ECLI:NL:RBMNE:2013:CA1783
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- D.A.C. Koster
- M. Ferschtman
- M. Stoové
- Rechtspraak.nl
Ontnemingsvordering wegens wederrechtelijk verkregen voordeel na diefstal met geweld
In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 26 april 2013 uitspraak gedaan in een ontnemingsvordering tegen een veroordeelde, die eerder was veroordeeld voor diefstal met geweld. De veroordeelde, geboren in 1986 en gedetineerd in PI Flevoland, werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. S.L.E.M. Poll. Tijdens de zitting op 15 april 2013 heeft de raadsman betoogd dat de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel niet correct was, en dat deze gebaseerd moest worden op de inkoopwaarde van de sieraden in plaats van de verkoopwaarde inclusief BTW. De officier van justitie had aanvankelijk een bedrag van € 20.000,00 gevorderd, maar de rechtbank heeft uiteindelijk vastgesteld dat het wederrechtelijk verkregen voordeel € 42.651,40 bedraagt.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de totale waarde van de door de veroordeelde en zijn mededaders weggenomen sieraden € 213.257,00 bedroeg. Op basis van de aanname dat deze sieraden in het criminele circuit zijn verkocht, heeft de rechtbank het percentage van 20% gehanteerd om het wederrechtelijk verkregen voordeel te berekenen. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen bewijs is dat de buit onder de mededaders is verdeeld en dat de veroordeelde hoofdelijk aansprakelijk is voor het totale bedrag.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de veroordeelde verplicht om het bedrag van € 42.651,40 aan de Staat te betalen. Tevens is bepaald dat een eerder toegewezen schadevergoeding van € 7.500,00 aan de benadeelde partij in mindering wordt gebracht op het te betalen bedrag, indien dit bedrag door de veroordeelde of zijn mededaders aan de benadeelde partij of aan de Staat is betaald.