In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 25 maart 2014, stond de verdachte terecht voor winkeldiefstal met geweld. De verdachte had op 16 juni 2013 een biefstuk gestolen bij de Albert Heijn in Utrecht. Tijdens de aanhouding verzette hij zich en gebruikte hij geweld tegen de medewerkers van de winkel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, geboren in 1981 en thans verblijvende in een instelling, zich schuldig heeft gemaakt aan de diefstal en het geweld. De verdachte was aanwezig bij de zittingen op 30 december 2013 en 11 maart 2014, waarbij hij werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. M. van Harskamp.
De rechtbank heeft de tenlastelegging beoordeeld en vastgesteld dat de dagvaarding geldig was. De officier van justitie achtte de diefstal met geweld wettig en overtuigend bewezen, terwijl de verdediging vrijspraak eiste. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de diefstal en het geweld, en dat zijn psychische gesteldheid een rol speelde in zijn handelen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte enigszins verminderd toerekeningsvatbaar was, maar niet volledig ontoerekeningsvatbaar.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 47 dagen, gelijk aan de tijd die hij al in voorarrest had doorgebracht. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoonlijke situatie van de verdachte. De uitspraak benadrukt de impact van dergelijke delicten op de slachtoffers en de winkel, en de noodzaak van een passende straf.