ECLI:NL:RBMNE:2013:3361

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
30 januari 2013
Publicatiedatum
15 augustus 2013
Zaaknummer
16-710790-09
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel op basis van eenvoudige kasopstelling in een strafzaak

In deze zaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 31 januari 2013 uitspraak gedaan in een ontnemingszaak tegen de veroordeelde, die eerder was veroordeeld voor verschillende strafbare feiten, waaronder hennepteelt en gewoontewitwassen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot vaststelling van het wederrechtelijk verkregen voordeel beoordeeld. De veroordeelde was niet verschenen op de zitting, ondanks dat hij behoorlijk was opgeroepen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde in de periode van 1 januari 2006 tot en met 19 mei 2009 een bedrag van € 189.600,- aan wederrechtelijk voordeel had genoten, gebaseerd op een eenvoudige kasopstelling die het verschil tussen contante uitgaven en beschikbare legale contante gelden berekende. De verdediging heeft verweer gevoegd tegen verschillende posten in de voordeelsberekening, maar de rechtbank heeft deze verweren verworpen. De rechtbank heeft uiteindelijk het bedrag van het wederrechtelijk verkregen voordeel vastgesteld op € 183.000,- en de veroordeelde verplicht tot betaling van dit bedrag aan de staat. De beslissing is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, zoals dit artikel luidde ten tijde van het bewezen verklaarde. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie voor het overige afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/710790-09
beslissing van de rechtbank d.d. 31 januari 2013
in de ontnemingszaak tegen
[veroordeelde],
geboren op [1974] te [geboorteplaats],
wonende te[woonplaats]
[woonplaats], [adres] (GBA-adres),
verblijvende [woonplaats], [adres],
raadsvrouw mr. W.E.M. van Erp, advocaat te Arnhem

1.Deprocedure.

De procedure blijkt onder meer uit de volgende stukken:
  • de vordering, die binnen de in artikel 511b van het Wetboek van Strafvordering genoemde termijn aanhangig is gemaakt;
  • het strafdossier onder parketnummer 16/710790-09 waaruit blijkt dat veroordeelde op 14 februari 2012 door het Gerechtshof Amsterdam, nevenzittingsplaats Arnhem, is veroordeeld terzake van het (medeplegen van) opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3, onder B en C, van de Opiumwet gegeven verbod, gewoontewitwassen en (mede) gebruik van een aantal met name genoemde valse stukken tot de in die uitspraak vermelde straf;
  • de beschikking van de officier van justitie d.d. 10 oktober 2011 waaruit blijkt dat het tegen veroordeelde ingestelde strafrechtelijk financieel onderzoek (SFO) is afgerond;
  • het proces-verbaal van berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel (Rapport Berekening wederrechtelijk verkregen voordeel);
  • de vordering van de officier van justitie strekkende tot vaststelling van het genoten wederrechtelijk voordeel met veroordeling van veroordeelde tot betaling daarvan aan de staat tot een bedrag van € 192.300,-;
  • het proces-verbaal van de zitting van 7 november 2011;
  • de conclusie van eis d.d. 3 oktober 2012;
  • de conclusie van antwoord d.d. 22 november 2012;
  • de bevindingen tijdens het onderzoek ter terechtzitting van 20 december 2012;
  • de overige stukken;
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting is de officier van justitie gehoord. Zij heeft daarbij haar vordering gewijzigd. Voorts is de raadvrouw mr. Van Erp voornoemd gehoord.
Veroordeelde is, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.

2.De beoordeling.

2.1.
Veroordeelde is bij voormeld arrest veroordeeld voor - kort gezegd -:
Hennepteelt en – be/verwerking in de periode 1 januari 2009 tot en met 1 mei 2009,
Het aanwezig hebben van een grote hoeveelheid hennep op 19 mei 2009,
Gewoontewitwassen in de periode van 1 januari 2006 tot en met 19 mei 2009 van een aantal met name genoemde voorwerpen en
mede) gebruik van een aantal met name genoemde valse stukken in maart 2006.
De veroordeling betreft dus ook misdrijven waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd.
2.2.
Dat veroordeelde het bewezenverklaarde heeft begaan blijkt uit de bewijsmiddelen welke als bijlage achter dit vonnis zijn gehecht en waarvan de inhoud geldt als hier ingelast. De rechtbank ontleent aan de inhoud van deze bewijsmiddelen het oordeel dat de veroordeelde door middel van bovengenoemde feiten een voordeel als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht heeft gehad.
2.3.
De officier van justitie verwijst voor de voordeelsberekening naar het Rapport Berekening wederrechtelijk verkregen voordeel met nummer TIG/FIN/AH/061 (Rapport WVV) van 17 oktober 2011, opgesteld door verbalisant[verbalisant 8] en doorlopend genummerd van pag. 1-240.
Ter zitting heeft zij, in overeenstemming met dat rapport, de vordering verminderd tot
€ 189.600,--.
De voordeelsberekening in het Rapport WVV is gebaseerd op een eenvoudige kasopstelling, op de berekening van het verschil tussen de (bekende) contante uitgaven en de (bekende) beschikbare legale contante gelden. [1]
2.4.
De verdediging heeft verweer gevoegd tegen een aantal posten dat in het navolgende aan de orde komt.
2.5.
Het Rapport WVV houdt in dat de verdachte in de periode 1 januari 2006 tot en met 19 mei 2009 € 189.600,-- meer aan contante uitgaven heeft gedaan dan er aan legaal contant geld aanwezig was. [2]
De berekening van het Rapport WVV en die van de verdediging zijn schematisch weergegeven in het volgende overzicht. De letters verwijzen naar de daarna volgende bespreking van de afzonderlijke verweren:
contante “inkomsten”:
Rapport WVV
Verdediging
Beginsaldo
22.5
B
Legale contante ontvangsten
incl bankopnamen
98.901 [4]
198.251
C
Af: eindsaldo contant geld
-5.176 [5]
-5.176
93.725
215.575
contante uitgaven
contante stortingen bank
202.165 [6]
198.565
D
Harley Davidson motor MN-VP-11
21.5 [7]
A
Money transfer
3
Caravan [kenteken]
13.319 [9]
E
Horloge Audemars P.
7
B&O apparatuur
8
Afrekening notaris
11.99 [12]
11.99
Witte bank
2000
aanpassing tuin
6.375 [14]
6.375
contante betaling bonnen
640
tuin/lounge set
1.086 [16]
1.086
inrichting kwekerij
1.5
Peugeot [kenteken]
4.75 [18]
4.75
283.325
244.906
-93.725
-215.575
verschil in/uit:
€189.600
€29.331
A
2.6.
Bespreking van de afzonderlijke verweren.
Ad A. Algemeen en wat betreft de Harley Davidson (conclusie van antwoord nr. 4):
De verdediging heeft betoogd dat de vrijspraak door het gerechtshof van (gewoonte)witwassen van € 179.841,50, een Mercedes Benz en een Harley Davidson reeds moet leiden tot afwijzing van de vordering, omdat geen ontneming kan volgen voor feiten waarvoor is vrijgesproken.
Dit verweer wordt verworpen wat betreft het geld. De vrijspraak van witwassen van geld betekent niet dat dit geld een legale herkomst heeft. Het hof overweegt in zijn arrest zelfs uitdrukkelijk dat “het niet anders kan zijn dan dat de verdachte dat geld (het in de tenlastelegging genoemde bedrag van € 179.841,50) tenminste gedeeltelijk heeft verkregen uit hennepteelt of enig ander misdrijf” maar spreekt vrij van witwassen ter zake omdat “het enkele voorhanden hebben van een voorwerp dat afkomstig is van een door verdachte begaan misdrijf …niet (kan) worden gekwalificeerd als witwassen van dat voorwerp”.
Wat betreft de vrijspraak ten aanzien van de Harley stelt het gerechtshof weliswaar vast dat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte dit voertuig heeft gekocht met geld dat door misdrijf is verkregen, maar deze vrijspraak ziet op de tenlastegelegde Harley met kenteken
MD-BV-16, terwijl de Harley genoemd in het rapport WVV een andere is, te weten met kenteken MN-VP-11.
Wat de Mercedes Benz betreft is deze vrijspraak niet van belang, nu de financiering daarvan niet bij de contante uitgaven in de kasopstelling is meegenomen.
Ad B. Het beginsaldo
Het Rapport WVV houdt in dat het contante beginsaldo per 1 januari 2006 kan worden gesteld op nihil, omdat op 16 december 2005 en op 6 januari 2006 bedragen contant zijn opgenomen, hetgeen niet zou hoeven wanneer contant geld beschikbaar was. [19]
Het beginsaldo dient volgens veroordeelde te worden gesteld op € 22.500,-- (conclusie van antwoord nr. 6), welk bedrag hij aanwezig had ten behoeve van de aankoop van een Harley, die hij uiteindelijk een jaar later heeft gekocht.
De rechtbank acht onvoldoende aannemelijk geworden dat de veroordeelde een beginsaldo had zoals door hem gesteld. Het gegeven dat hij dit bedrag onder zich zou hebben voor een aanschaf van een jaar later overtuigt niet. Overigens is deze stelling niet onderbouwd, al helemaal niet met
verifieerbaregegevens.
Ad C. Meer legale inkomsten?
Volgens veroordeelde (conclusie van antwoord nr. 8, 9, 10, 11, 12) dienen bij de legale contante ontvangsten de volgende posten te worden opgeteld:
C1. Legale huurinkomsten Hooglandseweg zuid 34, totaal
40.35
C2. Casinowinsten
22.5
C3. Ten onrechte in mindering gebrachte bedrag op de lening t.b.v. de Mercedes
3
C4. Inkomsten autohandel
33.5
Totaal
99.35
, zodat het totaal aan legale contante ontvangsten, inclusief bankopnamen in de visie van de verdediging € 198.251,-- bedraagt.
Ad C1, 2 en 4:
Het Rapport WVV houdt in dat verhuurbetalingen ad € 55.683,-- voor het door veroordeelde in maart 2006 aangekochte pand[adres] (WOZ waarde € 295.000,--) via de bank werden ontvangen. [20]
[veroordeelde]stelt dat naast voormelde huurinkomsten, voor een kamer en het café vanaf 1 mei 2006 tot 1 januari 2008 maandelijks € 1.100,-- en daarna € 1.300,- contant werd ontvangen voor twee andere kamers in dat pand tot een totaal bedrag van € 40.350,-. Dit zou zijn bevestigd door verklaringen van getuigen bij de rechter-commissaris en kan worden geverifieerd aan de hand van het door veroordeelde opgestelde kasboek over de periode 1 januari 2006 tot en met december 2008.
De rechtbank verwijst in deze naar hetgeen het Hof in het arrest reeds heeft overwogen en wel dat het betoog over contante inkomsten uit kamerverhuur, autohandel en gokken onvoldoende is onderbouwd met
verifieerbaregegevens en dat daartoe het door [veroordeelde]opgestelde kasoverzicht onvoldoende is. Dat geldt overigens ook als dit kasoverzicht niet achteraf, maar gedurende de bewezenverklaarde periode is opgesteld.
Ook in de onderhavige procedure is het door veroordeelde gestelde niet aannemelijk geworden door overlegging van administratie, belastingopgaven of verklaringen van niet-betrokken derden.
Wat de huurinkomsten betreft: Voor zover[X] kan worden beschouwd als niet betrokken derde, is hetgeen hij bij de rechter-commissaris heeft verklaard over de huurbetalingen onvoldoende om daarmee het door veroordeelde aangevoerde te staven. [21] Getuige[getuige] verklaart bij de rechter-commissaris over (incidentele) contante betaling maar noemt geen concrete bedragen [22] .
De officier van justitie heeft daarnaast nog terecht aangevoerd dat het pand waaruit huurinkomsten wordt genoten, is verkregen door middel van hypotheekfraude, (de hypotheek is verkregen door middel van het in feit 5 bewezenklaarde), zodat er met betrekking tot de huurinkomsten sprake is van vervolgprofijt. Dit blijft echter in deze eenvoudige kasopstelling buiten beschouwing.
Er zijn aanwijzingen in het dossier die doen twijfelen aan het bestaan van een (lonende) autohandel: Blijkens informatie van de Kamer van Koophandel heeft veroordeelde een eenmanszaak genaamd Custom Cars gehad sinds 10 oktober 2005. Op 3 februari 2006 is de inschrijving bij de KvK opgeheven in verband met opheffing van de activiteiten. [23] De verklaring van de partner van veroordeelde op 2 november 2009 bij de rechter-commissaris “we hadden een auto nodig. Een vriend van [veroordeelde](=veroordeelde) deed in auto’s”, duidt evenmin op een bloeiende autohandel.
Wat betreft de casinowinsten geldt dat ook hier sprake is van een niet onderbouwde stelling van veroordeelde, waaraan de rechtbank geen geloof hecht.
Ad C3:
het Rapport WVV houdt onder meer in [24] dat er een contante betaling van € 26.000,--door [A] aan [veroordeelde]is geweest, in verband met (een giraal verstrekte lening voor aanschaf van) een Mercedes met kenteken[kenteken], maar dat, zo begrijpt de rechtbank, hier feitelijk sprake is van een constructie waarbij [veroordeelde]een jaar lang genoemde Mercedes ter beschikking kreeg, zodat er mogelijk contant in mindering gebracht moet worden een bedrag van € 3.000,-- voor een waardeverlies (€ ad € 1.750,--) van die Mercedes bij verkoop na dat jaar en gebruiksvergoeding van 13 x € 100,-- per maand.
De rechtbank is met de verdediging van oordeel dat voormelde aannames onvoldoende onderbouwd zijn en zij zal derhalve uitgaan van het bedrag van € 26.000,-.
Ad D. Contante betaling van[X] voor reis
Volgens de verdediging (conclusie van antwoord nr. 13, zoals toegelicht ter zitting) moet van de contante stortingen bank worden afgetrokken een bedrag van € 3.600,-- dat [veroordeelde]heeft ontvangen van[X] als vergoeding voor een door verdachte geboekte reis bij Holland International, welke boeking voor een gezamenlijke reis omstreeks die tijd met een girale betaling van € 5.000,-- voldaan is.
De rechtbank heeft kennis genomen van een gelijkluidende verklaring van[X] die hij op 31 maart 2011 bij de rechter-commissaris heeft afgelegd. De rechtbank ziet hierin aanleiding om de contante stortingen met het bedrag van € 3.600,- te verminderen.
Ad E. De Caravan
De verdediging is van mening dat de Tabbert tourcaravan niet mag worden meegerekend bij de contante uitgaven van veroordeelde, omdat de caravan op naam van zijn schoonvader, [K], staat en omdat het contante bedrag waarmee de caravan is betaald door[K] aan zijn dochter, [veroordeelde] partner, is geleend.
De rechtbank is van oordeel dat uit het dossier is komen vast te staan dat veroordeelde en zijn partner de caravan op 1 mei 2007 hebben aangekocht en betaald met contant geld. Zij maakten gebruik van de caravan, stalden de caravan en betaalden de verzekering, ook nadat de caravan op naam van de schoonvader van veroordeelde was gesteld. De schoonvader wilde aanvankelijk niets verklaren over de caravan (zie noot 9). Bij de rechter-commissaris heeft hij weliswaar verklaard dat hij het bedrag van 15.000,- in contanten voor de aanschaf van de caravan had geleend aan zijn dochter doch deze verklaring is niet te beschouwen als afkomstig van een onafhankelijke derde. [25] Overigens is het gestelde op geen enkele manier aannemelijk gemaakt, zodat dit verweer wordt gepasseerd.
2.7.
De rechtbank komt derhalve tot vaststelling van het wederrechtelijk genoten voordeel op een bedrag van € 189.600,- minus € 6.600,- (€ 3.000,- en € 3.600,-) is € 183.000,-.
Er is niets aangevoerd dat aanleiding geeft de betalingsverplichting op een lager bedrag vast te stellen.

3.Toegepaste wetsartikelen

De op te leggen maatregel is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, zoals zoals dit artikel luidde ten tijde van het bewezen verklaarde.

4.De beslissing

De rechtbank:
- stelt het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast op € 183.000,-;
- legt veroordeelde
[veroordeelde]de verplichting op tot betaling aan de staat van een geldbedrag ter grootte van
€ 183.000,-,ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel;
- wijst de vordering van de officier van justitie voor het overige af.
Deze beslissing is gegeven door mr. M.J. Grapperhaus, voorzitter, mr. S. Wijna en
mr. R.S.B. Kool, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier drs. M.G.M. van Rijnstra en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 31 januari 2013.
Mr. Kool is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage
bewijsmiddelen:
Voor zover in de hierna opgenomen schriftelijke bewijsmiddelen wordt verwezen naar het proces-verbaal, wordt hiermee verwezen naar het in de wettelijke vorm door de politie regio Utrecht opgemaakte proces-verbaal einddossier [O] met dossiernummer[nummer] van 8 september 2009, met bijlagen.
Ten aanzien van feit 1
1. Het als bijlage bij het genoemde proces-verbaal gevoegde proces-verbaal aantreffen hennepkwekerij van 31 mei 2009, in de wettelijke vorm opgemaakt door [verbalisant 1]en [verbalisant 2], beiden werkzaam bij de politie regio IJsselland, met nummer[nummer], voor zover inhoudende als relaas van
verbalisanten, ordner 2, doorgenummerde pagina’s 390 e.v. -zakelijk weergegeven-:
Op 1 mei 2009 stelde ik, verbalisant [verbalisant 1] een onderzoek in nabij perceel [adres]te [woonplaats]. Ik zag dat het dakraam half geopend was. Tevens zag ik dat er zich achter dit dakraam een houten plaat bevond. Tevens zag ik dat er zich in de houten plaat een ronding bevond. Al deze maatregelen zijn bij mij ambtshalve bekend als zijnde maatregelen voor het aanleggen en onderhouden van een hennepkwekerij. Naar aanleiding hiervan hebben wij, verbalisanten, terzake verdenking van overtreding van de Opiumwet een onderzoek ingesteld op het adres [adres]te [woonplaats].
Op het genoemde adres staat ingeschreven[medeverdachte]. Nadat wij, verbalisanten, ons hadden voorgesteld en het doel van onze komst duidelijk hadden gemaakt aan de bewoner die thuis was, verklaarde deze inderdaad een in werking zijnde hennepkwekerij op de zolder van zijn woning aanwezig te hebben. De bewoner toonde ons vervolgens deze kwekerij op de zolder van de woning. Ik, verbalisant [verbalisant 1], zag dat de kweekruimte een afmeting had van ongeveer 3,85 bij 2,85 meter. In de kweekruimte bevond zich een opstaande rand als waterkering bedekt met een zwart zeil (landbouwplastic). De wanden van de kamer waren wit geschilderd. In de ruimte hing een constructie met daarop een volautomatische groepenkast. Boven de groepenkast hingen twaalf transformatoren en condensatoren. Elk van deze twaalf transformatoren/condensatoren bleek aangesloten te zijn op een assimilatielamp. In totaal hingen er in de kweekruimte twaalf assimilatielampen van 600 watt. Op de grond stonden 165 potten van ongeveer 30 centimeter hoog die gevuld waren met aarde. In iedere pot stond een hennepplant met een gemiddelde hoogte van ongeveer 50 centimeter. In de ruimte was één dompelpomp aanwezig, voorzien van een tijdschakelaar. In de kweekruimte hing één koolstoffilter. Via een flexibel buizensysteem stonden de filters in verbinding met een afzuiginstallatie die in de ruimte hing. Zowel de koolstoffilters als de afzuiginstallatie hingen door middel van metalen kettingen aan haken die in het plafond waren bevestigd. Deze waren in hoogte verstelbaar. De assimilatielampen hingen achter elkaar in drie rijen vastgemaakt aan houten balken die eveneens met metalen kettingen waren opgehangen aan ringen in het plafond. De temperatuur in de kweekruimte bedroeg 22 graden Celsius en de luchtvochtigheid bedroeg 92%, afgelezen van de aanwezige thermo- / hygrometer.
Er lag dik stof op de kappen van de armaturen van de assimilatielampen, het koolstoffilter van de koolstofcilinder en de aanwezige elektra. Er was restafval aanwezig, te weten hennepafval in zakken en hennepaanslag op de aangetroffen schaartjes. Er was oud aardeafval in zakken en potten. Er is gedroogd hennep aangetroffen.
2. Het als bijlage bij het genoemde proces-verbaal gevoegde proces-verbaal van 2 juni 2009, in de wettelijke vorm opgemaakt door de politie regio IJsselland, met nummer TIG/V04/01, voor zover inhoudende als verklaring van[medeverdachte], ordner 1, doorgenummerde pagina’s 169 e.v. -zakelijk weergegeven-:
Ik ben de eigenaar van de hennepkwekerij die de politie op 1 mei (de rechtbank begrijpt: 1 mei 2009) bij mij thuis op de [adres]te [woonplaats] heeft aangetroffen. Ik heb deze plantage aangelegd. Ik kreeg hierbij advies van [veroordeelde]. [veroordeelde]heeft me uitgelegd hoe het allemaal werkt. Hij gaf me ook een website waar ik meer informatie kon vinden. [veroordeelde]nam lampen, filters, afzuigsysteem, transformators en dergelijke mee. De eerste oogst leverde € 2.400,- tot € 2.500,- op. [veroordeelde]heeft de eerste keer de planten meegenomen. Ook de tweede keer leverde [veroordeelde]de planten. Dat waren beide keren tussen de 130 en 140 hennepplanten. Ik heb geen verstand van deze handel en geloofde [veroordeelde]wat dat betreft. Ik weet niet hoeveel [veroordeelde]er aan ging verdienen. [veroordeelde]speelde een redelijke rol in het geheel. Ik heb geen geld van [veroordeelde]gehad. Ik heb de eerste oogst zelf gedroogd en in zakken gedaan. [veroordeelde]heeft vervolgens de zakken met gedroogde hennep opgehaald. Ik één keer geoogst. De politie had de boel al weggehaald voor er een tweede oogst was. Ik heb geen geld ontvangen voor de plantage.
3. De verklaring van
verdachteafgelegd ter terechtzitting van deze rechtbank, meervoudige kamer voor strafzaken, op 16 november 2009, voor zover inhoudende -zakelijk weergegeven-:
[medeverdachte]heeft bij de politie verklaard dat hij de eigenaar van de hennepkwekerij was die de politie op 1 mei 2009 in de woning aan de [adres]te [woonplaats] heeft aangetroffen. Volgens [medeverdachte] heb ik hem advies gegeven bij het aanleggen van de hennepplantage, uitgelegd hoe een hennepkwekerij werkt en verteld waar hij op het internet meer informatie hierover kon vinden. Ik heb de hennepplanten aan [medeverdachte] geleverd, aldus [medeverdachte].
De eerste keer is het gegaan zoals [medeverdachte] heeft verklaard.
Ten aanzien van feit 2
4. Het als bijlage bij het genoemde proces-verbaal gevoegde proces-verbaal van 20 mei 2009, in de wettelijke vorm opgemaakt door[verbalisant 3], werkzaam bij de politie regio Utrecht, met nummer TIG/AH/009, voor zover inhoudende als relaas van
verbalisant, ordner 3, doorgenummerde pagina’s 970 e.v. -zakelijk weergegeven-:
Op 19 mei 2009 werd de woning aan de [adres] te[woonplaats] binnengetreden ter inbeslagname. Aan de linkerzijde van deze woning staat een schuur. Vanuit de schuur werd in beslag genomen: enkele zakken met gedroogde hennep, enkele lege zakken die gezien de hennepresten kennelijk gebruikt waren om hennep te verpakken en materialen die gebruikt worden bij het verwerken van hennep.
5. Het als bijlage bij het genoemde proces-verbaal gevoegde proces-verbaal van 12 juni 2009, in de wettelijke vorm opgemaakt door [verbalisant 4], werkzaam bij de politie regio Utrecht, met nummer TIG/AH/020, voor zover inhoudende als relaas van
verbalisant, ordner 3, doorgenummerde pagina’s 1007 e.v. -zakelijk weergegeven-:
Op 20 mei 2009 werden mij een aantal cannabisproducten aangeboden die onder de verdachte [veroordeelde] in beslag waren genomen.
Uit de schuur van de woning aan de [adres] te[woonplaats] zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
  • een aluminium strijkzak met daarin 1.174 gram hennepgruis;
  • een plastic sealbag met daarin 520 gram henneptoppen;
  • een plastic sealbag met daarin 514 gram henneptoppen.
6. Het als bijlage bij het genoemde proces-verbaal gevoegde proces-verbaal van 7 september 2009, in de wettelijke vorm opgemaakt door[verbalisant 5], werkzaam bij de politie regio Utrecht, met nummer PD03, voor zover inhoudende als relaas van
verbalisant, ordner 1, doorgenummerde pagina’s 135 e.v. -zakelijk weergegeven-:
[Y], wonende te[woonplaats], [adres].
7. Het als bijlage bij het genoemde proces-verbaal gevoegde proces-verbaal van 26 mei 2009, in de wettelijke vorm opgemaakt door [verbalisant 6] en[verbalisant 7], beiden werkzaam bij de politie regio Utrecht, met nummer TIG/V03/00, voor zover inhoudende als relaas van
verbalisanten, ordner 1, doorgenummerde pagina’s 147 e.v. -zakelijk weergegeven-:
Ik ben woonachtig op de [adres] in[woonplaats]. [veroordeelde]woont daar ook.
8. De verklaring van
verdachteafgelegd ter terechtzitting van deze rechtbank, meervoudige kamer voor strafzaken, op 16 november 2009, voor zover inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Ik heb op 19 mei 2009 opzettelijk een hoeveelheid hennep aanwezig gehad in de schuur behorende bij de woning aan de [adres] te[woonplaats]. Deze hennep was afkomstig van een kweker uit [woonplaats].
Ten aanzien van feit 3
9. Het als bijlage bij het genoemde proces-verbaal gevoegde proces-verbaal van bevindingen van 31 maart 2009, in de wettelijke vorm opgemaakt door[verbalisant 8] en[verbalisant 7], beiden werkzaam bij de politie regio Utrecht, met nummer TIG/FIN/AH/003, met bijlagen, voor zover inhoudende als relaas van
verbalisanten, ordner 5, doorgenummerde pagina’s 1523 e.v. -zakelijk weergegeven-:
Op 16 maart 2009 is door de officier van justitie, mr. R.A.E. van Noort, een schriftelijke vordering gedaan aan de Belastingdienst ex artikel 126nd van het Wetboek van Strafvordering. Deze vordering was gericht op de uitlevering van gegevens die inzicht konden geven in de financiële situatie van[veroordeelde], geboren op [1974], en zijn vriendin [Y]. Op 27 maart 2009 werden stukken ontvangen van de Belastingdienst. In dit proces-verbaal worden een aantal gegevens weergegeven met betrekking tot de inkomsten en bezittingen van [veroordeelde]en [Y].
[veroordeelde]heeft over 2006 tot en met 2007 inkomsten ontvangen van [naam][woonplaats] en het UWV (de rechtbank begrijpt
telkens: Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen).
2006
[naam] [woonplaats]
€ 5.941,-
UWV
€ 11.637,-
€ 17.578,-
2007
UWV
€ 13.499,-
Totaal
€ 31.077,-
Op 31 december 2007 bezat [veroordeelde]een effectenportefeuille met een waarde van
€ 28.257,-. Op 31 december 2007 had [veroordeelde]een saldo van € 2.873,- op een rekening staan met nummer 7401066. Op 31 december 2008 was [veroordeelde]“alleen eigenaar” van de objecten [adres] te[woonplaats] met een woz-waarde van € 306.500,- en Hooglandseweg-Zuid 34 te[woonplaats] met een woz-waarde van € 121.500,-). Van het object [adres] was hij “alleen eigenaar” en “alleen gebruiker”. Dit object had een woz-waarde van € 174.000,-. [veroordeelde]heeft actueel geen kentekens op zijn naam staan. [veroordeelde]heeft van 10 oktober 2005 tot 3 februari 2006 een onderneming gehad: Custom Cars[woonplaats]. [veroordeelde]heeft over de jaren 2006 tot 2009 geen verzoek gedaan om betaalde hypotheekrente in mindering te brengen op zijn inkomen.
[Y] heeft over 2006 tot en met 2007 inkomsten gehad uit winst uit onderneming v.o.f. [naam].
2006
V.o.f. [naam] (winst voor ondernemersaftrek)
€ 21.479,-
2007
Geen inkomensgegevens
Totaal
€ 21.479,-
Rekeningnummer [nummer] is bekend bij de belastingdienst in gebruik bij[K]. Op 31 december 2008 was[K] “alleen gebruiker” van het object [adres] te[woonplaats] met een woz-waarde van € 306.500,-.[K] heeft een auto op naam staan met het kenteken[kenteken].[K] was firmant in de v.o.f. [naam]. Deze onderneming is in januari 2007 overgenomen door [S] voor € 20.000,-. Uit een gedeelte van een rapport van een ingesteld bedrijfsbezoek bij [S] betreffende de overname van [naam] blijkt dat het gedeelte van[K] is overgenomen voor € 20.000,-. Met[K] is een betalingsregeling getroffen.[S] betaalt[K] in 12 termijnen een bedrag van € 2.100,-, dit is inclusief rente (de rechtbank: totaal € 25.200,- inclusief rente).[K] heeft over 2006 een bedrag van € 20.201,- aan privé onttrekkingen gedaan binnen de v.o.f. [naam].
Bewijsoverweging
De 12 termijnen van € 2.100,- en het bedrag van € 20.201,- aan privé onttrekkingen, zoals onder 8 genoemd, staan niet in de uitgeleverde rekeningafschriften van de ING Bank N.V. [26] vermeld. De rechtbank leidt hieruit af dat deze geldbedragen volledig contant zijn ontvangen door [Y].
1. Het geschrift, inhoudende een
overzicht aansprakelijkheden natuurlijk persoonvan de Rijksdienst voor het Wegverkeer (hierna te noemen: RDW) van 12 november 2009, voor zover inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Persoonsgegevens
Naam: [Y]
Geboortedatum: [1983]
Huisadres: [adres], [woonplaats]
Aansprakelijkheidsgegevens
Kenteken
Begin
Einde
[kenteken]
1 mei 2009
11 augustus 2009
1. Het proces-verbaal van verhoor van getuigen, op 2 november 2009 opgemaakt door de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, en de griffier, voor zover inhoudende als verklaring van
[Y] -zakelijk weergegeven-:
De Peugeot met het kenteken [kenteken] was mijn auto. Wij hadden een auto nodig. Een vriend van [veroordeelde](de rechtbank begrijpt: [veroordeelde]),[L], deed in auto’s. [L] had een BMW type 7 serie. [veroordeelde]wilde wel in die auto rijden. Hij heeft toen € 1.500,- contant aanbetaald en de auto meegenomen. Kennissen van ons wilden graag die BMW hebben en toen hebben we de BMW tegen de Peugeot geruild. Ik heb er nog € 500,- bij gekregen. Die BMW kostte € 3.500,-. [veroordeelde]heeft nog een schuld bij [L] van € 2.000,- omdat hij het aankoopbedrag niet volledig heeft betaald.
1. Het als bijlage bij het genoemde proces-verbaal gevoegde proces-verbaal zaakdossier [O] T01 van 26 augustus 2009, in de wettelijke vorm opgemaakt door[verbalisant 8] en[verbalisant 7], beiden werkzaam bij de politie regio Utrecht, voor zover inhoudende als relaas van
verbalisanten, ordner 1, doorgenummerde pagina’s 20 e.v. -zakelijk weergegeven-:
Door de domeinen is de Peugeot met het kenteken [kenteken] op 13 juli 2009 getaxeerd op een bedrag van € 4.750,-.
1. Het geschrift, inhoudende een
overzicht aansprakelijkheden natuurlijk persoonvan de Rijksdienst voor het Wegverkeer (hierna te noemen: RDW) van 12 november 2009, voor zover inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Persoonsgegevens
Naam: [Y]
Geboortedatum: [1983]
Huisadres: [adres], [woonplaats]
Aansprakelijkheidsgegevens
Kenteken
Begin
Einde
[kenteken]
1 mei 2007
15 mei 2007
1. Het als bijlage bij het genoemde proces-verbaal gevoegde proces-verbaal zaakdossier [O] T01 van 26 augustus 2009, in de wettelijke vorm opgemaakt door[verbalisant 8] en[verbalisant 7], beiden werkzaam bij de politie regio Utrecht, voor zover inhoudende als relaas van
verbalisanten, ordner 1, doorgenummerde pagina’s 20 e.v. -zakelijk weergegeven-:
Uit verkregen informatie vanuit het politiesysteem BPS blijkt dat voor de woning van [veroordeelde]aan de [adres] te[woonplaats] op 15 augustus 2008 een grote Tabbert tourcaravan met kenteken [kenteken] stond. Bij navraag in het kentekenregister van de Rijksdienst van het Wegverkeer bleek dat de caravan Tabbert Da Vinci 585 met kenteken [kenteken] op naam gesteld heeft gestaan van de volgende personen.
Van
Tot
Naam
6 augustus 2005
1 mei 2007
[W]
1 mei 2007
15 mei 2007
[Y]
15 mei 2007
heden
[K]
1. Het als bijlage bij het genoemde proces-verbaal gevoegde proces-verbaal van 11 juni 2009, in de wettelijke vorm opgemaakt door[verbalisant 9] en[verbalisant 10], beiden werkzaam bij de politie regio Utrecht, met nummer TIG/G53/01, voor zover inhoudende als verklaring van[W], ordner 1, doorgenummerde pagina’s 211 e.v. -zakelijk weergegeven-:
Ik heb een caravan, voorzien van het kenteken [kenteken], op naam gehad. Dit gaat om een Tabbert. Ik heb de caravan ongeveer twee jaar gehad. Ik heb de caravan via marktplaats verkocht aan een man. Zijn vrouw of vriendin was daar bij. De man heeft de caravan contant betaald. Ik heb de caravan voor een bedrag van rond de € 15.000,- of € 16.000,- gekocht en toen weer verkocht met een beetje eraf. Er is geen kwitantie verstrekt.
1. Het als bijlage bij het genoemde proces-verbaal gevoegde proces-verbaal van 19 augustus 2009, in de wettelijke vorm opgemaakt door[verbalisant 9], werkzaam bij de politie regio Utrecht, met bijlagen, voor zover inhoudende als relaas van
verbalisant, ordner 1, doorgenummerde pagina’s 306 e.v. -zakelijk weergegeven-:
Op 19 mei 2009 werd op een doorzoeking ter in beslag neming verricht in een pand gevestigd aan de [adres] te[woonplaats]. Op deze locatie werden in beslag genomen: een wit lederen band horloge Audemars Piquet Royal Oak Alinghi.
1. Het als bijlage bij het genoemde proces-verbaal gevoegde proces-verbaal bevindingen uitlevering van bescheiden en gegevens van 14 juli 2009, in de wettelijke vorm opgemaakt door[verbalisant 8], werkzaam bij de politie regio Utrecht, voor zover inhoudende als relaas van
verbalisant, ordner 7, doorgenummerde pagina’s 2748 e.v. -zakelijk weergegeven-:
Op 16 juni 2009 heeft [bedrijf 1]te Amsterdam in het kader van het strafrechtelijk financieel onderzoek tegen [veroordeelde], geboren op [1974], het volgende bescheid uitgeleverd: een verkoopfactuur van 28 december 2006 waarop het horloge AP Royal Oak Lady Alinghi aan Interwatch.nl wordt gefactureerd voor een bedrag van € 5.882,35 exclusief btw. Inclusief 19% btw is dit een bedrag van € 7.000,-.
[C]heeft telefonisch de volgende informatie verstrekt.
Ik kan me de verkoop van het horloge herinneren. Ik heb het horloge gekocht van een juwelier in Eindhoven en heb hem verkocht aan mensen in[woonplaats]. Ik heb het horloge toen gebracht naar een Mc Donalds in[woonplaats]. Een man en een vrouw kwamen het horloge toen ophalen en hebben ter plekke contant betaald. Volgens mij hebben ze er
€ 7.000,- voor betaald. Het horloge is gefactureerd door een collega handelaar omdat hij met het horloge geadverteerd had op internet.
1. Het als bijlage bij het genoemde proces-verbaal gevoegde proces-verbaal bevindingen uitlevering van bescheiden en gegevens van 20 juli 2009, in de wettelijke vorm opgemaakt door[verbalisant 8], werkzaam bij de politie regio Utrecht, voor zover inhoudende als relaas van
verbalisant, ordner 7, doorgenummerde pagina’s 2745 e.v. -zakelijk weergegeven-:
Op 16 juni 2009 heeft Bang & Olufsen Nijmegen (hierna te noemen: B&O) in het kader van het strafrechtelijk financieel onderzoek tegen [veroordeelde], geboren op [1974], het volgende bescheid uitgeleverd: een fax waaruit blijkt dat B&O Nijmegen B.V. in mei 2007 B&O apparatuur heeft geleverd aan de heer [veroordeelde]. Het betreft Beovision 7-40, serienummer 19.05.68.77, en Beolab 7.2, serienummer 19.90.66.43. Het totale bedrag van de levering bedroeg € 8.000,-.
[R] heeft telefonisch de volgende informatie verstrekt.
Ik heb inderdaad een televisie verkocht aan meneer [veroordeelde]. Ik weet dat er contant betaald is.
1. Het als bijlage bij het genoemde proces-verbaal gevoegde proces-verbaal van 26 juni 2009, in de wettelijke vorm opgemaakt door [verbalisant 11], werkzaam bij de politie regio Utrecht, voor zover inhoudende als relaas van
verbalisant, ordner 3, doorgenummerde pagina’s 1040 e.v. -zakelijk weergegeven-:
Op 19 mei 2009 vond een doorzoeking plaats in de woning van [veroordeelde] aan de [adres] te[woonplaats]. Bij deze doorzoeking werden twee fotocamera’s, te weten een Canon Ixus I en een Canon Ixus 90 IS, in beslag genomen. De opgeslagen bestanden en foto opnamen van deze gegevensdragers werden bij de afdeling Bureau Digitale Techniek veilig gesteld voor nader onderzoek. Uit het onderzoek van de opgeslagen fotobestanden bleek dat diverse foto’s waren gemaakt in de woning [adres] te[woonplaats] van een wit lederen hoekbankstel. De foto’s waren op 12 december 2008 gemaakt met een Canon Ixus 90 IS camera.
20. Het als bijlage bij het genoemde proces-verbaal gevoegde proces-verbaal bevindingen uitlevering van bescheiden en gegevens van 29 juni 2009, in de wettelijke vorm opgemaakt door[verbalisant 8], werkzaam bij de politie regio Utrecht, voor zover inhoudende als relaas van
verbalisant, ordner 7, doorgenummerde pagina’s 2751 e.v. -zakelijk weergegeven-:
Op 16 juni 2009 heeft De Tuinkamer te Houten in het kader van het strafrechtelijk financieel onderzoek tegen [veroordeelde], geboren op [1974], het volgende bescheid uitgeleverd: een kopiefactuur met daarop de volgende informatie.
Datum factuur 2 april 2007
Totaalbedrag € 499,-.
Betreft een tuinset Cosmos 7-delig
Nota is voor de heer [veroordeelde], [adres] te[woonplaats].
Op 19 juni 2009 werd aanvullend per fax nogmaals de kopiefactuur verzonden met daarop vermeld dat € 25,- is aanbetaald en dat de rest contant betaald is.
21. De verklaring van
verdachteafgelegd ter terechtzitting van deze rechtbank, meervoudige kamer voor strafzaken, op 16 november 2009, voor zover inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Ik heb de personenauto van het merk Peugeot, type 307 SW HDI met het kenteken [kenteken] met een vriend geruild voor een personenauto van het merk BMW. De BMW was meer waard dan de Peugeot. We hebben daar toen € 500,- bij gekregen. Ik had een schuld bij [L] lopen.
De tourcaravan van het merk Tabbert Da Vinci, type JE 585 met het kenteken [kenteken] is in mijn bezit geweest. Ik heb deze caravan van [W] gekocht. [Y] en ik hebben de caravan samen met mijn schoonouders in gebruik.
Tijdens de doorzoeking van mijn woning aan de [adres] te[woonplaats] op 19 mei 2009 droeg [Y] het horloge van het merk Audemars Piguet. Ik heb dit horloge gekocht van de winkel [bedrijf 1]. [C] heeft dit horloge naar[woonplaats] gebracht. Ik heb [C] hier toen € 7.000,- voor gegeven.
Ik heb in mei 2007 voor een bedrag van € 8.000,- apparatuur van het merk Bang en Olufsen gekocht. Deze apparatuur heb ik contant betaald.
Op 19 mei 2009 stond er een wit bankstel in mijn woning aan de [adres] te[woonplaats]. Deze heb ik gekocht bij [bedrijf 2]. De bank kostte € 2.000,-. Ik heb dit bedrag contant betaald.
[Y] heeft de koop van de tuin- en loungeset geregeld. Zij heeft deze set contant betaald.
Ten aanzien van feit 5
22. Het als bijlage bij het genoemde proces-verbaal gevoegde geschrift, inhoudende een
werkgeversverklaringvan 9 januari 2006, ordner 6, doorgenummerde pagina 2224, voor zover inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Naam werkgever: [naam] (de rechtbank begrijpt telkens: v.o.f. [naam])
Naam werknemer: [veroordeelde]
Adres werknemer: [adres] te[woonplaats]
Geboortedatum werknemer: [1974]
In dienst sinds: 1 september 2005
Functie: verkoper buitendienst
Bruto jaarsalaris: € 48.600,-
Vakantietoeslag: € 3.888,-
23. Het als bijlage bij het genoemde proces-verbaal gevoegde geschrift, inhoudende een
salarisspecificatie, ordner 6, doorgenummerde pagina 2225, voor zover inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Aan:
[veroordeelde]
[adres]
[woonplaats]
Afzender:
[naam]
[adres]
[woonplaats]
Begindatum: 01-12-2005
Einddatum: 31-12-2005
Nettoloon: € 2.642,18.
24. Het als bijlage bij het genoemde proces-verbaal gevoegde geschrift, inhoudende een
hypotheekaanvraag bij ING, ordner 6, doorgenummerde pagina 22298, voor zover inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Passeerdatum (vermoedelijk): 1 maart 2006
Algemene gegevens hoofdaanvrager
Naam: [veroordeelde]
Geboortedatum: [1974]
Adres: [adres] te[woonplaats]
Inkomensgegevens van de hoofdaanvrager
Type inkomensbron: loondienst fulltime vast
Vast inkomen: 48.600,-
Vakantiegeld: 3.888,-
Productgegevens
Gevraagd hypotheekbedrag: 300.000,-
25. De verklaring van
verdachteafgelegd ter terechtzitting van deze rechtbank, meervoudige kamer voor strafzaken, op 16 november 2009, voor zover inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Ik heb in maart 2006 op grond van valse gegevens een hypotheek bij de ING-bank aangevraagd op een pand aan de Hooglandseweg-Zuid 34, 34A en 34B te[woonplaats]. Ik heb gegevens op een oude werkgeversverklaring en salarisspecificatie laten bewerken. Ik heb tegen iemand gezegd dat ik het goed vond als hij dit voor mij zou regelen. Ik heb de hypotheekaanvraag ondertekend en gezamenlijk met de valse werkgeversverklaring en salarisspecificatie ingediend bij de ING-bank.

Voetnoten

1.Deze berekeningswijze is geaccepteerd in LJN: AE3569, Hoge Raad, 17-09-2002
2.Pag. 6 Rapport WVV. De volgende voetnoten verwijzen, tenzij ander weergegeven, steeds naar de pagina’s van dit doorlopend genummerde rapport
3.Pag. 7, onder 5.2.2
4.Pag. 9-11, onder 5.2.3.4 t/m 5.2.3.6, bestaande uit € 23.000,- terugbetaling van [A] aan [veroordeelde]voor de Mercedes, de inkomsten van zijn partner[K] uit [naam]
5.Pag. 11, onder 5.2.4
6.Pag. 12, onder 5.2.5.1
7.Pag. 12-13, onder 5.2.5.2
8.Pag. 13, onder 5.2.5.3
9.Pag. 13-15, onder 5.2.5.4
10.Pag. 16, onder 5.2.5.5
11.Pag. 16-17, onder 5.2.5.6
12.Pag. 17, onder 5.2.5.7
13.Pag. 17, onder 5.2.5.8
14.Pag. 17-18, onder 5.2.5.9
15.Pag. 18, onder 5.2.5.10
16.Pag. 18, onder 5.2.5.11
17.Pag. 18-19, onder 5.2.5.12
18.Pag. 19, onder 5.2.5.13
19.Pag. 7, onder 5.2.2
20.Pag. 8,
21.De verklaring van de getuige[X], afgelegd bij de rechter-commissaris op 31 maart 2011.
22.De verklaring van de getuige [getuige], afgelegd bij de rechter-commissaris op 3 mei 2011.
23.Pag.3
24.Pag. 9-10
25.De verklaring van de getuige [K], afgelegd bij de rechter-commissaris op 30 maart 2011.
26.TIG/FIN/AH/009, doorgenummerde pagina’s 1851 e.v. en TIG/FIN/AH/009, doorgenummerde pagina’s 1958 e.v.