12.BESLISSING
- verklaart niet bewezen hetgeen onder 3 primair aan verdachte is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart het onder 1, 3 subsidiair, 4 en 6 primair ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 5 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat onder 1, 3 subsidiair, 4 en 6 primair meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart de bewezen verklaarde feiten strafbaar;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een
jeugddetentievoor de duur van
121 dagen;
- bepaalt dat de tijd, door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde jeugddetentie in mindering zal worden gebracht;
- legt aan de verdachte op de
maatregel van Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen;
- bepaalt dat de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de verdachte de hierna te melden algemene en/of bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als algemene voorwaarden dat de verdachte:
* zich voor het einde van de proeftijd van 2 jaar niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
* ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14d, tweede lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat de verdachte gedurende de proeftijd van 2 jaar:
* zich zal melden bij de jeugdreclassering en zich zal houden aan de voorschriften en aanwijzingen te geven door de jeugdreclassering, zolang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
* zal meewerken aan een behandeling bij Trajectum, of een soortgelijke instelling, zo lang als deze instelling dit (in overleg met de reclassering) noodzakelijk acht;
* zal verblijven in een instelling voor begeleid wonen, te weten Meesterwerk, of een soortgelijke instelling, en zich zal houden aan het (dag-)programma dat deze instelling in overleg met de reclassering heeft opgesteld;
- waarbij de reclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- beveelt dat de op grond van artikel 77za van het Wetboek van Strafrecht gestelde voorwaarden en het op grond van artikel 77aa van het Wetboek van Strafrecht uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn;
- heft op het (geschorste) bevel tot voorlopige hechtenis;
- gelast de teruggave aan de verdachte van de onder hem in beslag genomen geheugenkaart;
Benadeelde partij Gemeente Urk
- bepaalt dat de benadeelde partij de gemeente Urk in haar vorderingen niet-ontvankelijk is en dat zij haar vorderingen slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
Benadeelde partij [benadeelde 3]
- veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 3], wonende te Urk, van een bedrag van € 240,63 (zegge: tweehonderdveertig euro en drieënzestig cent), hoofdelijk met dien verstande dat indien en voor zover verdachtes mededader betaalt, verdachte in zoverre van deze verplichting zal zijn bevrijd, vermeerderd met de wettelijke rente sinds de dag waarop het thans bewezen verklaarde feit jegens de benadeelde partij werd gepleegd, te weten 18 januari 2013, tot die van de voldoening;
- veroordeelt de verdachte voorts in de kosten, door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
- legt op aan de verdachte de verplichting tot betaling aan de Staat van een bedrag groot
€ 240,63 ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde 3] voornoemd, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 4 dagen hechtenis;
- bepaalt dat, indien de verdachte en/of zijn mededader (gedeeltelijk) heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat, daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 3] (in zoverre) komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte en/of zijn mededader (gedeeltelijk) heeft/hebben voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde 3], daarmee verdachtes verplichting tot betaling aan de Staat (in zoverre) komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [benadeelde 3] voor wat het meer gevorderde betreft in zijn vordering niet-ontvankelijk is en dat hij zijn vordering voor dat deel slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Dit vonnis is gewezen door mr. L.G. Wijma, voorzitter, tevens kinderrechter,
mrs. A. van Holten en M.C. Stoové, rechters, in tegenwoordigheid van mr. N. van Olst-van Esch, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 11 juli 2013.
Mr. Van Holten is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.