ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ1375

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
18 februari 2013
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
16-600016-10
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met voorwaarden voor een man met persoonlijkheidsstoornis en middelengebruik

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 18 februari 2013 de terbeschikkingstelling (TBS) met voorwaarden van een 37-jarige man uit Utrecht verlengd met een jaar. De man heeft als hoofddiagnose een persoonlijkheidsstoornis NAO, met antisociale en schizotypische trekken, en is cannabisafhankelijk. Ondanks eerdere behandelingen bij de forensische polikliniek Kade 17 en Centrum Maliebaan, blijkt de man beperkt leerbaar en heeft hij weinig probleembesef. Dit leidt tot een verhoogd risico op recidive, vooral door zijn terugval in middelengebruik, ondanks waarschuwingen van de officier van justitie. De rechtbank heeft geconstateerd dat de man meerdere keren alcohol en cannabis heeft gebruikt zonder toestemming van de reclassering, wat zijn recidiverisico verhoogt. De reclassering adviseert om de TBS met voorwaarden te verlengen en de voorwaarden aan te passen, zodat de man geen alcohol en softdrugs mag gebruiken. De rechtbank heeft dit advies gevolgd en de voorwaarden gewijzigd, waarbij de man nu onder andere verplicht is om zich te houden aan het behandelplan van Kade 17 en openheid te geven over zijn sociale netwerk en financiële situatie. De rechtbank heeft de beslissing genomen met inachtneming van de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen of goederen, gezien het recidiverisico dat zou ontstaan bij het wegvallen van de TBS.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN NEDERLAND
Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/600016-10
Beslissing op de vorderingen tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden en tot wijziging van die voorwaarden d.d. 18 februari 2013
In de zaak van
[verdachte]
geboren te [geboorteplaats], op [1975],
wonende te [adres].
[woonplaats]
Raadsvrouw: mr. M.S.F. Ilahibaks-Gulzar, advocaat te Utrecht
1 De procedure
De procedure blijkt onder meer uit het volgende:
- een afschrift van het arrest van het Gerechtshof Amsterdam, nevenzittingsplaats Arnhem, van 1 maart 2011, waarin [verdachte] is veroordeeld wegens tweemaal poging tot doodslag en eenmaal bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht tot een gevangenisstraf van 20 maanden en terbeschikkingstelling met voorwaarden, welke terbeschikkingstelling met voorwaarden is ingegaan op 24 maart 2011;
- het advies van 13 september 2012 van J.M. Uneputty, reclasseringswerker, strekkende tot wijziging van de gestelde voorwaarden;
- de vordering van 17 december 2012 van de officier van justitie tot wijziging van één (of meer) van de gestelde voorwaarden;
- de vordering van de officier van justitie van 30 januari 2013, strekkende tot verlening van de terbeschikkingstelling voor de duur van één jaar;
- het rapport van psychiater C.A.M. van der Meijs van 18 januari 2013 strekkende tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden met één jaar;
- het advies van 17 januari 2013 van J.M. Uneputty, reclasseringswerker, strekkende tot verlenging van de termijn van terbeschikkingstelling met voorwaarden met één jaar.
2 De procesgang
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting op 4 februari 2013 is de officier van justitie gehoord. Tevens is [verdachte] gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw. Voorts is de deskundige mevrouw J.M. Uneputty, verbonden aan Reclassering Nederland, gehoord.
3 Het standpunt van de psychiater
Het standpunt van psychiater drs. C.A.M. van der Meijs blijkt uit het door hem opgemaakte rapport van 18 januari 2013. In dit rapport is onder meer het volgende vermeld.
Betrokkene heeft als hoofddiagnose een persoonlijkheidsstoornis NAO (niet anders omschreven) met antisociale en schizotypische trekken. Daarnaast is bij betrokkene sprake van cannabisafhankelijkheid. In het verleden is in ieder geval sprake geweest van misbruik van alcohol. Betrokkene heeft de afgelopen twee jaar behandelingen gevolgd bij de forensische polikliniek Kade 17 en Centrum Maliebaan. Problematisch voor de behandeling bij Kade 17 is volgens de behandelende psychiater Van Lith dat betrokkene beperkt leerbaar is en weinig probleembesef ervaart. Om die reden vergt de behandeling veel meer tijd. Anderzijds is het maar de vraag of langdurige behandeling wel zicht biedt op toename van het probleembesef. Mogelijk zou antipsychotische medicatie laaggedoseerd nog verbetering kunnen geven, maar betrokkene wil dit pertinent niet. Vanuit klinisch oogpunt zijn er nog steeds risico’s voor recidive aanwezig bij betrokkene, o.a. vanwege zijn beperkte probleeminzicht wat betreft de eigen kwetsbaarheden (schizotypische en antisociale persoonlijkheidstrekken), de afwezige motivatie voor het gebruik van antipsychotische medicatie en mogelijk (forse) terugvallen in middelengebruik. Betrokkene heeft op termijn een matig risico op recidive. Ondanks de beperkte behandelmogelijkheden wordt vanuit forensisch gedragskundig perspectief vanwege het nog steeds aanwezige (matig verhoogde) recidiverisico geadviseerd de terbeschikkingstelling met voorwaarden voor een jaar te verlengen. Daarbij merkt de deskundige op dat hij het wenselijk acht om met betrokkene af te spreken er naar te streven in dat jaar de behandeling af te ronden, zodat betrokkene uitzicht krijgt op een nieuwe toekomst in Suriname.
4 Het standpunt van de reclassering
Het standpunt van de reclassering is neergelegd in het advies wijziging voorwaarden van 13 september 2012 en in het voortgangsverslag TBS en verlengingsadvies van 17 januari 2013. Hierin is onder meer het volgende vermeld.
In de voorwaarden is opgenomen dat betrokkene alleen alcohol mag drinken en softdrugs mag gebruiken na overleg met en toestemming van de reclassering. Betrokkene heeft nimmer toestemming gekregen om alcohol dan wel cannabis te mogen gebruiken. Toch is betrokkene meerdere malen teruggevallen in alcohol- en cannabisgebruik. Hiervoor heeft betrokkene twee waarschuwingsbrieven van de officier van justitie ontvangen, de laatste op 5 september 2012. Op 2 januari 2013 is betrokkene in het kader van een time-out geplaatst in FPA Roosenburg te Den Dolder. In overleg met zijn behandelaars bij Kade 17, FPA Roosenburg te Den Dolder en IFZ Den Haag is afgesproken dat betrokkene daar een maand zal verblijven. Tussen de behandeld psychiater Van Lith van Kade 17 en de reclassering hebben regelmatig gesprekken plaatsgevonden in verband met een terugval in alcohol- en cannabisgebruik. Psychiater Van Lith heeft aangegeven dat cannabisgebruik absoluut gecontraïndiceerd is, met name door de negatieve invloed van het gebruik op de schizotypische persoonlijkheidstrekken. Dit is met betrokkene besproken en hem is uitgelegd dat hij geen cannabis en ook geen alcohol mag gebruiken. Betrokkene was het er niet mee eens en herhaalde dat blowen hem juist rustig maakt. Het recidiverisico wordt als hoog ingeschat. In dit kader heeft de reclassering erop gewezen dat betrokkene medio augustus 2012 bij het Kwakoefestival in Amsterdam is aangehouden voor openbare dronkenschap, waarbij hij een ambtenaar in functie heeft beledigd. De volgende dag is betrokkene heengezonden met een boete voor de openbare dronkenschap. Hij zal nog worden gedagvaard vanwege de belediging.
Naar aanleiding van het bovenstaande adviseert de reclassering de terbeschikkingstelling met voorwaarden met een jaar te verlengen alsmede om de voorwaarden te wijzigen in die zin dat als voorwaarde wordt gesteld dat betrokkene geen alcohol en/of softdrugs mag gebruiken. Voorts adviseert de reclassering toe te voegen aan de bestaande voorwaarde dat de heer [verdachte] zich gedurende de TBS met voorwaarden zal houden aan het behandelplan van Kade 17 te Utrecht, of een soortgelijke instelling, en de behandelafspraken en akkoord zal gaan met mogelijke wijzigingen, voorgesteld door die instelling, ook wanneer dit inhoudt kortdurende klinische behandeling ter stabilisatie, voor de duur van maximaal twee keer zeven weken.
5 Het standpunt van officier van justitie
De officier van justitie heeft naar aanleiding van het verhandelde ter terechtzitting haar vordering strekkende tot verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van één jaar gehandhaafd, met aanpassing van de voorwaarden zoals door de reclassering geadviseerd.
6 Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft betoogd dat de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden dient te worden afgewezen. De verdediging heeft daartoe gesteld dat het momenteel goed gaat met de heer [verdachte] en dat het advies van de reclassering tot verlenging van de terbeschikkingstelling voor de duur van een jaar niet wordt ondersteund door het rapport van psychiater C.A.M. van der Meijs. De psychiater plaatst in zijn rapport vraagtekens bij de zin van een verdere behandeling van de heer [verdachte] en vermeldt voorts dat, nu het indexdelict niet middelen gerelateerd was, een volledige abstinentie van alcohol en cannabis niet per se een noodzakelijk doel is. Mocht de rechtbank de vordering tot verlenging toewijzen, dan verzet de verdediging zich tegen een wijziging van de voorwaarden zoals door de reclassering voorgesteld. Een volledig verbod van alcohol en cannabis is gelet op het rapport van psychiater Van der Meijs niet aangewezen. Voorts heeft de verdediging erop gewezen dat het alcohol- en cannabisgebruik van de heer [verdachte] niet tot incidenten heeft geleid.
7 De beoordeling
Gelet op voormelde rapporten en de toelichting daarop door mevrouw Uneputty van de reclassering is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen danwel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden voor de duur van een jaar vereist.
Uit het rapport van psychiater Van der Meijs blijkt dat er vanuit klinisch oogpunt nog steeds risico’s voor recidive aanwezig zijn bij de heer [verdachte] vanwege zijn beperkte probleeminzicht, de afwezige motivatie voor het gebruik van antipsychotische medicatie en mogelijk (forse) terugvallen in middelengebruik.
Uit de rapportages van de reclassering volgt dat de heer [verdachte] ondanks officiële waarschuwingen blijft terugvallen in alcohol- en cannabisgebruik, hetgeen volgens zijn behandelend psychiater Van Lith van Kade 17 absoluut gecontraïndiceerd is in verband met de negatieve invloed hiervan op zijn schizotypische persoonlijkheidstrekken.
Dat de psychiater Van der Meijs vraagtekens plaatst bij verdere behandeling, in die zin dat hij zich afvraagt af dat zal bijdagen aan het probleembesef bij de heer [verdachte] kan, gelet op het door deze psychiater alsmede door de reclassering aangegeven recidivegevaar, niet tot een ander oordeel leiden. Dat psychiater Van der Meijs voorts aangeeft dat alcohol en drugs op zichzelf geen probleem vormen, kan evenmin tot een ander oordeel leiden, nu uit onder meer de informatie van behandelend psychiater Van Lith van Kade 17 juist volgt dat alcohol- en drugsgebruik een negatieve invloed hebben op de schizotypische persoonlijkheidstrekken van de heer [verdachte].
Gelet op die negatieve invloed van alcohol en drugs op de schizotypische persoonlijkheidstrekken van de heer [verdachte] acht de rechtbank een wijziging van de wijziging van de voorwaarden - zoals door de reclassering geadviseerd - aangewezen, in die zin dat de heer [verdachte] in het geheel geen alcohol en/of softdrugs mag gebruiken. Op deze wijze wordt duidelijkheid gecreëerd. Uit de adviezen van de reclassering blijkt dat de heer [verdachte] - zonder toestemming van de reclassering - regelmatig alcohol en cannabis heeft gebruikt. Ook officiële waarschuwingen van de officier van justitie hebben de heer [verdachte] niet van gebruik van deze middelen kunnen weerhouden. In augustus 2012 is de heer [verdachte] nog aangehouden in verband met openbare dronkenschap. Bij zijn aanhouding heeft hij een ambtenaar in functie beledigd.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen, eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden voor de termijn van een jaar wordt verlengd.
De rechtbank heeft daarbij uitdrukkelijk gelet op het aangegeven recidiverisico dat zou ontstaan bij het op dit moment wegvallen van de terbeschikkingstelling.
8 Toepasselijke wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 38b, 38d en 38 e van het Wetboek van Strafrecht.
9 De beslissing
De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van de heer [verdachte] met één jaar en wijzigt de voorwaarden zoals deze door de reclassering zijn geformuleerd, in die zin dat deze thans luiden dat:
1 – de heer [verdachte] zich niet schuldig zal maken aan het plegen van misdrijven;
2 – de heer [verdachte] gedurende zijn TBS met voorwaarden woonachtig zal zijn op zijn huidige woonadres, [adres] te Utrecht;
3 – de heer [verdachte] niet zal verhuizen en/of elders gaan verblijven zonder overleg met en uitdrukkelijke toestemming van de reclassering;
4 – de heer [verdachte] openheid zal geven over zijn sociale netwerk aan de reclassering en, indien de reclassering dit nodig acht, toestemming geeft aan de reclassering om contact met hen op te nemen;
5 – de heer [verdachte] een zinvolle dagbesteding heeft, bestaande uit betaald of onbetaald werk en hier openheid over geeft;
6 – de heer [verdachte] openheid zal geven over zijn financiële situatie en indien de reclassering dit nodig acht zal meewerken aan een interventie gericht op budgetteren;
7 – de heer [verdachte] geen alcohol en/of softdrugs zal gebruiken;
8 – de heer [verdachte] geen harddrugs zal gebruiken;
9 – de heer [verdachte] volledige medewerking zal verlenen aan alcohol- en drugscontroles middels urinecontroles en blaastesten en indien de reclassering dit nodig acht aan andere passende interventies;
10 – de heer [verdachte] zich gedurende de TBS met voorwaarden zal houden aan het behandelplan van Kade 17 te Utrecht, of een soortgelijke instelling, en de behandelafspraken en akkoord zal gaan met mogelijke wijzigingen, voorgesteld door die instelling, ook wanneer dit inhoudt kortdurende klinische behandeling ter stabilisatie, voor de duur van maximaal twee keer zeven weken.;
en
11 – de heer [verdachte] zich begeleidbaar en bemiddelbaar zal opstellen en zich gedragen naar de aanwijzingen hem te geven door de reclassering.
-draagt Victas Centrum voor Verslavingszorg (voorheen Centrum Maliebaan) op de heer [verdachte] hulp en steun te verlenen bij de naleving van de voorwaarden.
Deze beslissing is gegeven door mr. D.A.C. Koster, voorzitter, mr. drs. M.J. Grapperhaus en mr. C.S.K. Fung Fen Chung, in tegenwoordigheid van de griffier mr. M.J.C.J. Evers en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 18 februari 2013.
Mr. Koster is buiten staat mede te ondertekenen.