ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ5778
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Herstelbeslissing in wrakingszaak tegen de rechtbank
In deze wrakingszaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland, is op 26 maart 2013 een herstelbeslissing genomen. De zaak betreft een verzoek tot wraking van de rechtbank door de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [verzoekster] B.V., gevestigd te [vestigingsplaats]. In een eerdere beslissing van 19 maart 2013 was overwogen dat het verzoek niet-ontvankelijk zou worden verklaard, maar het dictum vermeldde dat het verzoek tot wraking werd afgewezen. De rechtbank constateerde dat er sprake was van een kennelijke fout in de eerdere beslissing, die eenvoudig hersteld kon worden.
De rechtbank heeft daarom besloten om het dictum van de beslissing van 19 maart 2013 te corrigeren. Het gewijzigde dictum bepaalt dat [verzoekster] B.V. niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar verzoek tot wraking, in plaats van dat het verzoek wordt afgewezen. Deze wijziging is van belang voor de rechtsgang en de betrokken partijen, aangezien het de uitkomst van de wrakingsprocedure beïnvloedt.
De rechtbank heeft de griffier van de wrakingskamer opgedragen om deze herstelbeslissing toe te zenden aan [verzoekster] B.V., de rechter, de voorzitter van de afdeling civiel en de president van de rechtbank. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de leden van de wrakingskamer, met de griffier aanwezig. Deze beslissing is een voorbeeld van hoe de rechtbank omgaat met fouten in eerdere uitspraken en de noodzaak om deze te corrigeren voor een eerlijke rechtsgang.