ECLI:NL:RBMNE:2013:3011

Rechtbank Midden-Nederland

Datum uitspraak
2 juli 2013
Publicatiedatum
26 juli 2013
Zaaknummer
16-661038-13
Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot inbraak in woning te Vleuten met gebruik van inbrekerswerktuig

In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Midden-Nederland op 2 juli 2013, is de verdachte veroordeeld voor poging tot inbraak in een woning in Vleuten op 7 januari 2013. De verdachte, geboren op Curaçao, werd bijgestaan door zijn advocaat mr. I.A. Groenendijk. Tijdens de zitting op 18 juni 2013 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie en de verdediging gehoord. De tenlastelegging omvatte zowel de poging tot inbraak als het vernielen van poortdeuren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om de zaak te behandelen.

De rechtbank heeft de bewijsvoering zorgvuldig gewogen. Aangeefster verklaarde dat zij op de dag van de feiten twee jongens uit haar tuin zag lopen, waarvan één een donkere huidskleur had. Getuigen bevestigden dat zij de jongens in de buurt van de woning zagen en dat zij zich verdacht gedroegen. De politie heeft de jongens, waaronder de verdachte, aangehouden op basis van het signalement. Bij de aanhouding zijn twee schroevendraaiers aangetroffen, die als inbrekerswerktuig werden beschouwd. Forensisch onderzoek toonde aan dat het DNA van de verdachte matchte met sporen die op de plaats delict waren aangetroffen.

De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met een ander opzettelijk heeft geprobeerd in te breken in de woning, en dat er voldoende bewijs was voor de poging tot diefstal. De rechtbank heeft de ernst van het feit en de gevolgen voor de slachtoffers in overweging genomen bij het bepalen van de straf. De officier van justitie had een gevangenisstraf geëist, maar de rechtbank besloot tot een taakstraf van 120 uur, rekening houdend met de jeugdige leeftijd van de verdachte en zijn werkstatus. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren wordt uitgevoerd.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/661038-13 (P)
vonnis van de meervoudige strafkamer van 2 juli 2013.
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [geboortedatum] te Curaçao (Nederlandse Antillen),
[adres 1] te [woonplaats].

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 18 juni 2013. De verdachte is in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door mr. I.A. Groenendijk, advocaat te Den Haag.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de raadsvrouw naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
primair: op 7 januari 2013 in Vleuten heeft geprobeerd in te breken in een woning;
subsidiair: op 7 januari 2013 in Vleuten poortdeuren heeft vernield, beschadigd dan wel onbruikbaar gemaakt.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft gepleegd. De officier van justitie baseert zich daarbij op de inhoud van de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is primair van mening dat er onvoldoende wettig bewijs voorhanden is om tot een bewezenverklaring van het primair dan wel subsidiair ten laste gelegde te komen.
4.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Aangeefster[aangeefster] heeft verklaard dat zij op 7 januari 2013 omstreeks 13.00 uur twee jongens uit de tuin van haar woning aan de [adres 2] te Vleuten zag lopen [2] . Zij zag dat een van de jongens een donkere huidskleur had en een donker gekleurd mutsje droeg [3] . Aangeefster is met haar auto achter de jongens aan gereden [4] . Aangeefster heeft verder verklaard dat de poortdeuren die toegang geven tot haar tuin, beschadigd waren [5] .
Uit een buurtonderzoek is gebleken dat de getuige[getuige 1] op 7 januari 2013 omstreeks 12.30 uur twee jongens heeft zien lopen in de richting van de woning aan de [adres 2] te Vleuten [6] . Het ging om een negroïde persoon en een licht getint persoon, waarvan er één een donkerkleurige muts droeg [7] .
De getuige[getuige 2] heeft twee jongens zien rennen, een met een donkere huidskleur en een donkerblauwe muts en een met een Marokkaans uiterlijk [8] . De getuige zag dat de jongens voorbij een aan de [adres 3] in Vleuten geparkeerd staande vuilniswagen renden en hoorde dat de jongens tegen elkaar zeiden: "kom we gooien het in de kliko" [9] . De getuige zag dat de jongens stopten en naar de achterkant van de vuilniswagen liepen en dat ze allebei een groot voorwerp van ongeveer 25 cm lang in de bak van de vuilniswagen gooiden [10] . De getuige is achter de jongens aangelopen en zag op een gegeven moment dat ze door de politie werden meegenomen [11] .
Verbalisant[verbalisant] zag op 7 januari 2013 omstreeks 13.00 uur in Vleuten twee personen lopen die voldeden aan het door de meldkamer opgegeven signalement [12] . De verbalisant herkende de personen als [verdachte] en[medeverdachte] en heeft hen aangehouden [13] .
De getuige[getuige 3], werkzaam als afvalverzamelaar, heeft verklaard dat hij op 7 januari 2013 omstreeks 13.00 uur met zijn vuilniswagen stilstond op de [adres 3] in Vleuten en dat er op dat moment alleen een aantal gesloten afvalzakken in de voorlaadruimte van de vuilniswagen lag en dat er geen los afval lag [14] . De getuige heeft verder verklaard dat hij even later tussen de afvalzakken in de vuilniswagen een grote schroevendraaier met een rood met zwart handvat van ongeveer 25 cm lang zag liggen [15] .
De in de laadbak van de vuilniswagen aangetroffen schroevendraaier is in beslag genomen en veiliggesteld in een papieren zak voor onderzoek door de Forensische opsporingsdienst [16] .
Deze schroevendraaier werd voorzien van het SIN-nummer AAFP0928NL [17] .
Bij een nader onderzoek aan de vuilniswagen werd op 7 januari 2013 een tweede schroevendraaier met een rood met zwart handvat van ongeveer 25 cm lang aangetroffen en in beslag genomen [18] .
Op 21 januari 2013 werd een vergelijkend werktuigsporenonderzoek gestart naar overeenkomsten tussen werktuigsporen en twee schroevendraaiers die werden aangetroffen en in relatie gebracht werden met de aangehouden verdachten [verdachte] en [medeverdachte] [19] . Het betreft een schroevendraaier [A] met een rood/zwart handvat met SIN-nummer AAEO8746NL en een schroevendraaier [B] met een rood/zwart handvat met SIN-nummer AAFP0928NL [20] . Beide schroevendraaiers waren aangetroffen in een vuilniswagen [21] .
Aan de woning aan de[adres 2] te Vleuten werd een forensisch onderzoek naar sporen verricht [22] . Hierbij werd een moet in de sluitnaad van de poortdeur aangetroffen, dit spoor werd veiliggesteld en voorzien van het SIN-nummer AAFP0925NL [23] .
Uit een vergelijkend onderzoek, waarbij de twee in dit onderzoek aangetroffen schroevendraaiers zijn onderzocht, is gebleken dat de afgevormde werktuigsporen met SIN-nummer AAFP0925NL waarschijnlijk zijn veroorzaakt met schroevendraaier [B] met SIN-nummer AAFP0928NL [24] .
De schroevendraaier met SIN-nummer AAEO8746NL heeft ten behoeve van DNA-onderzoek ook het SIN-nummer AAFQ3566NL gekregen [25] .
Uit DNA-onderzoek is gebleken dat het DNA-profiel van verdachte matcht met het DNA-profiel van het celmateriaal in de bemonstering AAFQ3566NL#01 [26] . Verder is uit dit onderzoek gebleken dat de kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen man matcht met dit DNA-profiel kleiner is dan één op één miljard [27] .
Conclusie
Op grond van het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte samen met een ander op 7 januari 2013 heeft geprobeerd in te breken in een woning in Vleuten.
De rechtbank acht niet aannemelijk dat verdachte en de mededader (slechts) het opzet hadden op vernieling van de poortdeur. Verdachte en zijn mededader hadden immers twee grote schroevendraaiers bij zich, die naar hun uiterlijke verschijningsvorm zijn aan te merken als inbrekerswerktuig. Bovendien zijn ze na het vernielen van de poortdeur de tuin van de woning ingegaan, hetgeen op een andere bedoeling duidt dan uitsluitend een vernieling. Vervolgens zijn zij op de vlucht geslagen en hebben zij het inbrekerswerktuig weggemaakt. Het dossier bevat verder geen enkel aanknopingspunt dat verdachte en zijn mededader uitsluitend de intentie hadden om de poortdeuren te vernielen.
Op grond van deze feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, acht de rechtbank opzet op inbraak in de woning wettig en overtuigend bewezen.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
Primair
op 07 januari 2013 te Vleuten, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (uit een woning gelegen aan de [adres 2]) weg te nemen enig goed en/of geld, toebehorende aan [aangeefster], tezamen en in vereniging met een ander, als volgt heeft gehandeld: hebbende hij, verdachte, en zijn mededader een poortdeur geforceerd en vervolgens de tuin van die woning betreden, zijnde de uitvoering van dat misdrijf niet voltooid.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als
poging tot diefstal, door twee of meer verenigde personen.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het primair ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot gevangenisstraf van 60 dagen, met aftrek van voorarrest.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft een strafmaatverweer gevoerd.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan een poging tot inbraak in een woning. Woninginbraken, maar ook pogingen daartoe zijn nare feiten, die naast schade, overlast, angst bij de slachtoffers en onrust in de samenleving teweeg brengen. Verdachte lijkt slechts uit te zijn geweest op persoonlijk financieel gewin zonder zich te bekommeren om de gevolgen voor zijn slachtoffers.
Met betrekking tot de persoon van verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, d.d. 14 maart 2013, waaruit blijkt dat verdachte eenmaal eerder is veroordeeld voor het plegen van een soortgelijk delict.
Voorts heeft de rechtbank kennis genomen van het bericht van de reclassering d.d. 28 mei 2013, waaruit blijkt dat verdachte geen medewerking heeft verleend aan het opstellen van een reclasseringsadvies.
Hoewel er gelet op de ernst van het feit en hetgeen in vergelijkbare zaken pleegt te worden opgelegd, alle aanleiding is voor het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, zal de rechtbank bij de straftoemeting ten gunste van verdachte afwijken van de strafmodaliteit die de officier van justitie heeft gevorderd. De rechtbank heeft daarvoor van belang geacht de relatief jeugdige leeftijd van verdachte, de omstandigheid dat hij aan het werk is en zijn relatief geringe documentatie.
De rechtbank zal een werkstraf opleggen voor de duur van 120 uur.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 22c, 22d, 45 en 311 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

10.Beslissing

De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Poging tot diefstal, door twee of meer verenigde personen.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een taakstraf, bestaande uit het verrichten van onbetaalde arbeid, van
120 uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 60 dagen, met bevel dat de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van deze straf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 uren per dag.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.M. de Stigter, voorzitter, mr. M.C. Oostendorp en
mr. J.P.H. van Driel van Wageningen, rechters, in tegenwoordigheid van
mr. A.M. Westerhout, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 2 juli 2013.
BIJLAGE : De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
Primair
hij op of omstreeks 07 januari 2013 te Vleuten, gemeente Utrecht, althans in
het arrondissement Utrecht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen
misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening (uit een woning gelegen aan
de [adres 2]) weg te nemen enig goed en/of geld, geheel of ten
dele toebehorende aan [aangeefster], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en / of zijn mededader(s), tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, als volgt heeft gehandeld: zijnde en/of
hebbende hij, verdachte, en/of (één of meer van) zijn mededader(s) een
poortdeur geforceerd, althans beschadigd en/of vervolgens de tuin van die
woning betreden, zijnde de uitvoering van dat misdrijf niet voltooid;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
hij op of omstreeks 07 januari 2013 te Vleuten, gemeente Utrecht,, althans in
het arrondissement Utrecht, tezamen en in vereniging met een ander of anderen,
althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk poortdeuren, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [aangeefster], in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte en / of zijn mededader(s), heeft vernield
en / of beschadigd en / of onbruikbaar gemaakt, door toen aldaar tezamen en
in vereniging met zijn mededader(s), althans alleen, opzettelijk en
wederrechtelijk (met een breekvoorwerp) die poortdeuren te forceren;
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht

Voetnoten

1.Indien hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt hierbij telkens verwezen naar de bijlagen bij het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van de politie Utrecht, genummerd PL091A 2013005704, PL091A 2013005704A, PL091A 2013005704B en PL091A 2013005704C, doorgenummerde pagina's 1 tot en met 144.
2.Proces-verbaal aangifte, doorgenummerde pagina 49.
3.Proces-verbaal aangifte, doorgenummerde pagina 49.
4.Proces-verbaal aangifte, doorgenummerde pagina 50.
5.Proces-verbaal aangifte, doorgenummerde pagina 50.
6.Proces-verbaal van bevindingen, doorgenummerde pagina 71.
7.Proces-verbaal van bevindingen, doorgenummerde pagina 71.
8.Proces-verbaal verhoor getuige, doorgenummerde pagina 58.
9.Proces-verbaal verhoor getuige, doorgenummerde pagina 58.
10.Proces-verbaal verhoor getuige, doorgenummerde pagina's 58 en 59.
11.Proces-verbaal verhoor getuige, doorgenummerde pagina 59.
12.Proces-verbaal van bevindingen, doorgenummerde pagina 66.
13.Proces-verbaal van bevindingen, doorgenummerde pagina 66.
14.Proces-verbaal verhoor getuige, doorgenummerde pagina 62.
15.Proces-verbaal verhoor getuige, doorgenummerde pagina 63.
16.Proces-verbaal van bevindingen, doorgenummerde pagina 67.
17.Proces-verbaal Sporenonderzoek, doorgenummerde pagina’s 93 en 95.
18.Proces-verbaal van bevindingen, doorgenummerde pagina 69.
19.Proces-verbaal vergelijkend werktuigsporenonderzoek, doorgenummerde pagina 109.
20.Proces-verbaal vergelijkend werktuigsporenonderzoek, doorgenummerde pagina 109.
21.Proces-verbaal vergelijkend werktuigsporenonderzoek, doorgenummerde pagina 109.
22.Proces-verbaal Sporenonderzoek, doorgenummerde pagina 93.
23.Proces-verbaal Sporenonderzoek, doorgenummerde pagina 94.
24.Proces-verbaal vergelijkend werktuigsporenonderzoek, doorgenummerde pagina's 109 en 111.
25.Een geschrift, te weten een sporenbijlage (ten behoeve van DNA-onderzoek) behorende bij het proces-verbaal aanvraag DNA-onderzoek sporen, doorgenummerde pagina 121.
26.Een geschrift, te weten een rapport DNA-onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut van 19 februari 2013, doorgenummerde pagina 122.
27.Een geschrift, te weten een rapport DNA-onderzoek van het Nederlands Forensisch Instituut van 19 februari 2013, doorgenummerde pagina 122.