ECLI:NL:RBMNE:2013:BY9457
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van het medeplegen van het onttrekken van vier kinderen aan het opzicht door de kinderrechter
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 22 januari 2013 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het medeplegen van het onttrekken van vier minderjarigen aan het wettelijk gezag. De zaak kwam ter terechtzitting op 8 januari 2013, waar de rechtbank kennisnam van de vordering van de officier van justitie en de verdediging, vertegenwoordigd door mr. M.J. van Essen. De tenlastelegging omvatte het onttrekken van kinderen die onder toezicht stonden van Stichting Bureau Jeugdzorg, waarbij de verdachte samen met anderen betrokken zou zijn geweest.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er onvoldoende bewijs was om de betrokkenheid van de verdachte bij de feitelijke handelingen te bewijzen. De verdachte had een alibi en er waren twijfels over de identificatie van de verdachte als gebruiker van een telefoonnummer dat in verband werd gebracht met de onttrekking. De rechtbank concludeerde dat er een reële mogelijkheid bestond dat de verdachte niet aanwezig was op de plaatsen waar de onttrekking plaatsvond.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte niet bewezen kon worden dat hij de ten laste gelegde feiten had begaan, en sprak hem vrij van alle beschuldigingen. De voorlopige hechtenis van de verdachte was reeds opgeheven, waardoor daar in het vonnis niet meer op behoeft te worden beslist. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met mr. H.H. Balk als griffier.