In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 27 mei 2014 uitspraak gedaan over de verleende omgevingsvergunning voor het uitbreiden en intern verbouwen van een McDonald's restaurant in Zeist. De rechtbank heeft het bestreden besluit van 11 juni 2013 vernietigd, omdat het niet voldeed aan de vereisten van zorgvuldigheid en motivering. De eisers, waaronder de Stichting Utrechts Landschap, voerden aan dat de vergunninghouder onvoldoende rekening had gehouden met de overlast voor omwonenden, zoals afval en verkeersproblematiek. De rechtbank oordeelde dat de belangenafweging door verweerder onvoldoende was onderbouwd en dat er onduidelijkheid bestond over het aantal zitplaatsen na de uitbreiding. De rechtbank concludeerde dat het bestreden besluit berustte op een onjuiste feitelijke grondslag en dat er sprake was van een fundamenteel gebrek in de besluitvorming. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen zes weken na de uitspraak een nieuw besluit te nemen op de bezwaren van eisers, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Tevens werd een voorlopige voorziening getroffen, waarbij het primaire besluit van 6 augustus 2012 werd geschorst tot het nieuwe besluit is genomen. De rechtbank heeft geen proceskostenvergoeding toegekend, maar verweerder moet wel het griffierecht vergoeden aan de eisers.