ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ5313
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter in civiele zaak met betrekking tot aanneemovereenkomst
In deze wrakingszaak heeft [verzoekster] B.V. op 11 februari 2013 een verzoek tot wraking ingediend tegen mr. P.S. Elkhuizen-Koopmans, rechter in de afdeling civiel recht van de Rechtbank Midden-Nederland. Het verzoek is gedaan naar aanleiding van de vrees van [A], vertegenwoordiger van [verzoekster] B.V., dat de rechter niet onpartijdig zou zijn in de behandeling van een geschil met [belanghebbende]. De rechter heeft op 27 februari 2013 schriftelijk haar standpunt over het wrakingsverzoek kenbaar gemaakt. De mondelinge behandeling vond plaats op 5 maart 2013, waarbij [A] aanwezig was, maar de rechter afwezig was. [belanghebbende] was wel aanwezig, bijgestaan door haar advocaat mr. S.E. de Boer.
De rechtbank heeft in haar beoordeling vastgesteld dat het wrakingsverzoek niet-ontvankelijk is, omdat [A] het verzoek te laat heeft ingediend. Volgens artikel 37 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dient een verzoek tot wraking te worden ingediend zodra de feiten en omstandigheden aan de verzoeker bekend zijn geworden. Aangezien de zitting in de hoofdprocedure op 16 januari 2013 heeft plaatsgevonden en het wrakingsverzoek pas op 11 februari 2013 is ingediend, heeft [A] niet voldaan aan deze termijn.
De rechtbank heeft verder opgemerkt dat, zelfs als het verzoek ontvankelijk zou zijn, [A] geen gegronde redenen heeft aangevoerd voor de veronderstelde partijdigheid van de rechter. Het enkele feit dat hij vreest dat de rechter niet de juiste beslissing zal nemen, is onvoldoende om een wrakingsverzoek te onderbouwen. De rechtbank heeft het verzoek tot wraking afgewezen en de griffier opgedragen de beslissing aan de betrokken partijen te zenden. De uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer op 19 maart 2013.