Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 juli 2013 in de zaak tussen
Procesverloop
Overwegingen
- attitude van een tolk voor de tolk;
- attitude van een vertaler voor de vertaler;
- integriteit;
- taalvaardigheid in de brontaal;
- taalvaardigheid in de doeltaal;
- kennis van de cultuur van het land of gebied van de brontaal;
- kennis van de cultuur van het land of gebied van de doeltaal;
- tolkvaardigheid voor de tolk;
- vertaalvaardigheid voor de vertaler.
a. werkzaam zijn als beëdigde vertaler in de zin van de wet van 6 mei 1878, houdende bepalingen omtrent de beëdigde vertalers; of
b. definitief zijn ingeschreven in het landelijk kwaliteitsregister tolken en vertalers, bedoeld in de Tijdelijke regeling van 13 mei 2003, houdende machtiging van de raad voor rechtsbijstand te 's-Hertogenbosch tot het beheer van het landelijk kwaliteitsregister tolken en vertalers (Stcrt. 2003, 94).
1. Een tolk of vertaler wordt in het register ingeschreven, indien hij voldoet aan een of meer van de volgende eisen:
a. hij beschikt over een of meer van de volgende getuigschriften waaruit blijkt dat hij met goed gevolg het examen heeft afgelegd ter afsluiting van een opleiding tot tolk of vertaler als bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek:
1°. een getuigschrift waaruit blijkt dat het recht is verkregen om de titel baccalaureus te voeren;
2°. een getuigschrift waaruit blijkt dat de graad Bachelor is verleend; of
3°. een getuigschrift waaruit blijkt dat de graad Master is verleend;
b. hij kan anderszins aantonen te voldoen aan de wettelijke competenties.
2. Onze Minister kan onafhankelijke deskundigen aanwijzen die taal- en cultuurtoetsen kunnen afnemen waarmee tolken en vertalers kunnen aantonen dat ze beschikken over de desbetreffende wettelijke competenties.
3. Een tolk of vertaler op wie het overgangsrecht van artikel 37 van de wet van toepassing is, wordt in het register ingeschreven.
Indien een tolk of vertaler niet beschikt over een diploma van een tolk- of vertaleropleiding op minimaal bachelorniveau, kan hij/zij worden ingeschreven in het Rbtv na overlegging van een getuigschrift waaruit blijkt dat de tolk of vertaler in de betreffende talencombinatie c.q. vertaalrichting en vaardigheid een tolk- of vertalertoets heeft afgelegd die voldoet aan het door de raad voor rechtsbijstand vast te stellen/vastgestelde kader voor toetsen.
Indien voor een vaardigheid en/of talencombinatie, c.q. vertaalrichting geen toets beschikbaar is, kan de raad voor rechtsbijstand in uitzonderlijke gevallen een verzoek tot inschrijving voorleggen aan de Commissie beëdigde tolken en vertalers.
Daartoe moet de tolk of vertaler aantonen:
- te beschikken over hbo-werk- en denkniveau en
- te beschikken over taalvaardigheid in de betreffende talencombinatie of vertaalrichting(en) op het vereiste niveau en
- minimaal vijf jaar ervaring te hebben als beroepstolk of -vertaler inde betreffende vaardigheid en talencombinatie c.q. vertaalrichting en
- scholing te hebben gevolgd om tolk- of vertaalvaardigheid en –attitude te ontwikkelen.
Dat een verzoeker met de vreemde taal als moedertaal is opgegroeid, is op zichzelf niet voldoende om het vereiste niveau te veronderstellen. Verzoekers kunnen aan de hand van een in de eigen taal genoten opleiding op minimaal hbo-niveauen of relevante werkervaring in die moedertaal
wel aantonen het vereiste niveau te hebben.Hoger onderwijs wordt niet in alle talen aangeboden. Is dat niet het geval, dan is inschrijving in het Rbtv zonder toetsing dus per definitie niet mogelijk.”
- Een brief van 25 juli 2000 van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), waaruit blijkt dat eiseres voor de IND werkzaam is geweest als taalanalist in het Dari, Pashto en Farsi. Haar werkzaamheden bestonden onder andere uit het controleren van taalanalyserapporten en het geven van cursussen over het Pashto.
- Een brief van het Consulaat Generaal van de Islamitische Republiek Afghanistan gevestigd in Nederland van 21 februari 2005, waarin is vermeld dat eiseres vanaf het jaar 2002 in Nederland tolk- en vertaalwerkzaamheden van het Pashto naar het Nederlands en vice versa heeft verricht voor het consulaat op zeer hoog niveau.
- Een verklaring van de DCOS Stability, Hoofdkwartier ISAF Kaboel van 1 november 2009, waarin is vermeld dat eiseres van november 2008 tot maart 2009 tolk- en vertaalwerkzaamheden heeft verricht in het Pashto.
- Een verklaring van Viceadmiraal [X] (hierna: [X]) van 29 maart 2010, waarin is vermeld dat eiseres in de periode november 2008 tot maart 2009 en van september tot november 2009 voor [X] gefunctioneerd heeft als tolk-vertaler in het Pashto, in welke hoedanigheid eiseres betrokken is geweest bij gesprekken op ministerieel en parlementair niveau, als ook met academische denktanken met lagere overheden in de provincies. Verder volgt hieruit dat ze met regelmaat beleidsnotities van het Pashto naar het Nederlands of het Engels heeft vertaald. Haar werkzaamheden heeft zij naar tevredenheid verricht, aldus [X].
- Een verklaring van het Tolk- en Vertaalcentrum Nederland (TVcN) van 16 februari 2010, waarin is vermeld dat eiseres sinds 25 februari 1997 staat ingeschreven als tolk/vertaler in het Pashto. Aan deze toelating is volgens het TVcN een strenge toetsing voorafgegaan.
- Het getuigschrift van 30 maart 2012 van het TVcN, waaruit blijkt dat eiseres in het test- en expertisecentrum heeft gezeten waarin ze voor het Pashto heeft getoetst.
- Een verklaring van de IND van 19 april 2010, waarin is vermeld dat eiseres staat ingeschreven in het IND tolkenbestand als freelance tolk voor onder andere het Pashto en dat zij haar opdrachten naar tevredenheid heeft verricht.
- Een verklaring van de politie regio Utrecht van 20 april 2010, waarin is vermeld dat eiseres in een TGO (team grootschalig onderzoek) in de periode van januari 2010 tot en met 20 april 2010 vertaal- en tolkwerkzaamheden heeft verricht in het Dari, Pashto en Farsi.
Ingevolge artikel 2, derde lid, van de Wbtv kan de minister een lijst houden waarop de gegevens worden bijgehouden van tolken en vertalers die beschikken over een recente verklaring omtrent het gedrag en die wegens het ontbreken van opleidingen of het ontbreken van onafhankelijke deskundigen die de kennis kunnen toetsen, niet kunnen aantonen te beschikken over de vereiste competenties taalvaardigheid in de bron- of de doeltaal of kennis van de cultuur van het land of gebied van de bron- en doeltaal. De minister kan een instelling aanwijzen die deze lijst bijhoudt.
- in de betreffende talencombinatie of vertaalrichting(en) geen door de raad voor rechtsbijstand erkende toets kan worden afgelegd;
- en de tolk of vertaler aantoonbaar beschikt over een mbo denk/werkniveau, taalcompetenties in bron- en doeltaal op niveau B2 van het Europese referentiekader voor talen en relevante werkervaring als tolk, respectievelijk vertaler;
- en de tolk of vertaler minimaal acht punten scoort op de competentiematrix die als bijlage bij dit besluit is gevoegd.
“Voor zover opleidingen in de betrokken bron- of doeltaal ontbreken en geen onafhankelijke deskundigen voorhanden zijn die het niveau van taalcompetenties in die taal kunnen toetsen, is het voor tolken of vertalers evenwel niet mogelijk om te voldoen aan het in artikel 1 van het Besluit uitwijklijst neergelegde vereiste dat men moet aantonen te beschikken over taalcompetenties op niveau B2 van het Europese referentiekader voor talen. Door ook in deze gevallen onverkort vast te houden aan dit vereiste, is plaatsing op de uitwijklijst in deze gevallen niet mogelijk. Voor zover het Besluit uitwijklijst voor deze gevallen niet voorziet in de mogelijkheid om op andere wijze aannemelijk te maken dat men de bron- of doeltaal beheerst, is het dan ook kennelijk onredelijk”.De rechtbank acht deze overweging ook op de situatie van eiseres van toepassing. Verweerder heeft ter zitting bevestigd dat de mogelijkheid om het Pashto naar ERK normen te toetsen in Nederland (nog) niet bestaat. Om die reden dient ervan te worden uitgegaan dat het voor eiseres niet mogelijk is om aan te tonen dat ze het Pashto op B2-niveau beheerst. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verweerder ten onrechte het BUWbtv aan zijn beslissing ten grondslag heeft gelegd en dat verweerder aan de hand van de door eiseres overgelegde documentatie had moeten beoordelen of eiseres op andere wijze aannemelijk heeft gemaakt dat zij het Pashto op hbo-niveau beheerst. Gelet op het voorgaande heeft verweerder dan ook ten onrechte het BUWbtv aan het bestreden besluit ten grondslag gelegd. Deze beroepsgrond slaagt.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;