Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
- spoor AAEN0263NL op de tas met SIN nummer AAFG3283NL (Seat Leon)
- spoor AAEN0265NL op de tas met SIN nummer AAFG3283NL (Seat Leon)
- spoor AAEN0267NL op de tas met SIN nummer AAEN0305NL (Heidelaan)
De rechtbank overweegt dat voornoemde goederen en kledingstukken werden aangetroffen op de Heidelaan tussen de plaats waar de gecrashte vluchtauto stond en het viaduct, waar verschillende getuigen een kennelijke tweede vluchtauto en de kennelijke daders hebben gezien. De joggingbroek en het vest werden onder dit viaduct aangetroffen.
Op de betreffende dag was het wegdek bedekt met 5 cm sneeuw. De op de weg aangetroffen goederen waren echter droog en niet bedekt met sneeuw. Voorts bleek uit de verklaringen van de aangever en getuigen dat de daders van de overval, bivakmutsen, handschoenen en donkere kleding (hoodies) en (één van de donker getinte overvallers) een grijze joggingbroek droegen, en dat bij de overval een oranje lifehammer werd gebruikt.
Ten aanzien van de afgelegde verklaringen overweegt de rechtbank, dat daaruit weliswaar kan volgen dat verdachte in december 2012 heeft geholpen met (de voorbereiding van) de verkoop van kerstbomen, maar dat het -gezien de door verdachte en getuige [getuige 2] ter zitting afgelegde verklaringen niet aannemelijk is geworden dat verdachte en [getuige 2] op 6 december 2012 in de kiosk van [getuige 1] hebben geholpen. Verdachte en [getuige 2] verklaarden immers uitdrukkelijk dat zij waren ingeschakeld voor de voorbereidingswerkzaamheden (zagen en kruizen slaan), terwijl [getuige 1] verklaarde dat zij op de eerste dag na Sinterklaas alle mogelijke hulp kon gebruiken omdat dan de daadwerkelijke verkoop begon, en dat het voorbereidende werk dan al was gebeurd. Voorts wordt er door verdachte en de getuigen ook op andere punten verschillend verklaard, zoals over de werktijden, de prijzen van de kerstbomen en de aanwezige personen.
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregelen
9.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
[slachtoffer]vordert een schadevergoeding van € 1.775,20.
,levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
30 maanden.