ECLI:NL:RBMNE:2013:7961
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak inzake kindgebonden budget en bijzondere omstandigheden
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, gedateerd 21 oktober 2013, staat de afwijzing van een aanvraag om een kindgebonden budget voor 2011 centraal. Eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. J. Klaas, heeft in 2011 een aanvraag ingediend die door de Belastingdienst werd afgewezen. De rechtbank heeft eerder een uitspraak gedaan waarin het beroep van eiseres ongegrond werd verklaard, maar de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft deze uitspraak later vernietigd en het beroep van eiseres gegrond verklaard. De Belastingdienst heeft vervolgens een nieuw besluit genomen, maar dit werd door eiseres opnieuw bestreden.
De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd is, vooral met betrekking tot de bijzondere omstandigheden van eiseres. Eiseres heeft aangevoerd dat het niet toekennen van het kindgebonden budget in strijd is met artikel 8 en artikel 14 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank stelt vast dat de Belastingdienst niet adequaat heeft gereageerd op de specifieke omstandigheden van eiseres, zoals haar verblijfsstatus en de situatie van haar kind. De rechtbank geeft de Belastingdienst de gelegenheid om het gebrek in het besluit te herstellen binnen vier weken na deze tussenuitspraak.
De rechtbank benadrukt dat de Belastingdienst zorgvuldig moet afwegen of er bijzondere omstandigheden zijn die het noodzakelijk maken om artikel 2, eerste lid, van de Wet op het kindgebonden budget buiten toepassing te laten. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan tot de einduitspraak op het beroep, waarbij ook de proceskosten en het griffierecht nog niet zijn behandeld.