Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
uitspraak van de meervoudige kamer van 29 augustus 2013in de zaak tussen
[eiseres], te[woonplaats], eiseres
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
30 juni 2011 alleen en zelfstandig bevoegd bestuurder van het bedrijf was. Hij droeg tevens de financiële risico’s. Eiseres was bij de Belastingdienst niet bekend als onderneemster, zodat verweerder er van uitgaat dat eiseres voor de inkomsten uit het bedrijf niet is aangeslagen voor inkomstenbelasting en premieheffing. Verweerder heeft gesteld dat als de juridische situatie afwijkt van de feitelijke situatie, het op de weg van eiseres had gelegen om dit duidelijk schriftelijk naar voren te brengen. De gevolgen van het feit dat zij dit niet heeft gedaan, komen voor haar risico.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder zich op grond van het bovenstaande op het standpunt mogen stellen dat eiseres niet de volledige zeggenschap in het bedrijf heeft en niet de financiële risico’s daarvan draagt. Uit de door eiseres in beroep overgelegde documenten blijkt niet het tegendeel. De enkele omstandigheid dat zij activiteiten voor het bedrijf heeft verricht, betekent immers niet dat zij hierover de volledige zeggenschap heeft en de financiële risico’s draagt. Verder staat op de door eiseres overgelegde verzekeringspolis van het bedrijf haar naam niet vermeld en ziet de overgelegde aangifte omzetbelasting op een periode (grotendeels) na de in geding zijnde periode. Ook de door eiseres overgelegde ‘Overeenkomst vrijwaring van enige aansprakelijkheid jegens derden’ leidt de rechtbank niet tot een ander oordeel Deze overeenkomst legt immers alleen de afspraken tussen eiseres en haar broer vast en werkt niet naar derden. Eiseres kan niet op grond van deze overeenkomst alsnog als zelfstandige in de zin van artikel 1, aanhef en onder b, van het Bbz worden beschouwd. De beroepsgrond slaagt niet.