ECLI:NL:RBMNE:2013:8033

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
21 februari 2013
Publicatiedatum
7 januari 2020
Zaaknummer
16/701158-12 [P]
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overval op verfwinkel en woning met geweld

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 21 februari 2013 uitspraak gedaan in een zaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan twee gewelddadige overvallen. De eerste overval vond plaats op 16 mei 2012 in Woudenberg, waar de verdachte samen met een mededader de eigenaar van een verfwinkel met een mes heeft bedreigd en gestoken. De eigenaar werd gedwongen om geld en waardevolle spullen af te geven, terwijl hij met tape werd vastgebonden. De rechtbank oordeelt dat de verdachte met geweld en bedreiging heeft gehandeld, wat de ernst van het delict onderstreept. De rechtbank legt een gevangenisstraf van zeven jaar op, waarbij de impact op het slachtoffer zwaar meeweegt. De tweede overval vond plaats op 24 mei 2012 in Tienhoven, waar de verdachte samen met anderen een woning binnendrong en de bewoners met messen bedreigde. Ook hier werden de slachtoffers gedwongen om geld en waardevolle spullen af te geven. De rechtbank acht de verdachte schuldig aan beide feiten en wijst op de ernstige gevolgen voor de slachtoffers, die zich niet meer veilig voelen in hun eigen huis. De rechtbank houdt rekening met de eerdere veroordelingen van de verdachte voor geweldsdelicten en de ernst van de gepleegde feiten. De vorderingen van de benadeelde partijen worden gedeeltelijk toegewezen, waarbij de verdachte aansprakelijk wordt gesteld voor de schade die is veroorzaakt door zijn daden.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
parketnummer: 16/701158-12 [P]
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 21 februari 2013
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1983] te [geboorteplaats] (Suriname)
wonende te [woonplaats]
thans gedetineerd in de P.I. Amsterdam Over-Amstel, locatie Demersluis te Amsterdam

1.Het onderzoek ter terechtzitting

De strafzaak tegen de verdachte (hierna ook genoemd: [verdachte] ) is gelijktijdig doch niet gevoegd behandeld met de strafzaak tegen [medeverdachte 1] (hierna ook genoemd: [medeverdachte 1] ), [medeverdachte 2] (hierna ook genoemd: [medeverdachte 2] ) en [medeverdachte 3] (hierna ook genoemd: [medeverdachte 3] ).
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 3 januari 2013 en 7 februari 2013. De tenlastelegging is op 3 januari 2013 gewijzigd overeenkomstig artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering. De verdachte is telkens in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door mr. [advocaat] , advocaat te [vestigingsplaats] .
De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van de standpunten door de raadsvrouwe van verdachte en door verdachte zelf naar voren gebracht.

2.De tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging, zoals die is gewijzigd, is als bijlage aan dit vonnis gehecht. Deze bijlage maakt deel uit van dit vonnis.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich samen met anderen heeft schuldig gemaakt (1) aan een overval op een verfwinkel en (2) aan een overval op een woning dan wel aan heling van een SD-kaart.

3.De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht het onder 1 en 2 primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen en baseert zich daarbij op de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen en ter zake van het onder 1 tenlastegelegde, de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting d.d. 7 februari 2013.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde betoogd, dat verdachte geen vooropgezet plan heeft gehad op de overval. Voor wat betreft het onder 2 primair tenlastegelegde heeft de verdediging betoogd, dat het enkele aantreffen van een SD-kaart onvoldoende is om betrokkenheid van verdachte bij deze overval vast te stellen, zodat verdachte hiervan dient te worden vrijgesproken.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Feit 1:
De rechtbank acht het onder 1 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen en acht de onderstaande feiten en omstandigheden daartoe redengevend.
Door [slachtoffer 1] is verklaard, dat hij zich op 16 mei 2012 in zijn winkel te [woonplaats] bevond en dat hij door twee mannen werd vastgepakt en richting de keuken, achterin de winkel, werd geduwd/getrokken. [slachtoffer 1] heeft gezien dat door één van de mannen een mes tevoorschijn werd gehaald en hij heeft deze man horen zeggen: “Naar de keuken, anders steek ik je ”, waarna hij door deze man in zijn linkerbeen werd gestoken. Voorts is door [slachtoffer 1] verklaard dat hij hoorde dat er om geld werd gevraagd. Hij besloot mee te werken en heeft zijn portemonnee en telefoon op de koelkast gelegd. Hij heeft gezien dat het papiergeld door één van de mannen uit zijn portemonnee is gehaald.
Toen werden zijn handen op zijn rug getapet en er werd tape op zijn mond geplakt. Er is volgens [slachtoffer 1] een geldbedrag van € 3.000,00 en een telefoon van het merk Nokia, type C5 weggenomen. [1]
Door verdachte is ter terechtzitting d.d. 7 februari 2013 verklaard, dat hij samen met [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] in een auto naar Woudenberg is gegaan en dat hij samen met [medeverdachte 1] de overval op [slachtoffer 1] heeft gepleegd. [2]
[medeverdachte 2] heeft bij de politie verklaard dat [medeverdachte 1] , [verdachte] , [medeverdachte 3] en zijzelf naar Woudenberg zijn gegaan met de bedoeling om te kijken wat er te halen viel bij [slachtoffer 1] , waarbij het plan was net te doen alsof [medeverdachte 1] verf nodig had. Door [medeverdachte 2] is voorts verklaard dat zij [medeverdachte 1] en [verdachte] , omdat zij altijd geld nodig hadden, heeft verteld dat zij wel iemand wist waar geld te halen viel en dat zij daarbij de naam van [slachtoffer 1] heeft genoemd. [3]
Door verdachte is ter terechtzitting ook verklaard, dat hij (tevoren) niet wist dat de overval zou worden gepleegd. De rechtbank acht dit laatste niet aannemelijk, gelet op de verklaring van [medeverdachte 2] .
Feit 2 primair:
De rechtbank acht het onder 2 primair tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen en acht de onderstaande feiten en omstandigheden daartoe redengevend. De rechtbank is van oordeel dat het door de verdediging gevoerde verweer strekkende tot vrijspraak van onder 2 primair tenlastegelegde wordt weersproken door de gebezigde bewijsmiddelen.
Door [slachtoffer 2] is verklaard, dat hij met zijn vriendin [slachtoffer 3] op de [adres] te [woonplaats] woont en dat hij omstreeks 02.30 uur in de ochtend van 24 mei 2012 is wakker gemaakt en naast zijn bed een man zag staan en voelde dat deze man een mes op zijn keel hield. Hij zag dat er ook een man naast de zijde van zijn vriendin stond die een mes op haar keel zette. [slachtoffer 2] heeft gezien en gevoeld dat de man naast hem een stuk grijs tape over zijn mond plakte; hij heeft gezien dat bij zijn vriendin hetzelfde werd gedaan. Vervolgens werden zijn handen met dezelfde tape aan elkaar vast gemaakt en werden de handen van zijn vriendin ook met deze tape vastgemaakt. Op harde en luide wijze werd gezegd: “Geld, geld”, aldus [slachtoffer 2] . Ook werd gezegd: “meekomen”. Zij werden door de overvaller meegetrokken naar de woonkamer om naar het bureau te lopen, waar hij heeft gezien dat een bedrag van tussen de € 500,00 en € 600,00 was verdwenen, evenals een aantal gouden horloges. Ten slotte heeft [slachtoffer 2] verklaard, dat zijn voeten met tape aan elkaar werden vastgemaakt. Daarna zijn de mannen weggegaan. [4]
Later heeft [slachtoffer 2] nog verklaard dat in/op het bureau een bedrag van € 2600,00 tot € 3000,00 lag. Dat is gestolen door de overvallers. [5]
Door [slachtoffer 3] is opgave gedaan van de goederen die zijn weggenomen. Het betreft zeven goudkleurige herenhorloges van het merk Rolex (namaak), een herenhorloge van het merk Guess, vier dameshorloges, (deels) roestvrijstaal, en/of goud of verguld of nep, drie gouden ringen met diamanten ter waarde van ongeveer € 15.000,00, drie camera’s en vier mobiele telefoons, waaronder een iPhone. [6]
Door de afdeling forensische opsporing van de politie is een onderzoek in de woning van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] ingesteld, waarbij een vingerafdruk is aangetroffen op een stuk duct tape, voorzien van het SIN-nummer AAEU8616NL. [7] Door de politie is gerelateerd dat uit onderzoek is gebleken dat de vingerafdruk, voorzien van het SIN-nummer AAEU8616NL, afkomstig is van [medeverdachte 1] . [8] Op de slaapkamervloer in voornoemde woning wordt eveneens een stuk duct tape aangetroffen, dat door de politie is voorzien van SIN-nummer AAEU8614NL. [9]
In de woning van [medeverdachte 1] is een rol grijze tape aangetroffen, die al was afgescheurd [10] , die door de politie is voorzien van het SIN-nummer AAEX8218NL. [11] Het Nederlands Forensisch Instituut concludeert, dat het zeer veel waarschijnlijker is wanneer het uiteinde van de rol tape, met SIN-nummer AAEU8218NL, die in de woning van [medeverdachte 1] is aangetroffen, oorspronkelijk een geheel heeft gevormd met het gescheurde uiteinde van het stuk tape, met SIN-nummer AAEU8614NL, dat in de woning van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] is aangetroffen, dan met een uiteinde van een willekeurig ander stuk tape. [12]
Door de politie is gerelateerd, dat de bij de overval op [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] weggenomen iPhone, op 29 mei 2012 in gebruik is genomen door een persoon die zich [medeverdachte 1] noemt. [13] [medeverdachte 1] heeft erkend dat hij die persoon is geweest. [14]
Bij een doorzoeking op een verblijfsadres van verdachte wordt in een telefoon een SD-kaart aangetroffen. [15] Door de politie is gerelateerd, dat op deze SD-kaart foto’s zijn aangetroffen. [16] Door de zus van verdachte is verklaard dat op deze foto’s verdachte en enkele van zijn familieleden staan afgebeeld. [17] Op dezelfde SD-kaart werden met een speciaal programma reeds verwijderde foto’s aangetroffen met daarop afbeeldingen van aangevers [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] . [18]
Blijkens het proces-verbaal van bevindingen van de politie zijn de foto’s van verdachte en zijn familieleden op 24 en 25 mei 2012 gemaakt, de eerste foto’s in de middag volgend op de overval in de vroege ochtend op [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] te [woonplaats] . De foto’s zijn gemaakt met een soortgelijk fototoestel als bij [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] is weggenomen. [19] [20]
Door [medeverdachte 2] is bij de politie over de betrokkenheid van verdachte bij de overval op [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] verklaard, dat zij [medeverdachte 1] heeft verteld dat [slachtoffer 2] haar identiteitskaart zou hebben achtergehouden, dat zij [medeverdachte 1] het adres van [slachtoffer 2] heeft gegeven en dat zij samen met [medeverdachte 1] wel eens naar het adres van [slachtoffer 2] is gereden. [21] Door [medeverdachte 2] is voorts verklaard, dat ‘zij wel het vermoeden had dat er iets zou gebeuren’ en dat [medeverdachte 1] later met ‘die kale, die er ook in Woudenberg bij was’ naar het adres van [slachtoffer 2] is teruggegaan. [22] De rechtbank begrijpt, gelet op hetgeen hiervoor met betrekking tot feit 1 is weergegeven, dat met ‘die kale’, verdachte wordt bedoeld.
Door verdachte is ter terechtzitting d.d. 7 februari 2013 verklaard, dat hij niet bij de overval in Tienhoven betrokken is geweest. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard, dat hij de bij hem aangetroffen SD-kaart op straat heeft gekocht van een drietal hem onbekende mannen. Daar stonden toen geen foto’s op, de kaart was leeg, aldus verdachte.
De rechtbank acht de door verdachte geschetste gang van zaken met betrekking tot de SD-kaart niet aannemelijk gelet op de korte tijdsspanne tussen overval en het maken van foto’s op de SD-kaart door de verdachte, in samenhang met het gegeven dat de foto’s van de verdachte met een fototoestel zijn gemaakt zoals bij de overval is gestolen. Verdachte heeft zijn lezing ook op geen enkele wijze concreet – controleerbaar - onderbouwd.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van hetgeen hiervoor is vastgesteld en overwogen wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1.
op 16 mei 2012 te Woudenberg, tezamen en in vereniging met een ander,
* met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft gedwongen tot afgifte van
- enig geldbedrag en
- een telefoon (merk Nokia, type C5),
toebehorende aan [slachtoffer 1] ,
en
* met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
- enig geldbedrag en
- een telefoon (merk Nokia, type C5),
toebehorende aan [slachtoffer 1] , welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan een andere deelnemer van voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken,
welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader
meermalen met kracht
- die [slachtoffer 1] heeft/hebben vastgepakt en richting de keuken (achterin de winkel) heeft/hebben geduwd en heeft/hebben getrokken en
- die [slachtoffer 1] een mes heeft/hebben getoond en
- die [slachtoffer 1] de volgende woorden heeft/hebben toegevoegd "Naar de keuken
anders steek ik je" en
- die [slachtoffer 1] met voornoemd mes in het linkerbeen heeft/hebben gestoken en
- die [slachtoffer 1] om geld heeft/hebben gevraagd en
- met tape de handen van die [slachtoffer 1] op zijn rug heeft/hebben gebonden
en/of tape over de mond van die [slachtoffer 1] heeft/hebben aangebracht;
2.
Primair
op 24 mei 2012 te Tienhoven, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
- geldbedragen (in totaal ongeveer 3000 euro) en
- acht herenhorloges en
- vier dameshorloges en
- drie gouden en diamanten ringen en
- drie foto/filmcamera's en
- vier mobiele telefoons
toebehorende aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en aan een andere deelnemer van voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte en zijn mededader
meermalen met kracht
- messen op de kelen van die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] hebben geplaatst en
- met tape de handen en voeten van die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] hebben gebonden en tape over de monden van die [slachtoffer 2] en die [slachtoffer 3] hebben aangebracht en
- op luide toon om geld hebben gevraagd en "meekomen" hebben geroepen en
- die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] heeft/hebben vastgepakt en naar een
meer (andere) kamerheeft/hebben getrokken.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen telkens meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

5.1
De strafbaarheid van de feiten
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
Het bewezenverklaarde levert de navolgende strafbare feiten op.
Ten aanzien van het onder 1 bewezenverklaarde:
De voortgezette handeling van afpersing en diefstal, voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
Ten aanzien van het onder 2 primair bewezenverklaarde:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
5.2
De strafbaarheid van verdachte
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van acht jaar met aftrek van de tijd die verdachte reeds in voorarrest heeft doorgebracht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich met betrekking tot het onder 1 tenlastegelegde op het standpunt gesteld, dat de rol van verdachte zich beperkte tot de uitvoering van de overval en daarmee dient in de opvatting van de verdediging in de straftoemeting rekening te worden gehouden.
Voor het onder 2 primair tenlastegelegde heeft de verdediging vrijspraak bepleit.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de beslissing over de straf die aan verdachte moet worden opgelegd heeft de rechtbank zich laten leiden door de aard en de ernst van de strafbare feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, evenals de persoon zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting en uit de bespreking aldaar van de na te noemen rapporten is gebleken. Daarnaast heeft de rechtbank acht geslagen op het uittreksel justitiële documentatie met betrekking tot verdachte d.d. 22 augustus 2012, waaruit blijkt dat verdachte in het verleden eerder met justitie in aanraking is gekomen ter zake van geweldsdelicten en het rapport van de reclassering d.d. 3 oktober 2012.
Voor wat betreft de aard en de ernst van de bewezen en strafbaar verklaarde feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan overweegt de rechtbank allereerst dat verdachte zich samen met een ander schuldig heeft gemaakt aan een overval op een verfwinkel in [woonplaats] . Een winkelier met een eenmanszaak bevindt zich in een kwetsbare positie. Een overval als deze raakt niet alleen de direct betrokkene(n), maar jaagt ook anderen vrees aan,
Het slachtoffer is met een mes bedreigd én gestoken in zijn been. Ook is zijn mond met tape afgeplakt en zijn – eveneens met tape – zijn handen op zijn rug gebonden. Voor het slachtoffer moet de overval een bijzonder traumatische gebeurtenis zijn geweest. Verdachte heeft zich daar op dat moment geen enkele rekenschap van gegeven. Dat verdachte een aanzienlijke kleinere rol dan de medeverdachte heeft gespeeld, zoals door de verdediging betoogd, is de rechtbank niet gebleken. Weliswaar heeft de mededader [slachtoffer 1] getapet, maar verdachte was degene die het mes hanteerde.
Voorts heeft verdachte zich met een ander schuldig gemaakt aan een overval op [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] in hun woning, op de manier zoals in de bewezenverklaring is omschreven. De rechtbank tilt zwaar aan dit feit. De eigen woning is bij uitstek een plek waar men zich veilig moet kunnen voelen.
De ernst van de bedreiging, door twee mannen met een mes letterlijk op de keel van de slachtoffers, de nachtelijke uren waarin de overval plaatsvond en het tapen, ook van de 75-jarige [slachtoffer 2] , kenmerken dit feit.
Dat aangevers zich volgens hun verklaringen niet langer veilig voelen in hun woning, rekent de rechtbank verdachte en zijn medeverdachten zwaar aan. Verdachte heeft geen oog gehad voor het gegeven dat een dergelijk feit bijdraagt aan gevoelens van onveiligheid bij het slachtoffer in het bijzonder en in de maatschappij in het algemeen. Het is een feit van algemene bekendheid dat woningovervallen ernstige en langdurige psychische schade aan kunnen richten bij de slachtoffers. Voor de slachtoffers moet de overval een bijzonder traumatische gebeurtenis zijn geweest, hetgeen ook blijkt uit de schriftelijke slachtofferverklaring van het slachtoffer [slachtoffer 3] . Hierin wordt benadrukt wat een enorme uitwerking de op haar heeft gehad en hoe haar leven hierdoor nog immer negatief wordt beïnvloed.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de strafoplegging acht geslagen op de zogenaamde LOVS-richtlijnen. In deze richtlijnen is voor diverse delicten een oriëntatiepunt voor de op te leggen straf geformuleerd. Voor een woningoverval met geweld, wordt in de oriëntatiepunten als uitgangspunt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie tot vijf jaren gehanteerd, afhankelijk van de ernst van het geweld en voor een overval op een winkel twee tot drie jaren.
In het onderhavige geval is sprake van een overval op een winkel, waarbij [slachtoffer 1] enig letsel heeft opgelopen, en van een overval op een woning, waarbij de slachtoffers geen – lichamelijk – letsel hebben opgelopen, maar die voor hen wel zeer bedreigend is geweest. Ten nadele van verdachte weegt de rechtbank voorts mee dat verdachte bij beide overvallen heeft gehandeld met een mededader en er beide keren gebruik is gemaakt van een mes.
Verdachte is meermalen veroordeeld voor geweldsdelicten en een keer voor een diefstal met geweld (blijkens de straf een relatief gering feit). Voor soortgelijke feiten is hij niet eerder veroordeeld.
Door de verdediging wordt gesteld dat verdachte zwakbegaafd is en daarom minder juiste keuzes maakt. Er wordt niet verzocht om een onderzoek naar de gestelde beperking en naar het verband tussen de gestelde beperking en de bewezenverklaarde misdrijven.
De rechtbank ziet ook ambtshalve geen aanleiding voor een nader onderzoek terzake.
Dat verdachte de onjuistheid van zijn keuzes niet kon inzien is overigens ter zitting geenszins gebleken.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat de ernst van de bewezen verklaarde feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan – met inachtneming van voornoemde oriëntatiepunten straftoemeting en in het bijzonder gelet op het strafblad van verdachte – een gevangenisstraf rechtvaardigen die lager is dan de straf die de door de officier van justitie is gevorderd. De rechtbank zal daarom een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zeven jaar, met aftrek van de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, opleggen. Voor een voorwaardelijk strafdeel, zoals geadviseerd door de reclassering, dat de verdachte mogelijk maakt te resocialiseren is naar het oordeel van de rechtbank geen plaats.

7.De benadeelde partij

7.1
De vordering van [slachtoffer 1]
De benadeelde partij [slachtoffer 1] vordert een schadevergoeding van ‘ongeveer’
€ 20.000,00 voor feit 1.
De rechtbank is van oordeel dat de schade tot een bedrag van € 3.999,00 voldoende aannemelijk is gemaakt waarvan € 1.499,00 ter zake van materiële schade (€1.200,00 aan geld uit kassa/portemonnee + € 129,00 aan kosten telefoon + € 170,00 aan kosten psycholoog) en € 2.500,00 ter zake van immateriële schade, en acht verdachte aansprakelijk voor die schade. De schade is een rechtstreeks gevolg van het bewezen verklaarde feit,
De rechtbank zal de vordering tot dat bedrag toewijzen. De rechtbank acht de mededaders eveneens aansprakelijk voor de schade, zodat de vordering hoofdelijk zal worden toegewezen.
Voor het overige acht de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering omdat de behandeling van de vordering in zoverre een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Voor dat deel kan de benadeelde partij haar vordering bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Met betrekking tot de toegekende vordering van de benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
7.2
De vordering van [slachtoffer 2]
De benadeelde partij [slachtoffer 2] vordert een schadevergoeding van € 9.050,00 voor feit 2.
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezen verklaarde feit, waarvan € 8.300,00 ter zake van materiële schade en € 750,00 ter zake van immateriële schade, en acht verdachte aansprakelijk voor die schade. De omvang van de schade is niet betwist zodat de vordering zal worden toegewezen. De rechtbank acht de mededaders eveneens aansprakelijk voor de schade, zodat de vordering hoofdelijk zal worden toegewezen
Met betrekking tot de toegekende vordering van de benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.
7.3
De vordering van [slachtoffer 3]
De benadeelde partij [slachtoffer 3] vordert een schadevergoeding van € 750,00 voor feit 2.
De rechtbank is van oordeel dat de schade een rechtstreeks gevolg is van dit bewezen verklaarde feit, ter zake van immateriële schade, en acht verdachte aansprakelijk voor die schade. De omvang van de schade is niet betwist zodat de vordering zal worden toegewezen. De rechtbank acht de mededaders eveneens aansprakelijk voor de schade, zodat de vordering hoofdelijk zal worden toegewezen.
Met betrekking tot de toegekende vordering van de benadeelde partij zal de rechtbank tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen.

8.Het beslag

De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen zijn vatbaar voor verbeurdverklaring.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 24c, 33, 33a, 36f, 56, 57, 312, 317 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het tenlastegelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat telkens meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezenverklaarde de onder 5.1 genoemde strafbare feiten oplevert;
- verklaart verdachte daarvoor strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van zeven jaar;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partijen
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 1]van
€ 3.999,00, waarvan € 1.499,00 ter zake van materiële schade en € 2.500,00 ter zake van immateriële schade en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 16 mei 2012 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] , € 3.999,00 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 45 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 16 mei 2012 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
-
veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 2]van € 9.050,00, waarvan € 8.300,00 ter zake van materiële schade en € 750,00 ter zake van immateriële schade en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 24 mei 2012 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2] , € 9.050,00 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 75 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 24 mei 2012 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij
[slachtoffer 3]van € 750,00, ter zake van immateriële schade en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 24 mei 2012 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen.
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 3] , € 750,00 te betalen, bij niet betaling te vervangen door 15 dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 24 mei 2012 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schademaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
Beslag
- verklaart verbeurd de in beslag genomen voorwerpen, te weten:
* een rol grijs plakband/tape;
* een rol grijs plakband/tape.
- gelast de teruggave aan [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] van het in beslag genomen voorwerp
nadat de foto’s van verdachte en zijn familieleden daarvan zijn verwijderd, te weten:
* een SD-kaart.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.J. Grapperhaus, voorzitter, mr. S. Wijna en mr. M.H.L. Schoenmakers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. J.A. van Wageningen, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 21 februari 2013.
Mr. Schoenmakers is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan verdachte wordt tenlastegelegd dat
1.
hij op of omstreeks 16 mei 2012 te Woudenberg, althans in het arrondissement
Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
* met het oogmerk om zich en/of een of meer ander(en) wederrechtelijk te
bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 1] heeft
gedwongen tot afgifte van
- ongeveer 3000 euro, althans enig geldbedrag en/of
- een telefoon (merk Nokia, type C5),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
en/of
* met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
- ongeveer 3000 euro, althans enig geldbedrag en/of
- een telefoon (merk Nokia, type C5),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en / of vergezeld en / of gevolgd van geweld
en / of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en / of gemakkelijk
te maken en / of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en / of aan
(een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te
maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en / of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte en/of zijn mededader(s)
(meermalen) (met kracht)
- die [slachtoffer 1] heeft/hebben vastgepakt en/of richting de keuken (achterin
de winkel) heeft/hebben geduwd en/of heeft/hebben getrokken en/of
- die [slachtoffer 1] een mes heeft/hebben getoond en/of
- die [slachtoffer 1] de volgende woorden heeft/hebben toegevoegd "Naar de keuken
anders steek ik je", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of
- die [slachtoffer 1] met voornoemd mes in het (linker)been heeft/hebben gestoken
en/of
- die [slachtoffer 1] om geld heeft/hebben gevraagd en/of
- met tape de handen van die [slachtoffer 1] op zijn rug heeft/hebben gebonden
en/of tape over de mond van die [slachtoffer 1] heeft/hebben aangebracht;
2.
Primair
hij op of omstreeks 24 mei 2012 te Tienhoven, althans in het arrondissement
Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen
-een of meer geldbedrag(en) (in totaal ongeveer 3000 euro) en/of
-acht, althans een of meer (gouden) (heren)horloge(s) (merk Rolex) en/of
vier, althans een of meer (gouden) (dames)horloge(s) en/of
drie, althans een of meer (gouden en/of diamanten) ring(en),
in elk geval een hoeveelheid sieraden (ter waarde van ongeveer 15.000 euro)
en/of
-drie, althans een of meer (foto/film)camera('s) en/of
-vier, althans een of meer (mobiele) telefoon(s)
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2]
en/of
[slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en / of vergezeld en / of gevolgd van geweld
en / of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en / of gemakkelijk
te maken en / of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en / of aan
(een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te
maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en / of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte en/of zijn mededader(s)
(meermalen) (met kracht)
- een of meer mes(sen) op de ke(e)l(en) van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3]
heeft/hebben geplaatst (gehouden) en/of
- met tape de handen en/of voeten van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] op
zijn/haar/hun rug heeft/hebben gebonden en/of tape over de mond(en) van die
[slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] heeft/hebben aangebracht en/of
- ( op luide toon) om geld heeft/hebben gevraagd en/of "meekomen" heeft/hebben
geroepen en/of
- die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] heeft/hebben vastgepakt en/of in/naar een of
meer (andere) kamer(s) heeft/hebben geduwd en/of heeft/hebben getrokken;
Subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 24 mei 2012 tot en met 3 juli 2012 te
Tienhoven, althans in het arrondissement Utrecht en/of te Amsterdam, althans
in het arrondissement Amsterdam, in elk geval in Nederland, een SD-kaart heeft
verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten
tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde SD-kaart
wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf
verkregen goed(eren) betrof.

Voetnoten

1.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , opgenomen op pagina 414-418 van het proces-verbaal dossiernummer PL0940/2012109730, PL0970/2012115311, PL21X6/2012063946, van politie regio Utrecht, in de wettelijke vorm opgemaakt en doorgenummerd van 1 tot en met 1689.
2.De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 7 februari 2013.
3.Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 2] , in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemd proces-verbaal, pagina 279-287, i.h.b. pagina 284 en 285.
4.Het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] , in de wettelijke vorm opgemaakt en in het onder voetnoot 1 genoemd proces-verbaal, pagina 535-537 en het proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 2] , in de wettelijke vorm opgemaakt en in het onder voetnoot 1 genoemd proces-verbaal, pagina 538-542 .
5.Het proces-verbaal van verhoor aangever [slachtoffer 2] , in de wettelijke vorm opgemaakt en in het onder voetnoot 1 genoemd proces-verbaal, pagina 538-542, in het bijzonder pagina 549.
6.Het proces-verbaal van bevindingen, in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemd proces-verbaal, pagina 572-588.
7.Het proces-verbaal van bevindingen, in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemd proces-verbaal, pagina 1641-1663.
8.Het proces-verbaal van bevindingen, in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemd proces-verbaal, pagina 1686, en het rapport dactyloscopisch sporenonderzoek, opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemd proces-verbaal, pagina 1687-1688.
9.Het proces-verbaal van bevindingen, in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemd proces-verbaal, pagina 1641-1646, i.h.b. pagina 1645.
10.Het proces-verbaal van bevindingen, in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemd proces-verbaal, pagina 1520-1522.
11.Het aanvullende proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 februari 2013, in de wettelijke vorm opgemaakt.
12.Het geschrift, te weten een rapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 23 januari 2013.
13.Het proces-verbaal van bevindingen, in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemd proces-verbaal, pagina 618-620.
14.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 1] , in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemd proces-verbaal, pagina 96.
15.Het proces-verbaal van bevindingen, in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemd proces-verbaal, pagina 201-210.
16.Het proces-verbaal van bevindingen, in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemd proces-verbaal, pagina 213-215.
17.Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige] , in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemd proces-verbaal, pagina 216-217.
18.Vide noot 7.
19.Vide noot 7.
20.Het proces-verbaal van bevindingen (aanvulling op aangifte), in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemd proces-verbaal, pagina 571.
21.Het proces-verbaal van verhoor verdachte [medeverdachte 2] , in de wettelijke vorm opgemaakt en opgenomen in het onder voetnoot 1 genoemd proces-verbaal, pagina 279-290, i.h.b. pagina 279.
22.Idem, pagina 283.