ECLI:NL:RBMNE:2013:3862

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
17 september 2013
Publicatiedatum
24 september 2013
Zaaknummer
16.700493-13
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afpersing bij Fair Play Casino in Lelystad met geweld en bedreiging

In deze strafzaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 17 september 2013 uitspraak gedaan in een zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van afpersing. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met medeverdachten een plan had gemaakt om de Fair Play Casino in Lelystad te overvallen. Op 8 oktober 2012, tijdens de overval, heeft de verdachte samen met anderen de kassier onder bedreiging met een vuurwapen gedwongen om geld af te geven. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van een nauwe samenwerking tussen de verdachte en zijn medeverdachten, wat noodzakelijk is voor de kwalificatie van medeplegen. De rechtbank heeft de verklaringen van de aangever en een medeverdachte als betrouwbaar aangemerkt, en op basis van deze verklaringen en aanvullend bewijs, zoals camerabeelden, is de verdachte wettig en overtuigend schuldig bevonden aan de ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 1 jaar en 9 maanden, waarbij rekening is gehouden met de ernst van het feit en de impact op het slachtoffer. Daarnaast is de verdachte verplicht gesteld tot schadevergoeding aan de benadeelde partij, Fair Play Centers, voor het bedrag van € 1.275,00, dat overeenkomt met het bij de overval weggenomen geldbedrag.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling strafrecht
Parketnummer: 16.700493-13 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 17 september 2013
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [1990] te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres].

1.HET ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in eerste aanleg.
Het onderzoek heeft laatstelijk plaatsgevonden ter openbare terechtzitting van 3 september 2013 te Lelystad, waarbij de verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. T. den Haan, advocaat te Amsterdam Zuidoost.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. C.C.M. Poland en van de standpunten door de raadsman van verdachte naar voren gebracht.

2.DE TENLASTELEGGING

De verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 8 oktober 2012 in de gemeente Lelystad, althans in het arrondissement Midden-Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van twaalfhonderdvijfenzeventig (1275) euro, in elk geval van een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Fair Play Casino, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
en/of
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen twaalfhonderdvijfenzeventig (1275) euro, in elk geval een hoeveelheid geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Fair Play Casino, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- het beveiligingsglas bij de kassa (in één ruk) heeft/hebben weggetrokken en/of
- meermalen, in elk geval eenmaal tegen die [slachtoffer] heeft/hebben geschreeuwd: "Geef mij alles", in elk geval woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking en/of
- een pistool/vuurwapen, in elk geval een daarop gelijkend voorwerp, op die [slachtoffer] heeft/hebben gericht en/of gericht gehouden en/of
- met dat pistool/vuurwapen, in elk geval een daarop gelijkend voorwerp in de lucht heeft/hebben geschoten.

3.DE VOORVRAGEN

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in haar vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.DE BEWIJSMIDDELEN EN DE BEOORDELING DAARVAN

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht op basis van de inhoud van het dossier wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de aan hem ten laste gelegde overval op de Fair Play Casino samen met een mededader heeft gepleegd. De officier van justitie heeft zich daarbij met name gebaseerd op de aangifte en op de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] dat verdachte één van de daders van de overval is geweest. Deze verklaring kan voor het bewijs worden gebruikt nu [medeverdachte 1] consistent heeft verklaard en haar verklaring door andere bewijsmiddelen wordt ondersteund, waardoor de verklaring van [medeverdachte 1] als betrouwbaar kan worden aangemerkt, aldus de officier van justitie.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van het aan verdachte ten laste gelegde feit. De verdediging heeft daartoe aangevoerd dat de rechtbank op basis van de inhoud van het dossier voor wat betreft een bewezenverklaring moet afgaan op de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] nu er verder geen enkel ander bewijsmiddel voorhanden is waaruit de directe betrokkenheid van verdachte bij de overval blijkt. De verklaring van [medeverdachte 1] dat verdachte één van de daders van de overval is geweest kan echter niet als betrouwbaar worden aangemerkt, omdat deze verklaring niet consistent is en onvoldoende door andere bewijsmiddelen in het dossier wordt ondersteund. Verdachte dient daarom wegens gebrek aan wettig en overtuigend bewijs van het aan hem ten laste gelegde feit te worden vrijgesproken, aldus de verdediging.
De raadsman heeft subsidiair naar voren gebracht dat als de rechtbank tot het oordeel komt dat verdachte betrokken is geweest bij de overval de bevindingen van de politie erop wijzen dat verdachte de persoon is geweest die bij de in-/uitgang van de Fair Play Casino is blijven staan. Elke op de dagvaarding opgenomen feitelijke gedraging is derhalve aan de andere dader toe te rekenen. Nu alleen het medeplegen van de overval aan verdachte is tenlastegelegd en de man bij de deur slechts een ondersteunende rol heeft gespeeld dient verdachte ook in dat geval te worden vrijgesproken.
Het oordeel van de rechtbank [1]
De rechtbank overweegt omtrent de bewezenverklaring als volgt:
Aangever [slachtoffer] heeft bij de politie verklaard dat hij op 8 oktober 2012 als kassier werkzaam was bij de Fair Play Casino in Lelystad. Er stond een blanke vrouw aan de voordeur te trekken. Aangever drukte op de knop die toegang verleent, maar de vrouw kwam niet naar binnen. Plotseling stond er een gemaskerde man bij de kassa. De man trok in één beweging de doorzichtige plexiglas beveiliging van de kassa waardoor er geen bescherming meer was tussen aangever en deze persoon. De man schreeuwde “geef mij alles” en dit herhaalde de man een aantal keren. Aangever zag dat de man een pistool op hem gericht hield. De man hield het pistool in de lucht en schoot in de lucht. Aangever gaf de man direct het geld uit de lade. [2] Aangever zag dat een andere gemaskerde man de toegangsdeur openhield tijdens de overval. Vervolgens renden de mannen weg. [3]
Het door de daders weggenomen geldbedrag bedroeg € 1.275,00. [4]
In het pand van Fair Play werd een knalpatroon aangetroffen. [5]
Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft bij de politie verklaard dat zij betrokken is geweest bij de overval op het casino op 8 oktober 2012 en dat zij deze overval samen met de medeverdachten [medeverdachte 2] en [verdachte] heeft gepleegd. [6] Het plan om het casino te overvallen kwam van medeverdachte [medeverdachte 2]. [7] [medeverdachte 2] had haar gevraagd om mee te doen met de overval. Ze had de plannen een week van tevoren samen met [medeverdachte 2] besproken en op de dag van de overval waren de plannen tussen haar en [medeverdachte 2] en verdachte [verdachte] besproken. [8] Afgesproken werd dat de medeverdachte op de bel zou drukken [9] , dat [verdachte] bij de deur zou blijven staan, zodat de deur niet zou dichtklappen en ze snel weg konden als ze klaar waren, en dat [medeverdachte 2] naar binnen zou gaan en geld zou pakken. [10] De overval was ook op deze wijze uitgevoerd. Medeverdachte [medeverdachte 2] had een wapen bij zich. [11] Er was afgesproken dat iedereen geld zou krijgen. [12]
De verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] wordt door de rechtbank als betrouwbaar aangemerkt. De rechtbank overweegt daartoe dat haar verklaring op belangrijke onderdelen ten aanzien van de gepleegde overval consistent is. Ook ter terechtzitting is [medeverdachte 1] bij haar verklaring, zoals afgelegd bij de politie en zoals hiervoor weergegeven, gebleven en heeft zij niet anders verklaard. Daar komt bij dat haar verklaring wordt ondersteund door de verklaring van aangever en door hetgeen op de beelden [13] van de beveiligingscamera van Fair Play Casino valt waar te nemen. De beelden tonen dat de overval is gepleegd op de wijze zoals [medeverdachte 1] vanaf haar eerste verhoor als verdachte bij de politie heeft verklaard en waar zij niet van afwijkt gedurende haar verdere verhoren bij de politie. Het onderzoek van de Forensische Opsporing naar de signalementen van de daders van de overval die op basis van de beelden zijn gemaakt [14] wijst uit dat op een aantal punten, zoals haardracht, lengte en postuur, overeenstemming bestaat tussen het signalement van de persoon die als dader 1 omschreven is en de kenmerken van verdachte. [15] De conclusie van dat onderzoek is dat verdachte bleek te passen in het signalement van de dader die bij de uitgang is blijven staan om de deur open te houden. [16] Dat er op detailniveau verschillen in diverse verklaringen van medeverdachte [medeverdachte 1] zijn doet aan de geloofwaardigheid van het geheel niet af.
Verdachte heeft zowel bij de politie als ter terechtzitting niet veel willen zeggen. Uit het onderzoek naar de mobiele telefoons van verdachte en de medeverdachten blijkt dat zij onderling veel contact hebben en dat er ook op de dag van de overval contact tussen hen is geweest. [17] Verdachte geeft geen uitleg over het hoe en waarom van zijn contacten met de medeverdachten.
Verdachte heeft pas in zijn vierde verhoor bij de politie verklaard dat hij dacht dat hij op
8 oktober 2012 in de avond bij zijn vriendin [A] was. [18] [A] heeft bij de politie verklaard dat zij niet meer weet of verdachte op 8 oktober 2012 bij haar was. Zij verklaarde dat op de avond dat verdachte bij haar was hij drie keer werd gebeld door zijn zus. [19] Uit de opgevraagde historische verkeersgegevens van de telefoons welke bij verdachte in gebruik waren blijkt niet dat er op de avond van de overval werd ingebeld. [20] De rechtbank maakt hieruit op dat het niet aannemelijk is dat verdachte in de avond van 8 oktober 2012 bij zijn vriendin was.
Gelet op de verklaring van aangever, de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1] en het feit dat deze verklaring als betrouwbaar kan worden aangemerkt en het feit dat het nadere onderzoek zoals genoemd verdachte als betrokkene bij de overval niet uitsluit acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 8 oktober 2012 betrokken is geweest bij de overval op Fair Play Casino in Lelystad.
Ook de nauwe en bewuste samenwerking met de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2], welke vereist is voor het bestanddeel medeplegen, kan worden bewezen. Er is naar het oordeel van de rechtbank ter uitvoering van het gezamenlijke plan om de overval te gaan plegen sprake geweest van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en de medeverdachten.
Daartoe acht de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden redengevend:
- verdachte en de medeverdachten hebben samen een plan bedacht voor de uitvoering van de overval;
- verdachte en de medeverdachten hebben een rolverdeling gemaakt;
- verdachte en de medeverdachten hielden zich voor de overval gezamenlijk op in de buurt van de ingang van het casino;
- verdachte en de medeverdachten hebben de overval volgens plan uitgevoerd, waarbij elke verdachte gehandeld heeft naar zijn of haar rol;
- verdachte en de medeverdachten hadden afgesproken dat de buit zou worden verdeeld.
Het feit dat verdachte ‘slechts’ bij de deur heeft gestaan en de overige handelingen door de medeverdachte zouden zijn verricht doet hier naar het oordeel van de rechtbank niet aan af.
De rechtbank acht aldus wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 8 oktober 2012 in Lelystad samen met anderen de overval op Fair Play Casino heeft gepleegd.

5.BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte:
op 8 oktober 2012 in de gemeente Lelystad, tezamen en in vereniging met anderen,
met het oogmerk om zich en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot de afgifte van twaalfhonderdvijfenzeventig (1275) euro, toebehorende aan Fair Play Casino,
welke bedreiging met geweld hierin bestond dat zijn mededader
- het beveiligingsglas bij de kassa in één ruk heeft weggetrokken en
- meermalen tegen die [slachtoffer] heeft geschreeuwd: "Geef mij alles" en
- een vuurwapen op die [slachtoffer] heeft gericht en gericht gehouden en
- met dat vuurwapen in de lucht heeft geschoten.
Van het meer of anders ten laste gelegde zal verdachte worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet wettig en overtuigend bewezen acht.

6.KWALIFICATIE

Het bewezene levert op:
Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.

7.STRAFBAARHEID

Het feit en verdachte zijn strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden zijn gebleken die die strafbaarheid zouden opheffen of uitsluiten.
8 STRAFOPLEGGING
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte feit zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 2,5 jaar met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft gezeten.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft naar voren gebracht dat indien de rechtbank tot een bewezenverklaring komt de door de officier van justitie gevorderde straf te hoog is gelet op de oriëntatiepunten van het LOVS. De eventueel aan verdachte op te leggen straf dient in hoogte gelijk te zijn aan de straf die door de officier van justitie in de zaak van medeverdachte [medeverdachte 1] is geëist, omdat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] vergelijkbare handelingen hebben gepleegd. Een werkstraf en een voorwaardelijke straf zijn in het geval van een veroordeling passend, aldus de raadsman.
Het oordeel van de rechtbank
Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder verdachte zich daaraan heeft schuldig gemaakt en gelet op de persoon van de verdachte, zoals van een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht de rechtbank de na te noemen beslissing passend.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een gewapende overval op een casino. Verdachte had samen met zijn mededaders vooraf afgesproken wie wat zou doen. Eén mededader belde aan bij het casino, zodat de deur geopend zou worden, verdachte bleef bij de uitgang staan om de deur open te houden en de tweede mededader rende naar binnen en heeft onder bedreiging met een vuurwapen de man achter de kassa gedwongen geld aan hem te geven. Daarbij is door deze dader ook nog met het vuurwapen in de lucht geschoten. Verdachte en zijn mededaders zijn puur uitgegaan van eigen financieel gewin en hebben niet stilgestaan bij de gevolgen die een dergelijke daad voor anderen heeft. Slachtoffers van dergelijke misdrijven kunnen nog lange tijd last hebben van angstgevoelens en ook in dit geval blijkt uit het dossier dat het handelen van verdachte en zijn mededaders grote impact heeft gehad op het slachtoffer. Daarnaast zorgen dergelijke feiten voor een gevoel van onveiligheid in de maatschappij. De rechtbank neemt dit verdachte zeer kwalijk.
Uit het uittreksel uit de justitiële documentatie van verdachte d.d. 19 juli 2013 volgt dat verdachte niet recent is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten. In 2007 is verdachte veroordeeld voor het plegen van voorbereidingshandelingen van diefstal met geweld en/of bedreiging met geweld tegen personen en/of afpersing.
De rechtbank is van oordeel dat de ernst van het door verdachte gepleegde feit een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van langere duur rechtvaardigt. De oriëntatiepunten van het LOVS laten zien dat voor een feit als thans bewezenverklaard een gevangenisstraf voor de duur van twee jaar passend en geboden is. Bij het bepalen van de hoogte van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met het feit dat verdachte niet recent met justitie in aanraking is geweest, alsmede met het aandeel van verdachte in de gepleegde overval. Blijkens het dossier heeft de medeverdachte het plan om de overval te plegen bedacht en heeft de medeverdachte verdachte vervolgens bij de overval betrokken. Het aandeel van verdachte heeft vervolgens hierin bestaan dat hij, toen de deur van het casino werd geopend, bij de deur is blijven staan en de deur heeft opengehouden, zodat hij en de medeverdachte die naar binnen rende snel weg konden komen. Verdachte heeft daarmee geen leidende rol, maar wel degelijk een rol van betekenis gespeeld nu verdachte voortdurend bij de overval aanwezig is geweest en voor de man achter de kassa zichtbaar was. De rechtbank is van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van één jaar en negen maanden een passende straf is. De rechtbank zal deze straf dan ook aan verdachte opleggen.
Gelet op het feit dat verdachte geen enkele verantwoordelijkheid heeft genomen voor wat hij heeft gedaan en dat uit het rapport van de reclassering van 29 augustus 2013 blijkt dat verdachte geen problemen ziet en daarom niet openstaat voor hulpverlening ziet de rechtbank geen aanleiding om een deel van die straf voorwaardelijk op te leggen.

9.BESLAG

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie is van mening dat de in beslag genomen computer geretourneerd kan worden.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om de in beslag genomen computer terug te geven aan de moeder van verdachte.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank zal de teruggave aan de rechthebbende, blijkens het dossier zijnde de moeder van verdachte, [B], gelasten van de aan haar toebehorende op de beslaglijst vermelde computer (Dell, computerkast, goednummer 947902), aangezien deze niet vatbaar is voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer en het belang van strafvordering zich niet tegen teruggave verzet.

10.DE BENADEELDE PARTIJ

Voor aanvang van de terechtzitting heeft Fair Play Centers – daartoe vertegenwoordigd door J.H.W.M. Schiffelers – zich als benadeelde partij in dit geding gevoegd en een vordering ingediend tot vergoeding van schade ten gevolge van het aan verdachte ten laste gelegde feit. De hoogte van die schade wordt door de benadeelde partij begroot op een bedrag van
€ 6.179,18.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot gehele toewijzing van de door de benadeelde partij ingediende vordering, hoofdelijk en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft primair aangevoerd dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de ingediende vordering tot schadevergoeding gelet op de bepleite vrijspraak.
Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat als de rechtbank tot een bewezenverklaring komt de vordering voor wat betreft het bij de overval weggenomen geldbedrag kan worden toegewezen. De benadeelde partij dient in het overige deel niet-ontvankelijk te worden verklaard nu dat deel ziet op kosten voor verlies aan arbeidsvermogen en psychologische begeleiding van personeel, waarbij moeilijk te beoordelen is of deze kosten daadwerkelijk het gevolg zijn van deze overval.
Het oordeel van de rechtbank
Bij het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat de benadeelde partij Fair Play Centers rechtstreeks schade heeft geleden ten gevolge van het bewezen verklaarde feit. De hoogte van die schade is genoegzaam komen vast te staan tot een bedrag van
€ 1.275,00, te weten het bij de overval weggenomen geldbedrag, vermeerderd met de wettelijke rente sinds de dag waarop het thans bewezen verklaarde feit jegens de benadeelde partij werd gepleegd tot die van de voldoening, alsmede vermeerderd met de kosten die – tot op heden – worden begroot op nihil.
De vordering van de benadeelde partij levert naar het oordeel van de rechtbank voor wat betreft het meer gevorderde, te weten de kosten voor het verlies aan arbeidsvermogen van [C], [D] en [E] en de kosten voor psychologische begeleiding van [C] en [E], een onevenredige belasting op van het strafgeding. De rechtbank overweegt daarbij dat uit het dossier en de ter terechtzitting gegeven toelichting is gebleken dat Fair Play Casino in Lelystad in relatief korte tijd meerdere keren is overvallen, [C] en [E] op 8 oktober 2012 al enige tijd afwezig waren in verband met eerdere incidenten en [D] op het moment dat de overval plaatsvond niet op de werkvloer aanwezig was. Derhalve kan thans niet eenvoudig worden vastgesteld of en, zo ja, tot welke hoogte de gevorderde kosten voor verlies aan arbeidsvermogen en psychologische begeleiding rechtstreeks het gevolg zijn geweest van het thans bewezen verklaarde strafbare feit. De rechtbank zal derhalve bepalen dat de benadeelde partij in de vordering voor dat deel niet-ontvankelijk is en dat de vordering ter zake dit deel slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
De verdachte is voor de schade, voor zover toegewezen, naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk.
Als extra waarborg voor betaling aan de benadeelde partij zal de rechtbank overeenkomstig artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verdachte de verplichting opleggen tot betaling aan de Staat van bovengenoemde geldsom ten behoeve van de benadeelde partij.

12.TOEPASSELIJKHEID WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

De beslissing berust op de artikelen 10, 24c, 27, 36f en 317 van het Wetboek van Strafrecht, zoals de artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

13.BESLISSING

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart het bewezen verklaarde feit strafbaar en kwalificeert dit feit zoals hierboven onder 6 is omschreven;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
1 jaar en 9 maanden;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis met ingang van de datum waarop dit vonnis onherroepelijk wordt;
Beslag
- gelast de teruggave aan de rechthebbende, zijnde [B], van de onder verdachte in beslag genomen computer (Dell, computerkast, goednummer 947902);
Benadeelde partij
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij Fair Play Centers, gevestigd te Kerkrade, van een bedrag van € 1.275,00 (zegge: twaalfhonderdvijfenzeventig euro), hoofdelijk met dien verstande dat indien en voor zover verdachtes mededaders betaalt/betalen, verdachte in zoverre van deze verplichting zal zijn bevrijd, vermeerderd met de wettelijke rente sinds de dag waarop het thans bewezen verklaarde feit jegens de benadeelde partij werd gepleegd, te weten 8 oktober 2012, tot die van de voldoening;
- veroordeelt de verdachte voorts in de door de benadeelde partij gemaakte, tot op heden op nihil begrote kosten en in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog door de benadeelde partij te maken kosten;
- legt op aan de verdachte de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 1.275,00 ten behoeve van het slachtoffer voornoemd, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 22 dagen hechtenis;
- bepaalt dat, indien de verdachte en/of zijn mededaders (gedeeltelijk) heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de benadeelde partij (in zoverre) komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte en/of zijn mededaders (gedeeltelijk) heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de Staat (in zoverre) komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor wat het meer gevorderde betreft in zijn vordering niet-ontvankelijk is en dat de benadeelde partij de vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.A.C. Koster, voorzitter, mrs. C.A. de Beaufort en
K.G. van de Streek, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M. van Veen-Looy, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 september 2013.

Voetnoten

1.Wanneer hierna wordt verwezen naar doorgenummerde dossierpagina’s betreft dit delen van ambtsedige processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij het dossier met het nummer 2012071456, doorgenummerd blz. 1 tot en met 975
2.Proces-verbaal van aangifte, blz. 262
3.Proces-verbaal van aangifte, blz. 263
4.Proces-verbaal verhoor aangever, blz. 269
5.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 261 + proces-verbaal sporenonderzoek, blz. 279
6.Proces-verbaal van eerste verhoor medeverdachte, blz. 192 en proces-verbaal van tweede verhoor medeverdachte, blz. 204
7.Proces-verbaal van tweede verhoor medeverdachte, blz. 204
8.Proces-verbaal eerste verhoor verdachte, blz. 192
9.Proces-verbaal van eerste verhoor medeverdachte, blz. 192
10.Proces-verbaal van eerste verhoor medeverdachte, blz. 192 en blz. 194
11.Proces-verbaal van eerste verhoor medeverdachte, blz. 197
12.Proces-verbaal van eerste verhoor medeverdachte, blz. 194
13.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 291 tot en met 295, met als bijlage prints van de beelden van de beveiligingscamera, blz. 296 tot en met 333
14.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 374 tot en met 380
15.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 374 tot en met 380
16.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 381 tot en met 384
17.Proces-verbaal van bevindingen blz. 385 tot en met 399, blz. 411 tot en met 418, blz. 421 en 422 en blz. 427 en 428
18.Proces-verbaal van verhoor verdachte, blz. 72
19.Proces-verbaal van verhoor getuige, blz. 850
20.Proces-verbaal van bevindingen, blz. 416 en 417