Op 15 oktober 2013 heeft de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 17 augustus 2011 in Wijk bij Duurstede samen met anderen een gewelddadige diefstal heeft gepleegd. De verdachte werd beschuldigd van het vastpakken van het slachtoffer, het afplakken van zijn gezicht met tape en het vastbinden aan een boom, terwijl zijn persoonlijke bezittingen werden gestolen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen. Tijdens de zittingen op 18 juni en 1 oktober 2013 heeft de verdachte zich laten bijstaan door zijn advocaat, mr. G. Boot.
De tenlastelegging omvatte diefstal met geweld, waarbij het geweld bestond uit het fysiek overmeesteren van het slachtoffer en het bedreigen met een mes. De rechtbank heeft de bewijsmiddelen zorgvuldig gewogen, waaronder DNA-onderzoek dat een sterke match aangaf tussen het DNA van de verdachte en sporen die op de plaats delict waren aangetroffen. De rechtbank concludeerde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de tenlastegelegde feiten.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het was gepleegd en de impact op het slachtoffer. De rechtbank heeft benadrukt dat dergelijke feiten bijdragen aan gevoelens van onveiligheid in de maatschappij. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 14a, 14b, 14c, 47 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.