelegde diefstal van elektriciteit ten aanzien van voornoemd zaakdossier in voornoemde periode.
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor de ten laste gelegde diefstal van elektriciteit (in vereniging) gepleegd door [medeverdachte 4] en zal hem derhalve van dit feit vrijspreken.
Zaaksdossier 4: [adres] te [woonplaats]
Hennepkwekerij
Gelet op de bewijsmiddelen concludeert de rechtbank dat [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] zich schuldig hebben gemaakt aan het ten laste gelegde medeplegen van hennepteelt aan de [adres] te [woonplaats] in de periode van 1 oktober 2012 tot en met 29 januari 2013.
Gelet op de hoge mate van professionaliteit, onder meer blijkend uit het grote aantal aangetroffen planten, de constatering dat er volgens [getuige 7] een eerdere oogst geweest is vóór de aangetroffen oogst, en de wijze van opbouw van de plantage, is de rechtbank van oordeel dat is gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
Diefstal elektriciteit
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor de ten laste gelegde diefstal van elektriciteit (in vereniging) gepleegd door [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] en zal hen derhalve van dit feit vrijspreken.
Zaaksdossier 5: [adres] te [woonplaats]
Hennepkwekerij
Gelet op de bewijsmiddelen concludeert de rechtbank dat [verdachte], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6] zich schuldig hebben gemaakt aan het ten laste gelegde medeplegen van hennepteelt aan de [adres] te [woonplaats] in de periode van 25 september 2012 tot en met 22 januari 2013.
Gelet op de hoge mate van professionaliteit, onder meer blijkend uit het grote aantal aangetroffen planten, de constatering dat er een eerdere oogst is geweest en de wijze van opbouw van de plantage, is de rechtbank van oordeel dat is gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
Diefstal elektriciteit
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor de ten laste gelegde diefstal van elektriciteit (in vereniging) gepleegd door [verdachte], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6] en zal hen derhalve van dit feit vrijspreken.
Zaaksdossier 6: [adres] te [woonplaats]
Hennepkwekerij
Gelet op de bewijsmiddelen concludeert de rechtbank dat [verdachte] en [medeverdachte 1] zich schuldig hebben gemaakt aan het ten laste gelegde medeplegen van hennepteelt aan de [adres] te [woonplaats] in de periode van 10 juli 2012 tot en met 29 januari 2013.
Gelet op de hoge mate van professionaliteit, onder meer blijkend uit de constatering dat er meerdere oogsten zijn geweest en de wijze van opbouw van de plantage en de bezoekfrequentie, is de rechtbank van oordeel dat is gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
Diefstal elektriciteit
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor de ten laste gelegde diefstal van elektriciteit (in vereniging) gepleegd door [verdachte] en [medeverdachte 1] en zal hen derhalve van dit feit vrijspreken.
Zaaksdossier 7: [adres] te [woonplaats]
Hennepkwekerij
Gelet op de bewijsmiddelen concludeert de rechtbank dat [verdachte] en [medeverdachte 1] zich schuldig hebben gemaakt aan het ten laste gelegde medeplegen van hennepteelt aan de [adres] te [woonplaats] in de periode van 18 november 2011 tot en met 5 april 2012.
Gelet op de hoge mate van professionaliteit, onder meer blijkend uit het grote aantal aangetroffen planten, de constatering dat er een eerdere oogst is geweest en de wijze van opbouw van de plantage, is de rechtbank van oordeel dat is gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
Diefstal elektriciteit
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor de ten laste gelegde diefstal van elektriciteit (in vereniging) gepleegd door [verdachte] en [medeverdachte 1] en zal hen derhalve van dit feit vrijspreken.
Zaaksdossier 8: [adres] te [woonplaats]
Hennepkwekerij
Gelet op de bewijsmiddelen concludeert de rechtbank dat [verdachte] en [medeverdachte 1] zich schuldig hebben gemaakt aan het ten laste gelegde medeplegen van hennepteelt aan de [adres] te [woonplaats] in de periode van 14 mei 2012 tot en met 11 februari 2013.
Gelet op de hoge mate van professionaliteit, onder meer blijkend uit het grote aantal aangetroffen planten, de constatering dat er meerdere oogsten zijn geweest en de wijze van opbouw van de plantage, is de rechtbank van oordeel dat is gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
Diefstal elektriciteit
Gelet op de bewijsmiddelen is de rechtbank van oordeel dat [medeverdachte 1] zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde diefstal van elektriciteit door middel van verbreking. Er zijn onvoldoende aanwijzingen dat hij dit samen met (een) ander(en) heeft gedaan, zodat de rechtbank [medeverdachte 1] partieel zal vrijspreken voor het plegen in vereniging.
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor de ten laste gelegde diefstal van elektriciteit (in vereniging) gepleegd door [verdachte] en zal hem derhalve van dit feit vrijspreken.
Zaaksdossier 9: [adres] te [woonplaats]
Hennepkwekerij
Gelet op de bewijsmiddelen concludeert de rechtbank dat [verdachte] en [medeverdachte 1] zich schuldig hebben gemaakt aan het ten laste gelegde medeplegen van hennepteelt aan het [adres] te [woonplaats] in de periode van 1 februari 2013 tot en met 27 februari 2013.
Gelet op de hoge mate van professionaliteit, onder meer blijkend uit het grote aantal aangetroffen planten en de wijze van opbouw van de plantage, is de rechtbank van oordeel dat is gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
Diefstal elektriciteit
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor de ten laste gelegde diefstal van elektriciteit (in vereniging) gepleegd door [verdachte] en [medeverdachte 1] en zal hen derhalve van dit feit vrijspreken.
Zaaksdossier 10: [adres] te [woonplaats]
Hennepkwekerij
Gelet op de bewijsmiddelen concludeert de rechtbank dat [verdachte] en [medeverdachte 1] zich schuldig hebben gemaakt aan het ten laste gelegde medeplegen van hennepteelt aan de [adres] te [woonplaats] in de periode van 13 januari 2012 tot en met 21 december 2012.
Gelet op de hoge mate van professionaliteit, onder meer blijkend uit het grote aantal aangetroffen planten, de constatering dat er meerdere oogsten zijn geweest en de wijze van opbouw van de plantage, is de rechtbank van oordeel dat is gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
Onder de trap die leidt naar de kwekerij wordt een DNA-spoor van [medeverdachte 4] aangetroffen. De rechtbank acht dit onvoldoende wettig en overtuigend bewijs om de betrokkenheid van deze verdachte als (mede)pleger ten aanzien van deze hennepkwekerij vast te stellen, zodat de rechtbank hem voor (mede)plegen wat betreft deze hennepkwekerij zal vrijspreken.
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is om de betrokkenheid van [medeverdachte 5] als (mede)pleger bij de hennepkwekerij vast te stellen en zal hem derhalve van dit feit vrijspreken.
De rechtbank zal tevens de verdachten [medeverdachte 2], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 6] vrijspreken voor (mede)plegen wat betreft deze hennepkwekerij, wegens het ontbreken van voldoende wettig en overtuigend bewijs.
Diefstal elektriciteit
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor de ten laste gelegde diefstal van elektriciteit (in vereniging) gepleegd door [medeverdachte 2], [medeverdachte 1], [medeverdachte 4], [verdachte], [medeverdachte 1], [medeverdachte 6] en [medeverdachte 5] en zal hen derhalve van dit feit vrijspreken.
Zaaksdossier 11: [adres] te [woonplaats]
Hennepkwekerij
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is om de betrokkenheid van [medeverdachte 5] als (mede)pleger bij de hennepkwekerij vast te stellen en zal hem derhalve van dit feit vrijspreken.
Diefstal elektriciteit
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor de ten laste gelegde diefstal van elektriciteit (in vereniging) gepleegd door [medeverdachte 5] en zal hem derhalve van dit feit vrijspreken.
Zaaksdossier 12: [adres] te [woonplaats]
Hennepkwekerij
Gelet op de bewijsmiddelen concludeert de rechtbank dat [verdachte] en [medeverdachte 1] zich schuldig hebben gemaakt aan het ten laste gelegde medeplegen van hennepteelt aan de [adres] te [woonplaats] in de periode van 1 december 2012 tot en met 8 februari 2013.
Gelet op de hoge mate van professionaliteit, onder meer blijkend uit het grote aantal aangetroffen planten en de wijze van opbouw van de plantage, is de rechtbank van oordeel dat is gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
Diefstal elektriciteit
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor de ten laste gelegde diefstal van elektriciteit (in vereniging) gepleegd door [verdachte] en [medeverdachte 1] en zal hen derhalve van dit feit vrijspreken.
Zaaksdossier 13: [adres] te [woonplaats]
Hennepkwekerij
Gelet op de bewijsmiddelen concludeert de rechtbank dat [medeverdachte 5] een actieve bemoeienis heeft gehad met de aangetroffen kwekerij aan de [adres] te [woonplaats]. De rechtbank is dan ook van oordeel dat verdachte zich samen met anderen heeft schuldig gemaakt aan de ten laste gelegde hennepteelt in de periode van 1 december 2012 tot en met 12 maart 2013.
De rechtbank acht onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden om de betrokkenheid van [medeverdachte 4] als (mede)pleger bij deze hennepkwekerij vast te stellen. Het enkele zich in dit zaaksdossier bevindende telefoongesprek waaraan [medeverdachte 4] heeft deelgenomen en de observaties zijn onvoldoende om de rol van deze verdachte met betrekking tot de hennepkwekerij aan de [adres] te [woonplaats] vast te stellen. De rechtbank zal [medeverdachte 4] hiervan vrijspreken.
Gelet op de hoge mate van professionaliteit, onder meer blijkend uit het grote aantal aangetroffen planten, de constatering dat er een oogst is geweest en de wijze van opbouw van de plantage, is de rechtbank van oordeel dat is gehandeld in de uitoefening van een beroep of bedrijf.
Diefstal elektriciteit
Gelet op de bewijsmiddelen acht de rechtbank bewezen dat [medeverdachte 5] zich samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde diefstal van elektriciteit in vereniging door middel van verbreking.
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor de ten laste gelegde diefstal van elektriciteit (in vereniging) gepleegd door [medeverdachte 4] en zal hem derhalve van dit feit vrijspreken.
Zaaksdossier 14: [adres] te [woonplaats]
Hennepkwekerij
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is om de betrokkenheid van [medeverdachte 4] als (mede)pleger bij de hennepkwekerij vast te stellen en zal hem derhalve van dit feit vrijspreken.
Diefstal elektriciteit
De rechtbank is van oordeel dat onvoldoende wettig en overtuigend bewijs aanwezig is voor de ten laste gelegde diefstal van elektriciteit (in vereniging) gepleegd door [medeverdachte 4] en zal hem derhalve van dit feit vrijspreken.
4.3.5.3
Bewijsoverwegingen ten aanzien van de criminele organisatie
Voor een veroordeling voor deelneming aan een criminele organisatie dient te worden vastgesteld dat er sprake is geweest van een organisatie, dat die organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven en dat de verdachte aan die organisatie heeft deelgenomen. Voor een criminele organisatie moet er sprake zijn van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband tussen twee of meer personen. Voor de deelneming is van belang dat betrokkene behoort tot het samenwerkingsverband en dat hij een aandeel heeft in, dan wel ondersteunt gedragingen die strekken tot of rechtstreeks verband houden met de verwezenlijking van het oogmerk van de organisatie (HR 3 juli 2012, ECLI:NL:HR:2012: BW5132). Deelneming impliceert opzet, dat wil zeggen dat verdachte in zijn algemeenheid weet (in de zin van onvoorwaardelijk opzet) dat de organisatie tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven. (HR 8 oktober 2002, ECLI:NL:HR:2002:AE5651). Voor de bewezenverklaring van 'een organisatie' als bedoeld in artikel 140 Sr is niet vereist dat de verdachte heeft samengewerkt of bekend was met alle andere personen die deel uitmaken van de organisatie of dat de samenstelling van het samenwerkingsverband steeds dezelfde is (HR 22 januari 2008, ECLI:NL:HR:2011:BO9814).
De rechtbank stelt voorop dat, nu uit de bewezenverklaring van de hennepkwekerijen in de zaaksdossiers 11 en 14 niet blijkt van betrokkenheid van meerdere verdachten uit dit onderzoek, daaruit niet het bewijs voor deelneming aan de ten laste gelegde criminele organisatie van respectievelijk [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] ten aanzien van deze hennepkwekerijen valt af te leiden. De rechtbank zal deze zaaksdossiers dan ook niet betrekken bij het bewijs van de ten laste gelegde criminele organisatie.
Gelet op de bewijsmiddelen, zoals die in bijlage II bij dit vonnis zijn opgenomen, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat sprake is van een gestructureerd en duurzaam samenwerkingsverband tussen de verdachten [medeverdachte 2], [medeverdachte 1], [medeverdachte 4], [medeverdachte 3], [verdachte], [medeverdachte 1], [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6]. Voorts blijkt uit de bewijsmiddelen dat iedere verdachte een wezenlijk aandeel heeft gehad in die organisatie en dat zij – gelet op het grote aantal hennepkwekerijen – wisten dat de organisatie zich daarmee bezighield.
Uit het totaal aan bewijsmiddelen komt namelijk het volgende beeld naar voren.
Op grond van de bewijsmiddelen zoals die onder zaaksdossier 1 zijn opgenomen stelt de rechtbank vast dat er een criminele organisatie was, die een hennepkwekerij van grote omvang, te weten bijna 3500 planten, exploiteerde in Zaandam. Hoofdorganisator lijkt
[medeverdachte 1] te zijn; zijn broer [medeverdachte 4] en vader [medeverdachte 2] waren ook betrokken bij organisatie, instructie, controle en logistiek. De feitelijke uitvoering werd veelal verricht door [medeverdachte 5] en [getuige 2] knapte het meest risicovolle, maar “laagste” werk op: de eigenlijke opbouw en teelt, het bewonen (en dus bewaken) van de kwekerij.
Het handelen van de deelnemers beperkte zich niet tot een incidenteel treffen tussen deelnemers aan dit strafbaar feit: de zeer professioneel opgezette kwekerij was aanwezig vanaf juni 2012 en er zijn, vóór het oprollen op 11 december 2012 ten minste twee oogsten geweest. Een dergelijk “bedrijf” runnen vergt nauwe samenwerking.
Deze organisatie werd bovendien voorafgegaan door – niet als individuele zaak tenlastegelegde – kwekerijen in Barneveld en Hilversum waar sprake was van dezelfde rolverdeling als bij de kwekerij in Zaandam en van toenemende aantallen planten.
Daarnaast blijkt uit de zaaksdossiers 5 tot en met 9 en 12 ook van een criminele organisatie waar de broers [verdachte] en [medeverdachte 1] een centrale rol spelen. Zij charteren (onder)huurders voor panden en leveren de benodigde materialen voor opbouw van de kwekerijen. De omvang van de kwekerijen is wat minder, maar het zijn er wel veel, telkens met professioneel aangelegde elektrische installaties en voorzieningen om te voorkomen dat de buitenwacht iets merkt.
De vraag is aan de orde of kan worden gezegd dat er, zoals de officier van justitie in wezen ten laste legt, niet twee losstaande organisaties zijn, maar dat er sprake is van één, onderling verbonden criminele organisatie, waarbij alle verdachten medeverantwoordelijkheid dragen voor het criminele oogmerk en de uitvoering daarvan, zoals die blijkt uit de zaaksdossiers.
Naar het oordeel van de rechtbank is dat het geval. Er zijn teveel dwarsverbanden om te oordelen dat de verschillende takken van de familie los van elkaar zijn opgetreden.
Dat sommige deelnemers aan de organisatie elkaar niet kennen of elkaar niet kunnen luchten of zien staat aan dit oordeel niet in de weg. Het hoeft immers niet zo te zijn dat elke deelnemer weet had van elke hennepkwekerij.
De rechtbank beschrijft de werkwijze van de gehele criminele organisatie als volgt.
Een aantal personen huurde op verzoek van [medeverdachte 1], [medeverdachte 4], [verdachte] en [medeverdachte 1] een pand. Het gaat om [getuige 2] (zaaksdossier 1), [medeverdachte 5] (zaaksdossiers 2 en 3), [getuige 14] (zaaksdossiers 6 en 12) en [getuige 3] (zaaksdossiers 7, 8, 9 en 10). Dit waren mannen met schulden die zij, zoals zij zelf verklaarden, niet op legale wijze konden aflossen. Via verdachten of bemiddelaars als [A] of [H] kwamen zij in contact met de verhuurders. De huurcontracten en het betalen van de huur werd door de genoemde verdachten geregeld. In bijna alle gevallen werden de huursommen contant betaald. Het geld, dat afkomstig was van de verdachten, werd in een envelop òf aan de huurder òf rechtstreeks aan de verhuurder gegeven. Sommige huurders bouwden de kwekerijen op. De benodigde materialen werden aangeleverd door de verdachten. [medeverdachte 5] verrichtte daarnaast nog diverse klusjes voor de verdachten, zoals het bezorgen van potgrond en andere materialen (zaaksdossier 1), het ophalen van de oogst (zaaksdossier 1), het opruimen en/of afbreken van een kwekerij (zaaksdossier 10 ) en het vullen van de tonnen met de oogst (zaaksdossier 13). [medeverdachte 6] heeft een uitvoerende rol. Hij zet een huurcontract van een pand, waar later een hennepkwekerij wordt aangetroffen, op zijn naam (zaaksdossier 5).
De rechtbank acht het door [medeverdachte 6] geschetste scenario, inhoudende dat hij dit pand aan de [adres] te [woonplaats] niet huurde, maar het contract achteraf op zijn naam heeft gezet, weerlegd door de inhoud van de bewijsmiddelen, in het bijzonder de verklaring van [getuige 9]. In meerdere kwekerijen worden DNA-sporen van [medeverdachte 6] aangetroffen (zaaksdossiers 2 en 9). En door het observatieteam wordt hij meermalen in auto’s van medeverdachten, al dan niet in hun aanwezigheid, gezien.
Verdachten hadden regelmatig contact met de huurders en kwamen, soms wel enkele malen per week, op bezoek om te kijken hoe het ging. Bovendien leverden zij de materialen en de apparatuur om de kwekerij op te bouwen en zorgden zij voor de stekjes (zaaksdossiers 1, 6 en 12). Soms verbouwden zij zelf (zaaksdossiers 8 en 13).
Uit de afgeluisterde telefoongesprekken blijkt dat er regelmatig contacten zijn tussen de verschillende verdachten onderling en met de andere betrokken personen (onder meer [getuige 2], [getuige 3], [getuige 5]) waarbij in versluierde taal wordt gesproken over het leveren van goederen en onderhoud van de kwekerijen. Voorts vinden er telefonische contacten plaats om aan elkaar te melden dat een kwekerij is opgerold. Uit observaties blijkt dat de verdachten in wisselende samenstelling en in wisselende auto’s meerdere kwekerijen op een dag bezochten (bijv. zaaksdossiers 5, 6 en 8).
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat zijn beide zonen nieuwe spullen van de growshop [growshop] (de rechtbank begrijpt dat verdachte bedoelt: [growshop]) rondrijden. Daarbij heeft hij ook verklaard dat zijn zonen rondreden voor de eigenaar van [growshop] om spullen bij klanten te bezorgen. Ook [verdachte] heeft, toen hij werd gezien met materialen op 9 januari 2013, iets dergelijks verklaard. Dat [verdachte] en [medeverdachte 1] een - legale - bezorgdienst voor [growshop] te [woonplaats] vormden, wordt echter weerlegd door de verklaring van de manager van dat bedrijf. De rechtbank gaat er daarom vanuit dat het rondbrengen van materialen ten behoeve van hennepkwekerijen geschiedde vanuit betrokkenheid bij die kwekerijen. Daarmee is ook het gevoerde verweer ter zake weerlegd.
Uit de in de woningen van [medeverdachte 3] en [medeverdachte 1] aangetroffen briefjes met namen en getallen leidt de rechtbank af dat er sprake was van enige vorm van administratie betreffende de hennepteelt. Hetzelfde valt op te merken ten aanzien van de bij [medeverdachte 1] aangetroffen facturen van de growshop [growshop]. Hoewel met betrekking tot de in de woning van [medeverdachte 3] aangetroffen briefjes uit het onderzoek van het NFI niet kan worden afgeleid dat die briefjes door [medeverdachte 3] zijn geschreven, betrekt de rechtbank, gelet op de vindplaats, de inhoud van de briefjes wel bij haar oordeel dat [medeverdachte 3] betrokken was bij de criminele organisatie, zoals is ten laste gelegd onder feit 1.
Uit die administratie blijkt dat sprake is van grote bedragen, die de rechtbank begrijpt als huurbedragen.
Ook de opbrengsten van kwekerijen als de bewezenverklaarde kwekerijen zijn zeer groot. Ten aanzien van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 4] leidt een berekening met betrekking tot witgewassen bedragen tot een witgewassen totaalbedrag van meer dan € 450.000,-, terwijl ook [medeverdachte 2], [verdachte] en [medeverdachte 1] onverklaarbare vermogensbestanddelen bezitten. Voor de dwarsverbanden tussen de beide “suborganisaties” wijst de rechtbank nog op het feit dat in de woning van [medeverdachte 1] voor ongeveer € 48.000,-- aan bonnen van de [growshop] zijn aangetroffen, behorend bij een klantengroep waar ook een [verdachte] én een [medeverdachte 7] deel van uitmaken. Voorts maken de verschillende verdachten [verdachten] gebruik van de dezelfde katvangers/stromannen/uitvoerders ([medeverdachte 5], [B]) en knippers. Bij deze dwarsverbanden neemt de rechtbank nog in aanmerking dat in zaaksdossier 10 ten aanzien van [verdachte] en [medeverdachte 1] het medeplegen van de ten laste gelegde hennepteelt bewezen wordt geacht en in de betreffende kwekerij een DNA-spoor van
[medeverdachte 4] is aangetroffen.
Ter zitting is nog aangevoerd dat de verdachten [verdachten] familie zijn van elkaar en op hetzelfde woonwagenkamp wonen en dat [medeverdachte 5] en [medeverdachte 6] bekenden waren van de familie, zodat de onderlinge contacten niet als bewijsmiddelen voor de criminele organisatie gebruikt kunnen worden.
De rechtbank stelt voorop dat voor een familie geldt dat de eigen juridische en sociale structuur op een aantal punten overeenkomsten kunnen vertonen met aspecten van een criminele organisatie. Dit betekent echter niet dat reeds sprake is van een criminele organisatie indien meerdere leden van een familie tezamen misdrijven plegen. Daarvan is slechts sprake indien komt vast te staan dat door die familieleden die deze misdrijven begaan of die deze misdrijven doelbewust ondersteunen, de in die familie bestaande gezagsverhoudingen, relaties, rolverdeling, structuur en regels doelbewust en met een zekere stelselmatigheid en bestendigheid worden ingezet om te kunnen komen tot het plegen van deze misdrijven. In dat geval is immers bij die personen sprake van het oogmerk tot het plegen van misdrijven aanwezig binnen een familiestructuur die dan voor die betrokken personen tevens is aan te merken als een criminele organisatie.
In deze zaak is duidelijk gebleken van een dergelijke aanwending van de reeds bestaande familiestructuur door een aantal verdachten, waarbij ook leden van buiten de familie betrokken waren. Gedurende een langere periode en bij een behoorlijk aantal hennepkwekerijen is telkens -in wisselende samenstelling, maar met een min of meer vaste werkwijze- een aantal familieleden betrokken. In diverse kwekerijen zijn DNA- (zaaksdossiers 1, 2, 4, 5, 6, 9, 10, 13) en dactyloscopische sporen (zaaksdossiers 5, 7 en 8) van de verdachten aangetroffen. Voorts wijst de rechtbank op het versluierde taalgebruik in de telefoongesprekken, de contacten onderling na het ontmantelen van een hennepkwekerij en op het feit dat in kwekerijen een alarmkastje werd aangetroffen met verbinding naar een door verdachte(n) gebruikt telefoonnummer (zaaksdossiers 2 en 5).
De handelingen van verdachten gaan, gelet op het voorgaande, daarmee verder dan de eigen sociale structuur die binnen een familie bestaat.
Dit leidt tot de conclusie dat er wel degelijk sprake is geweest van een samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 140 Wetboek van Strafrecht.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in Bijlage II genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
1.
in de periode van 7 februari 2011 tot en met 27 februari 2013 te Rhenen en Zaandam, gemeente Zaanstad, en Maarn, gemeente Utrechtse Heuvelrug, en Terschuur, gemeente Barneveld en Heelsum, gemeente Renkum, en Veenendaal en Amerongen, gemeente Utrechtse Heuvelrug, en Nijmegen en Ede en Bussum,
heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk
- het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of vervoeren en/of afleveren en/of verkopen en/of aanwezig hebben van grote hoeveelheden van een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, zoals strafbaar gesteld in artikelen 3 onder B en/of C en/of 11 lid 2, 3 en/of 5 van de Opiumwet en
- diefstal van stroom, door middel van braak en/of verbreking, zoals strafbaar gesteld in de artikelen 310 en/of 311 lid 1 sub 5 van het Wetboek van Strafrecht en
- witwassen, zoals strafbaar gesteld in artikel 420 BIS/TER/QUATER van het Wetboek van Strafrecht;
(zaaksdossiers 1 t/m 10, 12 en 13)
2.
op tijdstippen in de periode van 18 november 2011 tot en met 29 januari 2013 te Veenendaal en Amerongen, gemeente Utrechtse Heuvelrug, en Nijmegen en Ede, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt grote aantallen hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
(zaaksdossiers 5 t/m 10 + 12)
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als:
feit 1: deelnemen aan een criminele organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een
misdrijf als bedoeld in artikel 11 derde lid van de Opiumwet alsmede deelnemen
aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven;
feit 2: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de
Opiumwet gegeven verbod in de uitoefening van een beroep of bedrijf, meermalen
gepleegd;
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 3 jaar en 6 maanden, met aftrek van voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht om, mocht zij daar aan toekomen, een straf op te leggen die gelijk is aan de duur van het voorarrest.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank let bij het bepalen van de straf enerzijds op de feiten, anderzijds op de persoon van de verdachte.
De rechtbank stelt voorop dat het gedoogbeleid wat betreft hennep dat Nederland kent vooral betrekking heeft op gebruik en gebruikershoeveelheden. Voor iedereen is duidelijk dat hennepteelt op grotere schaal en handel in hennep strafbaar zijn en niet gedoogd worden.
Het Landelijk Overleg van Voorzitters Strafsectoren (LOVS) heeft oriëntatiepunten voor straftoemeting vastgesteld. Deze geven als uitgangspunt voor het min of meer bedrijfsmatig of met een zekere mate van professionaliteit kweken van hennepplanten in ruimtes zoals een woonhuis of loods, met als kennelijk doel de verkoop van de geoogste planten, wanneer sprake is van een enkele oogst van 500 tot 1000 planten, een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 12 weken. Daarbij gaat het om een first offender die niet in georganiseerd verband handelt.
Voor het bepalen van de straf let de rechtbank op 12 hennepkwekerijen zoals die hiervoor in de bewijsmiddelen beschreven zijn, de meeste in de genoemde categorie 500-1000 planten, twee kleinere en één zeer grote hennepkwekerij van bijna 3500 planten.
In de meeste zaaksdossiers is sprake van meerdere oogsten.
Die omvang vergde, zowel in de voorbereiding als in de verwerking van oogsten, een professionele opzet. Die kwam van een organisatie waar verdachte deel van uitmaakte. De organisatie hield zich ook bezig met diefstal van elektriciteit en witwassen, misdrijven die met hennepteelt onmiddellijk samenhangen.
De rechtbank weegt ook dit witwassen als een ernstig misdrijf. Er gaat een corrumperend effect uit van het gebruik en verbergen van de enorme bedragen die uit hennepteelt voortkomen.
Hoewel deze verdachte niet bij alle zaken als (mede)pleger betrokken was, blijkt wel van deelname aan de organisatie die al deze hennepkwekerijen en samenhangende misdrijven niet alleen beoogde maar ook uitvoerde.
Die organisatie zocht vastgoed en verschafte zich het bezit door (onder)huur daarvan, regelde inrichting, elektrische installatie en bewatering, plantenstekken, voeding, groeimiddelen, alarmering. Tijdens de groei werd regelmatig gecontroleerd. Bij het verwerken van de oogst waren veelal dezelfde knippers betrokken, die een standaardbedrag ontvingen. De contante opbrengsten moeten zeer groot geweest zijn. Slechts een deel daarvan is achterhaald.
Wanneer hennepteelt wordt gepleegd in georganiseerd verband is veelal sprake van intimidatie en geweld. Van daadwerkelijk geweld is in deze zaak niet gebleken, al geven verschillende getuigen aan dat zij bang en/of bedreigd zijn. Ook zijn bij de doorzoekingen op 27 februari 2013 wapens gevonden.
De rechtbank ziet binnen de organisatie zoals die uit de bewijsmiddelen blijkt verschillende rollen: een persoon die wat meer afstand neemt van het handwerk, maar een leidinggevende rol heeft en een dominante rol heeft in de financiën ([medeverdachte 1]), verschillende leidinggevende regelaars die deels ook de uitvoering doen ([medeverdachte 2], [medeverdachte 3],
[medeverdachte 4], [verdachte], [medeverdachte 1]) en een aantal uitvoerders zonder veel zeggenschap ([medeverdachte 6], [medeverdachte 5]). De rol in de organisatie van de verschillende personen – en de strafwaardigheid – wordt enigszins weerspiegeld in wat de stukken inhouden over hun financiële situatie en vermogen.
Bij de waardering van de bewezenverklaarde feiten 1 en 2 betrekt de rechtbank, uitgaand van het genoemde LOVS-oriëntatiepunt
-de eigen betrokkenheid als (mede)pleger bij kwekerijen en in dat verband,
-het aantal planten (resten) dat is aangetroffen en, deels in samenhang daarmee, de mate van professionaliteit van de kwekerij,
-het totaal aantal geteelde planten, zoals af te leiden is uit de huurperiode en het door deskundige verbalisanten en medewerkers van energiemaatschappijen ingeschatte aantal oogsten, en ten slotte
-de betrokkenheid als deelnemer aan de organisatie die alle kwekerijen exploiteerde, waarbij ook de professionaliteit en de totale oogst van al die kwekerijen een rol spelen.
De met hennepteelt gepaard gaande diefstal van energie en de daarmee gepaard gaande risico’s van overbelaste of anderszins onveilige elektrische installaties weegt de rechtbank mee in haar oordeel over de criminele organisatie.
De rol die ieder daarin speelde is een belangrijke factor in de straftoemeting.
Wat betreft de persoon van de verdachte weegt de rechtbank in zijn nadeel mee dat eerder sprake was van een transactie voor een soortgelijke feit. Dit blijkt uit een Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 1 april 2014.
De verdachte heeft noch vóór, noch tijdens de zitting laten blijken dat hij inziet dat deelname aan grootschalige hennepteelt, direct of via een organisatie, fout is.
Ook de inhoud van de over de verdachte opgestelde reclasseringsrapporten van 17 mei 2013 en 3 september 2013 wordt meegewogen, inclusief het advies dat inhoudt dat “reguliere afstraffing” mogelijk is.
Slechts een vrijheidsbenemende straf is op zijn plaats. Van de op te leggen straf wordt een deel voorwaardelijk opgelegd om te bewerkstelligen dat de verdachte tijdens de, op 2 jaar te stellen, proeftijd geen nieuwe strafbare feiten pleegt.
De straf wijkt af van hetgeen de officier van justitie heeft gevorderd, onder meer omdat de rechtbank tot een andere bewezenverklaring komt.
De rechtbank is, gelet op alles wat hiervoor is overwogen, van oordeel dat aan de verdachte een gevangenisstraf moet worden opgelegd van 2 jaar en 6 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.

9.Het beslag

9.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft voor de onder verdachte in beslag genomen goederen verbeurdverklaring gevorderd.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht het in beslag genomen geld en de sieraden terug te geven aan verdachte. Voorts heeft de verdediging opgemerkt dat de Corvette, de Mercedes en de Buggy niet het eigendom zijn van verdachte.
Tot slot heeft de verdediging opgemerkt dat een witte Suzuki Swift, die onder verdachte in beslag is genomen, maar eigendom is van een zwager van verdachte, niet op de beslaglijst staat vermeld.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De voorwerpen, genoemd op de aangehechte beslaglijst, zijn in beslag genomen en nog niet teruggegeven.
De officier van justitie heeft gevorderd al deze goederen verbeurd te verklaren nu het gaat om goederen die aan de verdachte toebehoren of die hij geheel of grotendeels ten eigen bate kan aanwenden en die geheel of grotendeels zijn verkregen door middel van of uit de baten van het strafbaar feit.
Nu de officier van justitie op al deze zaken conservatoir beslag heeft gelegd en heeft aangekondigd een ontnemingsvordering in te stellen, is de rechtbank, mede gelet op de grond voor verbeurdverklaring die de officier van justitie noemt, van oordeel dat de beslissing over deze vermogensbestanddelen in de ontnemingsprocedure aan de orde moet komen. Dat conservatoire beslag staat ook aan een eventuele teruggave in de weg.

10.Ten aanzien van de benadeelde partij

10.1
De inhoud van de vordering
De vordering strekt tot vergoeding van geleden schade ten gevolge van de onder 3 ten laste gelegde zaak 7 ([adres] in [woonplaats]), te weten een totaalbedrag van € 6.540,01 ter zake van materiële schade, te vermeerderen met de executiekosten.
10.2
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij in haar geheel hoofdelijk toe te wijzen met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
10.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht de vordering benadeelde partij af te wijzen.
10.4
Het oordeel van de rechtbank
Nu aan verdachte ter zake de onder feit 3 ten laste gelegde diefstal aan de [adres] in [woonplaats] - zonder toepassing van artikel 9a van het Wetboek van Strafrecht - geen straf of maatregel is opgelegd, is de benadeelde partij, Stedin BV, in de vordering niet-ontvankelijk.

11.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47, 57 en 140 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3, 11 en 11a van de Opiumwet zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde en op de reeds aangehaalde artikelen.

12.De voorlopige hechtenis

De verdediging heeft verzocht de voorlopige hechtenis opnieuw te schorsen.
De officier van justitie verzet zich daartegen.
De rechtbank is van oordeel dat de bezwaren en gronden nog steeds aanwezig zijn . Het maatschappelijk belang dat met deze uitspraak een ander gewicht krijgt, weegt thans zwaarder dan het persoonlijk belang van verdachte. Het verzoek wordt afgewezen.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

13.Beslissing

De rechtbank:
Acht het Openbaar Ministerie ontvankelijk.
Verklaart het onder 3 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
feit 1: deelnemen aan een criminele organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van een
misdrijf als bedoeld in artikel 11 derde lid van de Opiumwet alsmede deelnemen
aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
feit 2: medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de
Opiumwet gegeven verbod in de uitoefening van een beroep of bedrijf, meermalen
gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
2 (twee) jaar en 6 (zes) maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Bepaalt dat een gedeelte, te weten
6 (zes) maanden, van deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de
proeftijd van 2 (twee) jarenschuldig maakt aan een strafbaar feit.
Verstaat dat op de voorwerpen zoals genoemd op de aangehechte beslaglijst, conservatoir beslag, ex artikel 94a Wetboek van Strafvordering, is gelegd.
Verklaart de benadeelde partij, Stedin BV, in de vordering (betrekking hebbend op de [adres] in [woonplaats]) niet-ontvankelijk.
Wijst af het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J. Grapperhaus, voorzitter, mrs. N.H.J.M. Veldman-Gielen en V. van Dam, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.C. van Reenen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 3 juni 2014.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 7 februari 2011 tot en met 27 februari 2013 te Rhenen en/of Zaandam, gemeente Zaanstad, en/of Maarn, gemeente Utrechtse Heuvelrug, en/of Terschuur, gemeente Barneveld en/of Heelsum, gemeente Renkum, en/of Veenendaal en/of Amerongen, gemeente Utrechtse Heuvelrug, en/of Nijmegen en/of Ede en/of Bussum en/of Leersum, gemeente Utrechtse Heuvelrug, althans in Nederland,
heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk
- het in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk telen en/of bereiden en/of bewerken en/of verwerken en/of vervoeren en/of afleveren en/of verkopen en/of aanwezig hebben van (een) grote hoeveelhe(i)d(en) van (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, zoals strafbaar gesteld in artikelen 3 onder B en/of C en/of 11 lid 2, 3 en/of 5 van de Opiumwet en/of
- diefstal door middel van braak en/of verbreking van stroom, zoals strafbaar gesteld in de artikelen 310 en/of 311 lid 1 sub 5 van het Wetboek van Strafrecht en/of
- witwassen, zoals strafbaar gesteld in artikel 420 BIS/TER/QUATER van het Wetboek van Strafrecht;
(- einddossier, deel 1, persoonsdossiers;
- einddossier, deel 3, zaaksdossiers 1 t/m 14:
- einddossier, deel 4, Proces Verbaal artikel 140 WvSr:
- einddossier, deel 5, zaaksdossiers witwassen)
art 140 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 november 2011 tot en met 29 januari 2013 te Veenendaal en/of Amerongen, gemeente Utrechtse Heuvelrug en/of Nijmegen en/of Ede, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk heeft/hebben geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft/hebben gehad (een) grote) aantal(len) hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
(zaaksdossiers 5 t/m 10 + 12)
art 3 ahf/ond B Opiumwet
3.
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 18 november 2011 tot en met 27 februari 2013 te Veenendaal en/of Amerongen, gemeente Utrechtse Heuvelrug en/of Nijmegen en/of Ede, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een (grote) hoeveelheid stroom, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Liander NV en/of Stedin BV, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik
heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
(zaaksdossiers 5 t/m 10 + 12)
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
BIJLAGE II: De bewijsmiddelen en enkele specifieke bewijsoverwegingen
II.1 De destijds bij verdachten in gebruik zijnde telefoonnummers
In het onderzoek komt een aantal telefoonnummers naar voren, waarvan de gebruiker mogelijk betrokken is bij de ten laste gelegde feiten. De rechtbank stelt vast dat de volgende telefoonnummers destijds in gebruik waren bij de hierna te noemen verdachten.
Telefoonnummers [telefoonnummer] (hierna: *[telefoonnummer]), [telefoonnummer] (hierna: *[telefoonnummer]), [telefoonnummer] (hierna: *[telefoonnummer]) en [telefoonnummer] (hierna: *[telefoonnummer]) in gebruik bij [medeverdachte 2]
Het telefoonnummer, *[telefoonnummer], betreft een abonnement van KPN, dat destijds op naam van [medeverdachte 2] stond. [7] heeft bevestigd dat hij een telefoonabonnement heeft bij KPN. [8]
Ook het telefoonnummer *[telefoonnummer] betreft een abonnement van KPN dat destijds op naam stond van [medeverdachte 2]. [9] Dat [medeverdachte 2] dit nummer ook daadwerkelijk in gebruik heeft, volgt uit de inhoud van een op 30 oktober 2012 opgenomen en uitgeluisterd telefoongesprek tussen de gebruiker van *[telefoonnummer] en een derde. Tijdens dit gesprek noemt de derde de gebruiker van nummer *[telefoonnummer] meermalen “[medeverdachte 2]”. [10] [medeverdachte 2] betreft de voornaam van [medeverdachte 2].
Uit onderzoek volgt verder dat [medeverdachte 2] destijds de gebruiker was van telefoonnummer
*[telefoonnummer]. Als de gebruiker van dit telefoonnummer op 5 november 2012 naar de ABN Amrobank belt om een nieuwe bankpas aan te vragen, geeft hij als zijn naam “[medeverdachte 2]” op en noemt als zijn geboortedatum “[1962]”. [11] De rechtbank stelt vast dat deze gegevens gelijk zijn aan de persoonlijke gegevens van de verdachte [medeverdachte 2].
[getuige 2] heeft verklaard dat *[telefoonnummer] het nummer van [medeverdachte 2] is. [12] Als hem een foto van [medeverdachte 2] wordt getoond, herkent hij de persoon op de foto als “[medeverdachte 2]”. [13]
Met betrekking tot het betoog van de raadsman van [medeverdachte 2], dat deze dit nummer *[telefoonnummer] op enig moment van [medeverdachte 5] heeft overgenomen (zodat geen waarde kan worden gehecht aan een relatie met een sms-alert) overweegt de rechtbank dat dit standpunt eerst ter zitting is ingebracht terwijl het geen verifieerbare concrete gegevens behelst. Daarom wordt het terzijde gesteld.
Telefoonnummers [telefoonnummer] (hierna: *[telefoonnummer]) en [telefoonnummer] (hierna: *[telefoonnummer]) destijds in gebruik bij [medeverdachte 6]
Uit onderzoek volgt dat het telefoonnummer *[telefoonnummer] een prepaid nummer betreft. [14] Als de gebruiker van dit telefoonnummer op 25 oktober 2012 wordt gebeld, neemt een vrouw op. [15] Op de vraag van de beller of [medeverdachte 6] daar is, komt [medeverdachte 6] aan de lijn. [16]
[medeverdachte 6] heeft bevestigd dat hij destijds gebruiker was van het telefoonnummer *[telefoonnummer]. [17]
Telefoonnummers [telefoonnummer], [telefoonnummer] (hierna: *[telefoonnummer]), en [telefoonnummer] (hierna: *[telefoonnummer]) in gebruik bij [medeverdachte 1].
Het telefoonnummer [telefoonnummer] staat op naam van [medeverdachte 1]. [18] Dat dit telefoonnummer niet alleen op zijn naam staat, maar destijds ook door hem werd gebruikt, volgt uit een opgenomen en uitgeluisterd telefoongesprek d.d. 15 oktober 2012, waarin de gebruiker van voornoemd telefoonnummer wordt gevraagd: “[getuige 7] jij dat [verdachte]?”, waarop de gebruiker dit bevestigt. [19] Dat [medeverdachte 1] destijds de gebruiker van voornoemd nummer was, volgt verder uit het feit dat een vrouw, die zichzelf [C] noemt, meermalen de naam [verdachte] noemt in telefoongesprekken. [verdachte] is gehuwd met een vrouw met de voornaam [C].
Uit onderzoek volgt dat [medeverdachte 1] destijds tevens gebruik maakte van het telefoonnummer *[telefoonnummer]. Dit betreft een telefoonnummer dat is gekoppeld aan een abonnement op naam van [getuige 10]. [20] Deze getuige heeft verklaard dat het nummer *[telefoonnummer] het nummer van [medeverdachte 1] betreft. Dit telefoonnummer staat weliswaar op zijn naam, maar hij heeft dit telefoonnummer aan [medeverdachte 1] gegeven. [21]
Telefoonnummers [telefoonnummer] (hierna: *[telefoonnummer]), [telefoonnummer] (hierna: *[telefoonnummer]), [telefoonnummer] (hierna: *[telefoonnummer]) en [telefoonnummer] (hierna: *[telefoonnummer]) destijds in gebruik bij [medeverdachte 5].
Uit onderzoek volgt dat de gebruiker van het telefoonnummer *[telefoonnummer] op 23 oktober 2012 wordt gebeld door de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer]. De moeder van [medeverdachte 5], [D], heeft bevestigd dat dit haar telefoonnummer is. [22] In voornoemd telefoongesprek noemt zij de gebruiker van het telefoonnummer *[telefoonnummer] “[medeverdachte 5]”.
Getuige [getuige 11], voormalig partner van [medeverdachte 5] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 5]), [23] heeft verklaard dat het telefoonnummer van [medeverdachte 5] *[telefoonnummer] is. [24]
Op 4 januari 2013 wordt [E] gebeld door het telefoonnummer *[telefoonnummer].
Uit stemherkenning volgt dat de gebruiker van voornoemd telefoonnummer [medeverdachte 5] betreft. [25]
Ook de stem van de gebruiker van telefoonnummers *[telefoonnummer] en *[telefoonnummer] wordt in telefoongesprekken van respectievelijk 11 december 2012 en 29 december 2012 herkend als de stem van [medeverdachte 5]. [26]
Telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: *[telefoonnummer]) destijds in gebruik bij [verdachte]
Uit onderzoek volgt dat [verdachte] destijds gebruik maakte van het telefoonnummer *[telefoonnummer]. Dit telefoonnummer staat op naam van [F], [adres] te [woonplaats], de moeder van [verdachte]. [27] Uit onderzoek volgt dat [verdachte] in augustus 2009 en in augustus 2010 bij de politie het nummer *[telefoonnummer] heeft opgegeven als zijnde zijn telefoonnummer. [28]
Als de gebruiker van voornoemd telefoonnummer op 15 februari 2013 gebeld wordt, neemt hij op met “Met [verdachte]”. [29]
Telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: *[telefoonnummer]) destijds in gebruik bij [medeverdachte 1]Uit onderzoek volgt dat het telefoonnummer *[telefoonnummer] op naam staat van [F], [adres] te [woonplaats]. Dit betreft de moeder van [medeverdachte 1]. [30] Als de gebruiker van voornoemd telefoonnummer *[telefoonnummer] op 24 november 2012 belt naar een derde neemt “[G]” op. De gebruiker van telefoonnummer *[telefoonnummer] noemt zichzelf [medeverdachte 7]. [G] noemt [medeverdachte 7] de jarige job. [31] [medeverdachte 1] is geboren op [1988]. In telefoongesprekken op 20 november 2012 en 21 november 2012 noemt de gebruiker van het telefoonnummer *[telefoonnummer] zichzelf “[medeverdachte 7]”. [32]
Telefoonnummers [telefoonnummer] (hierna: *[telefoonnummer]) en [telefoonnummer] (hierna: *[telefoonnummer]) destijds in gebruik bij [medeverdachte 4]
Het telefoonnummer *[telefoonnummer] betreft een prepaid nummer van telecomaanbieder T-Mobile. [33] heeft verklaard dat hij een prepaid telefoon heeft, van telecomaanbieder T-Mobile en dat hij de enige gebruiker was. [34]
Nadat op 3 januari 2013 in de woning waar [medeverdachte 5] verbleef in [woonplaats] een hennepkwekerij is ontdekt, belt [medeverdachte 5] met telefoonnummer *[telefoonnummer] naar het telefoonnummer *[telefoonnummer]. Hij geeft dan aan dat de gebruiker van nummer *[telefoonnummer]
zijn kaartje weg moet gooien want ja, bij mij thuis dat is voorbij. [35]
[medeverdachte 5] heeft verklaard dat hij voornoemd telefoongesprek voerde met [medeverdachte 4]. [36] Als hem een foto wordt getoond van [medeverdachte 4] herkent [medeverdachte 5] deze als [medeverdachte 4]. [37]
Uit onderzoek volgt dat [medeverdachte 4] destijds tevens gebruik maakte van het telefoonnummer *[telefoonnummer].
Als de gebruiker van het telefoonnummer *[telefoonnummer] -[verdachte]- op 8 januari 2013 wordt gebeld door een onbekend gebleven derde, die vraagt naar het telefoonnummer van [medeverdachte 4], antwoordt [verdachte] dat dit telefoonnummer *[telefoonnummer] betreft. [38]
Telefoonnummer [telefoonnummer] (hierna: *[telefoonnummer]) destijds in gebruik bij [medeverdachte 3]Uit onderzoek volgt dat het telefoonnummer *[telefoonnummer] een abonnement van T-mobile betreft en op naam staat van [F], [adres] te [woonplaats]. [F] betreft de echtgenote van [medeverdachte 3]. [39] [medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij gebruik maakt van een mobiele telefoon, waarvan het abonnement van KPN of T-Mobile is. Het abonnement staat op naam van zijn vrouw en hij is de enige gebruiker van dit telefoonnummer. [40]
II.2 De bewijsmiddelen ten aanzien van de zaaksdossiers
Zaaksdossier 1: [adres] te [woonplaats]
Op 11 december 2012 vindt om 10.30 uur een doorzoeking plaats in het pand gelegen aan het [adres] te [woonplaats]. Dit pand bestaat uit een bedrijfspand (perceel[nummer]) en een daarboven gelegen woning (perceel [nummer]. [41] In voornoemd bedrijfspand wordt een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen met daarin 3455 planten in verschillende groeistadia, variërend van circa 2 á 3 weken oud tot 7 á 8 weken oud. [42] In de kweekruimten roken de verbalisanten de specifieke geur die de hennepplant kenmerkt en verspreidt. De verbalisanten herkenden de in de kweekruimten staande planten als hennepplanten. [43]
De professionaliteit van de kwekerij is hoog, gelet op de volgende indicatoren. In de hennepkwekerij stond een groot aantal hennepplanten. De hennepkwekerij is geïsoleerd met betrekking tot daglicht en temperatuur, de belichting is geregeld door middel van tijdschakelaars [44] en er is een intern circulatiesysteem aanwezig. Daarnaast is sprake van een elektromotorische aan- en afzuiging [45] en van biologische bestrijdingsmiddelen. [46] Gerelateerd wordt dat er ten minste twee eerdere oogsten zijn geweest. [47]
In voornoemd pand wordt [getuige 2] aangetroffen en aangehouden. [48]
[getuige 2] heeft verklaard dat hij in 2007 via zijn werkgever werd doorverwezen naar [medeverdachte 1], die werk voor hem zou hebben. [medeverdachte 1] vertelde hem dat hij hem kon gebruiken voor de wiet. [medeverdachte 1] zou een woning regelen waar hij kon wonen en waar [medeverdachte 1] dan de wiet in zou zetten. [getuige 2] moest wiet kweken en verzorgen en ontving daarvoor een bedrag in de week. [49]
De eerste kwekerij was aan de [adres] in [woonplaats] met ongeveer 1325 planten en 8 oogsten. [getuige 2] kreeg een huurcontract van [medeverdachte 1] dat op zijn naam stond en ondertekende dit contract. [medeverdachte 1] kwam een keer in de week langs en bracht dan geld mee voor hem. Ook het geld voor de elektriciteitsrekening bracht [medeverdachte 1] dan mee. Dit stortte [getuige 2] op zijn rekening, waarna hij de verschuldigde elektriciteit betaalde. Hij bouwde de kwekerij zelf op, waarbij [medeverdachte 1] of [medeverdachte 2] de bouwmaterialen kwamen brengen. Ook de planten werden door [medeverdachte 1] gebracht, net als groei- en bloeimiddelen.
Later kwam ook [medeverdachte 5] er bij, een jongen met een tattoo in zijn nek. Hij heeft [getuige 2] geholpen om de boel af te breken. Als er geoogst was, dan kwam [medeverdachte 1] of [medeverdachte 2] de wiet ophalen.
Daarna is [getuige 2] naar Hilversum gegaan. Daar was een soortgelijke rolverdeling. [50] In Hilversum is 4 à 5 keer geoogst en dat ging om 1600 planten per oogst. [51]
Getuige [getuige 12] verklaarde onder meer dat met ingang van 1 juni 2010 de woonruimte ’[adres] te [woonplaats] is verhuurd aan [getuige 2], wonende [adres] te [woonplaats]. Daarbij heeft de getuige een kopie van de huurovereenkomst overhandigd. De verhuur van de woonruimte was onder beheer van [naam] in de persoon van [H]. De huursom van € 2500,- per maand werd probleemloos contant afgedragen door [H] aan [getuige 12]. Na het vertrek van [getuige 2] heeft [getuige 12] gaten in het dakbeschot gezien die daar eerder niet zaten en heeft hij een berg potgrond aangetroffen aan de achterzijde van het pand. [52]
[H] heeft verklaard dat het pand [adres] te [woonplaats] van [B] is. Het was bij zijn makelaarskantoor in de verkoop. Zijn broer en hij hebben in eerste instantie een tijdelijke financiering van ongeveer € 400.000,- verstrekt aan [B]. Inmiddels zijn er betalingsachterstanden. Voorts verklaarde [H] dat hij is benaderd door de eigenaar van het pand ‘[adres]’ te [woonplaats], de heer [getuige 12]. Hij zocht een nieuwe huurder. [H] verklaarde dat hij wist dat [getuige 2] op zoek was naar woonruimte omdat [H] de woning aan de [adres] te [woonplaats] wilde gaan verkopen. Voor zover bekend betaalde [getuige 2] de huur contant. [53]
Voorts verklaart [getuige 2] dat hij [verdachte] wel acceptgiro’s meegaf. [54]
Tijdens de doorzoeking op het perceel [adres] te [woonplaats] werden in een tasje aan de kapstok een aantal papieren aangetroffen ten name van [getuige 2] te [woonplaats]. Dit betrof een tweetal acceptgirokaarten betrekking hebbend op energielevering op het adres ’[adres] te [woonplaats] ad € 763,79 en € 143,64. Tevens werd een aantal stortingsbewijzen aangetroffen met de genoemde bedragen, gedaan bij de ING-bank te Rhenen d.d. 9 mei 2012. [55]
Alles wat uit de woning te [woonplaats] kwam aan apparatuur van de kwekerij is meegenomen naar het [adres] in [woonplaats]. [medeverdachte 1] heeft ook voor deze woning gezorgd. [getuige 2] heeft het huurcontract getekend. Weer dezelfde man van de Nuon legde de stroom naar de kwekerij aan. [56] Die man van Liander of Nuon kwam altijd mee met [verdachte] of [medeverdachte 2]. [57] [getuige 2] heeft verklaard dat hij sinds maart 2012 op het adres [adres] te [woonplaats] woont en deze woning huurt van [B] BV, voor € 2.400,00 per maand. [58]
[verdachte] regelde het contract met [B] en ging mee met [B] voor het ondertekenen van het huurcontract. [59] [B] heeft verklaard dat hij de huurpenningen in contanten via de brievenbus bij hem thuis ontving. [60]
De rekeningen voor water en energie gaf [getuige 2] mee aan [medeverdachte 2] jr., [verdachte] of [medeverdachte 5]. De rekeningen werden dan altijd betaald. [61]
[getuige 2] verklaarde dat hij de kwekerij aan de [adres] in [woonplaats] heeft opgebouwd. Het benodigde materiaal werd door [verdachte], [medeverdachte 2] jr. of [medeverdachte 5] naar hem toegebracht. [62] [B] en [medeverdachte 1] brachten samen houten platen en ongeveer 40 plastic kratten. [medeverdachte 1] heeft als het ware het pand een beetje ingericht, zodat te zien was dat er activiteit was in het pand en de kwekerij niet meer zo opviel. [63] [verdachte] belde altijd, die regelde altijd de dingen. [64] Ook [medeverdachte 2] is bij de kwekerij geweest. [65] Hij kwam dan kijken hoe het met de plantjes ging.
Het geld dat [getuige 2] als tegenprestatie voor het opbouwen en onderhouden van de kwekerij ontving, kreeg hij van [medeverdachte 1], al dan niet via [medeverdachte 2] of [medeverdachte 5].
Als er geoogst moest worden, knipte [getuige 2] de planten zelf en deed deze in tonnen. [66] [medeverdachte 1], [medeverdachte 4], [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 5] kwamen daarna in wisselende samenstelling langs om de tonnen met oogst op te halen. [67]
Uit onderzoek volgt dat [getuige 2], die gebruik maakt van het telefoonnummer [telefoonnummer] [68] in de periode voorafgaand aan het aantreffen van voornoemde hennepkwekerij meermalen telefonisch contact heeft met [medeverdachte 2]. Tijdens deze telefonische contacten wordt in versluierde taal gesproken over het leveren van goederen en onderhoud. [69] Op 16 oktober 2012 vindt een gesprek plaats tussen [getuige 2] en [medeverdachte 2]. In dit gesprek vraagt [medeverdachte 2] “Het ie al gebracht” en “Zitten der korreltjes in”, waarop [getuige 2] antwoordt “Japjapjap, huh nee, ik heb gewone grond gekregen van hem.”
[medeverdachte 2] geeft aan dat hij “hem wel gaat bellen”, waarop [getuige 2] aangeeft “ja, nee hij staat nu bij me met die bus. En hij heb twee pallets der in staan. Ja ik zeg dat is gewone grond, ik dacht cocos”. [medeverdachte 2] geeft dan aan: “Naja nee, die hebben we niet besteld”, “laat ze maa nee ik wil die andere hebben dus” en “Doe maar terug”, waarop [getuige 2] aangeeft dat hij hem terug zal sturen.
heeft bevestigd dat hij dit telefoongesprek heeft gevoerd met [medeverdachte 2], omdat hij verkeerde potgrond geleverd had gekregen. Hij sprak met [medeverdachte 2] af dat hij nieuwe potgrond zou krijgen. [70] [medeverdachte 5] heeft, nadat hem voornoemd opgenomen en uitgeluisterd telefoongesprek werd voorgehouden, verklaard dat hij die ochtend bij de [growshop] in [woonplaats] anderhalve pallet potgrond heeft opgehaald. Hij begreep van [getuige 2] dat het de verkeerde grond was en heeft de potgrond daarna weer teruggebracht naar Amersfoort. [71]
De verklaring van [getuige 2] vindt ook bevestiging in het volgende.
In het pand, gelegen aan het [adres] te [woonplaats], vinden ontmoetingen plaats tussen [medeverdachte 2] en [getuige 2]. Als [medeverdachte 2] op 8 oktober 2012 telefonisch contact opneemt met [getuige 2], geeft hij aan dat hij er bijna is. [getuige 2] zegt hierop dat hij naar beneden loopt en het hek open zal gooien. Het telefoonnummer van [medeverdachte 2] straalt op dat moment een zendmast aan op de Verlengde Stellingweg te Oostzaan, gelegen nabij Zaandam. [72] Ook op 7 november 2012 vindt een ontmoeting plaats tussen [medeverdachte 2] en [getuige 2]. Een observatieteam ziet dat [medeverdachte 2] die dag omstreeks 10.15 uur in een Renault Espace
met kenteken [kenteken] het terrein van de [adres] te [woonplaats] afrijdt. [73] Omstreeks 11.12 uur zien verbalisanten voornoemde auto op de A10 ter hoogte van Landsmeer. In de Renault zitten drie personen. De bestuurder wordt herkend als [medeverdachte 2]. [74] Omstreeks 11.17 uur belt [medeverdachte 2] naar [getuige 2]. [medeverdachte 2] geeft aan dat hij er bijna is. [75] Enkele minuten later, omstreeks 11.21 uur, wordt gezien dat de Renault ter hoogte van perceel [adres] te [woonplaats] een hek binnenrijdt. Omstreeks 11.21 uur rijdt de Renault op de [adres] uit de richting van perceel 11. Omstreeks 12.00 uur zien verbalisanten de Renault weer rijden, met daarin drie personen. [medeverdachte 2] wordt herkend als de bestuurder. [76] Omstreeks 12.59 uur wordt gezien dat de Renault het terrein van de [adres] weer oprijdt. [77]
Op 9 november 2012 ziet het observatieteam dat twee auto’s, een witte Volkswagen Caddy met kenteken 83-VB-R6 en een grijze Peugeot Bipper, met kenteken [kenteken] omstreeks 14.19 uur samen wegrijden vanaf de [adres] te [woonplaats]. De bestuurder van de Peugeot wordt herkend als [medeverdachte 5]. De bestuurder van de Volkswagen Caddy, waar twee personen in zitten, wordt herkend als [medeverdachte 2]. Omstreeks 15.00 uur wordt gezien dat deze voertuigen achter elkaar rijden op de A1. [78]
[medeverdachte 5] heeft bevestigd dat hij en [medeverdachte 2] op 9 november 2012 bij [getuige 2] in het pand op bezoek waren. Hij verklaarde dat hij en [medeverdachte 2] er wel vaker op bezoek zijn geweest. [79]
In de kwekerij wordt op 11 december 2012 een blikje Red bull aangetroffen. Dit blikje krijgt het SIN-nummer AAFY4391NL. Op het blikje wordt een dactyloscopisch spoor aangetroffen. Dit wordt veiliggesteld en krijgt het SIN-nummer AAEQ2577NL. [80] Dat spoor is geïndividualiseerd op een afdruk voorkomend op het vingerafdrukkenblad ten name van [medeverdachte 5]. [81]
Niet alleen in de periode voor voornoemd aantreffen van de hennepkwekerij, maar ook daarna wordt [medeverdachte 2] gezien nabij het [adres] te [woonplaats]. Enkele uren na het aantreffen en ontmantelen van de kwekerij, op 11 december 2012, ziet het observatieteam dat [medeverdachte 2] als bestuurder van een blauwe Transporter over het [adres] te [woonplaats] rijdt. [82] Nadat [medeverdachte 2] op het [adres] is gezien die dag, lijkt de telefoon met nummer *[telefoonnummer] te zijn uitgezet. Pas die avond wordt de telefoon weer aangeschakeld. [83] Omstreeks 20.47 uur wordt [medeverdachte 2] gebeld door de gebruiker van het nummer [telefoonnummer]. Deze gebruiker, die [medeverdachte 2] “papa” noemt, zegt hem: ”papa, elke woensdag moet je mij ophalen”. Hierop zegt [medeverdachte 2]: “Elke woensdag kan ik niet. Ja, je hebt geluk, papa was bijna een jaar weggeweest.” [84]
Ruim [naam] minuten later, omstreeks 20.58 uur, neemt [medeverdachte 2] telefonisch contact op met de gebruiker van nummer [telefoonnummer], welk nummer wordt toegeschreven aan zijn partner, [I]. Hij geeft haar aan dat hij slecht bericht heeft en dat zij dit zo dadelijk wel hoort. Ook geeft hij aan dat hij “voor hetzelfde geld een jaar weg was geweest” en “vandaag heel veel geluk heeft gehad.” [85]
Nadat [getuige 2], die sinds het aantreffen van de kwekerij in verzekering was gesteld, op 13 december 2013 wordt heengezonden, gaat hij terug naar het [adres] in [woonplaats]. Hij stuurt een sms naar [medeverdachte 2]: “[getuige 7] nou net los en [getuige 7] nu thuis geen licht meer laatste sms zie je gauw.” [86] Diezelfde dag, omstreeks 18.02 uur neemt de gebruiker van een onbekend nummer, wiens stem wordt herkend als de stem van [getuige 2], telefonisch contact op met [medeverdachte 2]. [87] In het gesprek dat volgt, geeft [getuige 2] aan dat hij hem moet zien morgen, want hij heeft nou helemaal niks meer. [medeverdachte 2] zegt hem: “is goed, komt allemaal goed”.
[getuige 2] zegt dat hij een nieuw nummer heeft. Op vragen van [medeverdachte 2] geeft hij vervolgens aan dat ze de hele telefoon hebben uitgeplozen. [medeverdachte 2] vraagt of zijn nummer er niet in stond, waarop [getuige 2] aangeeft dat zijn naam er niet in stond, maar zijn nummer wel. [medeverdachte 2] zegt daarop: ‘Okee nee daarom deze moet ik mee uitkijke dat we mekaar niet euh… ik spreek je.” [88]
Diefstal elektriciteit
Op 11 december 2013 is [J] van Liander NV aanwezig in voornoemd pand. Bij controle van de netcomponenten van Stedin en de elektrische installatie in de meterkast van het pand werd geconstateerd dat de verzegeling van het deksel van de hoofdaansluitkast verbroken is. Aan de bovenzijde van de hoofdzekeringen is een vijf-aderige elektriciteitskabel bijgeplaatst en aangesloten. Deze elektriciteitskabel zit aangesloten voor de elektriciteitsmeter, zodat alle elektriciteit die via deze kabel is afgenomen niet door de elektriciteitsmeter werd geregistreerd. De elektriciteitskabel komt uit in een onderverdeelinrichting van elektriciteit van waaruit de aanwezige hennepkwekerij onbemeten van elektriciteit wordt voorzien.
Er zijn aanwijzingen dat er twee eerdere oogsten hebben plaatsgevonden. De in de hennepkwekerij aanwezige hennepplanten bevinden zich in verschillende groeistadia, variërend van circa 2 á 3 weken oud tot 7 á 8 weken oud. De diefstal heeft daarom plaatsgevonden in de periode van juni 2012 tot 11 december 2012. [89]
[getuige 2] heeft verklaard dat [medeverdachte 5] het materiaal kwam brengen, waaronder stroomdraden. [90]
[getuige 2] heeft met betrekking tot het illegaal stroom weghalen achter de meter verklaard dat er een apart mannetje voor de elektriciteitsmeter kwam. Hij kwam dan altijd mee met [medeverdachte 1] of [medeverdachte 4]. [91] Dezelfde man als bij de kwekerij in Barneveld, iemand van de Nuon, sloot de stroom in het [adres] aan. Dit deed hij bewust buiten de meter om. [92]
Zaaksdossier 2: [adres] te [woonplaats]
Als verbalisant [verbalisant] op 9 januari 2012 buiten diensttijd over [adres] te [woonplaats]loopt, valt hem op dat bij een aan voornoemd pad gelegen schuur een opvallend helder licht schijnt, dat hem doet denken aan een hennepkwekerij. Bij de woning ziet hij ten minste drie personen. [verbalisant] maakt melding van het voorgaande. [93] Diezelfde dag gaat de politie ter plaatse. In voornoemde schuur, behorend bij de woning aan [adres], wordt bij doorzoeking een in werking zijnde kwekerij aangetroffen, met daarin 673 planten. [94]
Niet alleen in voornoemde schuur, maar ook in de woning aan [adres] treft de politie een kwekerij aan, met hierin een ruimte met 188 planten en een ruimte met 189 planten. [95] De door verbalisant uitgevoerde test van de monsters afkomstig uit voornoemde kwekerijen bevestigt dat het telkens gaat om hennepplanten van het geslacht cannabis. [96]
De aangetroffen planten bevinden zich in verschillende groeistadia, variërend van 4 weken oud [97] tot 8 weken oud. [98]
De professionaliteit van de kwekerijen is hoog, gelet op de volgende indicatoren. In de hennepkwekerijen stond een groot aantal hennepplanten. De hennepkwekerij is geïsoleerd met betrekking tot daglicht en temperatuur, [99] en er is een alarmsysteem aangelegd door middel van een zogenaamd SMS-Alarm Device en een GSM wireless intelligent security&protection alarm. [100] Daarnaast is sprake van biologische bestrijdingsmiddelen. [101] Er zijn aanwijzingen dat er ten minste vier eerdere oogsten zijn geweest. [102]
Voornoemde woning wordt sinds 1 januari 2010 gehuurd door [medeverdachte 5]. [103]
Getuige [getuige 13], die nabij voornoemde woning woont, heeft verklaard dat hij sinds 3 jaar regelmatig busjes naar voornoemde woning ziet rijden, met daarin telkens twee of drie personen. [104]
In het proces-verbaal wordt vermeld dat de schuur bestaat uit drie ruimtes, in elkaars verlengde. Het voorste gedeelte deed dienst als technische ruimte, waarin de elektra was aangelegd en een grote ton met water en voedingsstoffen stond. In de “technische ruimte” wordt een sigarettenpeuk (AADH5096NL) aangetroffen en bemonsterd. [105] Het NFI heeft dit monster vergeleken met een referentiemonster van [medeverdachte 5] dat is opgenomen in de DNA-databank. Uit dit onderzoek volgt dat het DNA-profiel van voornoemd monster overeenkomt met het DNA-profiel van [medeverdachte 5]. [106] Voor dit spoor geldt dat de kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon (niet verwant met [medeverdachte 5]) overeenkomt met het DNA-profiel kleiner is dan één op één miljard. [107]
In de keuken van de woning van [adres], grenzend aan de twee kweekruimten die zijn aangetroffen in voornoemde woning, treft de politie op een tafel een asbak aan, met daarin drie sigarettenpeuken. [108] Deze sigarettenpeuken, waaronder de sigarettenpeuk die is veiliggesteld als AADH5097, zijn bemonsterd. [109] Het NFI heeft de DNA-profielen die zijn verkregen uit deze monsters vergeleken met referentiemonsters die in de DNA-databank zijn opgenomen. Uit dit onderzoek volgt dat het DNA-profiel dat op een van voornoemde peuken (AADHH5097) is aangetroffen overeenkomt met het DNA-profiel van [medeverdachte 6]. [110] Voor dit spoor geldt dat de kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon (niet verwant met [medeverdachte 6]) overeenkomt met het DNA-profiel kleiner is dan één op één miljard. [111]
In voornoemde keuken worden voorts twee flesjes Fanta aangetroffen. Van één van deze flesjes is speeksel veiliggesteld (AADH5102NL). Het NFI heeft het DNA-profiel dat uit voornoemd speekselmonster is veiliggesteld vergeleken met referentiemonsters die in de DNA-databank zijn opgenomen. Uit dit onderzoek volgt dat het DNA-profiel dat op voornoemd flesje Fanta is veiliggesteld, overeenkomt met het DNA-profiel van [medeverdachte 2]. [112] Voor dit spoor geldt dat de kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon (niet verwant met [medeverdachte 2]) overeenkomt met het DNA-profiel kleiner is dan één op één miljard. [113]
Ten slotte wordt in voornoemde keuken in de vuilnisbak een plastic bekertje aangetroffen. Van dit bekertje is speeksel veiliggesteld (AADH5101NL). [114] Het NFI heeft het DNA-profiel dat uit voornoemd speekselmonster is veiliggesteld vergeleken met referentiemonsters die in de DNA-databank zijn opgenomen. Uit dit onderzoek volgt dat het DNA-profiel dat op voornoemd bekertje is veiliggesteld overeenkomt met het DNA-profiel van [medeverdachte 3]. Voor dit spoor geldt dat de kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon (niet verwant met [medeverdachte 3]) overeenkomt met het DNA-profiel kleiner is dan één op één miljard. [115]
Verbalisant rapporteert dat het bekertje door hem is bemonsterd conform de geldende richtlijnen. Indien wordt gewerkt volgens de richtlijnen is de kans op contaminatie minimaal. [116]
Volgens het opgemaakte proces-verbaal zijn er nog twee flesjes Fanta in de vuilnisbak gevonden. Verbalisant weet niet hoe lang het afval zich al in de vuilnisbak bevond. De rand rondom de opening van de flesjes is door hem bemonsterd. In totaal twee bemonsteringen, waarvan één bemonstering geen geschikt DNA-profiel heeft opgeleverd. Het wel geschikte DNA-profiel is gekoppeld aan [medeverdachte 2]. [117]
In voornoemde schuur is een alarmkastje aangetroffen, een zogenaamd SMS-Alarm Device en een GSM wireless intelligent security&protection alarm, een kastje waarop meerdere infrarood-bewegings- en deurcontactsensoren kunnen worden aangesloten. Deze sensoren kunnen zelfstandig (middels het simkaartje in voornoemde GSM) naar een of meerdere telefoonnummers een waarschuwings-sms sturen als een van de sensoren beweging detecteert. [118] Het enige contact van voornoemde simkaart blijkt het telefoonnummer [telefoonnummer] te zijn. [119] Dit nummer is in gebruik bij [medeverdachte 2]. [120]
Diefstal elektriciteit
Op 9 januari 2012 is [K] van Stedin BV aanwezig in voornoemd pand. Bij controle van de netcomponenten van Stedin en de elektrische installatie in de meterkast van het pand wordt geconstateerd dat de verzegeling van het deksel van de hoofdaansluitkast verbroken is. Aan de bovenzijde van de hoofdzekeringen is een vijf-aderige elektriciteitskabel bijgeplaatst en aangesloten. Deze elektriciteitskabel zit aangesloten voor de elektriciteitsmeter, zodat alle elektriciteit die via deze kabel is afgenomen niet door de elektriciteitsmeter wordt geregistreerd. De elektriciteitskabel komt uit in een onderverdeelinrichting van elektriciteit van waaruit de aanwezige hennepkwekerijen onbemeten van elektriciteit worden voorzien.
Vermeld wordt dat er minimaal vier eerdere oogsten in elk van de kweekruimten in zowel voornoemde woning als de daarbij behorende schuur hebben plaatsgevonden. [121]
Zaaksdossier 3: [adres] te [woonplaats]Op 3 januari 2013 wordt in een woning aan de [adres] in [woonplaats] een in werking zijnde kwekerij aangetroffen met daarin 1303 planten. [122] De door verbalisant uitgevoerde test van monsters afkomstig van de kwekerij bevestigt dat het gaat om hennepplanten van het geslacht cannabis. [123] Gerelateerd wordt dat er minimaal 1 eerdere oogst is geweest. [124]
[medeverdachte 5] heeft erkend dat hij voornoemde kwekerij zelf heeft opgezet en de planten heeft gekweekt. Uit zijn verklaring volgt dat hij één eerdere oogst heeft gehad. [125]
Op 3 januari 3013 omstreeks 14.06 uur (dus ruim een half uur na bovengenoemd binnentreden) wordt de gebruiker van nummer *[telefoonnummer], dat wordt toegeschreven aan [medeverdachte 5] [126] , door de gebruiker van het nummer *[telefoonnummer], dat wordt toegeschreven aan [medeverdachte 4] [127] ([medeverdachte 4]), gebeld. [128]
Dan vindt het volgende gesprek plaats:
[medeverdachte 4]: Ja.
[medeverdachte 5]: Ja, je moet ff je kaartje weggooien.
[medeverdachte 4]: Wat dan?
[medeverdachte 5]: Ja, daar bij mij thuis dat is voorbij.
[medeverdachte 4]: Meen je niet?
[medeverdachte 5]: Ja, dus gooi je kaartje maar weg want ik ben net weggereden, hard.
[medeverdachte 4]: Oké aju.
De paallocatie van [medeverdachte 5] was op dat moment ’t Zwarte Land in Scherpenzeel, op zo’n 15 kilometer afstand van de [adres] te [woonplaats]. [129]
Diefstal elektriciteit
De fraudespecialist van Liander NV constateert bij controle van de netcomponenten en de elektrische installatie in de meterkast van voornoemde woning dat de verzegeling van het deksel van de hoofdaansluitkast verbroken is. Aan de bovenzijde van de zekeringhouders is een illegale elektriciteitsaansluiting gemaakt. Deze aansluiting loopt buiten de meter om naar de hennepplantage en voorziet deze onbemeten van elektriciteit. [130] Gelet op het feit dat er minimaal een eerdere oogst is geweest en de aangetroffen planten tenminste zeven weken oud zijn, heeft de diefstal van elektriciteit volgens Liander NV plaatsgevonden in de periode van september 2012 tot 2 januari 2013. [131]
[medeverdachte 5] heeft verklaard dat hij de stroomvoorziening van de kwekerij zelf heeft gedaan en dat de stroom achter de meter langs werd afgetapt. [132]
Zaaksdossier 4: [adres] te [woonplaats]
Op 29 januari 2013 wordt door de politie onderzoek ingesteld bij de woning aan de [adres] te [woonplaats]. [133] In de woning worden twee ruimtes met in totaal 1084 planten aangetroffen. [134] Door de verbalisant is een deel van de planten getest. Deze test gaf een positieve reactie op de aanwezigheid van cannabis. In de hennepkwekerij worden aanwijzingen gevonden dat er minimaal één keer is geoogst. [135]
Voor de toegangsdeur van kweekruimte 2 worden, op een watertank, een broek en een blouse aangetroffen en veilig gesteld. [136] Bij een vooronderzoek wordt de broek op één plaats (AAFT3634NL) en de blouse op twee plaatsen (AAFT3635NL en AAFT3636NL) bemonsterd. [137] Het NFI heeft deze monsters vergeleken met een referentiemonster van het DNA-profiel van [medeverdachte 3] dat is opgenomen in de DNA-databank. Uit dit onderzoek volgt dat het DNA-profiel van voornoemde monsters overeenkomt met het DNA-profiel van [medeverdachte 3]. Voor deze sporen geldt dat de kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon overeenkomt met deze DNA-profielen kleiner is dan één op één miljard. [138]
[getuige 7] heeft verklaard dat hij, als hij in Nederland is, verblijft op de [adres] te [woonplaats]. [139] De twee ruimtes onder de woning heeft hij verhuurd voor € 1.500,- per maand. De betaling gaat middels een envelopje dat in de brievenbus wordt gedaan. De huurders komen 1 of 2 keer in de week langs. [140] Hij heeft de ruimte verhuurd vanaf juli 2011 tot en met januari 2013. [141] Middels een telefoonnummer, die in zijn contactenlijst staat vermeld onder ‘[bijnaam]’, heeft hij contact met de huurders. [142] In oktober 2012 wist [getuige 7] dat er een hennepkwekerij in de door hem verhuurde ruimtes zat. Hij heeft toen tegen de [bijnaam] gezegd dat ze eruit moesten. De [bijnaam] wilden eruit gaan, maar dat zou in de zomer zijn. De [bijnaam] komen meestal met z’n tweeën of drieën. Het zijn steeds dezelfden. Het zijn ook dezelfden als die [getuige 7] bij de Gamma in Wageningen heeft ontmoet, de dag na de ontmanteling. [143]
[getuige 7] geeft bij de foto van [medeverdachte 2] aan dat dit één van de [bijnaam] is. Bij het zien van een foto van [medeverdachte 3] verklaart hij dat dit ook een [bijnaam] betreft. [144]
Op 29 januari 2013, de dag dat de hennepkwekerij door de politie wordt geruimd [145] , is er telefonisch contact tussen het telefoonnummer [telefoonnummer] en [telefoonnummer]. [146] Het nummer *[telefoonnummer] was destijds in gebruik bij [medeverdachte 2]. [147] [getuige 7] heeft verklaard dat hij met het nummer *[telefoonnummer] heeft gebeld naar het nummer *[telefoonnummer]. [148] In dit telefoongesprek zegt [getuige 7] dat hij [medeverdachte 2] dringend moet spreken. Op 30 januari 2013 is er opnieuw contact tussen de telefoonnummers *[telefoonnummer] en *[telefoonnummer], waarbij wordt afgesproken elkaar de volgende dag te ontmoeten bij de Gamma in Wageningen. [149] [getuige 7] heeft verklaard dat hij deze afspraak maakte om ervoor te zorgen, dat de rotzooi die was achtergebleven na de ontmanteling, zou worden opgeruimd. [150] Op 31 januari 2013 wordt bij de Gamma in Wageningen gezien dat een BMW X5, met kenteken [kenteken], naast een zwarte Citroën C3 parkeert. De bestuurder van de Citroën stapt vervolgens uit en gaat naast de BMW staan, waarvan het portierraam naar beneden is gedraaid. [151] Door een verbalisant wordt de bestuurder van de Citroën herkend als [getuige 7], de bestuurder van de BMW als [medeverdachte 2] en de bijrijder van de BMW als [medeverdachte 3]. De BMW blijkt op naam te staan van [medeverdachte 2]. [152]
Als verdachte [medeverdachte 3] tijdens zijn verhoor een foto, die gemaakt is op 28 november 2012 om 11.55.57, wordt voorgehouden, [153] verklaart hij dat hij de man op de foto herkent als [getuige 7]. [medeverdachte 3] verklaart wel vaker kweekspullen voor een hennepkwekerij aan [getuige 7] verkocht en geleverd te hebben en zegt dat ‘ze’ aan [getuige 7] een paar keer een pomp, afzuigers, lampen en filters hebben geleverd. [154]
[medeverdachte 3] heeft verder verklaard dat als [getuige 7] spullen wilde hebben, [getuige 7] dan belde met zijn broer [medeverdachte 2]. Ze spraken dan altijd af bij de loswal in Wageningen. [medeverdachte 3] weet niet waarom dat zo geheimzinnig moest, maar daar spraken hij en zijn broer [medeverdachte 2] met [getuige 7] af. [155]
Over de afspraak bij de Gamma na het ontmantelen van de kwekerij aan de Utrechtseweg te Heelsum verklaart [medeverdachte 3] dat [getuige 7] hem toen vertelde dat hij was gepakt met de hennepkwekerij. [medeverdachte 3] was toen met zijn broer [medeverdachte 2]. [getuige 7] was daar met een grijze kleine auto. [getuige 7] belde naar zijn broer en vertelde dat hij hen wilde ontmoeten. [medeverdachte 3] zat toen naast [medeverdachte 2] in de auto en heeft de telefoon van [medeverdachte 2] overgenomen en afgesproken bij de Gamma in Wageningen. Daar hebben ze elkaar gesproken. [156]
Diefstal elektriciteit
Door Liander NV wordt op 29 januari 2013 in de woning aan de [adres] te [woonplaats] geconstateerd dat de zegels van de hoofdaansluitkast niet meer aanwezig zijn. Aan de onderzijde van de zekeringhouders is een illegale elektriciteitsaansluiting gemaakt. Deze aansluiting loopt buiten de elektriciteitsmeter om en voorziet de hennepkwekerij van elektriciteit. Door deze manipulatie is de afgenomen elektriciteit ten behoeve van de hennepkwekerij niet geregistreerd. De aangetroffen teelt is ten minste 3 weken oud. [157]
Zaaksdossier 5: [adres] te [woonplaats]
Op 22 januari 2013 is onderzoek ingesteld naar de woning aan de [adres] te [woonplaats]. [158] Op de eerste verdieping van de woning wordt een kwekerij aangetroffen, bestaande uit vijf ruimten. In de ruimten worden in totaal 851 planten aangetroffen. De planten zijn ongeveer zeven weken oud. [159]
Uit de door verbalisant uitgevoerde test van de monsters afkomstig uit voornoemde kwekerij blijkt dat het gaat om hennepplanten van het geslacht cannabis. [160]
In ruimte 5 van de kwekerij, waarin zich de beregeningsinstallatie bevindt, treft de politie in een vuilniszak een sigarettenpeuk aan. [161] Deze sigarettenpeuk is veiliggesteld als AAFD7242NL. [162] Uit onderzoek van het NFI volgt dat het DNA in het sporenmateriaal met het identiteitszegel AAFD7242NL, afkomstig kan zijn van [medeverdachte 1]. [163] Voor dit spoor geldt dat de kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon overeenkomt met het DNA-profiel kleiner is dan één op één miljard. [164]
Tevens wordt op de binnenzijde van een assimilatielamp in ruimte 3 van de kwekerij een dactyloscopisch spoor aangetroffen. Dit spoor wordt veiliggesteld als AAFD7245NL. [165] Uit onderzoek door dactyloscopisch deskundigen blijkt dat het spoor AAFD7245NL geïdentificeerd is op [medeverdachte 1]. [166]
Onder de schakelborden, die op de gang van de eerste verdieping hangen, wordt een kastje aangetroffen waarop staat: “GSM wireless intelligent security&protection alarm”. Het kastje is op dat moment in werking. [167] Op voornoemd kastje kunnen meerdere infrarood-bewegings- en deurcontactsensoren worden aangesloten. Deze sensoren kunnen zelfstandig (middels het simkaartje in voornoemde GSM) naar een of meerdere telefoonnummers een waarschuwings-sms sturen als één van de sensoren beweging detecteert. [168] Het enige contact op de simkaart van voornoemd kastje blijkt het telefoonnummer [telefoonnummer] te zijn. [169] Uit afgeluisterde en opgenomen telefoongesprekken van het telefoonnummer [telefoonnummer] in de periode van 7 november 2012 tot en met 27 februari 2013 blijken er meerdere contacten te zijn geweest tussen dit nummer en het nummer [telefoonnummer]. Er hebben geen gesprekken plaatsgevonden en de voicemail is niet ingesproken. [170] Het nummer *[telefoonnummer] is in gebruik bij [verdachte]. [171]
Op 22 januari 2013, de dag dat de hennepkwekerij door de politie wordt ontmanteld, is er telefonisch contact tussen het telefoonnummer *[telefoonnummer] en [telefoonnummer]. [172] Door [getuige 1] wordt op 28 januari 2013 verklaard dat hij te bereiken is op het nummer [telefoonnummer]. [173] Tussen voornoemde telefoonnummers vindt het volgende gesprek plaats:
*[telefoonnummer]: Alles is gepakt he
[verdachte]: Huh?
*[telefoonnummer]: Alles is eruit
[verdachte]: Meen je dat nou?
*[telefoonnummer]: Politie alles euh op dat dak, alles
[verdachte]: Owww das niet best
*[telefoonnummer]: Moej [medeverdachte 6] ff bellen goed? [174]
[getuige 1] heeft op 28 januari 2013 verklaard dat hij de woning aan de [adres] te [woonplaats] sinds januari 2012 huurt. [175] Vanaf 1 november 2012 heeft [getuige 1] de woning verhuurd aan [medeverdachte 6]. [medeverdachte 6] betaalde de huur van € 1150,- contant aan hem op de eerste van de maand. [176] [getuige 1] herkent op een foto verdachte [medeverdachte 6] als degene aan wie hij de woning aan de [adres] heeft onderverhuurd. [177] [getuige 1] heeft [medeverdachte 6] geholpen met het sjouwen van dozen, aluminium platen en hout. [getuige 1] wist dat [medeverdachte 6] een hennepkwekerij wilde opzetten. [178]
Bij de stukken bevindt zich een “Huurovereenkomst woonruimte”, gedateerd 01-11-2012 en ondertekend door [medeverdachte 6] en [getuige 1]. Het adres van het gehuurde wordt niet genoemd. De huurprijs is € 1150,- per maand. [179]
[getuige 9], eigenaar en verhuurder van het pand [adres] te [woonplaats] heeft verklaard dat [getuige 1] haar naar aanleiding van het oprollen van de kwekerij vertelde dat hij het had onderverhuurd aan [medeverdachte 6]. [180]
Diefstal elektriciteit
Op 22 januari 2013 is [K] van Stedin BV aanwezig in voornoemd pand. Bij controle van de netcomponenten van Stedin en de elektrische installatie in de meterkast van het pand wordt geconstateerd dat de verzegeling van het deksel van de hoofdaansluitkast verbroken is. Aan de bovenzijde van de hoofdzekeringen is een vijf-aderige elektriciteitskabel bijgeplaatst en aangesloten. Deze elektriciteitskabel zit aangesloten voor de elektriciteitsmeter, zodat alle elektriciteit die via deze kabel is afgenomen niet door de elektriciteitsmeter wordt geregistreerd. De elektriciteitskabel komt uit in een onderverdeelinrichting van elektriciteit van waaruit de aanwezige hennepkwekerijen onbemeten van elektriciteit worden voorzien.
Gelet op de vervuiling van de aangetroffen apparatuur, heeft in elk van de kweekruimten één eerdere oogst plaatsgevonden. Door Stedin wordt een periode van 119 dagen, te weten vanaf 25 september 2012 tot en met 22 januari 2013, aangehouden; een volledige hennepoogst van 70 dagen en een deel van een hennepoogst van 49 dagen. [181]
Zaaksdossier 6: [adres] te [woonplaats]
Op 29 januari 2013 wordt omstreeks 10.30 uur binnengetreden in de woning aan de [adres] te [woonplaats], waar op dat moment niemand aanwezig is. [182] In de woning wordt een kwekerij met 201 planten aangetroffen van circa 40 cm groot. Een representatieve bemonstering van een aantal planten wordt positief getest op hennep of THC. [183] De bewoner van het pand is [getuige 14]. [184] Er zijn aanwijzingen voor eerdere oogsten. [185]
[getuige 14] (hierna te noemen: [getuige 14]) verklaart dat hij woont op het adres [adres] te [woonplaats]. [186] Zijn bedrijf heeft de naam [bedrijf 1]. [187] [getuige 14] verklaart verder dat zijn bijnaam [bijnaam] is [188] en hij gebruik maakt van het telefoonnummer [telefoonnummer]. [189]
[getuige 14] kocht hennepstekjes van iemand die zich [naam] noemde. Hij kreeg vier dozen, met in iedere doos vijftig planten. Verder kreeg hij spullen van [naam], waaronder trafo’s, lampen en een kacheltje. [getuige 14] verklaart dat hij in september 2012 is begonnen met de hennepkwekerij [190] en twee oogsten heeft gehad. [191] Later heeft [getuige 14] verklaard dat de persoon die hij in zijn vorige verklaring [naam] noemt niet bestaat, maar dat in plaats daarvan gelezen moet worden [verdachte] en [medeverdachte 7]. [192] [verdachte] en [medeverdachte 7] kwamen soms wel twee keer in de week bij hem thuis op de [adres]. [getuige 14] herkent de personen op foto 4 en 5 als de door hem bedoelde [verdachte] en [medeverdachte 7]. [193]
Op de aan [getuige 14] getoonde politiefoto met nummer 4 staat [verdachte], geboren [1984] te [geboorteplaats]. Op de aan [getuige 14] getoonde politiefoto met nummer 5 staat [medeverdachte 7], geboren [1988] te [geboorteplaats]. [194]
Een afgeluisterd telefoongesprek d.d. 29 december 2012 te 9.39 uur houdt -zakelijk weergegeven- onder meer het volgende in:
[medeverdachte 7] (*[telefoonnummer]) belt naar [verdachte] (*[telefoonnummer]). [195] [medeverdachte 7] vraagt of [verdachte] [naam] even wil bellen en vragen of hij die dingen er neer wil zetten. [verdachte] gaat wel even via [bijnaam] proberen te bellen en te vragen of [naam] thuis is. [196]
Een afgeluisterd telefoongesprek d.d. 30 december 2012 te 11.01 uur houdt -zakelijk weergegeven- onder meer het volgende in:
[medeverdachte 7] belt naar [verdachte]. [medeverdachte 7] vraagt hoe laat hij naar [bijnaam] toe wil. [verdachte] zegt zo meteen. [197]
Een afgeluisterd telefoongesprek d.d. 1 december 2013 te 13.26 uur houdt -zakelijk weergegeven- onder meer het volgende in:
[medeverdachte 7] wordt gebeld door [bijnaam]. [bijnaam] noemt zijn naam in het gesprek met [medeverdachte 7]. Het telefoonnummer waarmee hij belt is [telefoonnummer]. Dit nummer staat op naam van [bedrijf 1] en Handelsonderneming, gevestigd aan de [adres] te [woonplaats]. [198]
Een afgeluisterd telefoongesprek d.d. 29 januari 2013 te 11.09 uur houdt -zakelijk weergegeven- onder meer het volgende in:
[verdachte] (*[telefoonnummer]) belt naar (*[telefoonnummer]) [medeverdachte 3] [199] , [medeverdachte 3], zijn vader.
[medeverdachte 3]: …ik denk ook door die kankersneeuw hoor
[verdachte]: Ja ik weet het niet hoor
[medeverdachte 3]: Was ie niet thuis dan?
[verdachte]: Nee, het is maar een kleintje is het
[medeverdachte 3]: Ja dat snap ik maar…
[verdachte]: Tsja, maareuh kijk maar hoor.
Voornoemd gesprek van 29 januari 2013 werd gevoerd op de dag dat de hennepkwekerij op de [adres] werd geruimd door de politie. [getuige 14] was op het moment van de ruiming niet thuis. [200]
Diefstal elektriciteit
[K] heeft namens Stedin Netbeheer BV aangifte gedaan van diefstal van stroom op het adres [adres] te [woonplaats]. In de meterkast van het pand blijkt dat de verzegeling van het deksel van de hoofdaansluitkast verbroken is. Aan de bovenzijde van de hoofdzekeringen is een vijf-aderige elektriciteitskabel bijgeplaatst en aangesloten. Deze elektriciteitskabel is aangesloten voor de elektriciteitsmeter zodat alle elektriciteit die via deze elektriciteitskabel wordt afgenomen niet door de elektriciteitsmeter wordt geregistreerd. Voornoemde elektriciteitskabel komt uit in een onderverdeelinrichting van elektriciteit van waaruit de aanwezige hennepkwekerij ongemeten van elektriciteit wordt voorzien.
Op basis van vervuiling van materialen en hennepresten van eerdere oogsten gaat Stedin uit van twee volledige hennepoogsten en een deel van een hennepoogst van 63 dagen. Als pleegperiode wordt daarom aangehouden: 10 juli 2012 tot en met 29 januari 2013. [201]
Zaaksdossier 7: [adres] te [woonplaats]
Op 5 april 2012 wordt op het adres [adres] te [woonplaats] in een loods een kwekerij aangetroffen met 756 volgroeide en oogstrijpe planten. [202] Gezien de uiterlijke kenmerken is sprake van hennepplanten van circa 7 weken oud. Een genomen monster van de planten geeft bij het testen een positieve reactie: het gaat om hennepplanten van het geslacht Cannabis, zoals vermeld op lijst II van de Opiumwet. [203]
Direct na de toegangsdeur is een hal (ruimte I). Vanuit deze hal is rechts een toegangsdeur naar een ruimte (ruimte II) waar een groot aantal hennepplanten staat. [204] In ruimte II wordt een aantal sigarettenpeuken aangetroffen en veiliggesteld, waaronder AAEO7984NL. [205] Het DNA in het sporenmateriaal van AAEO7984NL, afkomstig van een peuk, kan afkomstig zijn van [medeverdachte 1]. De matchkans is kleiner dan één op één miljard. Het betreft een enkelvoudig DNA-profiel. [206]
In de tweede kweekruimte (ruimte III) wordt op een aluminium kap van een kweeklamp een vingerafdruk aangetroffen (AAEH0984NL). [207] Het spoor AAEH0984NL is geïdentificeerd op een afdruk, voorkomend op het vingerafdrukkenblad van [verdachte]. [208]
[getuige 6] heeft verklaard dat hij sinds 1 juli 2011 een pand heeft verhuurd aan de [adres] te [woonplaats] aan een man met de naam [getuige 3], wonende aan de [adres] te [woonplaats]. Op voornoemd adres in [woonplaats] staat ingeschreven: [getuige 3]. [209]
[getuige 3] heeft verklaard dat hij in contact kwam met twee mannen die een pand wilden huren. Deze mannen hebben hem gevraagd om een contract op te laten stellen samen met de eigenaar van het pand in [woonplaats]. Hij zou daar € 250,- voor krijgen. Het contract zou al klaar liggen. [getuige 3] kreeg ongeveer € 2.000,- van hen: voor de borg, voor één maand huur en een deel als beloning.
Zes à zeven keer heeft [getuige 3] een enveloppe in zijn brievenbus gevonden met € 750,- voor de huur met € 20,- extra voor hem. [getuige 3] maakte het geld iedere maand via zijn bankrekeningnummer over op het rekeningnummer van [getuige 6]. [210] [getuige 3] herkent de personen op de foto’s 4 en 5 als de jongens op wiens verzoek hij woningen, waaronder het adres [adres], op naam heeft gezet. [211]
[getuige 3] heeft verder verklaard dat [B] de reparateur is van het dak in [woonplaats] (de rechtbank begrijpt: het pand aan de [adres]). [212]
Tijdens het verhoor zijn aan [getuige 3] de volgende foto’s getoond:
- foto 4: [verdachte], geboren op [1984];
- foto 5: [medeverdachte 1], geboren op [1988]. [213]
Diefstal elektriciteit[aangever 1] heeft namens Stedin aangifte gedaan van diefstal van elektriciteit betreffende het adres [adres] te [woonplaats]. Op 5 april 2012 is door Stedin geconstateerd dat in het pand op voornoemd adres de verzegeling van het deksel van de hoofdaansluitkast verbroken en verwijderd is. Aan de bovenzijde van de hoofdzekeringen is een vijf-aderige elektriciteitskabel bijgeplaatst en aangesloten. Deze elektriciteitskabel zit aangesloten voor de elektriciteitsmeter, zodat alle elektriciteit die via deze kabel is afgenomen niet door de elektriciteitsmeter wordt geregistreerd. Voornoemde kabel komt uit in een onderverdeelinrichting van elektriciteit, van waaruit de aanwezige hennepkwekerijen onbemeten van elektriciteit worden voorzien. Er zijn aanwijzingen voor een eerdere oogst. Als pleegperiode wordt uitgegaan van 18 november 2011 tot en met 5 april 2012. [214]
Zaaksdossier 8: [adres] te [woonplaats]
Op 11 februari 2013 wordt in een bedrijfsruimte gelegen aan de [adres] in [woonplaats] een in werking zijnde kwekerij aangetroffen met twee kweekruimten en (in totaal) 629 planten. [215] In ruimte 1 zijn de planten ongeveer 9 weken oud, in ruimte 2 ongeveer 7 weken oud. Monsters van de planten geven bij het testen een positieve reactie: het gaat om hennepplanten van het geslacht Cannabis, zoals vermeld op lijst II van de Opiumwet. [216] De eigenaar van het pand is [getuige 5]. [217]
In ruimte 1 van de hennepkwekerij wordt een boodschappentas veiliggesteld. Op deze tas worden dactyloscopische sporen aangetroffen [218] , waaronder AAEU9462NL. [219] Het spoor AAEU9462NL is geïdentificeerd op een afdruk, voorkomend op het vingerafdrukkenblad van [medeverdachte 1]. [220]
Op 29 december 2012 is er telefonisch contact tussen het telefoonnummer *[telefoonnummer], in gebruik bij [medeverdachte 1] [221] , en het telefoonnummer *[telefoonnummer], in gebruik bij [verdachte] [222] . Dit telefoongesprek houdt het volgende in:
[verdachte]: Ja
[medeverdachte 7]: Joah, was niks hoor. Ik moest er ff heen komme van hem om te kijken
[verdachte]: Ohw, waarom is die dan afgegaan?
[medeverdachte 7]: Ja weet ik nie ik denk storing of die deur die misschien klappert
[verdachte]: Ohw kutding, ik schrok me eigen de tering
[medeverdachte 7]: Ja ik heb nou goed gezet dus nou kent er gewoon weer an. [223]
[getuige 5] verklaart dat hij het achterste deel van het pand aan de [adres] te [woonplaats] heeft verhuurd. [224] [A] huurde dat deel voor
€ 2.500,- vanaf 1 juni 2011. [225] [getuige 5] kreeg € 2.000,- contant van [A]. De overige € 500,- werd overgemaakt op de rekening van [getuige 5] door ene [getuige 3]. Op het huurcontract staat ook dat het pand wordt verhuurd aan [getuige 3]. [getuige 5] is een keer in de ruimte geweest op het moment dat [A], een lange vent met donkerblond haar van wie hij de achternaam niet weet, bezig was met het plaatsen van een wand. [226] Tot februari 2012 heeft [getuige 5] geld van [getuige 3] ontvangen. Daarna vertelde [A] dat [getuige 3] in het ziekenhuis lag. [A] heeft toen tot 1 februari 2013 de huur contant betaald. [227]
[getuige 5] herkent de persoon op foto 4 als iemand die wel eens mee kwam met [A]. De persoon op foto 5 herkent [getuige 5] als de [A] waarover hij heeft verklaard. Deze [A] heeft de verhuurde ruimte verbouwd en kwam ongeveer één keer in de veertien dagen. [getuige 5] verklaart verder dat in december het alarm is afgegaan. [A] is toen gekomen en zei dat hij [A] had gebeld. [A], de man op foto 5, zou het alarm uitzetten. [228]
Tijdens het verhoor zijn aan [getuige 5] onder meer de volgende foto’s getoond:
- foto 4: [verdachte], geboren op [1984];
- foto 5: [medeverdachte 1], geboren op [1988]. [229]
Bij de rechter-commissaris verklaart [getuige 5] dat hij [A] 20, 30 á 40 keer heeft gezien en [verdachte] 10 tot 20 keer. [230] [getuige 5] heeft bij de politie gehoord dat deze tweede persoon [verdachte] zou heten. [231] De huur is één keer contant betaald door [A], van wie hij nu weet dat zijn achternaam [medeverdachte 7] is. [getuige 5] herkent op een door de rechter-commissaris getoonde foto (pagina 1174 [232] ) de persoon die toen betaalde. Ook herkent hij op een andere foto (pagina 1172 [233] ) degene die er op dat moment bij was.
De huur is ingegaan in juni/juli 2011 en [verdachte] en [medeverdachte 1] hebben de open loods dichtgetimmerd in juni/juli 2011. [234]
[getuige 3] verklaart dat hij het pand aan de [adres] op zijn naam heeft gehad, omdat hij is benaderd door jongens die hem vroegen of hij dat pand op zijn naam wilde zetten. [235] [getuige 3] herkent de personen op de foto’s 4 en 5 als de jongens op wiens verzoek hij adressen op naam heeft gezet. [236]
Tijdens het verhoor zijn aan [getuige 3] de volgende foto’s getoond:
- foto 4: [verdachte], geboren op [1984];
- foto 5: [medeverdachte 1], geboren op [1988].
Hoewel dit niet in het proces-verbaal van verhoor is opgenomen, heeft [getuige 3] op 7 maart 2013 verklaard dat hij alle adressen waarover hij is gehoord op verzoek van de jongens op zijn naam heeft gezet. [237]
Diefstal elektriciteit[K] heeft namens Stedin BV aangifte gedaan van diefstal van elektriciteit betreffende het adres [adres] te [woonplaats]. Op 11 februari 2013 is door Stedin geconstateerd dat in het pand op voornoemd adres de verzegeling van het deksel van de hoofdaansluitkast verbroken is. Aan de bovenzijde van de hoofdzekeringen is een vijf-aderige elektriciteitskabel bijgeplaatst en aangesloten. Deze elektriciteitskabel zit aangesloten voor de elektriciteitsmeter, zodat alle elektriciteit die via deze kabel is afgenomen niet door de elektriciteitsmeter wordt geregistreerd. Voornoemde kabel komt uit in een onderverdeelinrichting van elektriciteit, van waaruit de aanwezige hennepkwekerijen onbemeten van elektriciteit worden voorzien. Er zijn aanwijzingen voor drie eerdere oogsten. Als pleegperiode wordt uitgegaan van 14 mei 2012 tot en met 11 februari 2013. [238]
Door [getuige 5] is verklaard dat [A] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 1]) hem heeft gevraagd of hij in de meterkast kon, omdat hij stroom nodig had. Hij moest een stroomkabel aanleggen. Vanaf de gehuurde ruimte loopt een stroomkabel naar de meterkast. [getuige 5] weet dat ze hebben geboord om de kabel te trekken. [239]
Zaaksdossier 9: [adres] te [woonplaats]
Op 27 februari 2013 wordt een in werking zijnde kwekerij aangetroffen in een maisonnettewoning op het [adres] in [woonplaats]. In de kwekerij bevinden zich in totaal 821 planten. [240] Door de verbalisant is een deel van de planten getest. Deze test gaf een positieve reactie op de aanwezigheid van cannabis. [241]
De kwekerij is aangetroffen op de zolder en voorzolder van voornoemde woning. [242] Op de vloer van de zolder is een peuk aangetroffen, die is veiliggesteld als AABA6073NL. [243] Uit onderzoek door het NFI volgt dat het DNA-profiel dat is aangetroffen op voornoemd spoor overeenkomt met het DNA-profiel van [medeverdachte 6]. Voor het DNA-profiel van dit spoor geldt een matchkans die kleiner is dan één op één miljard. [244]
[getuige 4] heeft verklaard dat hij sinds kerst 2012 woont op het adres [adres]. Hij huurt deze woning tijdelijk van [getuige 3]. [245] [getuige 4] herkent [getuige 3] als de persoon op foto 8. [getuige 3] vertelde [getuige 4] dat er door anderen een hennepkwekerij zou worden gebouwd op de bovenverdieping, maar dat [getuige 4] daar verder geen bemoeienis mee had. [getuige 4] betaalde geen huur, omdat het de bedoeling was dat de woning bewoond zou zijn als de kwekerij ging draaien. Drie of vier weken voor zijn verhoor werd [getuige 4] benaderd door [getuige 3] of hij de kweeklampen uit wilde zetten, omdat het begon te sneeuwen. [getuige 4] heeft toen de plantjes zien staan. [getuige 4] heeft verder verklaard, dat hij wel eens de naam [A] hoorde. [getuige 4] herkent de persoon op foto 4 als de jongen die altijd een petje op had. Deze jongen kwam altijd samen met de persoon op foto 5. De persoon op foto 9 herkent [getuige 4] als de oudere manke man. Deze man is 1 of 2 keer geweest en kwam samen met de twee voornoemde jongens. [getuige 4] verklaart dat de personen die hij zojuist heeft herkend (de rechtbank begrijpt: de personen op de foto’s 4, 5 en 9) de kwekerij hebben opgebouwd en in bedrijf hebben genomen. De jongens op de foto’s 4 en 5 kwamen circa 2 keer in de week om de plantjes te verzorgen.
Aan [getuige 4] zijn tijdens het verhoor op 14 maart 2013 onder meer de volgende foto’s getoond:
- foto 4: [verdachte], geboren op [1984];
- foto 5: [medeverdachte 1], geboren op [1988];
- foto 8: [getuige 3], geboren op [1958];
- foto 9: [A], geboren op [1957]. [246]
Door [getuige 3] is verklaard dat hij de woning huurde op het [adres] in [woonplaats]. Hij werd vervolgens benaderd of hij een ruimte had om een hennepkwekerij in onder te brengen. [getuige 3] heeft de ruimte op het [adres] aan hen ter beschikking gesteld, waarna zij de zolder hebben ingericht als kwekerij. [getuige 3] heeft verklaard dat hij het huurcontract van de woning [adres] heeft ondertekend op 11 december 2012. De huur is betaald via automatische incasso vanaf het rekeningnummer van [getuige 3]. Voor het op naam zetten van deze (en andere) kwekerijen heeft [getuige 3] van ‘de jongens’ geld gekregen. Dat geld kreeg hij in een enveloppe, waarna hij het op zijn bankrekening zette. Die jongens zijn begonnen op het [adres] midden januari van dit jaar (de rechtbank begrijpt: 2013). [247] [getuige 3] herkent de personen op de foto’s 4 en 5 als de jongens op wiens verzoek hij woningen op naam heeft gezet. [248]
Tijdens het verhoor zijn aan [getuige 3] de volgende foto’s getoond:
- foto 4: [verdachte], geboren op [1984];
- foto 5: [medeverdachte 1], geboren op [1988].
Hoewel dit niet in het proces-verbaal van verhoor is opgenomen, heeft [getuige 3] op 7 maart 2013 verklaard dat hij alle adressen waarover hij is gehoord op verzoek van ‘de jongens’ op zijn naam heeft gezet. [249]
Uit historische telefoongegevens volgt dat tussen 12 december 2012 en 8 februari 2013 het telefoonnummer eindigend op *[telefoonnummer] ([verdachte]) 6 keer een mastlocatie op of nabij Zwanenveld aanstraalt en het nummer eindigend op *[telefoonnummer] ([medeverdachte 1]) 10 keer een mastlocatie op of nabij Zwanenveld aanstraalt. [250]
Diefstal elektriciteit
Door een fraudespecialist van Liander NV wordt op 27 februari 2013 in voornoemd pand geconstateerd dat het zegel van de hoofdaansluitkast is verbroken. Daarnaast was een hoek uit het deksel van de aansluitkast gebroken. Aan de bovenzijde van de zekeringhouders is een illegale elektriciteitsaansluiting gemaakt. Deze aansluiting loopt buiten de elektriciteitsmeter om en voorziet de hennepkwekerij van elektriciteit. Door deze manipulatie is de afgenomen elektriciteit ten behoeve van de hennepkwekerij niet geregistreerd. Door Liander NV wordt geconstateerd dat de aangetroffen teelt ten minste 1 week oud is. [251]
Zaaksdossier 10: [adres] te [woonplaats]Op 21 december 2012 vindt omstreeks 7.00 uur een doorzoeking plaats in het pand gelegen aan de [adres] te [woonplaats]. [252] In voornoemd pand wordt op de eerste verdieping een in werking zijnde kwekerij aangetroffen met daarin 547 planten. [253] De door de verbalisant uitgevoerde test van de monsters afkomstig van de hennepkwekerij bevestigt dat het hennepplanten van het geslacht cannabis zijn. [254] Er zijn aanwijzingen dat er ten minste 4 eerdere oogsten zijn geweest. [255]
De kwekerij is bereikbaar via een trap in een met golfplaten afgesloten ruimte op de begane grond. In deze ruimte zijn op een muur diverse transformators ten behoeve van de stroomverdeling gemaakt. De ruimte is toegankelijk door het openbuigen van één van de golfplaten. [256] Onder aan voornoemde trap wordt een blikje Fanta aangetroffen en bemonsterd (AAFM0556NL). [257] Het hieruit verkregen enkelvoudig DNA-profiel blijkt te matchen met het profiel dat in de DNA-databank is opgenomen van [medeverdachte 4]. De kans dat het DNA-profiel van een willekeurig persoon matcht met dit DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. [258]
Ruim 2,5 uur na voornoemde doorzoeking vindt het volgende afgeluisterde telefoongesprek plaats. [verdachte] (*[telefoonnummer]) wordt gebeld door [medeverdachte 1] ([medeverdachte 7]) (*[telefoonnummer]). [259]
[medeverdachte 7]: [naam] stuurt net een berichie dat er een inval is bij [naam]
[verdachte]: Bij [naam] nog wel
[medeverdachte 7]: Ja
([verdachte] zegt op de achtergrond: Inval bij [naam])
[medeverdachte 7]: Ja, bij de hal
[verdachte]: Oh, dat is niet best
(…)
[verdachte]: Als ze het gehoord heeft dan zal het best wel. Klopt allemaal toch precies [260]
Voornoemd pand blijkt eigendom te zijn van [B] Holding BV. [B] heeft verklaard dat op de benedenetage is gevestigd [bedrijf 1]. Dit gedeelte wordt gehuurd door [I]. [261]
Achter nummer 50d, dat verhuurd wordt aan een motorzaak, zit nog een klein gedeelte dat bestaat uit twee etages. Dit gedeelte verhuurt [B] sinds 1 augustus 2011 aan [getuige 3] voor € 1.050,00 per maand. [262] In het gedeelte dat [getuige 3] huurde, is geen water, licht of gas aanwezig. [263]
[getuige 3] heeft bevestigd dat hij via [B] een bovenverdieping heeft gehuurd aan de [adres] te [woonplaats]. [264] Hij verklaarde destijds te zijn benaderd door jongens die hem vroegen een pand op zijn naam te zetten en hij is daar mee akkoord gegaan. Hij betaalde de huur voor het pand nooit. [265] Hij ontving elke maand geld in een enveloppe in zijn brievenbus en betaalde daar de huur van. Wat overbleef, mocht hij houden. Als aan [getuige 3] een foto wordt getoond van [verdachte] [266] en van [medeverdachte 1] [267] herkent hij hen als de jongens op wiens verzoek hij het pand aan de [adres] in [woonplaats] op zijn naam heeft gezet. [268]
[medeverdachte 5] heeft verklaard dat hij in het voorjaar dan wel de zomer van 2012 heeft opgeruimd. Dit was aan de achterzijde van [I] auto’s. [269]
Zaaksdossier 12: [adres] te [woonplaats]
Op 8 februari 2013 wordt op een zolder van een schuur aan de [adres] in [woonplaats] een kwekerij aangetroffen. [270] In de kwekerij staan in totaal 449 planten. [271] Door de verbalisant is een deel van de planten getest. Deze test gaf een positieve reactie op de aanwezigheid van cannabis. [272] Geschat wordt dat de aangetroffen planten zeven weken oud zijn. [273]
In de periode van 7 november 2012 tot en met 27 februari 2013 stralen de telefoons met nummer *[telefoonnummer], in gebruik bij [verdachte] [274] , en nummer *[telefoonnummer], in gebruik bij [medeverdachte 1] [275] , met grote regelmaat de mastlocatie aan de [adres] in [woonplaats] aan. [276] Deze mastlocatie ligt in de directe omgeving van de [adres] in [woonplaats]. [277]
Op 21 december 2012 is er telefonisch contact tussen de nummers *[telefoonnummer] en *[telefoonnummer] ([verdachte] en [medeverdachte 1]). De telefoon van [verdachte] straalt op dat moment de mastlocatie [adres] in [woonplaats] aan. [278] De letterlijke inhoud van dit gesprek is als volgt:
[verdachte]: (…), je mag ook naar het huis komen.
[medeverdachte 7]: Euhh ja
[verdachte]: We zijn voorlopig nog niet klaar.
[verdachte]: Per ongeluk iets geraakt hebben we [279]
Middels stelselmatige observatie wordt op 30 januari 2013 te 11.53 uur geconstateerd dat [medeverdachte 1] bestuurder is van een Citroën Jumpy. Vervolgens wordt te 11.58 uur waargenomen dat de Jumpy samen met een Volkswagen Transporter ([kenteken]), welke op naam staat van [medeverdachte 1] [280] , wordt geparkeerd op [adres] in [woonplaats]. De persoon uit de Transporter stapt als bijrijder in de Jumpy, waarna de Jumpy wegrijdt. Te 12.20 uur wordt gezien dat voornoemde Jumpy vanaf het perceel van de [adres] wegrijdt in de richting van de Maanderbroekerweg in Ede. Om 12.45 uur wordt de Jumpy opnieuw aangetroffen op het perceel [adres] te [woonplaats]. Door het observatieteam wordt gezien dat de Jumpy om 13.35 uur wegrijdt van voornoemd perceel. [281]
Op 30 januari 2013 te 12.20 uur wordt door middel van het technische hulpmiddel “Stealth Sms” geconstateerd dat het telefoonnummer *[telefoonnummer], in gebruik bij [medeverdachte 1], aanstraalt op de mastlocatie aan de [adres] in [woonplaats]. Het telefoonnummer *[telefoonnummer], in gebruik bij [verdachte], straalt op 30 januari 2013 om 12.44 uur tevens aan op de mastlocatie aan de [adres] in [woonplaats]. [282]
[getuige 14] heeft op 8 februari 2013 verklaard dat hij de eigenaar is van de hennepkwekerij. Via internet kwam hij in contact met [naam]. [naam] vroeg hem de ruimte op te meten. Volgens [naam] konden er in de ruimte ongeveer 400 planten staan. [283]
Op 7 maart 2013 heeft [getuige 14] verklaard dat de persoon die hij in zijn vorige verklaring [naam] noemt, niet bestaat. Daarvoor in de plaats moet worden gelezen [verdachte] en [medeverdachte 7]. [284] [getuige 14] verklaart verder dat de personen op de foto’s 4 en foto 5 de door hem bedoelde [verdachte] en [medeverdachte 7] zijn. [285] [verdachte] en [medeverdachte 7] hebben aan [getuige 14] alle spullen voor het bouwen van de hennepkwekerij geleverd. [286] [verdachte] en [medeverdachte 7] kwamen soms wel twee keer per week bij [getuige 14] thuis. [287]
Op foto 4 staat [verdachte], geboren op [1984], en op foto 5 staat [medeverdachte 1], geboren op [1988]. [288]
Diefstal elektriciteit
Door een fraudespecialist van Liander N.V. wordt op 8 februari 2013 in voornoemd pand geconstateerd dat de zegels van de hoofdaansluitkast zijn verbroken. Aan de bovenzijde van de zekeringhouders is een illegale elektriciteitsaansluiting gemaakt. Deze aansluiting loopt buiten de elektriciteitsmeter om en voorziet de hennepkwekerij van elektriciteit. Door deze manipulatie is de afgenomen elektriciteit ten behoeve van de hennepkwekerij niet geregistreerd. Vastgesteld wordt dat de aangetroffen teelt ten minste 7 weken oud is. De hennepkwekerij is in elk geval ingericht geweest in de periode van december 2012 tot en met 8 februari 2013. [289]
Zaaksdossier 13: [adres] te [woonplaats]Op 12 maart 2013 wordt in het souterrain van de woning aan de [adres] te [woonplaats] een geruimde hennepkwekerij met één plant aangetroffen. De politie treft 819 gebruikte plantenbakken aan met daarin resten van verrijkte aarde en resten van hennepplanten. [290] Een deel van de plantendelen wordt getest en deze test geeft een betrouwbare indicatie op de stof THC, zijnde de werkzame stof in hennep. [291]
[medeverdachte 5] heeft verklaard dat hem bekend was dat er een hennepkwekerij in de woning stond. Hij heeft in [woonplaats] die tonnen gevuld. Daar kreeg hij vijftig euro voor. [292]
In de kweekruimte wordt een sigarettenpeuk aangetroffen (AAEN0834NL) en bemonsterd. [293] Het verkregen enkelvoudig DNA-profiel blijkt te matchen met het profiel dat in de DNA-databank is opgenomen van [medeverdachte 5], waarbij de kans dat het DNA-profiel van een willekeurig persoon matcht met dit DNA-profiel kleiner is dan één op één miljard. [294]
De bewoonster van de woning, [getuige 15], heeft verklaard dat zij het souterrain in september 2012 verhuurde aan twee mannen. De mannen brachten vervolgens diverse bouwmaterialen naar het souterrain [295] en waren gedurende een uur bezig in de meterkast. [296] Als getuige [getuige 15] een foto wordt getoond van [medeverdachte 5], geeft zij aan dat hij lijkt op één van de twee door haar omschreven mannen. [297]
Uit onderzoek volgt dat het telefoonnummer *[telefoonnummer] van [medeverdachte 5] [298] in de periode van
31 oktober 2012 tot en met 10 december 2012 meerdere malen masten aanstraalt in Bussum, gelegen aan de Jozef Israelslaan, Centuurbaan en D.A. Kuijperlaan, alle in de directe omgeving van de [adres] te [woonplaats]. [299]
Uit beelden die zijn gemaakt door de beveiligingscamera van de nabij gelegen slagerij, volgt dat een man, die wordt herkend als [medeverdachte 5], in de periode van 11 februari 2013 tot 12 maart 2013 meermalen de onderdoorgang in de richting van de achterzijde van het perceel [adres] te [woonplaats] ingaat [300] , net als een man die wordt herkend als [medeverdachte 6]. [301]
Op 1 december 2012 stuurt [medeverdachte 6] een sms-bericht aan [verdachte]: “Is het goed als ik me geld kom halen.” [302] Enkele dagen later sms’t [medeverdachte 6] naar [medeverdachte 6] of hij nog langs het kamp moet. [303] Hij vraagt vervolgens: “Kan je voor mij dan ff langs [verdachte] want morgen gaat die weg en zie ik hem niet meer”. [304] Als [medeverdachte 6] hem vraagt wat hij bij [verdachte] moet doen [305] , geeft [medeverdachte 6] aan: “Money”. [306]
Op 14 januari 2013 verzendt [medeverdachte 4] met telefoonnummer *[telefoonnummer] [307] een sms-bericht: “Ik rij nu weg”. Zijn telefoonnummer straalt dan een zendmast aan op de Jozef Israelslaan in Bussum, voornoemd. [308]
Op 25 januari 2013 vindt tussen 11.07 uur en 11.33 uur een aantal telefoongesprekken plaats tussen [medeverdachte 5] (*[telefoonnummer]) [309] en [medeverdachte 1] (*[telefoonnummer]) [310] .
[verdachte] wordt gebeld door [medeverdachte 5].
[medeverdachte 5]: Ja.. Kun je ons ff opkomme hale?
[verdachte]: Waar?
[medeverdachte 5]: Uuuuh bij Amersfoort bij de Shellpomp. Maar we hebbe lekke band, we hebben geen reservewiel
[verdachte] belt [medeverdachte 5].
(…)
Er is een onbekende mannenstem op de achtergrond te horen die zegt dus de A1
[medeverdachte 5]: Kom je selluf nie?
[verdachte]: Ja euh ik denk dat ik sellef wel kom [311]
[verdachte] belt [medeverdachte 5]
: Je had zeluf moet komme
(…)
[medeverdachte 5]: Dan hadden we door kunne rije (…) Ja met de vrachtwage
[verdachte]: (…) Ik zal wel proberen dat ie ff er een autootje opzet [312]
Het observatieteam ziet omstreeks 12.16 uur dat er een oprijwagen staat bij de Shellpomp langs de A1 bij Amersfoort, waarop een bestelwagen van het merk Mercedes en het type Vito op de oprijwagen staat. Deze bestelwagen wordt er afgereden, waarna een bestelauto van het merk Peugeot, type Bipper, met kenteken [kenteken], wordt opgereden. Vervolgens rijdt voornoemde Mercedes Vito naar Bussum. In de auto zitten op dat moment twee mannen.
Diezelfde dag vindt er tevens een telefoongesprek plaats tussen [medeverdachte 4] (*[telefoonnummer]) [313] en de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer].
[medeverdachte 4] ([medeverdachte 4]) wordt gebeld door [naam].
[naam]: Is de band al opgepompt?
[medeverdachte 4]: Ja ik heb een andere bus nou
[naam] Ohw
[medeverdachte 4]: Die hebben ze gebracht
(…)
[medeverdachte 4]: (…) Ik ben nou net bijna daar
[naam]: Ohw oke
[medeverdachte 4]: Kan nog wel ff dure [314]
De telefoon van [medeverdachte 4] straalt dan een zendmast aan in Baarn, gelegen langs de A1, op de route van voornoemd tankstation naar Bussum. [315] Het observatieteam ziet dat enkele minuten later, omstreeks 12.37 uur, voornoemde Mercedes Vito wordt stilgezet op de Doctor Frederik van Eedenweg in Bussum, [316] een straat die parallel loopt aan de [adres] in voornoemde plaats. [317]
Een man stapt uit en loopt onder een tunneltje door, van waaruit de woningen aan de [adres], waaronder nummer [nummer], zijn te bereiken. [318]
Diefstal elektriciteit
Op 12 maart 2013 is de fraudespecialist van Liander NV aanwezig in voornoemde woning. Bij controle van de netcomponenten en de elektrische installatie in de meterkast van het pand wordt geconstateerd dat de verzegeling van het deksel van de hoofdaansluitkast verbroken is. Aan de bovenzijde van de hoofdzekering is een vijf-aderige elektriciteitskabel bijgeplaatst en aangesloten. Deze elektriciteitskabel zit aangesloten voor de elektriciteitsmeter, zodat alle elektriciteit die via deze kabel is afgenomen niet door de elektriciteitsmeter wordt geregistreerd. De elektriciteitskabel komt uit in een onderverdeelinrichting van elektriciteit van waaruit de aanwezige hennepkwekerij onbemeten van elektriciteit wordt voorzien. [319] Gerelateerd wordt dat er een eerdere oogst heeft plaatsgevonden. De diefstal heeft daarom plaatsgevonden in de periode van december 2012 tot en met 12 maart 2013.
II.3 Aanvullende bewijsmiddelen ten aanzien van de criminele organisatie (feit 1)
Behalve de hierboven opgesomde bewijsmiddelen neemt de rechtbank met betrekking tot de ten laste gelegde criminele organisatie nog de volgende bewijsmiddelen in aanmerking.
Naar aanleiding van zijn verhoren heeft [getuige 3] een anonieme brief, die bij hem in de brievenbus was gegooid, afgeleverd bij de politie op 7 maart 2013. Deze brief luidde als volgt:
Hee [getuige 3]
We wilen je effe waarschuwe, in Els is een hok gepakt, die gaste hebben en we heben dat gehoort gesegt dat hij dat hok gehuur heb, maar dat is een leuge. We waarschuwe je dat je hierdeur tramelant kunt krijge, as we wat weete heur jij dat ook wel, je kan onz niet bereike, we neemen als er wat is wel kontak met jou op. [320]
[H] heeft verklaard dat het pand [adres] te [woonplaats] door [makelaar] is verkocht aan de heer [I]. Hij heeft samen met zijn broer een financiering verstrekt aan [medeverdachte 1]. Hij kent deze [medeverdachte 1] ongeveer 7 à 8 jaar. Hij heeft in deze tijd diverse tips gegeven waar [H] en zijn broer veel geld aan hebben verdiend. Begin 2012 was in totaal € 380.000,- aan leningen verstrekt aan [medeverdachte 1]. In eerste instantie zou deze lening worden afgelost omdat [medeverdachte 1] een hypotheek zou afsluiten bij de Rabobank. Dit is niet gelukt. Ook bij andere hypotheekaanbieders lukte het hem niet om een hypotheek af te sluiten. Momenteel heeft [medeverdachte 1] een achterstand in de maandelijkse betalingen van de rente en aflossing. Voorts verklaart [H] dat hij regelmatig contact met [medeverdachte 1] heeft; soms eenmaal per week en dan weer één keer per maand, dus wisselend.
[medeverdachte 1] kon het pand ([adres]) niet kopen omdat de verkopende partij niet zomaar wilde verkopen aan iemand die op de camping woont. Om dit te omzeilen heeft eerst [I] het pand gekocht voor € 370.000,- om het daarna te verkopen aan [medeverdachte 1] voor € 375.000,-. [H] verklaarde dat hij [I] niet echt kende en dat [medeverdachte 1] zelf met hem aankwam. [321]
Verder verklaarde [H] dat het pand [adres] te [woonplaats] de laatste 3 à 4 jaar door hem werd verhuurd aan de heer [medeverdachte 5]. De huurprijs van € 2500,- werd door [medeverdachte 5] contant aan de eigenaar betaald. [322]
[getuige 11], heeft verklaard dat zij een relatie heeft gehad met [medeverdachte 5]. Eind juli/augustus 2012 kwam [medeverdachte 5] langs en vertelde dat hij een huis had. Dat was in [woonplaats]. Van een ruimte boven was de deur afgesloten. Vanaf oktober/november 2012 mocht [getuige 11] er niet komen. Ze heeft gevraagd naar de huur, maar [medeverdachte 5] zei tegen haar dat dat niet uitmaakte, omdat het toch wel betaald werd. [getuige 11] weet wel dat [medeverdachte 5] dit niet alleen heeft gedaan, maar ze wil geen namen noemen. [323]
Bij de doorzoeking van perceel [adres] te [woonplaats], de verblijfplaats van [medeverdachte 3], wordt op 27 februari 2013 in de bergschuur achter de woonwagen een tas van de Action aangetroffen. In de tas zitten onder andere een paar zwarte moonboots met aan de onderkant, op de zool, enige hennepresten geplakt. Verder zitten in de tas vier kleine schaartjes met hennepresten. Onder in de tas worden enkele losse plantenresten van hennepplanten aangetroffen. [324]
In de woning aan de [adres] wordt in de woonkamer op de salontafel een pot met daarin geld en diverse papieren met aantekeningen aangetroffen. In deze pot zit één blaadje met daarop aantekeningen.
Hierop staan namen en cijfers [325] :
[naam] 7½ 8 -- x 15½ 205
[naam] 7½ 14 6½ x 28 x 365
[naam] 7½ 7 6½ x 21 x 275
[naam] 7½ 14 6½ 28 x 365
[naam] 7½ 14 9½ 31 x 405
[naam] 7½ 10 6½ 24 x315
Ook in de slaapkamer van verdachte [medeverdachte 3] worden, in het nachtkastje, vier blaadjes met aantekeningen gevonden. [327] Ook hierop staan namen [naam], [naam], [naam], [naam], [naam], [naam], [naam], [naam], [naam] met achter elke naam één of meer cijfers. [328]
In de slaapkamer staat een plastic tas met daarin verschillende administratie, waaronder twee blaadjes met aantekeningen. [329] Hierop komen de bovengenoemde namen voor met achter elke naam één of meer cijfers. [330]
[medeverdachte 3] heeft verklaard dat er meer mannen en vrouwen zijn die hennep hebben geknipt, soms dagen achter elkaar. Hij heeft zelf ook vaker hennep geknipt. Hij kreeg dan 12-15 euro per uur. [331]
Bij de doorzoeking in de woning van [medeverdachte 1] aan de [adres] wordt het volgende aangetroffen: [332]
- een neongroen notitieboekje;
- papieren met diverse panden te huur aangeboden; telkens: vrijstaande woningen; [333]
- een memo met vrouwennamen plus bedragen; [334]
- overige memo’s met namen, bedragen, woningen; [335]
- memo’s met namen, bedragen, en materiaal, onder meer: huur, knip, voeding, rekening, [naam], aansluit, zegel, bord kabel gas+elec, water 3 mnd, 1x voeding, knippers [naam], [medeverdachte 5] [naam]’s, [naam] extra werk, 10 ton, 9 ton; [336]
- memo’s met namen en bedragen, onder meer: knip, stek huur, werken, kost. [naam] jij [337] .
Het eerstgenoemde memo houdt onder meer in:
[naam] 2 € 30
[naam] 6 ½ € 100
[naam] 6 ½ € 100
[naam] 6 ½ € 100
[naam] 6 ½ € 100
[naam] 6 ½ € 100
[naam] 6 € 90 [338]
De verdachte [medeverdachte 3] heeft verklaard dat hij een zus heeft die [naam] heet. Zijn twee zonen wonen naast hem op het kamp in [woonplaats] en hebben ieder hun eigen wagen. Die staan bij hem in de tuin. Zijn zonen heten [medeverdachte 7] en [verdachte]. De vrouw van [verdachte] heet [naam] en de vrouw van [medeverdachte 7] heet [naam]. [339]
Nadat een verbalisant aan [medeverdachte 6] heeft voorgehouden dat een zilverkleurige Golf, die gesignaleerd is bij de hennepkwekerij in [woonplaats], op naam staat van [L], wonende aan de [adres] te Rhenen, verklaart [medeverdachte 6] dat hij die vrouw wel kent. Zij heet volgens hem [naam]. [340]
Een verbalisant heeft telefonisch contact opgenomen met [F]voor het afleggen van een verklaring. De verbalisant hoorde dat er werd opgenomen door een vrouw die zich voorstelde als “[F]”. [341]
Het notitieboekje gevonden in de woning van [medeverdachte 1], houdt in: lijstjes met woorden en ervoor of erachter getallen. Onder meer: 800 stek, 1000 stek, 1555 stek, 4000 stek, 200 stek. [342]
En voorts onder meer:
4000 huur
4000 huur
4000 huur
4000 huur
500 isolatie
1500 huur
1500 huur
september is betaald!
1500 huur oktober
1500 huur
1500 huur
6000 huur
6000 huur
6000 huur
6000 december
6000 huur
6000 huur
6250 januarie
500 jan
6000 februari
Maart betaald
6000 april
500 jan 1ste keer
6000 mei 500 jan 2e keer
6000 juni 500 jan 3e keer
2500 mei
2500 juni
2500 juli
2500 augustus
2500 september
2500 oktober
2500 november
2800 huur mei
2800 juni
2800 juli
2800 augustus
2800 september betaald
750 [naam] maart
225 100 stekkies
750 april
750 mei
750 juni
1850 januar huur
1850 feb
1850 maart
1850 april
1850 mei
April betaald
2000 mei
2000 jun
July 2000
Aug 2000
1850 feb
1850 maart
2400 april
2400 mei
Juny is betaald
July is betaald2800 mei
2800 juni
2800 juli
2800 augustus
2800 sept
2800 oktober
2800 november is betaald
6000 oktober
1000 jan oktober
6000 november
1000 jan
6000 dec
1000 jan
6000 januari 1000 jan
6000 feb
1000 jan [343]
Voorts komen woorden voor als voeding, wortel, sporemix, pomp, 100 stekkies, kosten, lamp, potten, sloten, scharnieren, stroomborden telkens met getallen, 800 stek x 3 = 2400, en deels met namen ([naam], [naam], Opa, knip [C]). [344]
De verdachte [medeverdachte 3] heeft verklaard dat zij kweekspullen voor een hennepkwekerij bij hen op het kamp hebben liggen en dat zij die onder de prijs verkopen, zodat ze erop verdienen. [medeverdachte 3] verklaart verder dat allebei zijn zonen soms nieuwe spullen van de growshop [growshop] (de rechtbank begrijpt dat verdachte bedoelt: [growshop]) rijden. Zijn zonen rijden die nieuwe spullen rond. In totaal heeft [medeverdachte 3] met hen circa 3 à 4 keer spullen geleverd voor een hennepkwekerij. [medeverdachte 2] (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte 2]) is bij die leveringen ook een paar keer mee geweest. [345]
De manager van [growshop] BV heeft verklaard dat 4 personen van de hem getoonde foto’s [346] , waaronder één met de naam [verdachte] en één met de naam [A] onder klantnummer 1001 en klantnaam [M] goederen ophaalden tegen contante betaling. Hij verklaart deze personen niet in dienst te hebben gehad. Ook hebben ze nog nooit wat voor hem of voor [growshop] gereden qua transport. Het is gewoon een klant. [347]
In de woning van [medeverdachte 1] aan de [adres] zijn facturen en pakbonnen aangetroffen van The [growshop] B.V., met daarop gesteld “klantnummer 1001”, tot een totaal bedrag van € 48.089,40. [348]
Op 27 december 2012 omstreeks 12.32 uur wordt een gesprek opgenomen tussen [verdachte] (gebruiker [telefoonnummer]) en [N]. [verdachte] zegt tegen [N] dat [medeverdachte 6] zo € 1500,00 komt ophalen. [349]
Op 27 december 2012 omstreeks 13.23 uur wordt [medeverdachte 6] gebeld door [medeverdachte 1]. [medeverdachte 1] zegt tegen [medeverdachte 6] dat de doosjes morgen wordt. Maar dat hij het andere wel kan pakken. [A] zegt dat hij twee van Thileen en twee van op de gele slang. [350]
Op 27 december 2012 omstreeks 13.29 uur ziet een verbalisant die post heeft gevat bij [growshop] dat een Volkswagen Transporter met kenteken [kenteken] het parkeerterrein achter [growshop] oprijdt. In het voertuig zit een man. Het voertuig staat op naam van [medeverdachte 1]. [351]
Op 9 januari 2013 wordt omstreeks 16.05 uur aan de [adres] te [woonplaats] een Volkswagen Transporter met kenteken [kenteken] gezien. Bij de auto staat [medeverdachte 6], die op voornoemd adres verblijft. In het voertuig zitten 2 personen. Even later rijdt de Transporter met hoge snelheid weg. Verbalisanten spreken de bestuurder van het voertuig, [verdachte], daarop aan. Hij zegt dat hij behoorlijk wat haast heeft omdat hij spullen moet wegbrengen naar Amersfoort. Hij staat toe dat de politie in zijn bus kijkt. Daar ziet de politie een koolstoffilter, een verbindingsslang, twee rollen bedradingen, 6 x 2,5 liter grondvoeding en 33 assimilatielampen. [verdachte] verklaart dat naast hem “[medeverdachte 7]” zat, een vriend van [medeverdachte 6]. [medeverdachte 7] zou aan de Valleiweg zijn ingestapt. De tweede passagier is later uitgestapt. [352]
Op 9 januari 2013 wordt het telefoonnummer van [medeverdachte 1] getapt. Omstreeks 16.30 uur wordt [medeverdachte 1] gebeld door een onbekende man. De NN-man vraagt waar [medeverdachte 1] is. [medeverdachte 1] zegt dat hij net thuis is. NN-man vraagt waar [verdachte] is. [medeverdachte 1] weet het niet, maar zegt dat ze naar hem op zoek waren. [353]
Op 9 januari 2013 omstreeks 16.31 uur belt [medeverdachte 1] met het nummer van [verdachte].
[medeverdachte 1] vraagt waar [verdachte] is. [verdachte] zegt dat ze de hele bus op zijn kop hebben gezet, maar dat hij het allemaal mocht hebben. [verdachte] zegt dat hij verteld had dat het uit Amersfoort kwam, dat het een verkeerde bestelling was en dat het weer terug moest naar Amersfoort. Hij zegt verder dat ze alles hebben nagekeken, “dashboardkastje leeg, onder de stoel, onder de bank”. Hij zegt dat hij dacht dat ze niet wisten van die bank. [medeverdachte 7] zegt dat ze blij mogen zijn dat het boekje er niet in lag. [verdachte] zegt dat het ook maar goed is dat [medeverdachte 7] eruit is gegaan. [verdachte] zegt: “want ze hadden het gevonden hoor”. [medeverdachte 7] zegt dat hij op het zebrapad liep en daar [medeverdachte 2] tegenkwam. Hier heeft hij het aan [medeverdachte 2] gegeven. [medeverdachte 7] heeft de telefoon van [medeverdachte 2] gekregen. [medeverdachte 2] is vervolgens nog in de omgeving gaan kijken. [354]
Omstreeks 16.34 uur belt [medeverdachte 1] een NN-man. [medeverdachte 7] zegt dat hij naar huis komt. Vier auto’s hadden ze doorzocht. De NN-man zegt: wat een kankerlijers. [medeverdachte 7] zegt: we hebben geluk gehad. [355]
Omstreeks 16.40 uur belt [medeverdachte 1] met het telefoonnummer van [growshop] in Amersfoort.
Tijdens de wachttoon is [A] aan het praten tegen een NN-man. Er vindt overleg plaats wat ze moeten zeggen. De NN-man zegt: “We zeggen we moesten terugbrengen”. [medeverdachte 7] zegt: “precies”.
Hierna wordt de telefoon opgenomen door iemand van [growshop], [O]. [medeverdachte 7] zegt: “met de jongens uit [woonplaats]”. [medeverdachte 7] zegt dat hij net is aangehouden met de bus. De hele bus werd op zijn kop gezet. [medeverdachte 7] zegt dat hij voor hem spulletjes moest rijden. [medeverdachte 7] zegt: “een filtertje”. [O] zegt: “het is goed”. [medeverdachte 7] zegt: “Effe gewoon terugbrengen naar jullie. Als ze soms wat vragen”. [O] zegt: “niet dat er iets anders in lag”. [medeverdachte 7] zegt: “nee helemaal niks”. [356]
De manager van [growshop] BV heeft verklaard dat [O] de balieverkoop doet. [357]
Bij de doorzoeking van een blokhut achter woonwagen nummer 11-11 is onder meer het volgende aangetroffen: kleine delen hennepresten/afval op de grond, ventilatoren, koolstoffilter en aantekeningen geschreven op de wanden. Tegen de achterzijde van de woonwagen stonden 9 rekken, voorzien van gaas, welke als droogrekken voor henneptoppen gebruikelijk zijn. Een test van de hennepresten gaf een positieve indicatie op aanwezigheid van hennep. [358]
[medeverdachte 4] heeft contante uitgaven gedaan die in totaal € 107.000,85 meer bedragen dan de contante legale inkomsten.
Dit totaalbedrag is de optelsom van:
- contant betaalde facturen ad totaal € 20.136,24;
- contant betaalde bedragen aan [P] ad € 2.338,13;
- het verschil tussen contante stortingen en contante opnames op bankrekeningen van [medeverdachte 4] en zijn partner ad € 15.724,23;
- het bedrag dat [bedrijf 2] ten behoeve van [medeverdachte 4] heeft uitgegeven (betalingen aan [medeverdachte 4] en afgedragen belastingen en premies).
Dit laatste is gebaseerd op het volgende.
[medeverdachte 4] heeft inkomsten ontvangen van [bedrijf 2], terwijl [bedrijf 2] ook belasting en premies voor hem afdraagt. Uit taps en observaties blijkt niet van werkzaamheden en de twee personeelsleden die willen verklaren, kennen hem niet.
Hieruit kan worden afgeleid dat [medeverdachte 4] (de eigenaar van) dit bedrijf een groot bedrag heeft betaald teneinde deze voorgewende dienstbetrekking te financieren. Nu niet blijkt dat sprake was van girale betaling kan ook worden aangenomen dat het gaat om een contante betaling.
[medeverdachte 1] heeft contante uitgaven gedaan die in totaal € 344.012,- meer bedragen dan de contante legale inkomsten.
Dit totaalbedrag is de optelsom van:
- het verschil tussen contante stortingen en contante opnames op bankrekeningen van [medeverdachte 1] en zijn partner ad € 16.790,-;
- contant betaalde auto’s en boten ad € 89.500,-;
- contant betaalde facturen van een handel in accessoires voor hennepteelt ad € 48.089,-;
- overige contant betaalde facturen € 47.649,-;
- het bedrag dat [bedrijf 2] ten behoeve van [medeverdachte 1] heeft uitgegeven (betalingen aan [medeverdachte 1] en afgedragen belastingen en premies) ad € 141.984,-.
Dit laatste is gebaseerd op het volgende.
[medeverdachte 1] heeft inkomsten ontvangen van [bedrijf 2], terwijl [bedrijf 2] ook belasting en premies voor hem afdraagt. Uit taps en observaties blijkt niet van werkzaamheden en de twee personeelsleden die willen verklaren, kennen hem niet.
Hieruit kan worden afgeleid dat [medeverdachte 1] (de eigenaar van) dit bedrijf een groot bedrag heeft betaald teneinde deze voorgewende dienstbetrekking te financieren. Nu niet blijkt dat sprake was van girale betaling kan ook worden aangenomen dat het gaat om een contante betaling.
[medeverdachte 2] heeft over de jaren 2008 tot maart 2013 een inkomen uit uitkering van
€ 7.194,00.
Over de jaren 2008 tot heden staat een beginsaldo op zijn rekening van € 800,-.
Er zijn geen giften, schenkingen of erfenissen bekend en ook geen casinowinst of lening.
In januari en februari 2010 wordt een bedrag gestort van € 1.375,78 o.v.v. salaris.
Er zijn 21 contante stortingen tot een totaalbedrag van € 15.620,- en een eenmalige opname van € 700,-.
Er zijn girale betalingen van vaste lasten, zoals zorgverzekering en provider, maar weinig tot geen betalingen die te herleiden zijn naar kosten voor levensonderhoud.
In de woning zijn diverse bonnen in verband met contante betalingen aangetroffen en een contant geldbedrag van € 1.040,-.
[medeverdachte 2] heeft 2 vaartuigen op naam staan en sinds oktober 2012 een BMW type X5 ter waarde van € 15.000,-.
[verdachte] heeft over het jaar 2008 € 4.189,- inkomsten, over 2009 en 2010 geen bekende inkomsten, over 2011 € 5.911,- en over 2012 € 6.485,- aan inkomsten. Het saldo van zijn bankrekeningen is in de periode 2008 tot en met 2012 maximaal € 2.000,-.
Er zijn geen giften, schenkingen of erfenissen bekend en ook geen casinowinst of lening.
Van zijn bankrekening wordt € 3.900,- contant opgenomen en € 7.084,- contant gestort. Vanaf 12-10-2011 wordt maandelijks € 500,- overgeschreven naar een spaarrekening.
Maandelijks worden van de bankrekening vaste lasten betaald, zoals zorgverzekering en provider, maar geen uitgaven voor levensonderhoud. In de woning van [verdachte] zijn verschillende bonnen in verband met contante uitgaven in beslag genomen en een contant bedrag van € 675,-.
[verdachte] heeft 2 vaartuigen op naam en een Mercedes E200 ter waarde van € 8.000,- en zijn vriendin heeft een auto ter waarde van € 12.000,- onder zich, terwijl zij parttime kapster is.
[medeverdachte 1] heeft vanaf 2008 tot en met 2011 geen bekend inkomen en in 2012 een inkomen van € 1.656,-. Het saldo van zijn bankrekeningen over de jaren 2008 tot maart 2013 bedraagt nog geen € 100,-.
Er zijn geen giften, schenkingen of erfenissen bekend.
Onder [medeverdachte 1] zijn de volgende goederen in beslag genomen: een Quad ter waarde van € 2.000,-, een Volkswagen Transporter met een geschatte waarde van € 10.000,- (die sinds 30 juni 2012 op naam van [medeverdachte 1] staat), een Mercedes E500 (die tot januari 2013 op naam van de partner van [medeverdachte 1] stond) met een geschatte waarde van € 28.500,-, diverse bonnen in verband met contante uitgaven, horloges en sieraden en voorts een contant bedrag van € 1.000,-.

Voetnoten

1.Die onjuistheden zouden zijn:
2.Blijkens pagina 1012 zegt [verdachte] dat betalingen “voor ons” zijn, al is niet duidelijk of hij ook [medeverdachte 7] bedoelt; de vader van [R] zegt wel iets over zijn zoon die auto’s op naam zet op pagina 1027.
3.Niet elke gesignaleerde onjuistheid is ook onjuist:
4.Pagina 2435, weergave tapgesprekken pagina 2370-2373.
5.Geschrift, te weten een huurcontract voor zelfstandige woonruimte, pag. 3030 tot en met 3036.
6.Deze en de volgende noten verwijzen - tenzij anders aangegeven - naar de doorlopend genummerde bladzijden van het dossier nummer PL0950 2013157913 van de politie Utrecht, pagina’s 1 t/m 7132. Het gaat, tenzij anders vermeld om ambtsedige processen-verbaal, opgemaakt door de daartoe bevoegde ambtenaren. Wanneer sprake is van een schriftelijk stuk als bedoeld in art. 344.1.5o Sv wordt dit alleen gebruikt in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen.
7.CIOT-uitdraai, als bijlage opgenomen bij het proces-verbaal d.d. 2 oktober 2012, pag. 5824.
8.Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 2] d.d. 27 februari 2013, pag. 113.
9.CIOT-uitdraai, als bijlage opgenomen bij het proces-verbaal d.d. 2 oktober 2012, pag. 5823.
10.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 november 2012, pag. 149, en de als bijlage opgenomen BVO-registratie d.d. 30 oktober 2012, pag. 153.
11.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 november 2012, pag. 149, en de als bijlage opgenomen BVO-registratie d.d. 5 november 2012, pag. 154.
12.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] d.d. 5 maart 2013, pag. 1399.
13.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] d.d. 5 maart 2013, pag. 1398 en 1403.
14.CIOT-uitdraai, als bijlage opgenomen bij het proces-verbaal d.d. 29 oktober 2012, pag. 6571.
15.Het proces-verbaal d.d. 29 oktober 2012, pag. 6567, en de als bijlage opgenomen BVO-registratie d.d. 25 oktober 2012, pag. 6573.
16.Stemherkenning.
17.Het proces-verbaal d.d. 21 december 2012, p. 845.
18.CIOT-uitdraai, als bijlage opgenomen bij het proces-verbaal d.d. 9 oktober 2012, pag. 6105.
19.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 oktober 2012, pag. 334, en de als bijlage opgenomen BVO-registratie d.d. 15 oktober 2012, pag. 335.
20.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 november 2012, en de als bijlage opgenomen BVO-registratie d.d. 10 november 2012, pag. 6602.
21.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 10] d.d. 6 mei 2013, pag. 339 en 340.
22.Het proces-verbaal van verhoor van [D] d.d. 3 april 2013, pag. 1821.
23.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 11] d.d. 1 maart 2013, pag. 1798.
24.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 11] d.d. 1 maart 2013, pag. 1799.
25.Het proces-verbaal d.d. 7 januari 2013, pag. 6714.
26.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 december 2012, pag. 6793, en het proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 december 2012, pag. 938.
27.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 december 2012, pag. 667.
28.Het proces-verbaal d.d. 2 november 2012, pag. 6233.
29.Het tapgesprek d.d. 15 februari 2013, als bijlage opgenomen bij het proces-verbaal van verhoor van [verdachte] d.d. 8 maart 2013, pag. 456.
30.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 december 2012, pag. 667 en de als bijlage opgenomen CIOT-uitdraai, pag. 669.
31.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 december 2012, pag. 667, en de als bijlage opgenomen BVO-registratie d.d. 24 november 2012, pag. 670.
32.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 december 2012, pag. 668.
33.CIOT-uitdraai, als bijlage opgenomen bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 december 2012, pag. 559.
34.Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 4] d.d. 27 februari 2013, pag. 524.
35.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 januari 2013, pag. 6411, en de als bijlage opgenomen BVO-registratie d.d. 3 januari 2013, pag. 6417.
36.Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 5] d.d. 28 februari 2013, pag. 895.
37.Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 5] d.d. 8 maart 2013, pag. 905, en het proces-verbaal d.d. 12 maart 2013, pag. 909.
38.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 januari 2013 en de als bijlage opgenomen BVO-registratie d.d. 8 januari 2013, pag. 6416.
39.Het proces-verbaal d.d. 17 april 2013, pag. 777 en de als bijlage opgenomen CIOT-uitdraai, pag. 779.
40.Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 3] d.d. 27 februari 2013, pag. 747.
41.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 januari 2013, pag. 1285.
42.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 januari 2013, pag. 1286 tot en met 1288.
43.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 januari 2013, pag. 1285.
44.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 januari 2013, pag. 1286 tot en met 1287.
45.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 januari 2013, pag. 1288.
46.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 januari 2013, pag. 1286 en 1287.
47.Het proces-verbaal van aangifte van [J], (mede) namens Liander, d.d. 3 januari 2013, pag. 1316 met de daaraan gehechte Aangifte Liander, pag. 1619.
48.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 januari 2013, pag. 1284.
49.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] d.d. 5 maart 2013, pag. 1407.
50.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] d.d. 15 maart 2013, pag. 1408.
51.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] d.d. 5 maart 2013, pag. 1399.
52.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 maart 2013, pag. 3838.
53.Het proces-verbaal van verhoor van [H] d.d. 12 april 2013, pag. 4819.
54.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] d.d. 15 maart 2013, pag. 1409.
55.Het proces-verbaal van doorzoeking d.d. 27 februari, pag. 42 tot en met 44.
56.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] d.d. 15 maart 2013, pag. 1409.
57.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] d.d. 5 maart 2013, pag. 1400.
58.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] d.d. 11 december 2012, pag. 1381.
59.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] d.d. 5 maart 2013, pag. 1400.
60.Het proces-verbaal van verhoor van [B] d.d. 16 april 2013, pag. 1435.
61.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] bij de RC d.d. 4 november 2013.
62.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] d.d. 15 maart 2013, pag. 1409.
63.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] d.d. 15 maart 2013, pag. 1410.
64.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] d.d. 5 maart 2013, pag. 1399.
65.De rechtbank begrijpt dat [getuige 2] met [medeverdachte 2], [medeverdachte 2] jr. / [medeverdachte 4], [verdachte] en [medeverdachte 5] doelt op respectievelijk [medeverdachte 2], [medeverdachte 4], [medeverdachte 1] en [medeverdachte 5]. De rechtbank zal in het vervolg laatstgenoemde namen gebruiken.
66.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] d.d. 12 december 2012, pag. 1387.
67.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] bij de rechter-commissaris d.d. 4 november 2013.
68.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] d.d. 12 december 2010, pag. 1387.
69.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 januari 2013, pag. 1234 tot en met 1236.
70.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] bij de rechter-commissaris d.d. 4 november 2013.
71.Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 5] d.d. 8 maart 2013, pag. 904 en 905.
72.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 januari 2013, pag. 1231.
73.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 november 2012, pag. 1220.
74.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 november 2012, pag. 1220 en 1221.
75.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 januari 2013, pag. 1237.
76.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 november 2012, pag. 1221.
77.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 november 2012, pag. 1221.
78.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 november 2012, pag. 1224.
79.Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 5] d.d. 28 februari 2013, pag. 893.
80.Het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 28 februari 2013, pag. 1363.
81.Het proces-verbaal van dactyloscopisch onderzoek d.d. 4 juni 2013, pag. 1367 en het Rapport Dactyloscopisch sporenonderzoek, pag. 1370 en 1371.
82.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 december 2012, pag. 1273.
83.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 januari 2013, pag. 1242.
84.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 januari 2013, pag. 1241, 1242 en 1243.
85.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 januari 2013, pag. 1240 en 1241.
86.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 januari 2013, pag. 1239.
87.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 januari 2013, pag. 1239.
88.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 januari 2013, pag. 1240.
89.Het proces-verbaal van aangifte van [J], (mede) namens Liander, d.d. 3 januari 2013, pag. 1316 met de daaraan gehechte Aangifte Liander, pag. 1619.
90.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] van 5 maart 2013, pag. 1398.
91.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 januari 2013, pag. 1400.
92.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 2] d.d. 12 december 2012, pag. 1388.
93.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 oktober 2012, pag. 1447.
94.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 maart 2012, pag. 1453.
95.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 maart 2012, pag. 1454.
96.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 januari 2012, pag. 1456.
97.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 maart 2012, pag. 1453.
98.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 maart 2012, pag. 1454.
99.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 januari 2012, pag. 1449.
100.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 februari 2013, pag. 1553.
101.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 januari 2012, pag. 1449.
102.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 januari 2012, pag. 1474.
103.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 oktober 2012, pag. 1458 en het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 12] d.d. 25 januari 2012, pag. 1579.
104.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 januari 2012, pag. 1577.
105.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 januari 2012, pag. 1534.
106.Het deskundigenverslag, te weten een aanvullend rapport d.d. 9 februari 2012, naar aanleiding van een DNA-databank match, pag. 1536.
107.Het deskundigenverslag, te weten een aanvullend rapport d.d. 9 februari 2012, naar aanleiding van een DNA-databank match, pag. 1537.
108.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 januari 2012, pag. 1534 en 1535.
109.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 januari 2012, pag. 1535.
110.Het deskundigenverslag, te weten een aanvullend rapport d.d. 9 februari 2012 naar aanleiding van een DNA-databank match, pag. 1539.
111.Het deskundigenverslag, te weten een aanvullend rapport d.d. 9 februari 2012 naar aanleiding van een DNA-databank match, pag. 1541.
112.Het deskundigenverslag, te weten een aanvullend rapport d.d. 9 februari 2012 naar aanleiding van een DNA-databank match, pag. 1542.
113.Het deskundigenverslag, te weten een aanvullend rapport d.d. 9 februari 2012 naar aanleiding van een DNA-databank match, pag. 1543.
114.Het proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 10 januari 2012, pag. 1534.
115.Bijlage “DNA-profielcluster 24170”, pag. 1550.
116.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 oktober 2013, pag. 7008.
117.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 15 oktober 2013, pag. 7009.
118.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 februari 2013, pag. 1553 en 1554.
119.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 3 juli 2013, pag. 1443.
120.Zie Bijlage II.1 De destijds bij verdachten in gebruik zijnde telefoonnummers.
121.Het proces-verbaal van aangifte door [K] d.d. 9 januari 2012 met de daaraan gehechte Rapportage Diefstal Energie, pag. 1474.
122.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 februari 2013, pag. 1620 en 1621.
123.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 februari 2013, pag. 1636 en 1637.
124.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2], (mede) namens Liander, d.d. 12 februari 2013, pag. 1731, met de daaraan gehechte Aangifte Liander, pag. 1759.
125.Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 5] d.d. 28 februari 2013, pag. 895.
126.Zie Bijlage II.1 De destijds bij verdachten in gebruik zijnde telefoonnummers.
127.Zie Bijlage II.1 De destijds bij verdachten in gebruik zijnde telefoonnummers.
128.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 januari 2013, pag. 1764 en 1767.
129.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 januari 2013, pag. 1764 en 1767.
130.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] d.d. 25 januari 2013, pag. 1748.
131.Het proces-verbaal van aangifte van [aangever 2] d.d. 25 januari 2013, pag. 1759.
132.Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 5] d.d. 28 februari 2013, pag. 897.
133.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 februari 2013, pag. 1949.
134.Het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij d.d. 7 februari 2013, pag. 1956.
135.Het proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij d.d. 7 februari 2013, pag. 1959.
136.Het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 9 februari 2013, pag. 2016.
137.Het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 4 maart 2013, pag. 2026 en 2027.
138.Het deskundigenverslag, te weten een rapport d.d. 22 maart 2013, pag. 2034.
139.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 7] d.d. 29 januari 2013, pag. 2077.
140.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 7] d.d. 29 januari 2013, pag. 2080.
141.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 7] d.d. 5 maart 2013, pag. 2096.
142.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 7] d.d. 5 maart 2013, pag. 2084.
143.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 7] d.d. 5 maart 2013, pag. 2086.
144.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 7] d.d. 5 maart 2013, pag. 2093.
145.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 juli 2013, met bijlagen, pag. 2054.
146.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 juli 2013, met bijlagen, pag. 2055.
147.Zie Bijlage II.1 De destijds bij verdachten in gebruik zijnde telefoonnummers.
148.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 7] d.d. 5 maart 2013, pag. 2084.
149.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 juli 2013, met bijlagen, pag. 2056 en 2057.
150.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 7] d.d. 5 maart 2013, pag. 2090.
151.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 februari 2013, pag. 2059 en 2063.
152.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 februari 2013, pag. 2065 en 2066.
153.Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 3] d.d. 28 februari 2013, pag. 751.
154.Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 3] d.d. 28 februari 2013, pag. 751.
155.Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 3] d.d. 28 februari 2013, pag. 752.
156.Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 3] d.d. 28 februari 2013, pag. 754.
157.Een geschrift, te weten een aangifte van Liander NV d.d. 26 maart 2013, pag. 1993.
158.Het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij d.d. 15 februari 2013, pag. 2227.
159.Het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij d.d. 15 februari 2013, pag. 2229.
160.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 23 januari 2013, pag. 2271.
161.Het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 23 januari 2013, pag. 2339 en 2340.
162.Het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 23 januari 2013, pag. 2340.
163.Het deskundigenverslag, te weten een rapport d.d. 26 maart 2013, pag. 2350.
164.Het deskundigenverslag, te weten een rapport d.d. 26 maart 2013, pag. 2350 en 2352.
165.Het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 23 januari 2013, pag. 2339 en 2340.
166.Het proces-verbaal uitslag sporenonderzoek d.d. 11 februari 2014
167.Het proces-verbaal SMS alert d.d. 29 januari 2013, pag. 2356.
168.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 februari 2013, pag. 2354 en 2355.
169.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 juni 2013, pag. 2162.
170.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 juni 2013, pag. 2163.
171.Zie Bijlage II.1 De destijds bij verdachten in gebruik zijnde telefoonnummers.
172.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 februari 2013, pag. 2413.
173.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 1], pag. 2414.
174.Het proces-verbaal d.d. 20 februari 2013, pag. 2404 met bijlage BVO registratie d.d. 22 januari 2013, pag. 2413.
175.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 1] d.d. 28 januari 2013, pag. 2417 en 2418.
176.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 1] d.d. 28 januari 2013, pag. 2419.
177.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 1] d.d. 29 januari 2013, pag. 2423.
178.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 1] d.d. 30 januari 2013, pag. 2427.
179.Geschrift, Huurovereenkomst woonruimte, pag. 2381 tot en met 2385.
180.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 9] d.d. 23 januari 2013, pag. 2375.
181.Het proces-verbaal van aangifte door [K] d.d. 23 januari 2013 met de daaraan gehechte Rapportage Diefstal Energie, pag. 2275.
182.Het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij d.d. 20 februari 2013, pag. 2483.
183.Het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij d.d. 20 februari 2013, pag. 2485 en het proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 januari 2013, pag. 2493.
184.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 februari 2013, pag. 2486.
185.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 februari 2013, pag. 2489 en 2490.
186.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 14] d.d. 30 januari 2013, pag. 2536.
187.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 14] d.d. 30 januari 2013, pag. 2538.
188.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 14] d.d. 30 januari 2013, pag. 2537.
189.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 14] d.d. 8 februari 2013, pag. 2549.
190.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 14] d.d. 30 januari 2013, pag. 2540.
191.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 14] d.d. 31 januari 2013, pag. 2543.
192.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 14] d.d. 7 maart 2013, pag. 2557.
193.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 14] d.d. 7 maart 2013, pag. 2558.
194.Het proces-verbaal van bevindingen d.d.7 maart 2013, pag. 2560.
195.Zie Bijlage II.1 De destijds bij verdachten in gebruik zijnde telefoonnummers.
196.Het proces-verbaal d.d. 21 februari 2013, pag. 2472 met bijlage BVO registratie, pag. 2474.
197.Het proces-verbaal d.d. 21 februari 2013, pag. 2472 met bijlage BVO registratie, pag. 2474 en 2475.
198.Het proces-verbaal d.d. 21 februari 2013, pag. 2472 met bijlage BVO registratie, pag. 2475.
199.Zie Bijlage II.1 De destijds bij verdachten in gebruik zijnde telefoonnummers.
200.Het proces-verbaal d.d. 21 februari 2013, pag. 2472 met bijlage BVO registratie, pag. 2476.
201.Het proces-verbaal van aangifte, pag. 2495 en 2496, met de daaraan gehechte Rapportage Diefstal Energie, pag. 2498.
202.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 april 2012, pag. 2595 en 2596.
203.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 april 2012 pag. 2607.
204.Het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 1 mei 2012, pag. 2647.
205.Het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 1 mei 2012, pag. 2648 en 2649.
206.Het deskundigenrapport d.d. 26 maart 2013, pag. 2654 en 2656.
207.Het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 1 mei 2012, pag. 2648.
208.Het proces-verbaal uitslag sporenonderzoek d.d. 7 mei 2012, pag. 2653, met als bijlage het rapport dactyloscopisch sporenonderzoek, pag. 2651 en 2652.
209.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 april 2012, pag. 2577.
210.Het proces-verbaal verhoor [getuige 3] d.d. 15 januari 2013, pag. 2682.
211.Het proces-verbaal verhoor [getuige 3] d.d. 7 maart 2013, pag. 2715.
212.Het proces-verbaal verhoor [getuige 3] d.d. 16 januari 2013, pag. 2691.
213.Het proces-verbaal d.d. 7 maart 2013, pag. 2717.
214.Het proces-verbaal van aangifte door [aangever 1], (mede) namens Stedin, d.d. 20 april 2012, pag. 2609, met de daaraan gehechte Rapportage diefstal energie, pag. 2612.
215.Het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij d.d. 25 februari 2013, pag. 2764 en 2765.
216.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 februari 2013, pag. 2860.
217.Het proces-verbaal van aantreffen hennepkwekerij d.d. 25 februari 2013, pag. 2765.
218.Het proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 21 februari 2013, pag. 2862.
219.Het proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 21 februari 2013, pag. 2863.
220.Het proces-verbaal uitslag sporenonderzoek d.d. 8 maart 2013, pag. 2865, met als bijlage het rapport dactyloscopisch sporenonderzoek, pag. 2866 en 2867.
221.Zie Bijlage II.1 De destijds bij verdachten in gebruik zijnde telefoonnummers.
222.Zie Bijlage II.1 De destijds bij verdachten in gebruik zijnde telefoonnummers.
223.Het proces-verbaal d.d. 22 februari 2013, pag. 2759 met bijlage BVO registratie, pag. 2762 en 2763.
224.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 5] d.d. 11 februari 2013, pag. 2872.
225.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 5] d.d. 12 februari 2013, pag. 2893.
226.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 5] d.d. 11 februari 2013, pag. 2890.
227.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 5] d.d. 12 februari 2013, pag. 2894.
228.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 5] d.d. 13 maart 2013, pag. 2901.
229.Het proces-verbaal d.d. 7 maart 2013, pag. 2903.
230.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 5] bij de rechter-commissaris d.d. 28 oktober 2013, pag. 4.
231.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 5] bij de rechter-commissaris d.d. 28 oktober 2013, pag. 2.
232.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 maart 2013. Foto 5 op pagina 1174 betreft [medeverdachte 7], geboren op [1988].
233.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 maart 2013. Foto 3 op pagina 1172 betreft [verdachte], geboren op [1984].
234.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 5] bij de rechter-commissaris d.d. 28 oktober 2013, pag. 3.
235.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 3] d.d. 6 maart 2013, pag. 2911 en 2912.
236.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 3] d.d. 7 maart 2013, pag. 2917.
237.Het proces-verbaal d.d. 7 maart 2013, pag. 2919.
238.Het proces-verbaal van aangifte door [K], (mede) namens Stedin d.d. 25 februari 2013, pag. 2814, met de daaraan gehechte Rapportage diefstal energie, pag. 2817.
239.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 5] d.d. 11 februari 2013, pag. 2890.
240.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 27 februari 2013, pag. 2981.
241.Het proces-verbaal Opiumwet d.d. 26 maart 2013, pag. 2979.
242.Het proces-verbaal Sporenonderzoek d.d. 7 maart 2013, pag. 3021.
243.Het proces-verbaal Sporenonderzoek d.d. 7 maart 2013, pag. 3022.
244.Bijlage deskundigenrapport d.d. 10 april 2013, pag. 3026.
245.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 4] d.d. 14 maart 2013, pag. 3040.
246.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 maart 2013, pag. 3053.
247.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 3] d.d. 7 maart 2013, pag. 3065.
248.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 3] d.d. 7 maart 2013, pag. 3066.
249.Het proces-verbaal d.d. 7 maart 2013, pag. 3068.
250.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 april 2013, pag. 2970 tot en met 2972.
251.Het proces-verbaal van aangifte door [aangever 2], (mede) namens Liander NV, d.d. 18 maart 2013, met de daaraan gehechte Aangifte Liander, pag. 2994.
252.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 december 2012, pag. 3107.
253.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 december 2012, pag. 3110.
254.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 december 2012, pag. 3124.
255.Het proces-verbaal van aangifte door [aangever 4], (mede) namens Stedin, d.d. 24 december 2012 met de daaraan gehechte Rapportage Diefstal Energie, pag. 3129.
256.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 december 2012, pag. 3165.
257.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 december 2012, pag. 3166.
258.Rapport DNA-onderzoek referentiemonster d.d. 26 maart 2013, pag. 3170 en 3173.
259.Zie Bijlage II.1 De destijds bij verdachten in gebruik zijnde telefoonnummers.
260.Een geschrift, te weten een BVO registratie, pag. 3176.
261.Een geschrift, te weten een BVO registratie, pag. 3179.
262.Het proces-verbaal van verhoor van [B] d.d. 10 januari 2013, pag. 3180.
263.Het proces-verbaal van verhoor van [B] d.d. 10 januari 2013, pag. 3181.
264.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 3] d.d. 16 januari 2013, pag. 3265.
265.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 3] d.d. 6 maart 2013, pag. 3283 en 8384.
266.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 maart 2013, pag. 3291 en 3292.
267.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 maart 2013, pag. 3291 en 3293.
268.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 3] d.d. 7 maart 2013, pag. 3289.
269.Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 5] d.d. 8 maart 2013, pag. 906.
270.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 februari 2013, pag. 3463.
271.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 18 februari 2013, pag. 3464.
272.Het proces-verbaal Opiumwet d.d. 14 maart 2013, pag. 3469.
273.Het proces-verbaal van aangifte door [aangever 3], (mede) namens Liander, d.d. 8 maart 2013, met de daaraan gehechte Aangifte Liander, pag. 3476.
274.Zie Bijlage II.1 De destijds bij verdachten in gebruik zijnde telefoonnummers.
275.Zie Bijlage II.1 De destijds bij verdachten in gebruik zijnde telefoonnummers.
276.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 april 2013, pag. 3456.
277.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 april 2013, pag. 3459.
278.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 april 2013, pag. 3457.
279.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 april 2013, pag. 3457.
280.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 februari 2013, pag. 4341.
281.Het proces-verbaal Observeren woensdag 30 januari 2013, d.d. 4 februari 2013, pag. 3453.
282.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 5 april 2013, pag. 3459.
283.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 14] d.d. 8 februari 2013, pag. 3543.
284.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 14] d.d. 7 maart 2013, pag. 3548.
285.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 14] d.d. 7 maart 2013, pag. 3549.
286.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 14] d.d. 7 maart 2013, pag. 3548.
287.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 14] d.d. 7 maart 2013, pag. 3549.
288.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 maart 2013, pag. 3551.
289.Het proces-verbaal van aangifte door [aangever 3], (mede) namens Liander, d.d. 8 maart 2013, met de daaraan gehechte Aangifte Liander, pag. 3476.
290.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 mei 2013, pag. 3613 en 3614.
291.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 april 2013, pag. 3618.
292.Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 5] d.d. 8 maart 2013, pag. 3597.
293.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 april 2013, pag. 3699 en 3700.
294.Bijlage bij rapport NFI d.d. 9 februari 2012, pag. 3703.
295.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 15] d.d. 19 maart 2013, pag. 3706 en 3707.
296.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 15] d.d. 19 maart 2013, pag. 3720.
297.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 15] d.d. 19 maart 2013, pag. 3708 en 3710.
298.Zie Bijlage II.1 De destijds bij verdachten in gebruik zijnde telefoonnummers.
299.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 oktober 2013, pag. 7015.
300.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 april 2013, pag. 3673.
301.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 april 2013, pag. 3675, 3676, 3679 en 3680.
302.BVO-registratie d.d. 1 december 2012, pag. 3737, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 6] d.d. 17 mei 2013.
303.BVO-registratie d.d. 6 december 2012, pag. 3740, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 6] d.d. 17 mei 2013.
304.BVO-registratie d.d. 6 december 2012, pag. 3742, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 6] d.d. 17 mei 2013.
305.BVO-registratie d.d. 6 december 2012, pag. 3743, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 6] d.d. 17 mei 2013.
306.BVO-registratie d.d. 6 december 2012, pag. 3744, als bijlage gevoegd bij het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 6] d.d. 17 mei 2013.
307.Zie Bijlage II.1 De destijds bij verdachten in gebruik zijnde telefoonnummers.
308.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 oktober 2013, pag. 7015.
309.Zie Bijlage II.1 De destijds bij verdachten in gebruik zijnde telefoonnummers.
310.Zie Bijlage II.1 De destijds bij verdachten in gebruik zijnde telefoonnummers.
311.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 oktober 2013, pag. 7011 en 7012.
312.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 oktober 2013, pag. 7013.
313.Zie Bijlage II.1 De destijds bij verdachten in gebruik zijnde telefoonnummers.
314.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 oktober 2013, pag. 7014.
315.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 oktober 2013, pag. 7015.
316.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 november 2012, pag. 3576.
317.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 19 februari 2013, pag. 3582.
318.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 oktober 2012, pag. 7015.
319.Geschrift, te weten de aangifte door [J] namens Liander NV d.d. 21 maart 2013, pag. 3622.
320.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 7 maart 2013, pag. 3037 en 3038.
321.Het proces-verbaal van verhoor van [H] d.d. 12 april 2013, pag. 4817 en 4818.
322.Het proces-verbaal van verhoor van [H] d.d. 12 april 2013, pag. 4819.
323.Het proces-verbaal van verhoor van [getuige 11], pag. 1799 en 1800.
324.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 4 maart 2013, pag. 718.
325.Het proces-verbaal van doorzoeking d.d. 4 maart 2013, pag. 722.
326.Bijlage bij het proces-verbaal van doorzoeking d.d. 4 maart 2013, pag. 725.
327.Het proces-verbaal van doorzoeking d.d. 4 maart 2013, pag. 723.
328.Bijlage bij het proces-verbaal van doorzoeking d.d. 4 maart 2013, pag. 726 tot en met 729.
329.Het proces-verbaal van doorzoeking d.d. 4 maart 2013, pag. 723.
330.Bijlage bij het proces-verbaal van doorzoeking d.d. 4 maart 2013, pag. 730 en 731.
331.Het proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 3] d.d. 27 februari 2013, pag. 746, 758
332.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 mei 2013, pag. 261, met daaraan gehechte bijlagen genummerd 1 tot en met 7, pagina 263 tot en met 314.
333.Geschriften, als bijlage 2 opgenomen bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 mei 2013, pag. 267 tot en met 283.
334.Geschrift, als bijlage 4 opgenomen bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 mei 2013, pag. 307.
335.Geschriften, als bijlage 5 opgenomen bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 mei 2013, pag. 308 tot en met 312.
336.Geschriften, als bijlage 5 en 6 opgenomen bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 mei 2013, pag. 310 en 313.
337.Geschrift, als bijlage 7 opgenomen bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 mei 2013, pag. 314.
338.Geschrift, als bijlage 4 opgenomen bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 mei 2013, pag. 307.
339.Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 3] d.d. 27 februari 2013, pag. 746.
340.Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 6] d.d. 17 mei 2013, pag. 3734.
341.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 mei 2013, pag. 470.
342.Geschriften, als bijlage 1 opgenomen bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 mei 2013, pag. 263 en 264.
343.Geschriften, als bijlage 1 opgenomen bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 mei 2013, pag. 263 en 264.
344.Geschriften, als bijlage 1 opgenomen bij het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 mei 2013, pag. 263 tot en met 265.
345.Het proces-verbaal van verhoor van [medeverdachte 3] d.d. 28 februari 2013, pag. 752.
346.[medeverdachte 6], [medeverdachte 5], [medeverdachte 1], [verdachte], [medeverdachte 1], [medeverdachte 4], [medeverdachte 3], [medeverdachte 2], [getuige 3] en [A], proces-verbaal van bevindingen d.d. 22 maart 2013, met bijlagen pag. 3758 tot en met 3768 in combinatie met pag. 3806 tot en met 3815.
347.Het proces-verbaal van verhoor van [T] d.d. 2 april 2013, pag. 3792 tot en met 3796, met bijlagen pag. 3800 tot en met 3805.
348.Het proces-verbaal d.d. 11 juli 2013, pag. 4482 en 4483, met bijlage pag. 4484 tot en met 4508.
349.Het proces-verbaal d.d. 10 januari 2013, pag. 3772, met de daaraan gehechte BVO registratie d.d. 27 december 2012, pag. 3777.
350.Het proces-verbaal d.d. 10 januari 2013, pag. 3772, met de daaraan gehechte BVO registratie d.d. 27 december 2012, pag. 3777.
351.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 januari 2013, pag. 3771.
352.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 januari 2013, pag. 3779 en 3780.
353.Het proces-verbaal bevindingen d.d. 13 februari 2013, pag. 3782 en 3783.
354.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 februari 2013, pag. 3783, met de daaraan gehechte BVO registratie d.d. 9 januari 2013, pag. 3787 en 3788.
355.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 februari 2013, pag. 3783, met de daaraan gehechte BVO registratie d.d. 9 januari 2013, pag. 3789.
356.Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 februari 2013, pag. 3783, met de daaraan gehechte BVO registratie d.d. 9 januari 2013, pag. 3790 en 3791.
357.Het proces-verbaal van verhoor van [T] d.d. 2 april 2013, pag. 3793.
358.Het proces-verbaal doorzoeking perceel [adres] te [woonplaats] d.d. 10 april 2013, pag. 179.