4.5.2. Het door de Raad van State gegeven oordeel in de bestuursrechtelijke procedure betreft in wezen dezelfde vraag die de kantonrechter moet beoordelen. De kantonrechter is in beginsel aan deze beslissing gebonden. Onder bijzondere omstandigheden kan aanleiding bestaan hierop een uitzondering te maken (Hoge Raad, 24 september 2002, LJN AE2126, NJ 2003, 80).
Hetgeen door de verdediging wordt aangevoerd kan niet als zodanige bijzondere omstandigheid gelden op grond van het volgende.
ad a.
De Raad van State heeft dit bezwaar van De Kampanje uitdrukkelijk in zijn overwegingen betrokken en geoordeeld (r.o. 2.7.1) dat de minister zijn standpunt dat De Kampanje niet voldoet aan de eisen van de Lpw 1969 uitsluitend heeft gebaseerd op de vereisten van die wet, immers heeft gebaseerd op de met sterretjes gemarkeerde vragen en onderdelen in de Toezichtkaders; daarmee zijn de op de Lpw 1969 gebaseerde criteria gemarkeerd.
ad b. en c.
De Inspectie, die een instelling onderzoekt die zich presenteert als school in de zin van artikel 1.b. onder 3 Lpw 1969, toetst of de instelling bepaalde kenmerken heeft waaraan een school volgens de Lpw 1969 moet voldoen. Als die kenmerken niet kunnen worden vastgesteld kan dat negatief geformuleerd worden, de Inspectie behoeft niet te melden wat de wel aanwezige kenmerken van die school zijn.
De kantonrechter kan op grond van een dergelijk, negatief geformuleerd rapport van de Inspectie bewezen achten dat geen sprake is van een school in de zin van artikel 1.b. onder 3 Lpw 1969.
Dat betekent niet dat sprake is van een omkering van de bewijslast: de verdachte behoeft immers niet te bewijzen dat de school wel een school in de zin van artikel 1.b. onder 3 Lpw 1969 is, reeds het zaaien van enige twijfel aan het Inspectierapport is voldoende om vrijspraak te bewerkstelligen.
In dit geval is zodanige twijfel niet gezaaid met hetgeen gesteld wordt over schoolplan en lerarenpoule. Niet alleen heeft de Raad van State, anders dan De Kampanje stelt de oprichtingsovereenkomst met betrekking tot de docentenpoule meegewogen, ook het gebruik daarvan is in dat oordeel betrokken (r.o. 2.8.1).
Ten aanzien van het schoolplan heeft de Raad van State overwogen dat dit noch in bezwaar, noch in beroep is overgelegd en dat daarom de enkele stelling van De Kampanje dat zij wel over een schoolplan beschikt onvoldoende is (r.o. 2.9).
De Kampanje heeft thans in de strafzaak, in noot 7 van de dupliek aangegeven dat het schoolplan omvangrijk is maar desverzocht kan worden overgelegd.
De kantonrechter ziet geen aanleiding om alsnog overlegging van een dergelijk stuk te verzoeken en dit vervolgens te laten toetsen door een deskundige, op grond van hetgeen hierna ad d. is overwogen.
Ad d.
Moet nader onderzoek worden gelast om te beoordelen of De Kampanje thans voldoet dan wel na december 2009 is gaan voldoen, aan de eisen voor een niet-bekostigde school in de zin van de Lpw 1969?
De kantonrechter acht dit niet noodzakelijk op grond van het volgende.
De vrijheid van onderwijs wordt beperkt – en mag worden beperkt - door onderwijswetgeving. Zowel in artikel 1a1.1.b Lpw 1969 als in artikel 9 lid 6 Wpo en artikel 11b Wvo spreekt de wetgever over kerndoelen van het (basis- respectievelijk voortgezet) onderwijs.
De kantonrechter begrijpt uit hetgeen door de heer [betrokkene], mede namens verdachte is verklaard ter zitting:
Als u mij voorhoudt dat de vrijheid van onderwijs (ook) haar begrenzing vindt in de minimumeisen die de overheid mag stellen zeg ik:
Als ouder wil ik natuurlijk dat mijn kind goed wordt opgeleid en alles leert. De vraag is wat de meest effectieve manier is waarop een kind leert. De kerndoelen stellen een aanbodverplichting voor; een leerverplichting. …. De vraag is: wat is vrijheid? Keuze uit een volgorde van lessen is geen vrijheid. Een geconditioneerde keuze is geen keuze. Keuze is ook de vrijheid te kiezen wat je kiest.
en uit de door de verdediging overgelegde stukken, waaruit blijkt dat juist het formuleren van leerdoelen door een ander dan het lerende kind zelf in strijd is met het wezen van deze school.
Reeds op deze grond moet worden aangenomen dat De Kampanje niet aan de eisen, te stellen aan een niet-bekostigde school bedoeld in artikel 1.b. onder 3 Lpw 1969 voldoet.