Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 november 2013 in de zaak tussen
[eiser], te [woonplaats], eiser,
Procesverloop
6 februari 2013 van het CJIB vernomen dat eiser vanaf 3 november 2012 voortvluchtig is. Vervolgens is verweerder gekomen tot de onder ‘Procesverloop’ vermelde besluitvorming.
14 augustus 2013 verweerder informatie toegezonden over de omgezette taakstraf van eiser. Als reden voor opname in het opsporingsregister wordt in deze brief vermeld dat de politie het arrestatiebevel heeft afgemeld met “niet aangetroffen”. Als ingangsdatum signalering in het opsporingsregister staat vermeld: 03-11-2012 tot aanhoudingsdatum 11-02-2013. Naar aanleiding van deze informatie heeft verweerder nogmaals contact gezocht met het CJIB met het verzoek om aan te geven wat is ondernomen om betrokkene te arresteren. Hierop heeft het CJIB per mail het volgende laten weten: “De politie is 3 x bij hem langs geweest. Dat doen ze op verschillende tijdstippen. Aan ons wordt niet doorgegeven op welke dag en tijdstip dit is geweest. En dit is ook niet bij de parketpolitie te achterhalen (parketpolitie gaat niet zelf daarheen, maar doet de administratie). Ze hebben hem niet aangetroffen en daarmee hebben zij aan de verplichting voor aanhouden op arrestatiebevel voldaan. Verdere informatie is er niet.”
Beslissing
- vernietigt het bestreden besluit van 22 april 2013;
mr. M.H.L. Debets, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
25 november 2013.