Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
B&A HOLDING B.V.en
B&A NEDERLAND B.V.,
1.De procedure
- het tussenvonnis van 28 augustus 2013;
- de akte overleggen productie met toelichting van [gedaagde] van 20 januari 2014;
- de nadere akte inbreng producties met toelichting van de curator van 20 januari 2014;
- het proces-verbaal van comparitie van 20 januari 2014.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
NJ2002, 95; Mefigro/Wind).
managementfeeaan B&A Holding, ter attentie van [gedaagde]. De uitkering van
managementfeeaan de (middellijk) statutair bestuurders was onderwerp van overleg met [gedaagde]. Er hebben diverse betalingen plaatsgevonden aan en van de (middellijk) bestuurder onder vermelding van omschrijvingen als: “Zoals besproken met de heer [gedaagde]”. Ook ontving [B] van B&A Holding
managementfee. Voorts heeft [gedaagde] de vennootschappen intern en extern vertegenwoordigd. Zo heeft hij zich beziggehouden met het regelen van financiering, heeft hij de vennootschappen vertegenwoordigd bij besprekingen over de bouw van een fabriek in Marokko en heeft hij alle arbeidsovereenkomsten namens de vennootschappen ondertekend. In de als producties overgelegde arbeidsovereenkomsten staat volgens de curator vermeld dat [gedaagde] de vennootschap ingevolge de statuten rechtsgeldig vertegenwoordigde, terwijl uit de statuten niet blijkt dat aan [gedaagde] die bevoegdheid was verleend. Verder heeft [gedaagde] geïnvesteerd in B&A Holding. Nadat B&A Holding in staat van faillissement was verklaard, heeft de curator zich begeven naar de bedrijfsruimte van de vennootschappen. Zij werd daar te woord gestaan door een (voormalig) medewerker van B&A Holding die haar verwees naar [gedaagde].