Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
primair), dan wel met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen (
subsidiair).
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregelen
9.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
,levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op € 1.357,88 (duizend driehonderd zevenenvijftig euro en achtentachtig cent), te weten € 1.000,00 aan immateriële schade en € 357,88 aan materiële schade (bestaande uit de eigen bijdrage psycholoog, reiskosten politie/justitie, WKZ en huisarts, telefoonkosten ter hoogte van € 50,- en parkeerkosten), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2013 (bij benadering het midden van de periode dat de ontucht heeft plaatsgevonden) tot aan de dag der algehele voldoening. De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
12 maanden.