RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Parketnummer: 16.659174-13; 15.800898-11 (vordering tul); 13.058292-11 (vordering tul)
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 14 mei 2013
[verdachte],
geboren op [1967] te [geboorteplaats],
postadres: [woonplaats], [adres],
feitelijk verblijvende: [adres] te [woonplaats].
1 HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het onderzoek heeft plaatsgevonden ter openbare terechtzitting van 14 mei 2013 te Lelystad, waarbij de verdachte niet is verschenen. Ter terechtzitting is verschenen mr. J.K. Visser, die heeft verklaard door de verdachte uitdrukkelijk te zijn gemachtigd om deze ter terechtzitting te verdedigen.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. A.S.J. Visser en van de standpunten door de raadsman van verdachte naar voren gebracht.
De verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 11 februari 2013 in de gemeente Hilversum, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen zeven verpakkingen met vlees en/of zes paar sokken, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Albert Heijn (filiaal), [straatnaam] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
4 DE BEWIJSMIDDELEN EN DE BEOORDELING DAARVAN
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het aan hem ten laste gelegde feit heeft begaan.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft er ten aanzien van een eventuele bewezenverklaring op gewezen dat de vader van verdachte verklaart dat hij zijn zoon niks heeft gegeven en dat verdachte zegt dat zijn vader dementerend is.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het aan hem ten laste gelegde feit heeft gepleegd. De rechtbank heeft daarbij gelet op:
- de door [benadeelde] namens Albert Heijn aan de[straatnaam] in de gemeente Hilversum gedane aangifte ;
- het proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 februari 2013 betreffende de aanvullende verklaring van aangever ;
- het proces-verbaal van bevindingen d.d. 11 februari 2013 betreffende het verhoor van de vader van verdachte .
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op 11 februari 2013 in de gemeente Hilversum, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen zeven verpakkingen met vlees en zes paar sokken, toebehorende aan de Albert Heijn (filiaal [straatnaam]).
Van het meer of anders ten laste gelegde zal verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.
Het feit en verdachte zijn strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden zijn gebleken die die strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het door hem bewezen geachte feit zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 44 dagen met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft naar voren gebracht dat als de rechtbank tot een bewezenverklaring komt de eis van de officier van justitie een passende straf is. De raadsman heeft erop gewezen dat verdachte door alles en iedereen is uitgekakt. Daar komt bij dat er een tumor in zijn hoofd is geconstateerd en dat verdachte een afspraak met het ziekenhuis heeft voor een mri-scan. Gelet op de huidige omstandigheden van verdachte is hij er niet bij gebaat als hij weer de gevangenis in moet, aldus de raadsman.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een winkeldiefstal. Winkeldiefstallen zijn ergerlijke feiten, die naast schade vaak veel hinder opleveren voor de gedupeerde bedrijven. Diefstallen kosten winkels, en daardoor ook het publiek, jaarlijks veel geld. Verdachte heeft hier nimmer bij stilgestaan en enkel gedacht aan zijn eigen gewin.
Uit het uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 12 april 2013 volgt dat verdachte meermalen is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten, waaronder met name vermogensdelicten.
Alles overziende is de rechtbank van oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde straf een passende sanctie is. De rechtbank zal dan ook aan verdachte opleggen een gevangenisstraf voor de duur van 44 dagen met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft gezeten.
9 DE VORDERING TENUITVOERLEGGING van parketnummer 15/800898-11
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd om de vordering tot tenuitvoerlegging bekend onder parketnummer 15/800989-11 af te wijzen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de vordering tot tenuitvoerlegging onder genoemd parketnummer dient te worden afgewezen.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht termen aanwezig de vordering tot tenuitvoerlegging van de in de zaak met parketnummer 15/800898-11 door de meervoudige strafkamer te Haarlem bij vonnis
d.d. 14 oktober 2011 voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van vier maanden af te wijzen.
10 DE VORDERING TENUITVOERLEGGING met parketnummer 13/058292-11
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd om ten aanzien van de vordering tot tenuitvoerlegging bekend onder parketnummer 13/058292-11 de proeftijd te verlengen met één jaar.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de vordering tot tenuitvoerlegging onder genoemd parketnummer dient te worden afgewezen.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op het feit dat onder voornoemd parketnummer bij vonnis van 29 februari 2012 door de politierechter te Amsterdam aan de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van twee weken een proeftijd van twee jaar is gekoppeld en de proeftijd derhalve niet op korte termijn is afgelopen, maar doorloopt tot het jaar 2014 zal de rechtbank de proeftijd niet verlengen, maar de vordering tot tenuitvoerlegging in deze zaak afwijzen.
11 TOEPASSELIJKHEID WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
De beslissing berust op de artikelen 10, 27 en 310 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde feit strafbaar en kwalificeert dat zoals hierboven onder 6 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 44 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Vordering tenuitvoerlegging
- wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de in de zaak met parketnummer 15/800898-11 door de rechtbank te Haarlem bij vonnis d.d. 14 oktober 2011 voorwaardelijk aan verdachte opgelegde straf.
- wijst af de vordering tot tenuitvoerlegging van de in de zaak met parketnummer 13/058292-11 door de politierechter te Amsterdam bij vonnis d.d. 29 februari 2012 voorwaardelijk aan verdachte opgelegde straf.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Ferschtman, voorzitter, mrs. D.A.C. Koster en H. Vegter, rechters, in tegenwoordigheid van mr. K.F. van Dam, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 mei 2013.