ECLI:NL:RBMNE:2013:BY9133
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in brandstichtingzaak te Nieuwegein door gebrek aan bewijs
Op 22 januari 2013 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 70-jarige man uit Nieuwegein, die werd verdacht van het in brand steken van coniferen op 1 mei 2012. De rechtbank heeft het vonnis op tegenspraak gewezen na de terechtzittingen van 17 juli 2012 en 8 januari 2013. De officier van justitie had de verdachte aangeklaagd, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. Hoewel er sterke vermoedens bestonden dat de man de coniferen in brand had gestoken, ontbraken rechtstreekse aanwijzingen in het dossier die de betrokkenheid van de verdachte bij de brand konden bevestigen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de getuige, die de verdachte had gezien met een aansteker bij de coniferen, niet kon bevestigen dat hij ook daadwerkelijk bij de afgebrande coniferen aanwezig was. De afstand tussen de plek waar de verdachte was gezien en de afgebrande coniferen was aanzienlijk, wat de twijfels over zijn betrokkenheid vergrootte. De rechtbank concludeerde dat de bewijsvoering niet voldeed aan de eisen voor een veroordeling en sprak de verdachte vrij van het tenlastegelegde feit.
Daarnaast werd in de uitspraak ook aandacht besteed aan de in beslag genomen aansteker van de verdachte. De rechtbank oordeelde dat er geen reden was om deze aansteker aan het verkeer te onttrekken en gelastte de teruggave aan de verdachte. Het vonnis benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de rechten van de verdachte in het strafproces.