ECLI:NL:RBMNE:2013:7822

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
4 oktober 2013
Publicatiedatum
5 april 2014
Zaaknummer
16-656425-12
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontucht met minderjarige tegen betaling

Op 4 oktober 2013 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontucht met een minderjarige. De zaak kwam voor de rechtbank na een onderzoek dat begon met een controle door de politie op 23 oktober 2012, waarbij de verdachte en het slachtoffer, een 16-jarige jongen, werden aangetroffen in een natuurgebied. De verdachte had via een chatbox contact gelegd met het slachtoffer en had afgesproken om seksuele handelingen tegen betaling te verrichten. Tijdens de zitting op 20 september 2013 werd de vordering van de officier van justitie besproken, evenals de verdediging van de verdachte, vertegenwoordigd door mr. T.J. Roest Crollius.

De rechtbank oordeelde dat de tenlastelegging geldig was en dat de rechtbank bevoegd was om de zaak te behandelen. De rechtbank achtte het wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte meermalen ontucht heeft gepleegd met het slachtoffer, die zich beschikbaar stelde voor seksuele handelingen tegen betaling. De rechtbank baseerde haar oordeel op de verklaringen van de verbalisanten en de bekennende verklaring van de verdachte zelf.

De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 2 dagen, een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaar, en een werkstraf van 180 uren. De rechtbank motiveerde de strafoplegging door te wijzen op de ernst van de feiten en de noodzaak om minderjarigen te beschermen tegen seksuele uitbuiting. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich niet had gehouden aan de wettelijke normen en dat zijn handelingen niet te rechtvaardigen waren. De rechtbank besloot ook tot teruggave van in beslag genomen goederen aan de verdachte, omdat deze niet vatbaar waren voor verbeurdverklaring.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/656425-12 (P)
vonnis van de meervoudige strafkamer van 4 oktober 2013
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [1980],
ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens op het adres
[adres].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 20 september 2013.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat de advocaat, mr. T.J. Roest Crollius naar voren heeft gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte ontucht heeft gepleegd met [slachtoffer], die zich beschikbaar stelde tot het verrichten van seksuele handelingen met verdachte tegen betaling, terwijl hij nog geen achttien jaar oud was.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan. De officier van justitie baseert zich daarbij op de processen-verbaal van bevindingen van de politie en de bekennende verklaring van verdachte.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat het feit wettig en overtuigend kan worden bewezen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan.
De rechtbank gaat op grond van de wettige bewijsmiddelen van de volgende feiten en omstandigheden uit. [1]
Verbalisanten [B] en [C]reden op 23 oktober 2012 op de Oude Veensegrindweg in Rhenen en wilden een controle uitvoeren bij natuurgebied Kwintelooijen. De verbalisanten zijn het bos ingelopen. [2] Verbalisant [B] zag twee personen staan. Deze stonden buiten het pad in de bossage. Aan de linkerkant zag hij een jong persoon staan. Aan de rechterkant zag hij een wat oudere persoon staan. Verbalisant [B] hoorde dat zijn collega vroeg aan beide personen hoe oud zij waren. Verbalisant [B] hoorde de jongen die links stond zeggen dat hij 16 jaar oud was. De persoon aan de rechterkant zei dat hij 30 jaar oud was. Toen verbalisant [B] de jongere persoon om zijn naam vroeg hoorde hij de jongen zichzelf [slachtoffer] noemen. Verbalisant [B] hoorde [slachtoffer] zeggen dat hij in het park had afgesproken met de andere persoon en dat hij deze afspraak via internet had gemaakt. De verbalisant hoorde dat de volwassen persoon aangehouden zou worden en dat [slachtoffer] mee moest naar het politiebureau. [3]
De volwassen persoon bleek te zijn: [verdachte], geboren op [1980] te [geboorteplaats], verdachte. Het slachtoffer bleek te zijn: [slachtoffer], geboren op [1996] te [geboorteplaats]. [4]
Slachtoffer [slachtoffer] heeft bij de politie verklaard dat hij verdachte had leren kennen via internet. Het slachtoffer heeft op 23 oktober 2012 seksueel contact gehad met verdachte. Er is oraal contact geweest. Het slachtoffer en verdachte hebben elkaar gepijpt. Er is ook anaal contact geweest. Verdachte zat met zijn penis in de anus van het slachtoffer. [5] Het slachtoffer heeft op de chat gezegd dat hij zestien jaar oud was. Er was afgesproken dat verdachte het slachtoffer geld zou geven. Als het slachtoffer geen geld had gekregen had hij het nooit gedaan. [6]
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij via Bullchat, een chatbox voor homo- en biseksuelen, in contact is gekomen met het slachtoffer. Het slachtoffer zei dat hij zestien jaar oud was. Verdachte heeft verklaard dat hij een keer eerder, op zondagavond 21 oktober 2012, had afgesproken met het slachtoffer in Kwintelooijen. [7] Verdachte en het slachtoffer hebben elkaar gepijpt. Verdachte heeft het slachtoffer geneukt. Verdachte en het slachtoffer hebben elkaar ook gepijpt op 23 oktober 2012 en verdachte heeft het slachtoffer op deze datum ook geneukt. [8] Het slachtoffer wilde hier € 80,- voor. Verdachte heeft het slachtoffer op zondag 21 oktober 2012, nadat zij seks hebben gehad en terug liepen naar de auto, € 80,- gegeven. Verdachte heeft verklaard dat het slachtoffer op 23 oktober 2012 hetzelfde betaald wilde hebben als op zondag 21 oktober 2012.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4.3 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
in de periode van 21 oktober 2012 tot en met 23 oktober 2012 te Rhenen, telkens ontucht heeft gepleegd met een persoon, genaamd [slachtoffer], die zich beschikbaar stelde tot het verrichten van seksuele handelingen met de verdachte tegen betaling en welke persoon de leeftijd van zestien jaren maar nog niet de leeftijd van achttien jaren had bereikt, bestaande die ontucht daarin, dat verdachte telkens
- zijn penis in de anus van die [slachtoffer] heeft gebracht/gehouden en
- zijn penis in de mond van die [slachtoffer] heeft gebracht/gehouden en
- de ontblote penis van die [slachtoffer] in zijn mond heeft gebracht/gehouden.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als
ontucht plegen met iemand die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling en die de leeftijd van zestien jaren maar nog niet de leeftijd van achttien jaren heeft bereikt, meermalen gepleegd.
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door haar bewezen geachte feit zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 2 dagen met aftrek van voorarrest, een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaren en een werkstaf van 180 uren met bevel, voor het geval dat verdachte de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 90 dagen.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat uit het dossier onvoldoende blijkt dat verdachte een stok achter de deur nodig heeft en verzoekt de rechtbank aan verdachte geen voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen. De verdediging verzoekt tot matiging van de door de officier van justitie geëiste werkstraf. De verdediging voert daartoe aan dat verdachte internationaal vrachtwagenchauffeur is en sinds kort weer aan het werk is. Verdachte zal een werkstraf van die omvang niet kunnen combineren met zijn werk.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte.
Verdachte heeft ontuchtige handelingen gepleegd met een zestienjarige jongen tegen betaling, zulks terwijl hij kon begrijpen dat minderjarigen in het algemeen te weinig ervaring en inzicht hebben om de gevolgen van seks tegen betaling te overzien en dat dus niet kan worden gesteld dat hun keuze voor prostitutie een geheel vrijwillige keuze is. Door zijn handelingen heeft verdachte veronachtzaamd dat er sprake was van door de wet strafbaar gestelde handelingen.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte een grens heeft overschreden door tegen betaling seksuele handelingen te verrichten met een zestienjarige. Minderjarigen dienen zowel tegen zichzelf als tegen personen die op seksueel gebied misbruik van hen willen maken, beschermd te worden. Verdachte heeft nagelaten dit te doen. De rechtbank rekent verdachte zijn handelingen dan ook aan. De rechtbank weegt echter ook mee dat in deze concrete zaak uit het proces-verbaal is gebleken dat het slachtoffer aangeeft dat hij de seksuele handelingen niet tegen zijn wil heeft verricht. Hij heeft verklaard dat verdachte geen schuld treft en er geen schade is aangericht. Het slachtoffer wenste daarom geen aangifte te doen tegen verdachte.
De rechtbank zal aan verdachte een deels voorwaardelijke werkstraf opleggen waarmee de rechtbank enerzijds de ernst van het door verdachte gepleegde strafbare feit tot uitdrukking wil brengen en anderzijds invloed wil uitoefenen op het gedrag van verdachte en het opnieuw plegen van een strafbaar feit door verdachte wil tegengaan. Gelet op de wet beperking taakstraf zal de rechtbank aan verdachte tevens een gevangenisstraf gelijk aan zijn voorarrest .

9.Het beslag

Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
- 1 computer: Samsung R520;
- 1 computer inclusief oplader: Asus K72J.
9.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de in beslag genomen goederen worden terug gegeven aan verdachte.
9.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich niet uitgelaten over het beslag.
9.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de teruggave aan verdachte gelasten van de in beslag genomen Samsung computer en Asus computer inclusief lader aangezien deze voorwerpen niet vatbaar zijn voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en onder verdachte in beslag zijn genomen.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 248b van het Wetboek van
Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

11.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ontucht plegen met iemand die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling en die de leeftijd van zestien jaren maar nog niet de leeftijd van achttien jaren heeft bereikt, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, daarvoor strafbaar.
Strafoplegging
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
2 dagen.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Veroordeelt verdachte tot een taakstraf, bestaande uit het verrichten van een
werkstraf van 100 uren.
Beveelt, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 50 dagen.
Beveelt dat een gedeelte van deze straf, groot 50 uren, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij verdachte zich voor het einde van de op 2 jaren bepaalde proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Beveelt dat, als de verdachte het voorwaardelijk deel van de taakstraf bij tenuitvoerlegging niet naar behoren heeft verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 25 dagen.
Beslag
Gelast de teruggave aan verdachte van:
- 1 computer: Samsung R520;
- 1 computer inclusief oplader: Asus K72J.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.M. de Stigter, voorzitter, mrs. E.A.A. van Kalveen en L.M.G. de Weerd, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.M.S. Arduin, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 4 oktober 2013.
BIJLAGE: De tenlastelegging
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 21 oktober 2012
tot en met 23 oktober 2012 te Rhenen, althans in het arrondissement Utrecht,
(telkens) ontucht heeft gepleegd met een persoon, genaamd [slachtoffer],
die zich beschikbaar stelde tot het verrichten van seksuele handelingen met de
verdachte tegen betaling en welke persoon de leeftijd van zestien jaren maar
nog niet de leeftijd van achttien jaren had bereikt, bestaande die ontucht
daarin, dat verdachte (telkens)
- zijn penis in de anus van die [slachtoffer] heeft gebracht/gehouden en/of
- zijn penis in de mond van die [slachtoffer] heeft gebracht/gehouden en/of
- de ontblote penis van die [slachtoffer] in zijn mond heeft gebracht/gehouden.

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van bevindingen nr. PL0950 2012237256-2, blz. 28 van het proces-verbaal nr. PL0950 2012237256.
3.Proces-verbaal van bevindingen nr. PL0950 2012237256-2, blz. 29 van het proces-verbaal nr. PL0950 2012237256.
4.Proces-verbaal van bevindingen nr. PL0950 2012237256-2, blz. 30 van het proces-verbaal nr. PL0950 2012237256.
5.Proces-verbaal van bevindingen nr. PL0981 2012237256-9, blz. 36 van het proces-verbaal nr. PL0950 2012237256.
6.Proces-verbaal van bevindingen nr. PL0981 2012237256-9, blz. 37 van het proces-verbaal nr. PL0950 2012237256.
7.Proces-verbaal van verhoor verdachte nr. PL0981 2012237256-7, blz. 17 van het proces-verbaal nr. PL0950 2012237256.
8.Proces-verbaal van verhoor verdachte nr. PL0981 2012237256-7, blz. 18 van het proces-verbaal nr. PL0950 2012237256.