Op 29 oktober 2013 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van belaging van zijn ex-partner. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het stelselmatig versturen van sms-berichten naar zijn ex-partner, wat leidde tot ernstige inbreuk op haar persoonlijke levenssfeer. De verdachte had in de periode van 21 april 2011 tot en met 1 februari 2012 meer dan 30 sms-berichten gestuurd, waarvan vele bedreigende en kwetsende inhoud hadden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en de aangeefster, die een relatie van 17 jaar hadden, na de beëindiging van hun relatie in 2009, in een conflict over de omgang met hun kind waren verwikkeld. De rechtbank heeft de verdediging van de verdachte, die stelde dat er onvoldoende bewijs was voor de belaging, verworpen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte had moeten begrijpen dat zijn sms-berichten ongewenst waren, vooral gezien de eerdere waarschuwingen en de aangifte van de ex-partner. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden, met een proeftijd van 2 jaar, en daarnaast 60 uur werkstraf opgelegd. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden gesteld, waaronder het naleven van aanwijzingen van de reclassering. De uitspraak benadrukt de ernst van belaging en de impact daarvan op de slachtoffers.