Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
1.De procedure
- het tussenvonnis van 13 februari 2013
- het proces-verbaal van comparitie van 14 juni 2013
- de akte overlegging producties van[eiser].
2.De feiten
Pensioengrondslag
Ouderdomspensioen
Waarborging van de pensioenafspraken
Kosten van de pensioenregeling/eigen bijdrage
Beëindiging dienstverband vóór de pensioendatum
Artikel 2
Artikel 3
Artikel 5
Artikel 15
3.Het geschil
4.De beoordeling
een zuivere eindloonregeling). Dit brengt volgens[eiser] mee dat voor zover het bij AXA verzekerde kapitaal niet toereikend is om de gegarandeerde pensioenuitkering aan te kopen, [gedaagde] het tekort dient aan te vullen. [gedaagde] is van mening dat de pensioentoezegging haar niet verplicht om een tekort aan te vullen. Volgens [gedaagde] houdt de pensioentoezegging in dat kapitaal wordt verzekerd, met welk kapitaal op de pensioendatum een beoogd pensioen op basis van eindloon aangekocht kan worden, waarbij het daadwerkelijk aan te kunnen kopen pensioen afhankelijk is van actuele rentestanden en tarifering van de verzekeraar ten tijde van de pensioendatum (verder te noemen:
een hybride regeling)
.
NJ1981/635, Haviltex). Voor het bij[eiser] opgewekte vertrouwen komt het aan op de vraag of hij aan de verklaringen en gedragingen van [gedaagde] redelijkerwijs de betekenis mocht toekennen dat sprake is van een garantieregeling. De rechtbank zal in dit kader acht slaan op de tekst van de pensioenbrief, de totstandkoming van de pensioenregeling, de uitvoering van de pensioenregeling en de latere omstandigheden die een licht werpen op de eerdere bedoeling van partijen.
- vast recht 3.621,00
- salaris advocaat
5.De beslissing
- € 131,00 aan salaris advocaat, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel
6:119 BW met ingang van de vijftiende dag na aanschrijving,
- te vermeerderen, indien betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag
van € 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van het vonnis,
vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW met ingang van de
vijftiende dag na betekening,
mr. M.E. Falkmann en in het openbaar uitgesproken op 31 juli 2013.