Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting op 28 mei 2013;
- het proces-verbaal van aangifte van[slachtoffer 1]
5.Bewezenverklaring
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen en maatregelen
- een verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 19 april 2013, waaruit blijkt dat verdachte eerder wegens vermogensdelicten is veroordeeld;
- een verdachte betreffend reclasseringsadvies d.d. 26 maart 2013. Uit het advies blijkt van de volgende criminogene factoren: sociale netwerk, alcoholgebruik, financiële situatie, huisvesting, dagbesteding en drugsgebruik. Het advies vermeldt verder dat de oorzaak van de hoeveelheid aan problematiek en de aanhoudende problemen in de mogelijke psychiatrische problematiek van verdachte ligt en dat verder onderzoek en behandeling een positief effect zou kunnen hebben op alle leefgebieden en daarmee het recidiverisico zou kunnen doen afnemen. Wat volgens het advies verder zorgen baart, is dat verdachte aangeeft veel te liegen en dit ook blijkt uit de informatie die hij verstrekt, die niet klopt of maar half blijkt te kloppen.
[slachtoffer 1]levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 1 bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op € 1.715,00, te weten € 1.700,00 aan immateriële schade en € 15,00 aan materiële schade, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente. De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen.
[slachtoffer 2],levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 2 bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op € 1.925,24, te weten € 1.700,00 aan immateriële schade en
[slachtoffer 3],levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op. Tevens is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 3 bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op € 1.894,92, te weten € 1.700,00 aan immateriële schade en € 194,92 aan materiële schade, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente. De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen.
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
18 maanden.
6 maanden, van deze gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
- Veroordeelde moet zich binnen 5 dagen na afloop van zijn detentie voor 17.00 uur melden bij Reclassering Nederland, Vivaldiplantsoen 200, 3353 JE Utrecht en zich onder toezicht en leiding van deze instelling stellen. Vervolgens moet hij zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht en zich naar de door of namens de reclassering te geven aanwijzingen gedragen.
- Veroordeelde moet deelnemen aan de Arbeidsvaardighedentraining.
€ 1.715,00(zegge zeventienhonderd en vijftien euro euro) te weten € 1.700,00 aan immateriële schade en € 15,00 aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 12 februari 2013 tot aan de dag van de algehele voldoening.
[slachtoffer 2]toe tot € 1.925,24 (zegge negentienhonderd vijfentwintig euro en vierentwintig eurocent), te weten € 1.700,00 aan immateriële schade en € 225,24 aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 12 februari 2013 tot aan de dag van de algehele voldoening.
€ 1.894,92(zegge achttienhonderd vierennegentig euro en tweeënnegentig eurocent) te weten € 1.700,00 aan immateriële schade en € 194,92 aan materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 12 februari 2013 tot aan de dag van de algehele voldoening.
gevangenisstraf van 2 weken, voorwaardelijk opgelegd bij genoemd vonnis van 24 oktober 2011.