ECLI:NL:RBMNE:2013:7323
Rechtbank Midden-Nederland
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor medeplegen van moord op sportschoolhouder in Almere
In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 17 december 2013 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van medeplegen van moord op een sportschoolhouder in Almere. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting gevoerd op 27, 28 en 29 november en 2 en 3 december 2013. De verdachte was bijgestaan door zijn advocaat, mr. E.J. van Gils. De officier van justitie, mr. M. Kamper, heeft de vordering ingediend. De tenlastelegging omvatte onder andere het opzettelijk doden van het slachtoffer, met voorbedachten rade, en het verstrekken van geld voor de aanschaf van een vuurwapen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het slachtoffer op 13 september 2011 is overleden aan de gevolgen van schotwonden. De verdachte ontkende enige betrokkenheid bij de dood van het slachtoffer. De rechtbank heeft de verklaringen van medeverdachten en getuigen beoordeeld, evenals forensisch bewijs, waaronder DNA-analyses en het aantreffen van een vuurwapen. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen voor het primair ten laste gelegde, namelijk het medeplegen van moord. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle ten laste gelegde feiten, zowel primair als subsidiair.
De benadeelde partijen, de vrouw en de broer van het slachtoffer, hebben zich als benadeelde partij gevoegd en vorderingen ingediend tot schadevergoeding. De rechtbank heeft deze vorderingen niet-ontvankelijk verklaard, aangezien de verdachte van alle ten laste gelegde feiten is vrijgesproken. De uitspraak van de rechtbank is gedaan in aanwezigheid van de griffiers, mr. D.J. Laanstra en mr. R.G. Dees, en is openbaar uitgesproken.