ECLI:NL:RBMNE:2013:7620

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
19 december 2013
Publicatiedatum
15 januari 2014
Zaaknummer
16-659765-13
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ontucht met minderjarige

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 19 december 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan ontucht met een minderjarig meisje van 14/15 jaar. De verdachte, geboren in 1960, heeft gedurende een periode van zes maanden ontuchtige handelingen gepleegd, waaronder het seksueel binnendringen van het lichaam van het slachtoffer, dat op dat moment de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De uitspraak volgde na een terechtzitting op 5 december 2013, waar de rechtbank kennisnam van de vordering van de officier van justitie en de verdediging van de verdachte, vertegenwoordigd door mr. A.M.R. van Ginneken.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om kennis te nemen van de ten laste gelegde feiten. De officier van justitie achtte het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen, en de verdediging refereerde zich aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft op basis van verschillende bewijsmiddelen, waaronder de aangifte van het slachtoffer en de bekennende verklaring van de verdachte, geoordeeld dat het bewezen geachte feit zich heeft voorgedaan.

De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het is gepleegd, en de persoon van de verdachte. De verdachte heeft een ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer, dat zich in een kwetsbare ontwikkelingsfase bevond. De rechtbank heeft ook de rapportages van een psycholoog en de reclassering in overweging genomen, die adviseerden om een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met bijzondere voorwaarden voor behandeling en toezicht. Daarnaast is de verdachte veroordeeld tot betaling van schadevergoeding aan het slachtoffer, vastgesteld op € 1.357,88, te vermeerderen met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/659765-13 (P)
vonnis van de meervoudige strafkamer van 19 december 2013.
in de strafzaak tegen
[verdachte],
Geboren op [1960] te [geboorteplaats],
Wonende te [adres], [woonplaats].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 5 december 2013.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en mr. A.M.R. van Ginneken, advocaat te Utrecht, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
met [slachtoffer], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, ontucht plegen, onder meer bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] (
primair), dan wel met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen (
subsidiair).

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht het primair ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen en baseert zich daarbij op de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging refereert zich ten aanzien van een bewezenverklaring aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan hetgeen aan hem ten laste is gelegd op de wijze als hierna onder bewezenverklaring vermeld. De rechtbank baseert zich hierbij op de navolgende bewijsmiddelen.
Aangezien verdachte dit feit heeft bekend en de raadsvrouw geen vrijspraak heeft bepleit, volstaat de rechtbank, met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering, met een opsomming van de bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer] [1]
- het proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer] [2]
- de akte van geboorte van [slachtoffer] [3]
- de bekennende verklaring van verdachte, zoals afgelegd ter terechtzitting van 5 december 2013 [4] .

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4 genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
Ten aanzien van het onder primair ten laste gelegde
op tijdstippen in de periode van 1 september 2012 tot en met 31 maart 2013 te De Meern, gemeente Utrecht, en elders in Nederland, met [slachtoffer], geboren op [1997], die de leeftijd van twaalf, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt,
ontuchtige handelingen heeft gepleegd die mede hebben bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij, verdachte, telkens en meermalen
- de beklede rug en billen en borsten en het lichaam van die [slachtoffer] betast en
- het ontblote lichaam van die [slachtoffer] gestreeld en
- zijn tong in de mond van die [slachtoffer] gebracht en gehouden en bewogen en
- de mond en het gezicht en het lichaam van die [slachtoffer] gekust en
- zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer] gebracht en gehouden en bewogen en
- die [slachtoffer] zijn, verdachtes, penis laten betasten en aftrekken en
- de vagina van die [slachtoffer] gekust en gelikt en
- zijn vingers in de vagina, althans tussen de schaamlippen, en anus van die [slachtoffer] gebracht en daarmee heen en weer gaande bewegingen gemaakt in haar vagina en
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en gehouden en bewogen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als
Ten aanzien van het onder primair ten laste gelegde
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door haar onder primair bewezen geachte feit zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaren, met aftrek van voorarrest, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren en de bijzondere voorwaarden van een meldplicht bij de reclassering en een behandelverplichting bij De Waag.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf waarvan het onvoorwaardelijke deel gelijk is aan de tijd die verdachte reeds heeft vastgezeten. Aan het voorwaardelijke deel kunnen voorwaarden worden gekoppeld die de rechtbank noodzakelijk acht. Daarnaast is verdachte bereid een werkstraf te verrichten. De raadsvrouw verwijst ten aanzien van de strafmaat in haar pleitnota naar een aantal uitspraken en verzoekt de rechtbank rekening te houden met het feit dat er geen sprake is geweest van dwang.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ontuchtige handelingen met een minderjarig meisje. De seksuele handelingen vonden plaats toen het meisje 14/15 jaar oud was. Het leeftijdsverschil tussen verdachte en het slachtoffer bedroeg 37 jaar.
De rechtbank rekent het verdachte zeer aan dat hij door zijn handelen een ernstige inbreuk heeft gepleegd op de lichamelijke en geestelijke integriteit van het slachtoffer. Minderjarigen bevinden zich in een gevoelige ontwikkelingsfase van hun leven en moeten gelet op hun jeugdige leeftijd in het algemeen geacht worden niet of in onvoldoende mate in staat te zijn zelf hun seksuele integriteit te bewaken en de draagwijdte van hun gedrag in dit opzicht te overzien. Zij genieten daarom op seksueel gebied bescherming tegen oudere, verder ontwikkelde personen. De wetgever heeft om die reden het plegen van seksuele handelingen tussen volwassenen en kinderen beneden de 16 jaren strafbaar gesteld, ook wanneer dit met wederzijdse instemming gebeurt. Verdachte, die destijds 51/52 jaar oud was, wist dat zij minderjarig was. De verdachte had zich als volwassene bewust dienen te zijn van de ongelijkheid in hun verhouding en de ongepastheid van seksuele handelingen tussen hen beiden. Verdachte is hierin ernstig tekortgeschoten en heeft zijn lustgevoelens gedurende een periode van ruim een half jaar laten prevaleren boven de belangen van het slachtoffer.
Uit de pro justitia rapportage van de psycholoog drs. T.E.G.A. Oosterhof van 7 november 2013 blijkt dat verdachte ten aanzien van het feit licht verminderd toerekeningsvatbaar moet worden geacht vanwege zijn gebrekkige ontwikkeling, te weten een gebrek aan eigenheid en identiteit. De kans op recidive wordt, wanneer verdachte in behandeling gaat, op korte termijn als laag en bij groei in de persoonlijkheid van verdachte tevens op lange termijn als laag ingeschat. De psycholoog adviseert om verdachte een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen waarbinnen hij zich moet laten behandelen en waarop door de reclassering toezicht wordt gehouden.
Uit het reclasseringsadvies van A. Balfoort van 19 november 2013 blijkt dat de kans op recidive met een psychologische behandeling bij De Waag als laag moet worden ingeschat. De reclassering adviseert daarom een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht en een verplichte ambulante behandeling bij De Waag of een soortgelijke instelling.
Uit de justitiële documentatie van verdachte van 14 november 2013 blijkt dat verdachte niet eerder met politie en/of justitie in aanraking is gekomen.
De rechtbank is van oordeel dat gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden aanleiding bestaat bij de straftoemeting fors af te wijken van wat de officier van justitie heeft gevorderd. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met voornoemde rapportages en heeft voorts aansluiting gezocht bij uitspraken van andere rechtbanken en gerechtshoven in soortgelijke zaken.

9.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

De behandeling van de vordering van [slachtoffer]
,levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op € 1.357,88 (duizend driehonderd zevenenvijftig euro en achtentachtig cent), te weten € 1.000,00 aan immateriële schade en € 357,88 aan materiële schade (bestaande uit de eigen bijdrage psycholoog, reiskosten politie/justitie, WKZ en huisarts, telefoonkosten ter hoogte van € 50,- en parkeerkosten), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2013 (bij benadering het midden van de periode dat de ontucht heeft plaatsgevonden) tot aan de dag der algehele voldoening. De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
In het belang van de benadeelde partij voornoemd wordt als extra waarborg voor betaling de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opgelegd.
Behandeling van het restant van de vordering levert een onevenredige belasting van het strafgeding op. Daarom is de benadeelde partij in dat deel van de vordering niet-ontvankelijk. De benadeelde partij kan het bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 36f en 245 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

11.Beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Ten aanzien van het onder primair ten laste gelegde
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, daarvoor strafbaar.
Strafoplegging
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
12 maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering (en in voorlopige hechtenis) is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 4 maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 (twee) jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast, indien veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet aan de volgende voorwaarden houdt.
Stelt als algemene voorwaarden dat de veroordeelde
1. zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
2. ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt.
3. medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zich binnen vijf dagen na het onherroepelijk worden van het vonnis moet melden bij de Reclassering Nederland op het volgende adres: Vivaldiplantsoen 200 te Utrecht. Hierna moet veroordeelde zich blijven melden, zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- de veroordeelde wordt verplicht om zich te laten behandelen bij De Waag of een soortgelijke ambulante zorginstelling, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven;
- De veroordeelde mag geen contact hebben met [slachtoffer] wonende te [adres] te [woonplaats] (niet direct, niet indirect, ook niet als die persoon zelf dat contact zoekt);
- De veroordeelde mag zich niet begeven aan de [adres] te [woonplaats];
Geeft opdracht aan de Reclassering Nederland om toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden.
Beveelt dat deze bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn.
Vordering benadeelde partij
Wijst de vordering van [slachtoffer] toe tot een bedrag van € 1.357,88 (zegge duizend driehonderd zevenenvijftig euro en achtentachtig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2013 tot en met de dag der algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan [slachtoffer] voornoemd.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering is en bepaalt dat dit gedeelte kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van [slachtoffer], € 1.357,88 (zegge duizend driehonderd zevenenvijftig euro en achtentachtig cent) aan de Staat te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 januari 2013 tot en met de dag der algehele voldoening, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 23 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.R. Krol, voorzitter,
mrs. J.P.H. van Driel Van Wageningen en E.M. de Stigter, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. van Elk, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 19 december 2013.
Mr. Krol en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE : De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
Primair
hij op een of meerdere tijstippen in of omstreeks de periode van 1 september
2012 tot en met 31 maart 2013 te De Meern, gemeente Utrecht, en/of elders in
Nederland, met [slachtoffer], geboren op [1997], die de leeftijd van
twaalf, maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt,
ontuchtige handelingen heeft gepleegd die hebben bestaan uit of mede hebben
bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, immers heeft hij,
verdachte, (telkens en/of meermalen)
- de (beklede) rug en/of bil(len) en/of borst(en) en/of heup(en) en/of het
lichaam van die [slachtoffer] betast en/of
- het ontblote lichaam van die [slachtoffer] gestreeld en/of
- zijn tong in de mond van die [slachtoffer] gebracht en/of gehouden en/of bewogen
en/of
- de mond en/of het gezicht en/of het lichaam van die [slachtoffer] gekust en/of
- zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer] gebracht en/of gehouden
en/of bewogen en/of
- die [slachtoffer] zijn, verdachtes, penis laten betasten en/of aftrekken en/of
- de vagina van die [slachtoffer] gekust en/of gelikt en/of
- zijn vinger(s) in de vagina, althans tussen de schaamlippen, en/of anus van
die [slachtoffer] gebracht en/of daarmee heen en weer gaande bewegingen gemaakt
in/over haar vagina en/of
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en/of gehouden en/of bewogen;
art 245 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
hij op een of meerdere tijstippen in of omstreeks de periode van 1 september
2012 tot en met 31 maart 2013 te De Meern, gemeente Utrecht, en/of elders in
Nederland, met [slachtoffer], geboren op [1997], die toen de leeftijd van
zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige
handelingen heeft gepleegd, immers heeft hij, verdachte, ontuchtig (telkens
en/of meermalen) - de (beklede) rug en/of bil(len) en/of borst(en) en/of heup(en) en/of het
lichaam van die [slachtoffer] betast en/of
- het ontblote lichaam van die [slachtoffer] gestreeld en/of
- zijn tong in de mond van die [slachtoffer] gebracht en/of gehouden en/of bewogen
en/of
- de mond en/of het gezicht en/of het lichaam van die [slachtoffer] gekust en/of
- zijn, verdachtes, penis in de mond van die [slachtoffer] gebracht en/of gehouden
en/of bewogen en/of
- die [slachtoffer] zijn, verdachtes, penis laten betasten en/of aftrekken en/of
- de vagina van die [slachtoffer] gekust en/of gelikt en/of
- zijn vinger(s) in de vagina, althans tussen de schaamlippen, en/of anus van
die [slachtoffer] gebracht en/of daarmee heen en weer gaande bewegingen gemaakt
in/over haar vagina en/of
- zijn penis in de vagina van die [slachtoffer] gebracht en/of gehouden en/of bewogen;
art 247 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer], d.d. 14 juni 2013, p. 21-31.
2.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van verhoor aangeefster [slachtoffer], d.d.19 augustus 2013, p. 44-55.
3.Een schriftelijk bescheid, te weten een akte van geboorte betreffende [slachtoffer], p. 56.
4.Een schriftelijk bescheid, te weten een proces-verbaal van de terechtzitting van 5 december 2013.